DAGBLAD VOOR AMERSFOORTJEN OMSTREKEN.
No. 129.
MAANDAG 6 JUNI 1910.
7e JAARGANG
Hoofdredacteur B. G. RIJKENS.
De Paos ovep de Protestanten.
FEUILLETON.
Quinnion de Philosoof.
DE EEMLAND
ABONNEMENTSPRIJS
Per jaar met geïllustreerd Zondagsblad f 4.—. Franco per
post id. f 6.60. Per 3 maanden id. f 1.Franco per post
id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f0.05.
Bureau BREEDESTRAAT 18. Telefoon Interc. 62.
PRIJS DER ADVERT ENTIEN
Van 1 tot 6 regels f 0.40. Voor iederen regel meer f 0.08.
Buiten het Kanton Amersfoort per regel t'0.10. (Bij
abonnement belangrijke korting.)
Tot plaatsing van advartantiSn en reclames van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentiebureau D. Y. ALTA,Warmoesstraat 76-78 te Amsterdam.
De Paus heelt dezer dagen een en-
cycliek het licht doen zien, waarvan
de Protestanten wel zullen doen den
inhoud eens te overwegen als zjj
binnenkort weer door hunne voor
gangers geprest zullen worden arm
in arm met de Roomsch-katholieken
ter stembus te trekken.
Deze encycliek is openbaar gemaakt,
naar aanleiding van den driehonderd
jarigen herdenkingsdag van de heilig
verklaring van zekeren aartsbisschop
van Milaan, Borromaeus geheeten.
De jjverige vervolging van Prote
stanten, waaraan deze man veel heeft
gedaan, wordt in de encykliek als een
verdienstelijk werk geprezen.
De verheerlijking van Borromae
ushet toonbeeld voor de gemeente
en de leiders in de nieuwere tijden,
van den onvermoeiden voorvechter
en raadgever voor een ware Katho
lieke hervorming tegen die nieuwe
hervormerswier doel niet de weder
oprichting maar de vernietiging en
de misvorming van het geloof en de
zeden waszal na drie eeuwen alle
Katholieken tot bijzondere troost en
leering strekken, en eveneens tot
aansporing voor allen om wakker
■Mede te werken aan den arbeiddie
ons zoo na aan 't hart ligtaan het
werk der vernieuwing in Chrislo."
Van de nieuwe hervormers wordt
dan verder gezegd
„Te midden van zulke rampen
stonden overmoedige en oproerige
menschen op, vijanden van het kruis
van Cristus, menschen van aardsche
gevoelens, wier God de buik is.
Deze streefden er naar, niet de
zeden te verbeteren, maar de dogmas
te loochenen en zij vermeerden daar
mee de wanorde, trokken voor zich
en anderen den teugel los tot tuch
teloosheid, en tasten op zichtbare en
VAN
GUY BOOTHBY.
75)
Het is niet heel moeilijk nit te
voeren, ging hij hijgend voort,
Het is alleen maar om een brief te
bezorgen aan zeker iemand in Lon
den, die het ongeluk heeft in mij te
gelooven. Je zult hem in den borst
zak van mijn jas vinden. Wil je mij
op je eerewoord beloven, het te
doen
Ja, zei ik, ter wille van de
dagen van vroeger beloof ik het te
doen.
Heel goed, roep dan dien Grig-
son hier, dan zal hij opschrijven, wat
ik op het punt sta je te bekennen.
Ik riep den détective bij ons te ko
men en naast den stervenden man
nederknielend schreef hij de beken
tenis op, die bestemd was om mij
tyrannieke wijze de instellingen en
de leer van de kerk aan, terwijl zij
het leiderschap der kerk verachtten
en de hartstochten van de meest
ontaarde vorsten en volkeren volg
den. En in navolging van die ple
gers van onrecht, tot welke gericht
is de vermaningWee u, die het
goede kwaad en het kwade goed
noemt!", wendden zij met hun oproe
rige tumult en de ontaarding van
het geloof en de zeden een hervor
ming voor en gaven zij zich zei) voor
hervormers uit.
Maar in werkelijkheid -waren hel
verderj-aanbrengende lieden, zoodat
zij met tweespalt en oorlog de krach
ten van Europa ontzenuwend, den
oproerigen geest en den ajval der mo
derne lijden hebben voorbereid, waar
in zich de drie vroeger gescheidde
beproevingen der kerk vereenigden,
over welke zij steeds gezegevierd heeft
nl. de bloedige vervolgingen van den
oudsten tijd, de imoendige pest der
ketterijen en eindelijk onder den
naam van de evangelische vrijheid
de ontaarding der zeden en der
tueht, zooals ifi de middeneeuwen
nooit is \voorgekomen.
Tegenover deze bende verleiders
plaatste God oprechte hervormers en
heilige mannen, deels om dien wilden
stroom tegen te houden en den brand
te blusschen, deels om de reeds aan
gerichte schade te herstellen."
Zulk een scheldpartij op de helden
en de eerste belijders van het Prote
stantisme zou stellig Leo XIII niet
zijn overkomen, evenmin als deze de
flaters in Frankrijk en Spanje zou
hebben gemaakt.
In zooverre is Pius X misschien
oprechter te noemen.
Maar van een .stoelen op denzelf
den wortel des geloofs", wat men
hier in Nederland den Roomscben
diets tracht te maken, daarvan gelooft
deze Paus blijkbaar niet veel. In dat
recht te laten wedervaren in de oogen
van de wereld en van mijn oom in't
bijzonder, en die mij in staat zou
stellen, de grootste ambitie in mijn
leven te bevredigen.
Behoef ik u nog te zeggen, wat dat
was
Een half uur later was Gilbert Fe-
versham dood.
NASCHRIFT.
Er blijft maar weinig te vertellen
over. Van den Italiaan werd nooit
meer iets vernomen. Feversham werd
begraven op een klein kerkhof in het
moeras, niet ver verwijderd van de
plek, waar hij zijn einde had gevon
den.
Justus Quinnion echter, minder ge
lukkig misschien dan hij, leed nog
zes maanden lang aan een hopelooze
verlamming. In dien tijd was ik in
staat, langzamerhand het geheim te
ontwarren, dat zjjn leven had om
ringd. Het was een merkwaardig en
tegelijkertijd droevig verhaal, en mis
schien een, dat ik niet het recht heb
te herhalen, omdat het mij half in
vertrouwen werd medegedeeld.
opzicht heeft hij dan ook gelijk, want
er zal moeilijk iets van meer uiteen
loopenden aard te vinden zijn dan
het Calvinisme en het Roomsch-
Katbolicisme.
Eén zijn ze alleen in hun haat te
gen het liberalisme, zooals het, gelijk
het Vaderland het uitdrukt, „het lot
is van hen, die oude verschrompelde
en overleefde meenigen aanhangen, om
nieuwe en meer levenskrachtige over
tuigingen te haten."
We zouden met heel wat opmer
kingen op deze „liefelijkheden" van
Pius X kunnen antwoorden, doch het
zal niet noodig zijn. In de hervormde
landen heeft deze encycliek een storm
van verontwaardiging doen ontstaan.
En de Roomsche bladen in ons land
begrijpen, dat zoo'n scheldpartij tegen
de hoofdmannen der Hervorming wel
eens zou kunnen uitloopen op een
opening der oogen van de Protestant-
sche coalitie-genooten. Niet dat men
om hun persoonlijke vriendschap veel
geeft, maar als bondgenooten-stroopers
op baantjes- en subsidiegebied hebben
deze nog altijd hun waarde.
Het Roomsch-Katholieke blad in
onze omgeving, De Eembode, maakt
dan ook wel even melding van deze
encycliek maar laat er de liefelijkhe
den aan het adres der groote Her
vormers uit weg.
Dat is teekenendze hebben de
antirevolutionuaire stemmetjes noodig
voor de Roomsche candidaten der
Provinciale Staten.
In Duitschland, het land van den
grooten Hervormer, is men natuurlijk
woedend over deze beschimping.
De conservatieve en nationaal-libe-
rale partijen hebben, naar Reuter
seint, bij het Huis van Afgevaardig
den een interpellatie ingediend, waarbij
de Regeering verzocht wordt ter be
scherming van den confessioneelen
vrede, stelling te nemen in antwoord
Laat bet voldoende zijn, dat hjj als
resident in een bekende vreemde
hoofdstad, was overgehaald om lid te
worden in zeker geheim genootschap.
Om daarvan bevrijd te worden, was
hij naar Engeland teruggekeerd, en
bad in zooverre zijn eed van bondge
nootschap verbroken, dat hjj het le
ven gered had van een man, die vol
gens het genootschap moest sterven.
Er waren oog andere zaken, die ik
niet de vrijheid heb hier te vertellen,
maar die er alle toe hadden bijge
dragen om de vlam van den haat te
gen hem aan te wakkeren. Wat meer
was, hij had zekere documenten in
zijn bezit, die, als zij onder de oogen
der menschen waren gekomen, naar
alle waarschijnlijkheid Gilbert Fe
versham het leven zouden hebben ge
kost. De laatste had getracht deze in
banden te krijgen, door omkooperij,
smeekbeden, bedreigingen, maar zon
der succes. Zjjn laatste middel lag
in de richting van moord, wij weteu
met welk resultaat.
Justus Quinnion stierf deze week
drie jaar geleden, en ik geloof, dat
niemand die verlossing meer welkom
op den door de Borromaeus-encycliek
tegen de evangelische kerk geuiten
smaad.
De Duitsche Evangelische Bund
heeft de smaad, het protestantisme
en den hervormers aangedaan met
een protest beantwoord, waarin o.a.
het volgende gezegd wordt
„Deze scheldpartij op den helden
tijd uit den godsdienst van ons volk
en zjjn grootste vrijheidsuiting is een
verontwaardiging wekkende uittar
ting van het Duitsche protestan
tisme. Tegelijk is de uitdrukking
„de meest ontaarde vorsten en vol
ken" een beleediging het Duitsche
volk aangedaan door een buitenland-
schen priester, die op de rechten van
eeu souverein aanspraak maakt, en
door Duitsche regeeringen daarin ge
sterkt wordt.
Zoo werpt dit wonderlijke oordeel
over de Duitsche Hervorming en den
oorsprong van onze Evangelische
Kerk een schel daglicht op de his
torische kennis van het „onfeilbare"
opperhoofd van de Roomsche kerk en
zijn raadgevers, op de onverdraagzaam
heid eo onverzoenlijkheid van hetultra-
clericalisme, op de juiste waarde der
vrede-ademende redevoeringen van
katholieke bisschoppen en op het voor
het volk en zijn beschaving bestaande
gevaar van de politieke organisaties
der pauselijke vaandragers in het
Duitsche Rijk.
Wij uiten daarom uit naam van
onze medeleden en ook wel in den
geest van alle bewuste Duitsehe prote
stanten een verontwaardigd protest
tegen de niets-ontziende pauselijke
vredesstoriug, die des te kwetsender
is, omdat zij zonder eenige aanleiding
en zonder acht te geven op de protes
ten uitgebracht tegen de Canisius-
encycliek van 1897 de toenmalige
smaadwoorden nog waagt te over
treden.
Ieder Evangelisch Christen en
Duitsch protestant moet nu wol op-
heette, dan hij zelf.
Wat zal ik u nog meer vertellen
Sylvia en ik zijn getrouwd. Het
hu's van mijn jongensjaren is het
tehuis van mijn huwelijksleven en ik
geloof, dat er in het geheele land
geen gelukkiger paar menschen te
vinden is.
Het huis op het plein is na den
dood van Quinnion verkocht en wordt
nu, geloof ik, voor liefdadige doel
einden gebruikt. Ik heb er na dien
tijd nooit weer een voet in gezet. Mijn
vrouw vertelde mij nog gisteren, dat
zü maar één verdriet in haar leven
heeft. Op mijn belangstelling daar
naar hoorde ik, dat zij zich niet in
staat gevoelt Alphonse te overtuigen,
dat hij geen volleerd meester in de
Engetscbe taal is. Zelfs al zou ik het
willen, en vooreerst ben ik dat nog
niet van plan, dan ben ik bang, dat
ik nooit iu staat zal zijn, mij van
dien spraakzamen kleinen Fransch-
man te bevrijden.
EINDE.