"bin^entandt" WEERBERICHT. Thermometerstand Uit de Pers. MEDEDEELINGEN VAN IIET KONINKL. NED. MET. INSTITUUT. Opgemaakt voorm 10.50 uur. De Bilt, S September 1910. Hoogste barometerstand 771.8 m.M. te Bodo laagste 750.8 te Seydisfjord. "Verwachting tot den avond van 9 Sep tember 1910. Meest zwakke N.-lijke tot N.O.-lijkc wind. Gesteldheid van de lucht: Bewolkt wei nig of geen regen. TemperatuurDezelfde. Barometerstand te AMERSFOORT Barometerstand hedenmiddag te 12 uur 765 m M. Vorige stand te 12 uur 766 m.M. te Amersfoort. Hoogste gisterenF. 66 Laagste hedennachtj F. 46 Hedenmiddag 12 uurF. 64 AMERSFOORTSCHE BAD- EN ZWEMINRICHTING. TEMPERATUUR van het water op Donder dag 8 Sept. des morgens 7 uur is 60° F. loniki binnenkwam, in weerwil van alle protesten nog niet hoeft kunnen lossen. De overhedeu hebben zich daartegen verzet. Aangaande de beleediging van den Italiaanschen gezant te Constantinopel door het volk, wordt nog gemeld, dat de gezant, markies Imperiali, eergisterenavond 9 uur met den kleinen stoomer van het gezant schap van Tnerapia gekomen was en met een huurrijtuig van Tophane naar Pera rijden wilde. De koetsier van het eenige rijtuig, dat aanwezig was, weigerde een vracht aan te nemen, opgevende te vermoeid te zijn. Hij handhaafde deze weigering, ofschoon de kawass van den gezant de hoedanigheid van dezen bekend maakte en verklaarde, dat iedere prijs betaald zou worden. Wogens den Ramadhan het Moham- medaansche vasten die eergisteren met zijn nachtelijke genoegens was begonnen, verzamelde zich spoedig een groote volks menigte om den gezant, die te vergeefs om bijstand bij een politieagent verzocht. Ook de tusschenkomst van een gemeenteambte naar baatte niets. De koetsier raakte hand gemeen met den kawass, zoodat deze ein delijk mot zijn revolver dreigde. Intusschen werd de houding van het volk steeds dreigender. Men riep: „Weg met den Tsjapkalis!" (hoeddrager), „Weg met den Christen!" Eindelijk vond de gezant een ander rij tuig, waarmede hij onmiddellijk naar den Minister van Buiteulandsche Zaken, Rifaat pasja, reed, die uit zijn bed moest gehaald zijn om de klachten van markies Imperiali aan te hooren. Deze laatste beweerde, dat zoowel do volksmenigte als de politicagent geweten haddon, wie de in 'c nauw ge- bruchte Europeaan was, daar zijn kawass er op luiden toon op gewezen had. GRIEKENLAND. De uitbreiding der Turkscke vloot, door het aankoopen van twee pantserschepen, die uit de Duitsche vloot waren „ausran- giert", heeft in Griekenland tot eenigen naijver en wat ongerustheid aanleiding gegeven. Want daardoor was Turkije plot seling sterker en grooter geworden, als zeemogendheid, dan het oude Hellas. Dat kwetste de nationale eigenliefde van Grie kenland, en het zon op middelen om het evenwicht te herstellen. Twee nieuwe pantsorschepen bestellen was te duur en nam te veel tjjd in beslag. Dus moest worden uitgezien naar „halfslcctsch" pant serschepen, door een der groote mogend lieden afgedankt, maar die nog goed genoeg zijn voor Griekenland om tegenover de Turksche „halfsleetjes" gebruikt te worden. De Grieksche regeering is zoo gelukkig geweest, na eenige vergeefsche onderhan delingen, drie afgedankte Italiaansche pantserschepen te kunnen koopeude Um- beito, de Sicilia en de Sardinia, die nu de Grieksche vloot de hegemonie in do Turksche wateren zullen hergeven, en met een nieuwe verflaag en mooie Grieksche namen, zoo goed als nieuw zullen schijnen. Yooi het Grieksche doel zijn zij allicht uog goed genoeg. Het wordt op die manier voor groote mogendheden een voordeelig zaakje de half versleten pantser3chepeu aan tweede- rangszeemogendheden te verkoopeu! De Middenstands-enquête. In den laatsten tijd hebbeu berichten de roude gedaan, dat in sommige gemeenten (Bussurn, VVildervauk, Zutfcn) de door de betrokken staatscommissie ingestelde en quête naar den economischeu toestand van deu middenstaud was mislukt en aan deze mededeelingcn werd hier en daar de con clusie vastgeknoopt, dat de enquête in haar geheel evenmin zou slagen. Ten einde hieromtrent eenige zekerheid te krijgen en een en ander over den stand van het onderzoek der staatscommissio te kuuuen melden, heeft de Haagsche cor respondent van de Tel. zich gewend tot iemand, die ter zake geheel deskundig en op de hoogte moet worden geacht. Hij deelt mede, dat de middenstands-enquête, naar het zicli laat aanzien, zeer goed gelukken zal. „Onze zegsman wees onB er allereerst op, hoe moeilijk het enquêteeren in het alge meen is, maar welke bijzondere moeilijk heden zich boveudieu voordoen bij een middenstand-enquête, waarbij een vijftigtal vakken en bedrijven grondig moet worden onderzocht en de toestand der ondernemers moet worden nagegaan, die uit den aard der zaak dikwijls zeer wantouwend zijn Met het oog nu op de vele moeilijkheden, heeft de staatscommissie voor haar onder zoek de gemeenten verdeeld in oen drietal groepen. De eerste groep wordt gevormd door de plaatsen beneden 200Ü zielen. Dit zijn er niet minder dan 500. Yan meer dan 400 gemeenten ziju gegevens .ugekomen: een uiterst bevredigend resul taat. De tweede groep bestaat uit de ge meenten van 2000 tot 20.000 inwoners. Uit deze groep koos de commissie typen van gemeenten en hierin werden van alle vakken volledige monographische beschrij vingen opgemaakt. Ook hier slaagde de enquête in het overgroote deel der plaat sen. Do derde groep eindelijk vormen de grootere steden. Hier wordt een onder zoek naar verschillende vakken ingesteld: in iedere gemeente wordt een verschillend bedrijf onderzocht. De enquête in deze groep is, in tegenstelling met dia in de beide andere afdeelingen, nog niet afge- loopen, maar er valt reeds zeer duidelijk te bespeuren, dat het werk der commissie ook hier goede resultaten zal hebben. De belangrijke enquête zal dus slagen. Dat in eenige gemeenten het onderzoek geen bevredigend verloop had, èu door tegenwerking van den middenstand zelf én door verzet van anderen kant, zal aan het totale resultaat zeer wcing afbreuk doen en werd dan ook van den aanvang af wel verwacht.- Het doet ons echter genoegen, de pessimistische berichten te kunnen tegen spreken: de arbeid der ijverige, hard wer kende staatscommissie zal ongetwijfeld een schat van materiaal opleveren." De Kamerzetel van Eindhoven. Naar de Msb. verneemt, heeft de heer V. v. d. Heuvel met ingang van 20 Sept. a.s. zijn ontslag ingediend als lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het kiesdistrict Eindhoven. Een nalatigheid. Onvergeeflijk noemt de Zutph. Ct. het volgende: Zes weken geleden werd een jong koop man uit Doetichem, de heer Otto Horsting, vermist. 1-Iij had de feesten van den „Alg. Ned. Wielrijders Bond" in Arnhem bijge woond en zou om 10 uur iu den avond van 17 Juli nog per fiets huiswaarts kee- reu. Zijn familie heeft hem helaas niet meer levend teruggezien: de worige week werd zijn lijk naar Doetichem ver voerd uit Uerdingen in Duitschland, waar het reeds den 29cn Juli uit de rivier was opgehaald. Daar was het stoffelijk over schot voorluopig ter aarde besteld, nadat de gewone formaliteiten waren verricht nadat de dokter een verklaring had afge geven dat er geen uiterlijke teekenen van geweld te bespeuren waren, zoodat de gedachte aan een misdaad was uitgesloten en nadat de papieren en andere op 't lijk gevonden voorwerpen ten stadhuize van Uerdingen waren gedeponeerd Verder hebben de bemoeiingen van de autoriteiten ter plaatse zich niet uitgestrekt. Aau alles wat op 't lijk was gevonden, hot Hollandsche geld, het re$u van de fiets voor de Bondsfeesten te Arnhem waarop het Bondsnummer stond, was to zien dat de doode een Hollander was. Had de Burgemeester van het Duiische dorpje even bedacht in welk een ongerust heid de familieleden van den omgekomene moesten verlteeren, hij zou stellig althans de moeite hebben gedaan even naar zijn amb'geuoot te Arnhem te schrijven dat in zijn gemeente een lijk was gevonden met een aanwijzing waaruit bleek, dat de on- gelukige kort te voren te Arnhem had vertoefd. Hij heeft echter niets gedaan. Geen vin ger heeft hij nitgestoken om 't feit hier te lande ambteljjk bekleed te maken. Daardoor heeft hij zijn plicht schromelijk verzuimd en noodeloos de familiebetrekkingen van den ongelukkige een maand langer dan uoodig was in pijnlijke onzekerheid laten verkeeren. Evangelische Maatschappij- In hot Oranje-Hotel te "Wageningen werd gisteren de jaarvergadering gehouden van de Evangelische Maatschappij. Na een inleiding van don voorzitter, mr. J. G. C. Joosting uit Assen, bracht de secretaris verslag uit. Het veislag gaf aanleiding tot eenige discussio omdat verschillende leden meen den dat het hoofdbestuur niet actief genoeg geweest was in zake het protesteeren togen de Borromaeus-encycliek. Iu verband hier mede werd ook door eenige sprekers de wenschelijkheid betoogd van het houden van een Algemeen Protestautendag. In zijn antwoord zeide de voorz. o. a, dat het houden van een landelijke protestvergade- l'ing alsnog kon worden overwogen. De rekening werd goedgekeurd tot een eindcijfer van f 18,660.46'/,, met een batig saldo van f 1.947 751/,. In plaats van de aftredende bestuursleden, de heoren mr. J. G. G. Joosting, uit Assen en C. H. Boland uit Nijmegen, van wie de eerste niet herkiesbaar was, werden gekozen de heeren C. H. Boland en mr. M. H. Huber te 's Hage. Aangezien de laatste niet ter vergadering was werd de heer A. L. Th. v. d. Ven te Culemburg als secun dus gekozen. Als slot der ochtendbijeenkomst hield ds. Hille Ris Lambers een belangwekkende voordracht over de toenemende macht en den steeds vermeerderden invloed van Rome. Spr. wees or op dat de Roomsche Kerk na de Hervorming van iedere gelegenheid heeft gebruik gemaakt om haar macht te vergrooten, haar iuvloed te versterken. Op het laatst van de achttiende.eeuw heulde zij met de zg. patriotten om de macht der Hervormde Kerk te breidelen. Iu 1853 ging zij samen met de libertijnen om haar eigen kerkorganisatie te krijgen, en thans is de coalitie daar om haar macht en aan zien te geven. De rede van ds. Lambers, waarin ver schillende geschiedkundige feiten werden vermeld, werd door de aanwezigen levendig toegejuicht. De spreker stond op verzoek vau den voorzitter en met instemming der vergadering, zijn mauuscript af om den inhoud in een brochure to vervatten en te verspreider. Het woord werd verlcond aau den heer Leou Revoyre, directeur van „L'Oeuvrö des Prêtres" te Parijs. In deu breede schetste deze den toestand van het R. Ka tholicisme iu Frankrijk Niet minder dan 1500 priesters hebben den laatsten tijd den dienst verlaten. Ook in ander opzicht is de R. Katholieke Kerk daar sterk achteruit gegaan, hetgeen spreker met verschillende cijfers aantoonde. De kerk is niet alleen ziek, maar zij is ongeneeslijk. Vandaar ook de groote priesteruittocht. Het werk van het instituut, dat spr. vertegenwoordigt is. al deze menschen weder nuttig te maken voor de maatschappij. Hen op te leiden, te transformeeren in Protestautsche godB- dien8tleeraren gaat niet. Al deze menschen voelen zich, spr., zelf een gewezen priester, erkent het, in die omgeving niet thuis. Van jongs af moet men daarin zijn opge groeid en meogeleefd hebben. De bedoeling is echter o. a. ook een soort demo cratisch protestantisme te propageeren In groote zalen, thoathers desnoods, te- verkondigen de vrijheid van gedachte, de gelijkheid voor God en de brooderschap tegenover de menschheid. "Voor dit streven vroeg spr. den steun van de Evangelische Maatschappij. Deze rede, met krachtig applaus beant woord, leidde er toe dat de vergadering met algemeene stemmen besloot een subsidie te stellen ter beschikking van „L'Oeuvre des Prêtres" en aan het Hoofd bestuur, rekening houdende met deu toestand der kas, de bepaling van het bedrag over te laten. Nadat nog verschillende, meer huishou delijke en intieme besprekingen waren gevoerd, werd de vergadering door den voorzitter gesloten. Brabantsclie Verkiezingen. Onlangs deelden wij het een en ander mede waaruit bleek dat het met de Kamer verkiezing te Eindhoven denzelfden weg opging als met die te Helmond. In De Tijd vonden wij nu een entrefilet, dat die vrees bevestigt. „Na Helmond Eindhoven 1 klaagt dat blad. De weu6ch van de welmeenenden, dat de laatste 6tad bij haren verkiezings strijd niet het slechte voorbeeld mocht volgen van de eerste, is helaas 1 niet in vervulling gegaan. „Vau bier- en jeneververkiezingen zijn wij van harte afkeorig, maar de wijze, waarop een aanzienlijk en verdienstelijk man als mr. dr. Van Best bestreden wordt, stuit ons nog meer tegen de borst. De staaltjes, welke daarvan in de locale Noord- Brabantsche bladen te lezen waren, hier weer te geven, schamen we ons; het is bepaald ergerlijk, hoe zulk een candidaat voor de onoordeelkundige menigte wordt afgebroken. Dit ééne slechts! Als bewijs, dat de heer Wintcrmans geschikter candi daat is dan de heer Van Best om 's lands belaugen in de Tweede Kamer te behar tigen, wordt onder het volk door de vrieuden van den eerste rondgestrooid, dat hun candidaat elke week, ziju tegenstander slechts elke maand tot de H. Communie gaat 1 Naar aanleiding van deze klacht, vraagt de N. R. Ct.: Aan wie de schuld? „Wat te Eindhoven geschiedt, is de vrucht van den boom, die coalitie heet. Deze uitkomst is van vrijzinnige zijde jaren te voren voorspeld. Wanneer men eerst al het mogelijke doet, om onze politiek door godsdienstige antithesen te vertroebelen, moet men ten slotte niet verbaasd zijn, als de geesten nu ook vertroebeld blijken te zijn, en de „onoordeelkundige menigte" verder gaat, dan de leiders meenen te kunnen verlangen. Na de „campagnes", die de leiders der coalitie tegen de vrijzinnigen gevoerd hebben, mag men niet zoo vreeselijk verwonderd doen, als nu ook de eenvoudige coalitie-genooteu het voorbeeld volgen, en bv. nauwkeurig er op gaan letten, hoe dikwijls de candidaten tot de H. Communie gaan. De Tijd en „de leiders' hebben thans mooi de „buitensporigheden* te betreuren aan wie de schuld Een andere klacht van De Tijd mag mede niet ouvermeld blqven. Zij is, dat het dagelijksch bestuur van den Christelijken Boerenbond in dezen verkiezingsstrijd openlijk den heer Winterraans tot candidaat heeft geproclameerd. Het blad voert hiertegen niet alleen aan, dat dit dagelijksch bestuur zich niet als politiek lichaam mocht constitueeren, maar ook, dat, indien men een „boeren candidaat" stelt, de reactie tegen zulk een wijze van doen niet kan uitblijven. „Wij zullen dan krijgenboeren-can- didaten, middenstands candidaten en arbei ders candidaten. De politieke strijd een standenstrijd geworden de „volksvertegen woordiger' zal in de Kamer zitting nemen als standsbelangen-vertegenwoordiger ge steld zelfs, dat hij zich het lot van alle standen gelijkelijk aantrekt, hij zal niet vertrouwd worden". Wij achten de klacht juist, maar waarom dan ook geijverd voor het rangschikken van ons volk in allerlei hokjes, iu naam der religie De Tijd kan nu mooi ver zekeren, dat do sociale actie en de politiek gescheiden moeten blijven. Maar indien de leiders steeds godsdienst met staatkunde vermengen, is het niet te verwoudoren, dat de volgelingen bij gelegenheden als deze, den koers kwijtraken. Men oogst dan slechts, wat men ge zaaid heeft. (Het Taderland).

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1910 | | pagina 2