DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
No, 250.
WOENSDAG 26 OCTOBER 1910.
7e JAARGANG
Admiraal van den Bosch en
de Marine-dominé.
BUITENLAND.
l!«al<lreilact(iir R. O. K 1.1 li K Bf S.
Abonnementsprijs:
Per jaarf 4.Franco per
post id. f 5.60. Per 3 maanden id. f 1.Franco per post
id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05.
Bureau: KI/EISE Ha AO O. Telet. latere. 183.
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 5 regels f 0.4Ü. Voor iederen regol meer f 0.08.
Puiten het Kanton Amersfoort per regel 10.10. (By
abonnement belangrijke korting).
Tot plaatsing van advert, en reel, van buiten het kanroc Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Alg. Binnen* en Buitenhuid.eh Advert.- buruan D. Y. ALTA, Warmoesstr. 76- 78, Amsterdam
Omtrent deze quaestie schryft de ver
slaggever van het Handelsblad het volgende:
„In een onderhoud, dat ik hedenavond
met ds. C. J. Warners, den vlootpredikant
had, gaf deze mij ten aanzien van de
aan „Het Volk" en „De Avondpost"
ontleende berichten, nopens de reden tot
ontslagaanvrage door vico-admiraal Vao
den Bosch, do volgende verklaring:
„Geheel onwaar is, dat ik aanmerking
gemaakt heb op het lezen van een der
boeken van het boekenfonda door de
matrozeu. Nimmer heb ik mij tegenover
autoriteiten, met wie ik er over sprak,
ongunstig uitgelaten over de lectuur aau
de matrozeu verstrekt, integendeel den
ernst, waarmede blijkbaar een keuze
gedaan was, geroemd. Vanzolf wordt
daarmede ook een onwaarheid, dat het
een werk van Therèse Hoven was, dat
ik ougescliikt vond voor het zielcheil
der Nederlaudsche Jantjes. Het is uie
in mijn hoofd niet opgekomen een werk
van die schrijfster af te keuren.
Geheel onwaar is verder, dat ik met
bezwaar over oen boek, dat ik trouwens
niet bad, bij den admiraal gekomen ben;
en dus ook geheel ouwaar is, dat ik mij
met mijne uiet bestaande bezwaren over
een boek tot don Minister gewend heb".
Tot zoover ds. Warners.
Antwoord gevende op de vraag wat dan
wel de reden mag geweest zijn, dat vice-
admiraal Van den Bosch gemeend heeft
zijn ontslag te moeten vragen schijnt mij
hot volgende het meest juiste: De admiraal
kan zich uiet vereeuigeu met de richting,
welke de regeeriug in deze door dou
Minister van Marine vertegenwoordigd
uit wil op godsdienstig gebied bij de marine.
Deze richting, die het sterkst door de aan.
stelling van een marine-doininé gedemon
streerd werd, vindt de admiraal niet in het
belang van de vloot. De admiraal vindt
die richting bepaald nadeelig voor een
goeden geest onder het marinepersoneel.
Ik geef deze mcdedeeling als conclusie,
welke ik trek uit gesprekken met marine
officieren, zonder te kunnen zeggen, dat
ze juist is.
Den admiraal Van den Bosch kon ik
niet spreken. Hij was met mevrouw naai
de Residentie afgereisd, ten einde een huis
te huren, zijnde van plau na ontslag zich
metterwoon in Den Haag te vestigen
Waarschijulijk zal in het parlement wel
het uoodige licht ontstokeu worden, want
zekere informaties wijzen er op, dat de
regeering geïnterpelleerd zal worden".
Ook met de marine officieren in detl
Helder had de verslaggever een onderhoud,
waarover hij o.a. schrijft:
Na het onderhoud met ds. Warners, heb
ik een langdurig gesprek met een aantal
officieren van onze Marine gevoerd. Mjj
bleek de beteekenis van hetgeen gebeuld is,
n.l. dat dank zij de zegeningen van het
kerkelijk bewind, de kerkelijke politiek op
de vloot haar iutiede heeft gedaan.
Hot lijdt na alles wat ik hoorde geeo
twijfel, of do aanstelling van den marine-
predikant en diens bemoeiingen, door de
Regeeriug gesanctionneerd, zijn de oorzaak
geweest, dat vico-admiraal van den Bosch
zijn ontslag aangevraagd hééft.
Niet een boekenquacstie bracht admiraal
Van deug Bosch tot zijn besluit, maar de
kerkelijke politiek dei Regeoring, die haar
bemoeiingen uitstrekte tot een terrein,
waarop de vlootvoogd Van den Bosch een
„hands off!" moest laten hooren. De
kerkelijke politiek, die zich demonstreerde
op een wijze, dat een zoo gezaghebbend
man als \aD den Bosch gevaar zag voor
den goeden geest onder hot mariue-perso
neel, kortom het belang der vloot geschaad
vond
De volledige en juiste toedracht der
zaak zal aan de Volksvertegenwoordiging
zeker niet onthouden worden.
Resumeer ik nu de mecumg door ver
schillende marine-officieren eenstemmiug
tegeuover mij uitgesproken onder verzeke-
riug dat (e Nieuwendiop bijna allo marine
officieren er zoo over deoken, dan moeu
ik deze aldus te moeten weergeven:
In de eerste plaats hebben velen zeer
grooten en oprecht gemeeoden spijt, dat
admiraal vao den Boscb heen gaat. Hij was
een streng militair, maar een kranige en
rechtvaardige chef, bovendien door zijn
goede en tactvolle wijze vau optreden een
uitnemende vlootvoogd.
Maar daarnaast vindt zijn daad tot het
aanvragen van ontslag algemeen appro-
ciaiie. Met de actieve officieren betuigen
vele oud-officieren der marine hun instem
ming met de houding van vice-admiraal
Van den Bosch Men vindt, dat de Rc
geering een verkeerde richting uitgaat en
vreest van dit door haar „kerkelijke vloot
politiek" veroorzaakte incident een nood-
lott'gen invloed op het marinepersoneel.
Reeds thans redeneert men dat een goede
admiraal wjjken moest voor een doinioé,
dat het gezag van den laatste gesteld word
boven dat van admiraal Van den Bosch.
Ik moet hier echter dadelijk bijvoegen
dat do oniuiddelijke rede van het ontslag
nemen niomand bekend is en dat de cor
respondentie tusschen minister en depar
tement en dus het standpnnt van het
departement ook niet gekend wordt.
De vloot konde tot nu toe geen gods
dien8ttwisten. Naar velen uieenon zullen de
godsdiensttwisten thans ook' komen, indien
de Minister van Marine zijn kerkeljjke
vloot politiek voortzet. Voorboden biervan
bestaan reeds.
De stemming der zee officieren, die ver
stoord en bijna ontmoedigd bleken door de
moeilijkheden die telkens, dan van deze,
dan van gene zijde de vloot in den weg
gelegd worden, was bepaald „down". Al
lijkt mij de herhaalde en in vollen ernst
uitgesproken veronderstelling van een hun
ner: „dat de vloot bezig is hard naar den
bliksem te gaan", niet van grove over
drijving vrij, zoolang er nog maonen zijn,
die het landsbelang stellen boven de open
bare glorie van een bepaalde kerkelijke
gezindte. Ik mag voorts niet verzwijgen,
dat alle officieren die ik sprak het gebeurde
zeer schadelijk vonden voor den goeden
geest en ook voor de ambitio in bet dienen
bij Hr. Ms. Marine. En twee marine-offi
cieren vroegen mij onafhankelijk van
elkaar of ik het niet gek vond, dat wij,
naar aanleiding van een ontslagaanvrage
door een admiraal, over de godsdienst en
den domiué zaten te praten
Ik heb toestemmend geknikt en geant
woord, dat wij, liberalen, op het openbare
terrein niet met den godsdienst uit venten
gaan.
FRANKRIJK.
Bij de opening der Kamer gisteren, werd
de prefect van politic bij zijn binnentreden
begroet met den kreet geuit door de
uiterste linkerzijde: „er uit."
Er ontstond een onbeschrijfelijk tumult.
Het centrum en de linkerzijde applaudi-
seerden, de voorzitter dekte zich, de zitting
werd geschorst. Nadat de kalmte was terug
gekeerd, werd de vergadering heropend.
Briand drong aan op onmiddellijke behan
deling der interpellaties waartoe besloten
werd.
De afgevaardigde Colly verweet de
regeeriug de staking to hebben gestuit door
het doon van arrestaties. Hjj deed een
heftigen aanval op minister president Briand,
wien hij er een verwijt van maakte, dat
deze machinisten had laten gevangen zet
ten en de publieke opinie had gepolst, ten
einde te woliiu te komen of men de sol
daten kon gebrniken tegen de arbeiders.
Dat noemde hij een lage streek. (Briand
haalde de schouders op.)
Onder groot rumoer van de socialisten
zeido de minister-president Briaud, dat de
regeoring, toen zij het bewijs in handen
had, dat zij stond tegenover een anarchis
tische en oproerige beweging, maatregelen
moest uemen voor de nationale veiligheid.
Daarna stelde de mioister-president in
het iicht, welke pogingen zij had gedaan
in het belang van de spoorwegbeambten
en hjj voegde daaraan toe, dat hij matcri-
eelo en schriftelijke bewijzen, geteekend
door organisatoren van de beweging en
bekentenissen omtrent daden van sabotage,
bedreven door spoorwegbeambten, in han
den had.
Briaud herinnerde aan de omstandigheden
op liet tijdstip vao de afkondiging dei-
staking aan de Gare du Nord en zeide,
dat men hier te doen heeft met een stel
selmatige organisatie der sabotage, van
welke de regeering de draden hoopt iu
handen te hebben
Hij voegdo daaraan toe, dat hetgehcele
land had getoond, dat liet zich uiet om
den tuin wilde laten leiden.
De minister-president las een circulaire
voor, tijdens de staking der postbeambten
aau oeuige beambten gezonden en die
nauwkeurige aanwijzingen bevatte omtrent
de sabotage van telegraaflijnen.
De organisatoren van de pas geëindigde
staking kebbeu een gelijksoortige circulaire
verzonden.
Socialiston vroegen: Welke organisato
ren?
Briand antwoordde: „Zij zullen liet
weldra weten, spoediger missckieu dan hun
lief is!"
Hij eindigde aldus: „In deze ernstige
omstandigheden, toen het land op den weg
van burgeroorlog werd gedreven, zou iedere
regeering, welke dien naam waardig is,
hetzelfde hebben gedaan als wij. De
regeering aanvaardde gemeenschappelijk
de geheelo verantwoordelijkheid.
De vrijheden der spoorwegbeambten
zullen niet geschaad worden door de staking.
Do regeering heeft de middelen bestudeerd
om in het vervolg het land te behoeden
voor dergelijke aanvallen zonder nochtans
de werkelijke vrijheden der vakvereenigin
gen aan te tasten. Gij zult verklaren of
gjj dien arbeid aan deze regeoring wilt
toevertrouwen."
(Toejuichingen op alle banken behalve
op die van do uiterste linkorzijdo.)
Donderdag voortzetting.
DUITSCHLAND.
De Straszburger Post had gemold, dat
het ontwerp betreffende de nieuwe grond
wet van het Rijksland reeds zoover was
gevorderd, dat dit de volgende week,
nadat de Keizer daar toe zijn toestemming
had gogeven, reeds bij deu Bondsraad zou
kuunen wordon ingedieud,
Maar een auder Elzassisch blad, de
Straszburger Neue Zeiting, ontvangt thans
uit Berljju een telegram, waarin wordt
gezegd, dat by do laatste behandeling van
het ontwerp m den Pruisiscbcn Minister-
laad, nog geen denifitiove beslissing daar
omtrent was gevallen
Er was namelijk gebleken van diepgaaud
meeDingsverschil zoowel in den boezem van
het Ministerie als tusschen eeoige groote
Bondsstaten over bet kiesrecht voor den
Lauddag, de samenstelling van de Eerste
Kamer, en het stemrecht in den Bondsraad.
BELGIE.
Do Duitscho Koizor en Keizerin zijn
gisteren namiddag te Brussel aangekomen
De ontvangst van de zijde der bevolking
was hoffelijk, zelfs hartelijk op sommige
punten; toch gaat het gerucht, dat ver
schillende personen in hechtenis zjjn ge
nomen, omdat zjj by het voorbijrijden van
den keizer gefloten hebben.
Juist toen de stoet voor het koninklijk pa
leis aankwam rees boven den koepel de
militaire bestuurbare ballon: „La ville de
Bruxclles", die voortdurend cirkels trok
boven de koninklijke waranda. De Keizer
zag er een langen tyil naar en vroeg in
lichtingen aan den Koning, terwijl hy
voortdurend blijken gaf van zjjn groote
bewondering.
PORTUGAL.
Uit Lissabon wordt geseind dat Engeland,
Frankrjjk, Duitscliland en Spanje de
Portugeesche republiek voorloopig erkend
hebben. De definitieve erkenning komt
eerst als het parlement het Dieuwe régime
bevestigd heeft. Dat laatste is de republi-
keinsche regeering onaangenaam, want het
kan nog een heelen tijd duren voor de
verkiozingen gehouden zijn.
Er is oen decreet uitgevaardigd, waarbjj
het godsdienstonderwijs in de scholen wordt
afgeschaft.
Luitenant Machado dos Santos, dc eigen
lijke aanvoorder der republikeiusche troepen,
krijgt de toorn- en zwaardordo en 2400
gulden jaarlijks gedurende heel zjjn levou,
uit dankbaarheid.
GRIEKENLAND.
De Nationale Vergadering nam met 208
tegen 61 stemmen en 27 onthoudingen
een motie van vertrouwen in het kabinct-
Venizelos aan.
De minister-president verklaarde, dat de
regeoring don toestand zal overwegen.
In een daarop gevolgde conferentie met
den Kouiug toonde Venizelos aan, dat ecu
aantal stemmen te zijnen °unstc zijn uit
gebracht, aan welke niet de beteekenis
mag worden gehecht vau een goedkeuring
van zijn program, waaruit hij afleidde, dat
hij geenszins het vertrouwen der meerder
heid geniet.