Gemeenteraad.
WEERBERICHT.
Thermometerstand
Rechtzaken,
STADSNIEUWS.
MEDEDEELINGEN VAN IIET
KONINKL. NED. MET. INSTITUUT
Opgemaakt voorm 10.50 uar.
De Bilt, 8 November. 1910.
Hoogste barometerstand 762.3 ra.M. te
Perpagnan laagste 730.9 te Skagen.
Verwachting tot den avond van 9 No
vember 1910. Afnemende tot matige Zuid
westelijke wind.
Gesteldheid van de lucht: Veranderlijke
bevolking, waarschijnlijk nog regonbuien.
Temperatuur: Zachter.
IBarometersland te AMERSFOQP.T
750 m.M.
Vorige Btand te 12 uur 738 m.M.
te Amersfoort.
Hoogste gisterenF. 48
Laagste hedennachtF. 40
Hedenmiddag 12 uur F. 46
ook enkele vluchten ondernomen in een
Wright-aëroplane.
Thans is dezelfde delegatie der commissie
uaar Parijs vertrokken om aldaar de ten
toonstelling van luchtvaart-toestellen te be
zichtigen.
Een nieuwe bron van inkomsten.
Tot nog toe waren, zooals men weet,
alleen aanslagen in de plaatselijke belastin
gen boven f 20 aan het zegelrecht van
22 '/2 cent onderworpen.
In het vervolg zal dit niet meer het geval
zijn; immers aan het Ministerie van Finan
ciën schijnt men tot de ontdekking geko
men te zyn, dat dit in strijd is met de
Zegelwet, die bepaalt, dat alle aanslagen
boven f 10 aan bovengenoemd recht onder
worpen zijn.
Militair Tuberculosefonds.
Eenc commissie, bestaande uit een 3-tal
officieren en een 3-tal onderofficieren van
het 11e regiment infanterie, heeft, geheel
belangeloos, tot het hierna aangegeven
doel, het beheer op zich genomen van een
kapitaal, groot f 750. Dit bedrag, over
geschoten van eene som, uit vrijwillige
bijdragen verkregen, tot het in eene in
richting tot verpleging van tuberculoselij
ders doen verplegen van een sedert
overleden gegageerden sergeant, vormt
het beginkapitaal van een fonds, bestemd
om eervol uit den militairen dienst ontsla
gen, vrijwillig gediend hebbende onderoffi
cieren en mindere militairen van de Land
macht, die geen of een zeer klein pensioen
genieten ten laste van den Staat, en wier
ouders of naaste betrekkingen onvermogend
of ongeneigd zyn, om de kosten van ver
pleging in het sanatorium Oranje-Nassau-
Oord geheel of gedeeltelijk te dragen, gel
delijk te steunen, indien zij verlangen om
in genoemd sanatorium te worden opge
nomen. Om die redenen is het fonds door
de commissie genoemd het .Militair Tu
berculosefonds".
De meerbedoelde commissie bestaat voor
het tegenwoordige uit den kapitein T. J.
Hallegraaff, de eerste luitenants W. P. Tie-
leuius Kruijthoff en jhr. F. J. A. Calkoen,
do adjudanten-onderofficier J. Stomphorst
en J. A. Ruitenberg, alsmede den sergeant
der Ie kl. P. F. L. Bender, allen van het
11e regiment infanterie, bij wie Dadere in
lichtingen zijn te verkrijgen.
Waardecrende het loffelijk en mensch-
lievend streven der commissie, heeft de
Minister van Oorlog het bestaan van het
fonds bij deze onder de aandacht van de
Landmacht gebracht.
Progressief Schoolgeld.
De gemeenteraad van Zutphen heeft
besloten tot invoering eener progressieve
schoolgoldhcffing voor de H. B. 3. en de
burgeravondschool.
de eedsqu eastie.
Gisteren deed de Hooge Raad uitspraak
in de bekende zaak van de eedsweigeraar
Hocgland, die, naar men weet tot de
R.Kath. kerk behoort.
De Hooge Raad besliste, dat waar de
wet den getuigeneeed verlangt afgelegd
naar de wijze der godsdienstige gezindheid
en onder gezindheid de wetgever blijkens
de historie kerkgenootschap heeft verstaan,
Hoogland den eed had moeten afleggen en
casseerde mitsdien het arrest van het
Amsterdam8che Hof, met vcrwyzing der
zaak naar het hof te Arnhem.
Het noodwetje, door den Minister van
Justitie ingediend, blijkt dus formeel vol
doende, zegt het Vad. Iets anders is, of
nu ons hoogste rechtscollege heeft uitge
maakt dat zij, die tot een kerkgenootschap
belmoren dat den eed verbiedt, in elk
geval den eed hebben af te leggen, inge
volge de thans nog dwingende wet, niet
in dubbele mate de behoefte aan wetswij
ziging in dit opzicht wordt gevoeld.
Vergadering van den Raad der gemeente
Amersfoort op Dinsdag 8 November 1910,
deB namiddags te lJ,'a uur.
Voorzitter: de burgemeester.
Afwezig met kennisgeving, do hoeren
Rolandus Hagedoorn en van Duinen.
De notulen worden ongewijzigd gearres
teerd.
Mededeel'ng wordt gedaan van ver
schillende ingekomen stukken, waarvan
wij noemen:
Een dankbetuiging van de ambtenaren
ter secretarie, van de afdeeling Amersfoort
en omst-eken van het Nederlandsch Onder
wijzersgenootschap en van den boschbaas-
op Birkhoven voor de verbetering der
salarissen.
Voor kennisgeving aangegeven.
Een schrijven van het college van
Regenten van het Burgerweeshuis houdende
verzoek eene Commissie te benoemen tot
reglementswijziging.
In handen gesteld van B. en W.
om prae-advies.
Aan de orde komen:
Voorstellen van Burgemeester eu "Wet
houders en motie van de leden H. W. van
Esveld e.a. betreffende de Handelschool.
De heer Gerritsen, onderteekenaar
der motie, noemt als argumenten zijner
onderteekening de te verwachten geringe
toevoer, de gemakkelijke voorziening in
een eventueel tekort en de betere propa
ganda welke een particuliere vereeniging
kan maken.
De heer vau Esveld onderschrijft
hetgeen de heer Gerritsen heeft gezegd.
Een vereeniging kan veel beter propaganda
maken door te beginnen met stemming
ervoor te wekken onder de burgerij, die
er dan zelf do schouders onder zet. Voor
beelden: de ambachtschool, een der besten
uit den lande, eu de industrieschool.
Zoo moet ook de Handelsschool door
het particulier initiatief tot stand komen
met hulp en steun van gemeentewege.
De motie wordt hierop in stemming ge
bracht cn aangenomen met algemeene
stemmen.
In verband met deze beslissing zullen
B. en W. voorstellen indienen als uitge
drukt in de motie.
Bij de rondvraag meent de heer Veis
II e ij u verplicht to zijn te zeggen wat hij
heeft aanschouwd bij den brand in de
fabriek van den heer Van Duinen. In de
le plaats heeft het Spr. getroffen, dat de
brandweer te laat gealarmeerd werd. In de
2o plaats dat de brandladder, dat mooie,
kostbare instrument, eerst ter plaatse kwam
toen de brand reeds zoo goed als afge-
loopen was en 3e het slechte watergeven
der spuiten, sommige waren een bespotting
der brandweer. Eén en ander geeft Spr.
dan ook aanleiding te vragen, hoe het
staat met de hangende reorganisatie der
brandweer.
De heer R ij k e n s is van meening, dat
de Voorzitter er zich niet over zal ver
wonderen, dat ook hij, die uitvoerig heeft
deelgenomen aan de discussies van de
vergadering van 22 Februari, ietB wcnscht
te zeggen over den brand van j.l. Zaterdag
nacht.
De brand is kwart voor twaalf gecon
stateerd cn het eerste water is gegeven
aan den achterkant om 12 uur 35 min.
Dat ligt z.i aan het geheel onvoldoende
wek- en alarmsysteem dat we hier hebben.
De politie werd eerst kwart na twaalf van
den braud op de hoogte gesteld, dus toen
deze reeds een half uur woedde.
De nieuwe brandladder is veel laat op
het terrein van den brand verschenen.
Hoe komt dat? Naar spekers meening is
het ondoordacht maken van een reglement
niet onschuldig daaraan.
Den 6en October j I. is door B. cn W.
bepaald, dat de werklieden van de ver
schillende spuiten zich bij het uitbreken
van brand terstond hebben te begeven
naar de bewaarplaats van den ladder.
Een der brandmeester, die hierbij niet is
gehoord, maakt later bezwaar tegen deze
regeling en terstond wordt hem door den
burgemeester machtiging verleend, dit art.
3 als niet geschreven te beschouwen en
hiervan kennis te geven aan den opper-
brandmeester en den commandeur vau den
ladder. Ander personeel is hiervoor niet
terstond aangewezen en de overblijvende
niet-werklieden, wonen ver vorwyderd;
Bisschopsweg, Achter Luiaard enz; dat is
natuurlijk niet bevorderlyk aan een vlugge
bediening.
In de vergadering van 22 Februari is
door den voorzitter, het voorstel tot afschaf
fing van de vrijwillige brandweer doorge
dreven; een der wethouders heeft toen zelfs
gezegd, dat men, deu voorzitter ter wille,
het voorstel diende aan te nemen; door
dezen zelf is toen met fierheid gezegd, dat
hij de verantwoordelijkheid op zich nam
Aan verantwoordelijkheidsgevoel ontbreekt
het den voorzitter natuurlijk niet, maar als
spr. nu ziet hoe de brandweer negen
maanden later werkt, dan is toch het
organiseerend talent zoek.
Het is geen Schadenfreude die Spr.
hier doet spreken, maar hij betreurt
het werkelijk, dat deze brand, door den
onvoldoenden toestand van de brandweer
zulk een omvang heeft gekregen. Spreker
is door twee brandmeesters verzekerd, dat
het voorhuis hoogst waarscbijnlyk bewaard
had kunnen blyven, als er aan den voor
kant eerder water was gegeven. En dit
had gekund als wc de vrijwillige brandweer
nog hadden gehad, want er stonden tal
van vroegere vrijwilligers vóór het per
ceel, reeds een half uur voor spuit
2 water gaf, 'het is te bejammeren, dat
zij nu hun spuit niet hadden. Die spuit,
de beste van alle, bleef echter in reserve
en de vrijwillige brandweer bestond uiet
meer. En nog mogen we van geluk spreken,
want was het weer ons niet bijzonder
gunstig geweest, dan zou men eens wat
hebben gezien.
Maar Spr. zit hier niet enkel om te
critiseeren, en hij zou meonen, dat hij in
zijn plicht te kort schoot, als hij niet het
zijne deed om te trachten tot betere toe
standen te geraken. En daarom zou hij
willen voorstellen een commissie van vier
raadsleden met den burgemeester als voor
zitter te benoemen, die een rapport
uitbrengt over den brand vau j.l. Zater
dagnacht eu zoo spoedig mogelijk bij den
Raad komt met voorstellen tot reorgani
satie van onze brandweer.
Eu aangezien er onder de burgerij
groote ongerustheid heerscht, zou hij wil
len, dat dit voorstel urgent worde ver
klaard en terstond in behandeling worde
genomen.
De heer J o r i s s e n vraagt of het
niet mogolijk is, dat door toevallige om
standigheden wat laat hulp is verloend.
Hij kan zich toch slecht voorstellen, dat
door te laat alarmeeren de brandweer te
kort is geschoten.
De voorzitter antwoordt met eenige
verwondering van deze discussiên te hebben
kennis genomon, 't Komt hem voor,
dat inplaats van blaam de brand
weer uitbundige lof verdient. "Wanneer
toch een uitslaande brand in 2 uur bijna
gebluscht wordt, dan is dit een omstandig
heid to constateeren, dat do brandweer
ijverig cn goed heeft gewerkt. Spr. wil
niet in détails treden, want daarop is altijd
wel iets aan te merken. Gaarne erkent
Spr. echtor, Jat er aanmerkingen kunnen
gemaakt worden, 't Is mogclyk, dat de
brandladder te laat is gekomen; dat kan
zijn, maar toen Spr. er was, was de ladder
er ook I
Dat één der spuiten slecht water gaf
geeft Spr. toe; de schuld daarvan schuilt
echter niet bij de waterleiding, doch ergens
anders. Een rapport van 't onderzoek
daarna wacht Spr. in.
Wat het voorstel-Rijken8 betreft, Spr.
wil dit gaarne overwegen, doch hij acht
de benoeming eener commissie niet noodig,
oindat B. en W. reeds bezig zijn. Dat
deze niet eerder met voorstellen konden
komen hield verband met de waterleiding.
Nu deze echter door do gemeente geëx
ploiteerd zal worden, kan voortgang met
de voorstellen gemaakt worden. Wil de
Raad echter een Raadscommissie, dan zal
Spr. zich er gaarne bij neerleggen.
De heer Veis H e y n wijst erop, dat
de hoofdzaak van zyn betoog betreft de
vraag: hoe staat het met de reorganisatie.
Kan de Voorzitter toezeggen, dat wij spoe
dig een beter alarmeeringssysteem krijgen,
dan is dit Spr. voldoende-
De Voorzitter merkt nogmaals op,
dat spoedig hot voorstel tot reorganisatie
verwacht kan worden, ook wat betreft het
alarmsysteem.
De heer Oosterveen heeft ook ver
nomen, dat de blussching nu niet juist was,
zooals men dat wel zou wenschen en ook
Spr. heeft den indruk gekregen, dat de
organisatie niet erg gunstig was. Spr. zou
willen vragen of er flinke jonge mannen
aan de brandweer zijn, berekend voor hun
taak, of dat er andere menschen aan ver
bonden zijn. En is de verdeeling van het
werk wel met overleg geschied? Men heeft
Spr. verteld, dat de opzichter over de
brandladder halfweg Leusden woont en dat
eventueel uitrukken dier ladder moet wach
ten op de aanwezigheid van dien persoon.
Is zulk een toestand wel gewenscht?
Spr- gelooft dan ook, dat het zoowel
voor B. en W. als voor de burgerij goed
is een rapport te vragen, gelijk de heer
Rijkeus beoogt.
De heer R ij k e n s vestigt er de aandacht
op, dat de door hem genoemde tydBtippen
en feiten door niemand zijn weersproken en
begrijpt niet, dat B. en W. niet met beide
handen zijn voorstel aannemen, waardoor
do Raad de verantwoordelijkheid, welke
B en W. nu alleen dragen, mede te dragen
krijgt. Verder zegt de voorzitter, dat een
reorganisatie wachtte op de waterleiding,
doch vraagt spr. daarop behoefde
een beter wek- en alarmsysteem toch niet te
wachten 1
De hcor Van Kalken meent, dat de
hoofdoorzaak schuilt in 't feit, dat de vrij
willige brauaweer is afgeschaft. Daardoor
is de concurrentie opgehouden, die toen de
menschen aanvuurde er gauw bij te zijn.
Men zal dan ook nooit weer tot dien guu-
stigen toestand komen als voor de afschaffing
dier vrijwillige brandweer, wanneer men
het alleen met een gomeentelijke brandweer
moet doen.
Wanneer wy eens weer de vrijwillige
brandweer in 't leven riepen, uaast de ge
meentelijke brandweer, vraagt spr.
De Voorzitter wijst er op, dat wan
neer B. en W. er niet van overtuigd waren,
dat er iets hapert aan de gern. brandweer,
zij er niet aan zouden denken met reorga
nisatieplannen te komen. Spr. hoopt, dat do
in te dienen voorstellen zullen voorzien in
een behoorlijke brandweer en dat zy een
vrijwillige brandweer onnoodig maken.
Ik heb niets tegen het voorstel van den
heer Rij kens!
De heer Plomp wenscht er in de
eerste plaats op te wijzen, dat het niet
noodig is de vrywillige brandweer in 't leven
terug te roepen, omdat in verband met de
drinkwaterleiding er veel minder menschen
en spuiten noodig zullen zijn. In do tweede
plaats echtor vraagt Spr., welk voordeel
men verwacht van 't voorstel-Rijkens.
Wanneer het onderwerp niet aan de orde
was of wanneer men bespoediging wenschte
dan was dit voorstel op zijn plaats, doch
B. en W. zijn bezig met een reorganisatie
en de indiening der plannen d. a. g. staat
voor de deur! Spr. voelt dan ook niets
voor een commissie.
De heer Veis Heyn is het eens met
den heer Plomp als de voorstellen spoedig
den Raad zullen bereiken. Echter heeft
Spr. nog geen antwoord gekregen op z'n
vraag of B. en W. toe kunnen zeg
gen, dat in 't gebrekkige alarmsysteem
spoedig zal worden voorzien.
De "Voorzitter: Ja, B. en W. zien
do noodzakelijkheid in van verbetering van
het alarmsysteem.
De heer Kroes zou willen voorstellen
regeling van het alarmsysteem afzouderlyk
vast te stellen en geen drang uit te oofenen
op de overige reorganisatie.
De heer van Esveld heeft zyn licht
opgestoken uit de krant en daarin heeft hjj
gelezen, dat de politio gealarmeerd is te
12.15, wat niet weersproken is. Ook heeft