DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
(Mo, 287.
DONDERDAG 8 DECEMBER 1910.
7e JAARGANG.
BUITENLAND.
DE OECONOMISCHE TOESTAND
DER LANDARBEIDERS.
LANDER.
Hoofdredactenr K. H IJl KE N 8.
Abonnementsprijs:
Per jaarf 4.Franco per
post id. f5,60. Per 3 maanden id. f 1.Franco per po.-t
id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05.
Bureau: KLEINF, H%A4< Telet. Iuterc. 188.
Prijs der Ad verten tiën:
Van 1 tot 5 regels f 0.40. Voor iederen regel meer f 0.08.
Huiten het Kanton Amersfoort per regel fO.10. (Bij
abonnement belangrijke korting).
Tot plaatsing van advert, en reel, van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Alg. Siuuon-en Buiteulandsch Advert.- bureau D. jV. ALTA, Warmoesstr. 76-78 Amsterdam
De Landbouwcommissie, ingesteld bij
Kon. besluit van 16 Sept. 1886, wier ad
viezen aan de Regeering over boter'handel,
landbouwcrediet, landbouwonderwijs, paar
denfokkerij, landbouwvertegenwoordiging,
enzop den voet werden gevolgd door
uitnemende regeeringemaatregelen, maat
regelen waarvan de landbouw nog dagelijks
de vruchten geniet, heeft nuttig werk ver
richt. Het inzicht in het bedrijf is verruimd,
de techniek biervan verrassend verbeterd,
de productiviteit verdubbeld en ver
drievoudigd.
Later werd gevraagd wie ten slotte
eigenlyk met de vruchten gingen strijken,
en sommigen meenden uitsluitend de grond
eigenaars. Men ging inzien dat de Rc-
geeringstaak niet slechts ie de bevordering
der productie, maar ook de billyke ver-
deeliug der opbrengst onde. do geheele
landbouwende bevolking. Had de land-
bouwcommissie van 1886 hoofdzakelijk de
verbetering van de techniek van het bedrijf
op het oog, thans treden de sociaal econo
mische vraagstukken veel meer naar voren.
Tot de bestudeering daarvan werd bij Koh.
Besl. van 20 Juui 1906 de tweede staats
commissie voor den landbouw ingesteld.
Het haar opgedragen onderzoek was
tweeledig: a. omtrent den economischen
toestand der landbouwers, mede in verband
met de verschillende rechtsvormen, ouder
welke de grond wordt gebruikt en b.
omtrent den economischen toestand der
landarbeiders in Nederland, mede in verband
met klein grondbezit. Het laatste werd
het mee3t dringend geacht en daarom
voorop gesteld. De desbetreffende rap
porten zijn onlangs verschenen.
Daaruit blykt dat de toestand der land
arbeiders, hoewel in de laatste 20 jaar
verbeterd, nog verre van bevredigend is
en zonder vooruitzichten: „eens boerenar
beider, altijd boerenarbeideru. Wie zich
daarin denkt, krijgt deernis, niet het minst
met de flinksten, die vooruit willen, maar
zoo moeilijk kuunen. Elk streven om hen
te helpen kan daarom niet hartelijk genoeg
worden toegejuicht.
De jaarloouen zijn de laatste 20 jareo
voor een volwassen arbeider ongeveer f50
gestegen. Daarentegen is het leven duurder
geworden, de woninghuur is hooger, de
behoefte aan een rijwiel, eene courant, aan
familiebezoek elders is giooter, er moet
contributie betaald worden soms oor meer
dan eene vereeuiging. Thans rond te komen
is geen kleinere kunst dan vroeger.
De arbeiders verwachten doorgaans de
voornaamste verbetering in hun toestand
van loonsverhooging. Loonactie door asso
ciatie zweeft velen voormannen als hoofd
doel voor den geest. Of daardoor echter
een loonstandaard boven het nornaal peil
van vraag en aanbod zal kunnen gehand
haafd worden mag worden betwijfeld. Bij
aanmerkelijke stijging van den loonstand
aard door associatie, boven het peil van
vraag en aanbod, zou ongetwijfeld de
vraag verminderen; veel arbeid eischende
culturep zouden worden ingekrompen en
bovendien zou de emigratie verminderen.
Hoe men zich ook moge associeeren,
steeds zal het voor den loonstandaard een
groot verschil maken of twee boeren één
arbeider, dan wel twe^ arbeiders één boer
naloopen. Trouwens de loonquaestie ia,
hoe belangrijk ook, nog geen zaak van
Staatsbemoeiing, waarschijnlijk ook niet in
afzienbaren tijd.
Tot de middelen die de Staatscommissie
heeft voorgesteld om te helpen, behoort
o.a. de aanmoediging tot sparen, die der
commissie uiterst wenschelijk voorkomt
Den oudoren arbeiders, zal dat, wegens
de daarvoor in den regel te karige
inkomsten weinig baten, maar voor de
vrijgezellen zou net sparen mogelijk zijn
en een zegen kunnen worden. Van 18 tot
25 jaar f 1 per week gespaard zou op
60 jarigen leeftijd een pensioen opleveren
van f 56 per week. Of anders wat zou
eeu eigen huis met een lapje grond voor
de jonggehuwden niet waard zijn? Dat
laatste vooral, desnoods in huur, is de
bescheiden maar vurige wensch van eiken
Nederlandschen laudarbeider.
Bij grondveistrokking aau landarbeiders
kan men tweeërlei doel voor oogen hebben:
le. het versterken vau de ecouomische
positie van de landarbeiders als zoodanig;
2e. het stichten van zelfstandige keuter-
plaatsje8. Door het helpen aanvullen van
de iukomsten uit het eigen bedrijf ver
kregen, zal de onafhankelijkheid van den
arbeider toenemen, zijn weerstand tegen
werkloosheid eu andere tegenspoeden
vergrooten, zijn spaarzin worden bevorderd,
zijn levensgeluk worden verhoogd en de
loondienst der gehuwde vrouw verminderen
of ophouden. De bezwaren tegen deze
grond verstrek king zijuhet zich vasthechten
aan den grond in te grooten getale, waar
door de loonen worden gedrukt, de lange
arbeidsdag, die er het gevolg van ia,
omdat de landarbeider den eigen grond
in zijn vrijen tijd zal moeten bewerkeu enz.
Maar de Staatscommissie meent dat deze
bezwaren bij een verstandige toepassing
harer denkbeelden grootendeels kunnen
worden ondervangen.
Evenals bij de woningwet hoeft men
zich gedacht plaatselijke vereenigingen,
uitsluitend in het belang van de afgifte
van grond en het verleenen van grondcre-
diet aan landarbeiders werkzaam Deze
vereeniging, of bij hare afwezigheid de
gemeente zal zich grond verschaffen, zoo
mogelijk langs den gewonen contractueelen
weg of anders door onteigening, voor dit
doel weinig omslachtig en weinig kostbaar
in te richten. Het Rijk zou dc beuoodigde
geldmiddelen tegen lage rente aan de
vereeniging of de gemeente, ais bij de
woningwet, moeten voorschieten.
Op het arbeidersplaatsje zou eeu grond
rente of een hypotheek moeten worden
gevebtigd, op gemakkelijke voorwaarden
af te losseu. En wat het grootste gewicht
zou zijn, men zou de kosten voor zulke
perceeltjes tegeuwoordig zoo groot, lot een
minimum moeten terugbrengen door het
crediet te verstrekken bij onderhandsche
acte en vrijstelling te verleenen van alle
rechten. Ook bij overdracht dezer arbeiders
plaatsjes zou deze vrijstelling meeten worden
toegepast.
Zoo aangevat zal de binnen niet te
langen tijd te verwachten wet geen doode
letter blijven, maar worden een levende
kracht, tot steun en tot prikkel van den
vooruitstrevendeu arbeider, tot verhooging
van zijn levensstandaard en tot vermeer
dering van zijn stoffelijk welzijn en zyn
zedelijk geluk.
Frankrijk.
De roy-ilist Lacoir, die bij de ont-
hullingsfeesteu van het nionumeüt voor
Jules Ferry een aanval op minister Briand
pleegde, is tot drio jaar gevangenisstraf
veroordeeld. Die veroordeeling is uitge
sproken door de correctioneele rechtbank,
d. w. z. niet door de jury De advocaat
van L.icour had het laatste gewenscht en
bestreed daarom de bevoegdheid der recht
bank. Daarvoor moest hij betoogen, dat de
mishandeling van den minister veel ern
stiger was dan in de dagvaarding stond.
De rechtbank besloot eerst de zaak te
onderzoeken en daarna deze quacstie uit
te maken; vervolgens ging ze over tot de
ondervraging van den beklaagde. Deze
zeide dat hij Briand niet alleen had willen
beleedigeu, maar ook afranselen. Ilij was
daar trouwens in goslaagd. De minister had
daarentegen verklaard dat hij geen klap,
zelfs geen schram, gekregen had. Onder
de getuigen décharge was de royalistische
journalist Léon Daudet, die de daatk ging
verheerlijken, maar door den president in
de rede werd gevallen.
De rechtbank heeft blijkens het vonnis
liet misdrijf niet ern6tig genoeg bevonden
0111 den beklaagde voor de jury te laten
terechtstaan, maar wel om hem drie jaar
gevangenisstraf te geven.
Duitschland.
In het Moabiter-onlusten-proces is gisteren
weer veel ohgunstigs voor de politieageuten
aan den dag gekomen. Een getuige ver
telde dat hij weerlooze en onschuldige
menschen zonder genade zag aftosseu. Een
oude man werd zoo maar tegen den grond
geslagen. „Ik heb niets gedaan!" riep hij
uit „Dat kan me niet schelen!" btulde
zijn beul terug, en toen de man wilde op
staan, gaf de agent hem weer van katoen.
Do getuige wilde deu ouden mau helpen,
maar werd zelf door den agODt gedreigd
Een andere getuige, een rustig burger,
koopman, vertelde, dat iedereen in do buurt
verontwaardigd was over de politie en
meende dat het lang zoo erg niet zou ge
worden zijn, wauneer de politie niet zoo
tactloos was opgetreden.
Een derde deelde mede, hoe eon man in
een leege straat kalm kwam aanloopon, en
vau achteren door een politieagent met
éen slag werd neergeveld. De agent onder-
zocht eens wat er van hem geworden was
en liet hem toon liggen De getuige had
dit alles van zijn balkon gezien. Hij was
er zoo verontwaardigd over geweest, dat
hy tegen zijn kinderen zei: „Daar ziet ge
nu hoeveel het leven van eeu burger waard
is, hij wordt als een hond neergeslagen.
Heel uiyn leven heb ik tegen de sociaal-
democratie gestreden en nu moet ik het
aanzien dat de socialisten opnieuw koren
op hun molen krijgen". Dezelfde man had
ook gezien hoe een oud moedertje angstig
naar huis strompelde en zouder eenige
reden door eeu ageut werd neergesabeld.
Italië.
Aan Le Journal des Débats wordt uit
Rome bericht, dat de Paus aan de kardi
nalen heeft medegedeeld, dat een protest
tegen de viering van den öOsten jaardag
van de proclamatie van Rome tot hoofdstad
van Italië zal worden gezonden aan de
mogendheden, die diplomatiekebetrekkingen
met den H. S. onderhouden.
Rusland.
De twee zonen van Tolstoi, Leon en
Andreas, die zich tegen het testament van
hun vader verzetten, en het willen doen
nietig verklaren, zijn tweemaal op audiëntie
geweest bij den Minister Stolypin. Do
andere leden van hot gezin keuren dit
optreden af en wenschen den laatsten wil
van Tolstoi in allo opzichten te eerbiedigen.
De Russische Minister van Binnenlandsche
Zaken heeft den Tsaar een rapport overge
legd, waarin o.a. gezegd werd, dat overal
in Rusland alle klassen der maatschappij de
nagedachtenis van Tolstoi hadden geeerd.
Hierbij noteerde de Tsaar, „Dat blijft aan
ieders geweten overgelaten", de regccring
mug er niet aan deelnemen.
Groot Britannir.
Onder grooten aandrang van bekende
suffragettes had het proces tegen Franklin,
den aanvaller van minister Churchill, plaats.
Zooals men zich herinneren zal, had
Fraukliu den 25n November den minister
met een hondezweep in 't gezicht trachten
te slaan. Churchill verscheen zelf als ge
inige en verklaarde dat in de laaiste vijf
jaren bijna iedere bijeenkomst, in welke hij
sprak, gestoord was geworden,
Op eun met bedoeling gestelde riaag van
den verdediger, of de organen der suffra
gettes bptaalden arbeid verrichtten, ant
woordde Churchill: „Ik beweer niet, dat
tjtt steedB gebeurt; wel verklaar ik, dat de
agressieve beweging met geld ondersteund
wordt en dat de betoo-ingen gold inbren
gei."
Vóórdat de minister de bank van getuigen
yerliet, zeide hy tot den rechter, die op
vroegere terechtzittingen Churchill's toe-
gevelijke houding had gegispt, dat hij zeer
dankbaar zou zijn, als 't geval zacht
beoordeeld werd. De rechter antwoordde,
dat de minister hem door dit verzoek in
een moeilijke positie bracht. Franklin zeide
nog, dat hij persoonlijk in 't geheel niets
tegen Churchill had.
Het vonnis luidde zes weken gevangenis
straf.
Amerika
De breuk tusschen Taft en Roosevolt
schijnt thans volkomeu te zijn. De Tag-
liche Rundschau verneemt uit Washington
hieromtrent: „Taft's aanhangers zijn vooral
gekwetst door Roosevelt's uitlating over
„den grooten eigenzinnige in het Witte
Huis." Zy houden een nieuwe ontmoeting
der beide partijleiders, waarop zy nog eens
persoonlijk zouden kunneu uitpraten, voor
onmogelijk. Taft doet alle moeite om de
democraten tegemoet te komen en door
deze verstandige aanpassingspolitiek tevens
een toenadering tusschen democraten en
republikeinsche insurgenten te verhoeden.
Zoo heeft Taft o.a. in een gesprek met
deu senator Baily in Texas dezen beloofd,
aan 'n democraat een zetel in het opperste
gerechtshof aan te bieden.