DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
No. 40.
8e JAARGANG.
DONDERDAG 16 FEBRUARI 1911.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
DE EEMLANDER.
Hool<l redacteur IS. <4. BIJ HE K S.
Abonnementsprijs:
per jaarf 4.-Franco pm-
post id. f5.60. Per 3 inaandou id. f 1Franco per post
id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05.
Rtireuu: KLEINE Ua iO 6. Telef. Interc. 1SS.
Prijs der Ailvertentiën
Van 1 tot 5 regels f 0.40. Voor icderon regel meer f 0.08.
Buiten liet Kanton Amersfoort per regel fO.10. (By
abonnemeat belangrijke korting).
Tot plaatsing van advert, oil reel, van builen het kantoe Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Alg. Binnen- en Buitenlaudsch Advert.- bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr. 76- 78 Amsterdam
De Paus en het Buitenland.
De gebeurtenissen van den laatsten tijd,
aldus de correspondent van de Köln. Ztg.
te Rome, hebben de aandacht zeer ge
vestigd op die Vaticaansche autoriteiten,
welke de verantwoordelijkheid dragen voor
de Pauselijke maatregelen, betrekking
hebbende op wereldlijke aangelegendheden.
De organisatie van het Staatssecretariaat,
zooals die 29 Juni 1908 bij decreet van
den PauB werd geregeld, heeft aan de
traditioneelo positie van het Pauselijk
Staatssecretariaat weinig veranderd. Alleen
werd bepaald, dat het ambtenarenkorps
van de Congregatie dor bijzondere kerke
lijke aangelegenbeden als eerste sectie deel
uitmaakt vau het Staatssecretariaat. De
secretaris dezer sectie is dus nu te allen
tijde ook de chef van de eerste afdeeling
van bet Staatssecretariaat.
De tweede afdeeling, die der zg. ge
wone kerkelijke aangelegenheden, wordt
bestuurd door den substituut van den Staats
secretaris en de derde, die der Apostolische
Brevieren door een kanselier.
Op bet oogenblik is chef van de eerste
afdeeling mgr. Scapitielli di Leguigno en
zijn adjunct is de ais leider der persaange
legenheden van het Vaticaau, meermalen
genoemde mgr. Benigni.
In Vaticaansche kringen wordt dezen
laatste een grooter invloed toegescbreveu
dun uigr. Scapinelli, maar geen var, beiden
bezit zooveel persoonlijke macht als de
huidige leider der tweede afdeeling, de
Substituut van Merry del Val, mgr. Nicola
Cauali.
Destijds baarde liet groot opzien, toen
Canali, een prelaat van ongeveer 35 jaar,
die nooit een post in het buitenland beeft
bekleed, en slechts de functie had gehad
van particulier secretaris van Merry del
Val, in 1908 tot chef der afdeeling voor
gewone aangelegenheden werd benoemd
als opvolger van mgr. Delia Chiesa. Mgr.
Delia Chiesa was reeds onder Paus Leo
XIII substituut geweest en stond bij vriend
en vijand terecht in boog aanzien. Als
aartsbisschop ging Delia Chiesa naar
Bologna en zijn plaats werd ingenomen
door Canali, een wel is waar zeer intelli
gente persoonlijkheid, maar die toch door
zijn jeugd en onbedrevenheid volgens het
oordeel vau allen, die de persoonlijke ver
houdingen aan de Curie kennen, in het
minst niet de vereischte eigenschappen
voor een zoo hoogst verantwoordelijken
post bezit.
Onder deze omstandigheden, zoo meent de
correspondent van de Köln. Ztg., kan het
geen verbaziug wekken, wanneer Paus
Pius X over alle qnaesties, welke het
buitenland raken, wanhopig slecht ingelicht
wordt.
De kardinaal Staatssecretaris Merry del
Val is persoonlijk met de toestanden in het
huitendland evenmin bekend en hij kan dus
evenmin de gewenschte leicliug aan mrg.
Canali geven. Integendeel laat Merry del
Val zich door Canali, die veel invloed op
hem hebben moet leiden
Hieruit verklaart zich dus, dat de maat
regelen van den Paus, van wien men toch
waarlijk niet verlangen kan, dat hij zelf
met alle buitenlandsche toestanden op de
hoogte is, zich door een zenere onvast
heid kenmerken, welke noch in het belang
van het Vaticaan, noch in dat van de rust
van het buitenland, is.
Degene op wiens hoofd alle échecs neer
komen, is de Paus, wien door zijn onder
geschikten deze échecs worden voorgesteld
als teekenen des tyds, hoewel men zich er
vele van had kunnen besparen, indien met
wat meer overleg ware opgetreden.
De Pest in Rusland.
Volgens ecu bericht van de „Times" is
de pest in Astrakan aan den mond van
de Wolga verschenen, en wel tegelijk in de
beide vormen van longen- en builenpest.
Volgens de meening van den Russischen
doskundige, prof. Zabolotny iu Petereburg,
sterft wel is waar de builenpest iu het
Kirgiezeugebicd tnsschon Astrakan en
Odessa nooit uit, maar toch houdt Zabo
lotny het optreden van de longeupest naast
den inheemscheu vorm voor Rusland en
Europa voor zeer gevaarlijk.
De Doema heeft 50.000 gulden voor de
uitroeiing der pest in Astrakan toegestaan
en nog verdere credieton toegezegd. Het
optreden van de longenpest aldaar is men
niet zoozeer geneigd te wijten aan over
brenging uit het op 6500 K.M. afstand
gelegen Mandsjoerije, als wel aau over
brenging uit den Kaukasus, waar een op
den Mandsjoerijschen bobak gelijkend
marmotachtig dier leeft.
Frankrijk.
De Matin pnbliceert op het oogen
blik het een en ander uit mémoires
van minister JWaldcck Roussean, door
een neef van wijlen dezeu minister gele
verd. Een gedeelte ervan loopt over de
veelbewogen dagen van Dreyfus' revisie
proces in Rennes. Er zijn briefjes bij be
trekking hebbende op de instructies van
het ministerie omtrent het houden van het
geding met gesloten deuren. Een ander
briefje heeft betrekking op een onderhoud
vau minister 0,311 ifet met den Duitschen
gezant op don dag van generaal Mercior's
getuigenverklaring, iu welk gesprek men
overeenkwam, dat de Duitsche Keizer niet
zou worden ingelicht over hetgeen generaal
Horcier verklaarde.
Van belang is een briefje van generaal
Gallifet over het „geheime dossier", waar
over toen ter tijd zooveel gesproken werd.
Delcassé, de minister Tan buitenlandsche
zaken, was er van overtuigd, dat iu dat
dossier zich een stuk bevond met eigen
handige notities van Keizer Vilhelm en
hij was het hoofd geheel kwijt uit angst
voor diplomatieke verwikkelingen. Daarop
slaat een briefje - van Gallifet aan den
minister-president: „Wees niet bezorgd,
het geheime dossier is minder dramatisch
dan Delcassé zegt en ik geloof de formule
gevonden te hebben, die het ons mogelijk
maakt niets te verbergen en toch niet
tcgeno7er het buitenland in verlegenheid
te komen".
Overigens werpen Waldeck Rousseau's
herinneringen tot dusver geen nieuw licht
op „l'affairo".
Duitschland.
Minister Tirpitz heeft in den Rijksdag
een rede gebonden over de ontwikkeling
der Duitsc-bo marine. Het is te verwachten
dat die redevoering ook in Engeland druk
besproken zal worden, want in twee opzichten
heeft do minister Engeland erbij betrokkeu.
Ten eerste heeft hij gezegd dat het niet
Duitschland's schuld geweest is dat de
vlootbouw meer geld kost dan aanvankelijk
was voorzien. Duitschland is niet begonnen
met Drcaduoughts te bouwen, maar is er
toe gedwongen. D.w.z. Engoland is er op
een goeden dag mee hegonnon, en toen
Engeland eenmaal ecu Dreadnought gebouwd
had, kon Duitschland niet anders dan
meedoen, omdat zijn typo schepen daardoor
iu waarde verminderde.
De minister heeft hierin ontegenzeggelijk
gelijk, en men houdt dit in Duitschland
met reeht Engeland voor oogen, wanneer
de Eugelschen Duitschland verwijten dat
Duitschland niet meer lust getoond heeft, moo
te werken tot de beporking der bewapening.
'Er zijn ook in Engeland meDschen die het
sterk afkeuren dat Engeland ooit begonnen
is met Dreadnoughts te bouwen (Lord
Charles Bere6ford behoort als wij ons niet
vergissen onder hen); want, zoo zeggen zij,
Engeland had door zijn ontzaglijk groot
aantal pantserschepon reeds een geweldig
overwicht over Duitschland vóór het Dread
noughts bezat. Toeu het eveuwel eenmaal
met dat type begonnen was, verminderde
de waarde van het tot dusver gebruikte
eerste kla9se-type belangrijk, Duitschland
kon eveneens Dreadnoughts gaan bouwen
en Eugeland gaf als het ware zijn grooteu
voorsprong op Duitschland prys.
De tweede quaestie, waarby minister
von Tirpitz Eugeland noemde, was die
betreffende do bewering dat Duitschland
zijn vlootbouw belangrijk versneld had.
Men zal zich herinneren dat dit gerucht
or de oorzaak van is geweest dat do
Britscho legeering aan het parlement een
crediet hoeft aangovraagd voor nog vier
Dreaduoughts. Het crediet werd gegeven
en de Dreadnoughts staan du reeds op
6tapel. Volgens den Duitschen minister
eveuwel had Eugeland dat niet behoeven
te doen, want er is niets waar van het
gerucht, dat Duitschland zijn vlootbouw
versneld heeft. Hoe zou dat ook mogelijk
geweest zijn, vroeg de minister, zonder
geld? Eu om geld te krijgen had de
regeering hot toch aau den rijksdag moeten
vragen! Welnu dat heeft de regeering niet
gedaan, dus is het ook onmogelijk dat
zij sneller heeft laten houwen dan bij de
vlootwet voorzien is Dit is indertijd door
kanselier Biilow ook roods medegedeeld.
lutuesehen hoeft Engeland, dank zij dit
valsche gerucht, zijn vier extra-Dreadnoughts
op stapel gezet, zeer tot genoegen van hot
grooto aantal Britten, dat bang is voor de
sterke Duitsche vloot.
Kardinaal Merry del Val heeft namens
den Paus een brief aan kardinaal Kopp
in Breslau geschreven over den anti-mo-
dereistischen eed. De pauselijke staatsse
cretaris schrijft o a. dat, „hoewel de Paus
het met groote vreugde zoude zien, dat de
eed door alle geestelijken ter wereld zonder
onderscheid werd afgelegd, hy niettemin
de piiosters aan de universiteit van Breslau
(die don eed liever niet afleggen) niet
veroordeelt, daar zij slechts universiteits
professoren zijn." Voorts wordt in den brief
gezegd, dat de Paus zoo clement is, omdat
hij weet dat indien bij den eed werkelijk
mocht eisclien, alle hoogleeraren in Breslau
hem zouden afleggen. Jawel!
Oostbnrijk-Hongarije.
De Joodsche herbergiers uit Galicië,
die to Weeueu komen demonstreeren tegen
de intrekking hunner vergunningen, zijn
in den nacht vau Maandag op Dinsdag
ten getale vau 2000, w. o. 300 vrouwen,
iu de hoofdstad aangekomen. Gisterenmor
gen hebben zij zich daar de politie eeu
massa-optocht verboden had in groopeu
onder leiding vau afgevaardigden naar don
Minisier van Handel, den GaliciBchen
Landsmannminister, en den leider van den
Polenolub begeven, wien zij een memo
randum overreikt bobben. Gisterenavond
zou zich ook oen afvaardiging van vijf
leden bij den minister president Bienerth
aandienen.
Bulgarije
Volgens een telegram van de Daily
Telegraph heeft Koning Ferdinand van
Bulgarye groote plannen. Hij wil een ver
bond met Oostenryk Hongarije sluiten en
heeft daarvoor aan het Sobranje voorgesteld
de grondwet zoo te wyzigen, dat de Koning
een verdrag mag sluiten met een vreemde
mogendheid zonder toestemming van het
parlement, ja, zonder dit in de zaak te
kennen. Want het verdrag met Oostenryk
moot goheirn blyven. Het Sobranjè zal
dit voorstel ongetwijfeld aannemen of
heeft het wellicht reeds aangenomen en
nu zal de Koning niet dralen en zoo
spoedig mogelijk het verdrag sluiten.
Men zegt, eu dat is wel te begrypen,
dat de Russische regeoring hierdoor zeer
onaangenaam aaugedaan is. Sinds Bul-
garije's losscheuring van het 'i'urksche ryk
heeft Ruslaud ernaar gestreefd den be
schermer te spelen over hot jonge konink
rijk en het heeft daarvoor heel wat geld
en moeite over gehad, en nu gaat plots
Tsaar Ferdinand zich verbinden met Rus-
land's tegenstander in Balkan-zaken. Vol
gens de Daily Telegraph moet Koning
Ferdinand hot volgende ovor Rusland
gezegd hebben: „De Russische beer zal
in de eerste 10 a 15 jaar slapen, en iu
dien tijd moet Bulgarye voor zichzelf zor
gen. Bulgarye moet streven naar vereeui-
ging met zijn verloren onderdeelen (Mace
donië) en Rusland's vredespolitiek kan bet
daarbij niet helpen".
Vlootmanoeuvres voor Vlissingen.
De Parijache Gaulois meldt, dat de groote
najaarsmanoeuvres van de Fransche vloot
in September gehouden zullen worden in
het Kanaal en de Noordzee, ter hoogte
van VlissingCD.
Het eerste en het tweedo eskader zullen
er aan deelnemen.
Landbouwhoogksciiool.
De Raad der gemeente Wageningen heeft
zich met een adres gewend tot de Tweede
Kamer, waarin uitvoerig worden nagegaan
„de duur verworven aanspraken dezer Ge-
meeute op de hervorming harer Rijks Hoo-
gere Laud-, Tuin- eu Beschbouw6chool tot
Latidbottwhoogeschool".
De Raad, onaangenaam getroffen door de
wijze, waarop de Utrechtsche Gemeente
raad heeft kunnen goedvinden aan die
aanspraken in den weg te treden, vraagt
de Kamer de Rijks Höogero Land-, Tuin
en Boschbouwschool, met de bedoeling haar
tot Hoogeschool voor den Landbouw.te
verheffen, te Wageningen gevestigd to laten,