DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
No. 58,
DONDERDAG 9 MAART 1911.
8e JAARGANG.
DEBIETRECHT OP TABAK.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
DE EEMLANDER.
Hoofdredacteur H. O. BHHKNS.
Abonnementsprijs
Per jaar
f 4.Franco per
post id. 15.60. Eer 3 maanden id. 11.Franco per post
id. 11.40. Afzonderlijke nummers 10.05.
Bureau: KLEINE HaAO Telei.Interc. 183.
Prijs der Advertentiën:
Van 1 tot 5 regels (0.40. Voor iedere» regel meer 10.08.
Buiten het Kanton Amersloort per regel 10.10. (Bij
abonnement belangrijke korting).
Tot plaatsing van advert, en reel, van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Alg. Binnen-en Buiteuiandsch Advert.-bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr. 75*78 Amsterdam
Het ingediende wetsontwerp op het de-
bietrecht op tabak mag zich niet in deu
gunst van het groote publiek verheugen
Dit is te begrijpen. Vooral om de wijze
waarop men de tabaksverbruikers wil laten
bloeden.
De Staat gaat de sigarenwinkels binnen
en zegt doodkalm: ik leg er den tienden
penning op.
Van elk onsje tabak, van elke „vier om
een dubbeltje" wil ik eeD tiende van do
opbrengst. En als een moderne Alva
8chrjjtt hij den betalers van dien tienden
penning voor, zeil de belastingpers to dragen
en die zelf aan te schrooven om het geld inde
schatkist te doen vloeien, wat dan in wet-
tentaal heet, „dat do overlast voor de be
lastingplichtigen tot een minimum wordt
beperkt".
Dat is inderdaad iets nieuws. De staat
wil ons, rookers, laten bloeden. Voor elk
zakje van 30 cent zullen wy drie cent
extra hebben te betalen. Doch het is den
Staat natuurlijk te bezwaarlijk om by
iedoreu winkelier een kommies neer te
zetten, die het geld van ons in ontvangst
neemt en dus benoemt hy alle sigaren
winkeliers tot kommiozen in buitengewone
dienst. Salaris: nihil.
Taak: alles wut verkocht wordt opschrij
ven; die opgaven inleveren en daarnaar
dan belasting betalen.
Bij niet vervulling der last: misdryf,
boete en gevangenisstraf tot een maand
ol f500.
Inderdaad terecht zegt hier de me
morie van toelichting dat de overlast een
minimum wordt. Het is maar de vraag,
wat men overlast noemt.
Veol extra werk, geen extra betaling
daarvoor, maar wel extra belasting en
zware straffen op den koop toe en de
verplichting om allerlei ambtenaren van
de tabaksinquisitie toe te laten, die kunnen
nagaan of onvrijwillige belastingkommiezen
ook fraudeeren, dat heet alles een overlast,
die tot een minimum beperkt zou zijn.
Intusschen de minister betoogt, dat
er geen ander middel is en geeft als voor
deel van dit debietrecht op, dat het betaald
wordt vlak voor dat de waar in handen
komt van den consument.
Klaarblykelyk wordt hier dus bedoeld,
dat het gomakkelijk zal zijn het den con
sument te laten betalen en dat aan den
anderen kant de kunst der overafwente-
ling niet zal worden toegepast.
Die overafwenteling is namelijk een
nieuwe industrie, daarin bestaande, dat de
fabrikanten van zeker artikel, dat belast
wordt, overeenkomen het artikel voortaan
zóó duur te verkoopen, dat niet alleen de
belasting er uit komt, maar dat er ook
nog een zoet winstje voor de fabrikanten
overblyft.
Dit nu meont de minister in dit geval
onmogelijk te hebben gemaakt.
De fabrikanten toch hebben in casu
direct niets met het debietrecht uit te
staan, terwijl de belangen der sigarenwin
keliers zóó uiteenloopend zijn, dat dezen
er niet licht in zullen slagen de belasting
te gebruiken om een extratje to verdienen.
Wel zullen zij bij den verkoop per stuk
van sigaren onmogelijk den tienden pen
ning direct aan den klant in rekeniug kun
nen breDgeu. Doch hier zal overlog met
de fabrikanten wellioht toch tot een kleine
kwaliteitsverminderiug leidon.
Of mén zal sigaren niet meer per stuk
kunnen krijgen, doch, in zoodanige hoeveel
heid, dat de tweedo penning berekend kan
worden.
Hoe het zij wij hebben to betalen,
de sigarenhandelaars to werken en de Staat
de twee millioen op te strijken.
Pruisen f.n de Modkrnisteneed.
Wij moeten nog evou terug komen op het
gisteren vermelde omtrent het in het
Pruisische Huis vau afgevaardigden gespro
kene inzake de moderuisteueed.
Men bedenke hierbij dat de Pruisische
regeering het recht heeft zich daarmede te
bemoeien, aangezien er in Pruisen, zooals in
Duitschland over het geheel, geen scheiding
van Kerk eu Staat is, maar integendeel tn
menig opzicht een enge verhouding bc6taat
tusschen beide organisaties. Zoo is de
geestelijkheid met het toezicht over de
scholen belast en geven tal van geestelijken
ondorwijs aan hoogere ouderwysinstollingen.
Menig geestelijke is derhalve tegelijkertijd
Pruisisch ambtenaar en wanneer nu het
Vaticaan eisebt, dat die priesters een eed
afleggen waarin een bepaalde geestesrichting
scherp wordt afgekeurd, dan is dat zeker
iets waarmede de Pruisische regeering zich
mag bemoeieu.
De grondgedachte van de redovoeriug
des kanseliers nu was de volgende:
niemand verlangt weer een kultuurstrijd, en
men moet dus trachten iu zaken waarbij
Kerk en Staat gemoeid zijn, een modus
vivendi te vinden. Die was indertijd
gevonden. Maar van het Vaticaan uit is
men de atmosfeer gaan vertroebelen, eerst
door de veelbesproken Borromeus encycliek
toon door don anti-moderuisteneed. Natuurlijk
kan de Pruisische staat zich niet bemoeien
met de innerlijke aangelegenheden der
R.Kalholieke kerk, en daarom den Paus niet
voorschrijven het bevel betreffende den
anti-modernisteneed in te trekken, maar
de staat mag wel ingrijpen, zoodra de
godsdienstvrede in don lande in gevaar
wordt gebracht. Dat is hier het geval
en daarom zal de Pruisische regeeriug
ingiypen. Het practischc gevolg daarvan
zal wezen: dat de kanselier de geestelyken
die aan de hoogere onderwijsinstellingen
tot dusver les gegeven hebben zonder den
eed af te leggen, de bevoegheid om dat
onderwijs te blijven geven niet zal onttrekken,
en dat hy geen nieuwe geestelyken die den
anti-modernistoneed wèl hebben afgelegd
tot het geven van onderwys in profane
vakken zal toelaten.
Dat beduidt aldus de Kölnische Zeitung
het langzamerhand uitsterven van het
geven van onderwijs door geestelijken aan
de Duit8che onderwijsinstellingen.
Bij de "ister voortgezette behandeling
verklaarde Porsch (Centrum), toe te geven,
dat de gcostelijke orden in aantal zijn
toegenomen, maar dat dit grootendeels
orden zijn, dio zich wijden aan ziekenver-
verpleging. Daarin bestaat toch geen ge
vaar voor den staat.
Hij sprak namens zijn partijgenooten
den wensch uit, dat het Pruisisch gezant
schap bij het Vaticaan gehandhaafd zou
worden. De verklaring van den minister
president, dat het onderwys in de geschie
denis en Duitsche taal niet meer zal opge-
drageu worden aan leeraren, die don mo-
dernisteu-eed hebben afgelegd, achtte hij
bevreemdend. (Levendige iustemming bij
het Centrum.) Daardoor wordt een twist
appel ouder het volk geworpen, on ver
storing van den confessioneelen vrede uit
gelokt. („Zeer juist" in het centrum).
De minister van eeredienst Trott von
Solz zeide daarop„Dat wij grootere
terughouding betrachten by de aanstelling
van Roomscbo geestelijken in staatsdienst,
geschiedt uit zorg voor het behoud van
den vrede onder de verschillen gezindten.
(Zeer juist.) De ervaring uit den laatBton
tijd leert, dat de mogelijkheid van con
flicten bestaat, als Roomsche geestelyken
tevens in staatsdienst zijn.
„Wij zullen de terughouding in acht
blyveu nemen, tot wij zekerhoid hebben,
dat ook de Kerk het tussch^nliggende
grensgebied in het vervolg zal betreden
met de voorzichtigheid en de terughouding,
die onmisbaar zijn voor 't behoud van den
vrede en de vermijding van conflicten.1'
(Toejuichingen.)
Friedberg (nationaal-liberaal) wees er op,
dat de Rijkskanselier beslist had erkend,
dat de Curie onbehoorlijk was opgetreden
tegen den Pruisischeu Staat. Hij verklaarde,
dat het probleem van scheiding van Kerk
en Staat door den moderuisteueed op den
voorgrond wordt geschoven.
Iu zake do opheffing van het gezant
schap bij het Vatikaau wenschte deze
spreker den loop der zaken af te wachten
en hy gaf der Curie den raad bij onder
handelingen gebruik te makeu van de
tusschenkomst van den gezant en nic-t door
een officieus orgaan spottende opmerkingen
te doen maken, alsof er geen concessies
waren gedaan. Dat achtte hij een on
waardige behandeling van de Pruisische
regeering.
Paehnicke (vrij conservatief) stelde in
het licht, dat het gebeurde heeft bowezou,
dat een gezantschap bij het Vaticaan niet
uoodig is Do Curie had, volgens hem,
gehandeld in strijd met de diplomatieke
gebruiken.
De staatssecretaris van buitenlandsche
zaken v. Kiderleu-Wiichter kwam op tegen
de verwijten aan het adres van den gezant
Mühlberg,
Dezen was opgedragen de Curie te wijzen
op de opgewondenheid, die de verschillende
dekreten in Duitschland haddon gewekt.
Daarop had de kardinaal-staatssecretaris
hem medegedeeld, dat hij den brief aan
kardinaal Kopp zou publiceeren.
Op deze handelwijze valt uit een diplo
matiek oogpunt uiets aan te merken, de
Pruisische regeering verlangt van geen
harer vertegenwoordigers in het buitenland,
dat bij op de hoogte is van de plannen
der rogoering, waarbij hij geaccrediteerd
is (Hilariteit.)
Had de gezant, nadat het plan van het
Vaticaan bekend was, ingegrepen, dan zou
hij verkeord hebben gedaan.
Het debat werd daarop gesloten en het
traktement van den minister goedgekeurd.
Rusland en Turkije.
Groot opzien baart te Petersburg de
ernstige waarschuwing, die door admiraal
Skrydlof aan het Russische volk is gericht.
Hij voorspelt n.l. eeu spoedige» oorlog met
Turkije en eon daarop volgende revolutie,
die oneindig ernstiger gevolgen zal hebben
dan de veldtocht in Mandsjoerye met al
den aankleve van dien.
Admiraal Skrydlof, die tweemaal het bevel
heeft gevoerd over de Zwarte-Zeevloot, had
indertijd ook allerlei treurigs voorspeld van
Rusland's optreden in het Verre Oosten.
Die voorspellingen zijn maar al te zeer
uitgekomen, vandaar dat deze waarschu
wing in het land zulk een diepen indruk
maakt.
Frankrijk.
De nielkslijtersknechten te Parijs hebben
het werk gestaakt. In een kennisgeving
aan de burgery verklaren zij, dat zy niet
alleen streven naar loonsverhooging, maar
tevens de melkverkoopors willeu dwingen
otn voortaan do melk niet meer te ver-
valschen.
Noorwegen.
In Noorwegen is een wetsontwerp inge
diend waarbij vrouwen benoembaar worden
verklaard tot alle staatsbetrekkingen, onkcle
uitgezonderd, zooals: minister, predikant,
ambten in den consulairen en diplomatieken
dienst, in het leger en in de vloot.
Men vermoedt algemeen dat de wet zal
wordeu aangenomen.
Tweede kamer.
Iu de gistermiddag gehouden vergade
ring van de Tweede Kamer, werd met
4225 stemmen besloten 4 April in de
afdeolingen te doen onderzoeken de Bak
kerswet.
5 April komt in de afdeelingen de
Militiewet aan de orde, waartoe besloten
werd met 666 stemmen.
De eindstemming over het wetsontwerp
tegen de zedeloosheid zal 16 dezer plaats
hebben na de pauze.
Een duidelijk wetsartikel.
Bij het nalezen der Kamerstukken van
de laatste weken ontdekte De Nod. het na
volgend duidelyk artikel in het nader ge-
wyzigd ontwerp bakkerswet.
Artikel 15,
„Onverminderd het bepaalde ten aanzien
van de dagon, bedoeld in het tweede lid
van art. 12, mag op vyftien andere dagen
in een kalenderjaar, voor alle voor sommige
der in een broodbakkcrij werkzame bak
kersgezellen, worden afgeweken van hot
bepaalde in het eerste lid van artikel 12