DAGBLAD VOOR AMERSFOORT
EKEN.
No. 67
MAANDAG 20 MAART 1911.
8e JAARGANG
Stuurlieden zonder kompas.
BUITENLAND.
Hoof ilredaclcnr It. K IJ HF. X N.
Abonnementsprijs:
Per jaarf 4.Franco per
post id. f5.60. Per 3 maanden id. f 1Franco per post
id. f 1.40. Afzonderlyke nummers f 0.05.
SCureHu: KI,EISK U.tA» li. Telef. ïnterc. 18».
Prijs «Ier Advertentiën
Van 1 tot 5 regels f 0.40. Voor iodereu regel meer f 0.08.
Buiten het Kanton Amersfoort per regel f 0.10. (By
abonnement belangrijke korting).
Tot plaatsing van advert, en reel, van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Alg. Binnen-en Buitenlandsch Advert.- bureau D, Y. ALTA, Warmoesstr. Ti. 78 Amsterdam
Moer en meer treedt aan het licht, dat
de beginselen der partijen ter rechterzijdo
geenerlei richtsnoer opleveren voor de
practische politiek. Herhaaldelijk is dit
reeds bij de algemeene politieke beschou
wingen door afgevaardigden van links be
toogd. De sprekers van rechts beweerden
daartegenover dan gemeenlijk, dat ook do
linkerzijde geen gemeenschappelijk begin
sel bezit. Doch daarmede stelden zij de
quaestie verkeerd, aangezien immers door
vele uitnemende politici, welke niet op
„christelijk* standpunt staan, reeds sinds
jaar en dag wordt aangedrongen op een
andere partijgreepeering, juist omdat zij
de eersten zijn om te erkennen, dat de
tegenwoordige scheiding tusschon links en
rechts een kunstmatige is, geenszins be
rustend op een tegenstelling tusscben
tweeërlei politiek beginsel, maar op een
onderscheid in overtuiging, aangaande de
vraag of godsdienstige beschouwingen al
dan niet ten grondslag kunnen strekken
voor practisch wetgevend beleid.
Zy, die deze vraag in ontkennendeu zin
beantwoorden, vormen thans wat men noemt
de linkerzijde; zij die in bevestigenden zin
erop antwoord geven, maken thans de
regeeiingsmeerderheid uit. Maar de poli
tieke beginselen der groepen, welke rechts
en links van deze kunstmatige scheidings
lijn staan, hebben niets uit te staan met
de wijze, waarop de bedoelde vraag wordt
beantwoord. Wanneer de linkerzijde
in den ziu welke -op dit oogenblik aan dat
woord gehecht wordt ontkent dat het
geloof richtsnoer heeft te zijn voor de
staatkunde, dan wil dat immers volstrekt
niet zeggen dat de partijen, welke die
linkerzijde uitmaken, nn allen er een zelfde
positief staatkundig beginsel op na moeten
houden. Maar evenmin valt vol te houden,
dat de partijen die verzekeren dat het
geloof de basis der politiek moet zijn, in
die bewering een richtsnoer bezitten voor
wetgeving eu staatkundig beleid.
En in de tweede plaats is de bewering,
dat de linkerzijde geen gemeenschappelijk
beginsel bezit, déarom geen afdoend weer
legging van de grief dat de beginselen der
rechtsche groepen geenorlei richtsnoer voor
de practische politiek opleveren, omdat
die grief niet alleen, en zelfs niot hoofd
zakelijk, betrekking beeft op het beleid
der rechterzijde als geheel, als coalitie,
maar veeleer beoogt in het licht te stellen
dat geen party ter rechterzyde individueel
in haar geloofsstandpunt een grondslag
bezit ter bepaling vau hetgeen op wet
gevend gebied behoort te worden gedaan
of nagelaten.
Schynbaar a dit by sommige onder
werpen van wetgevenden aard anders. Zoo
werd, bij de behandeling der zodelijkheids-
strafrecht8novello, vau rechts, speciaal van
katholieke en anti-revolutionaire zijde,
nogal geschermd met Gods woord, toen
het de vraag gold of het nieuw-malthusia-
nisme als geoorloofd valt te boschouwen.
Maar het kostte ouzen emineuten partij
genoot Mr. Treub, weinig moeite om aan
te toonen, dat ook orthodox-geloovigen
kunnen komen tot een standpunt hetwelk
in beperking der geboorten, ter voorkoming
van ellende, een handeling tiet, in over
eenstemming met Gods wil. Dat de
katholieken en anti-revolutionairen dat
standpunt niet aanvaarden, heeft in den
grond der zaak niets uit te staan met hun
geloofsovertuiging, maar hangt alleen samen
met de wijze, wanrop zij gedreven door
overwegingen dio op den keper beschouwd
mot geloof niets te maken hebben Gods
woord meenen to moeten interpreteeren.
En dat anderzyda hun geloofsstandpunt
hun volstrekt niet het monopolie verschafte
van gekant te zijn tegen het nieuw-malthu
sianisme, bleek helder als de dag uit de
rede van den liberaal Roodhuijzen, die
verklaarde, een beslist tegenstander te zijn
van de nieuw malihusiaausche praktijk.
By hetzelfde wetsontwerp kou men ook
aanschouwen boe de katholieken van
meening verschilden omtrent de vraag of
de totalisator by de wedrennen als zedelijk
ongooorloofd en strafwaardig aan te merken
viel. Indien hun geloofsovertuiging hun
oen richtsnoer gaf by de wetgeving, had
omtrent die vraag volkomen eenstemmigheid
by hen behooren te bestaan.
Een kras staaltje van de volkomen over
tolligheid van godsdienstige beginselen bij
legislatieven arbeid, gaf dezer dagen de
leider der christelyk-historischen, de heer
do Savorniu Lohmmn, nog te hooien, toen
de successie-wetsherziening aan de orde
was. Zijn partijgenoot, de heer van Idsings,
had Minister Kolkman dauig de ooreti
gewas8chen omdat bij door dit wetsont
werp feitelijk liberale beginselen huldigde,
immers door zijn verhooging der successie
bij erfstellingen in de rechte lijn, mede
werkte om den particulieren eigendom eu
het onaantastbare recht van den erflater
om aan zijn kinderen zyn vermogen na
te laten, tiog moer dau thans te knauwen,
j Daartegen was de heer Kolkman veront
waardigd opgekomen. „Hoe kunt gij mij
verwijten" zoo riep hy „dat ik
inzake de belastingwetgeving de liberale
school volg? De heele wereld weet locb,
dat er op dat gebied geen rechtsche school
bestaat!" Merkwaardige erkentenis, waard
om tot in lengte van dagen te worden
onthouden. Do heele wereld weet dus,
dat geen der partijen ter rechterzijde uit
haar beginselen kan afleiden, welke be
lustingpolitiek de juiste is; de heele wereld
weet dus, dat die „christelyke beginselen'
op een der meest aaogelegcn punten vau
politiek beleid volkomen waardeloos, vol
komen zinledig en nutteloos zijn!
Maar de heer Lohman, die vervolgens
den Miuister bijsprong, maakte het nog
bonter, of liever, was nog oprechter. „Wat
praat men toch van de heiligheid en de
onaantastbaarheid van den privaten eigen
dom?" aldus viel zijn betoog te resnmeeren.
„Die eigendom houdt op met den dood
van don eigenaar. En dat diens wil, om
zyn eigendom over te dragen aan zijn
kinderen, wordt geëerbiedigd, is enkel en
alleen te danken uac de goedgunstigheid
van den Staat, die dit in het algemeen
belang aldus heeft toegestaan. Maar dan
gaat ook het recht van erflating niet verder
dan de Staat in het algemeen belang,
terwille van de opvoeding der kinderen,
nuttig en geoorloofd oordeelt". Met andere
woorden: de Staat heeft het recht, in 't
algemeen belang, dit beschikkingsrecht te
beperken zoover zij gewenscht acht. En
zoo vervalt de particuliere eigendom, na
doode van den bezitter, voorzoovor de
Staat hem daarover beschikkingsrecht heeft
ontnomen, natuurlijk aan den Staat.
Ziedaar dus niet slechts een principiëele
verdediging van Staatserfrecht, zoo mooi
als deze ooit door eenig vryzinnig-demo-
craat zou kunnen worden geleverd, maar
tevens een volkomen breken met het 1
standpunt dat Gods woord cenig richtsnoer
geeft omtrent do quaestie van het privaat
bezit, gelijk men vroeger zoo vaak van
rechts heoft vernomen. Niet de Bijbel,
maar een zéér „paganistische" algemeen
belang was bij dit betoog schering en
inslag. Geen wonder, dat er een rilling
ging door de rechterzijde, toen de heer
Lohman deze ultra-radicale redeneering
deed hooren. Maar dat er uit haar gele
deren niemand opstond om zyn argumen
tatie met een beroep op Gods woord te
bestrijden, was wel het beste bewijs, hoe
in-voos en leugenachtig de „christelijke"
leuze is, by de gratie waarvan de tegen
woordige meerderheid het roer van Staat
in handen heeft weten te krijgen. Stuur
lieden zonder kompas voeren thans het
schip door do politieke wateren. Het is
onze plicht, met kracht en klem daartegen
voortdurend onze stem te verheffen, totdat
de kiezers wijzer worden en de coalitie
van thans, welke op bedriegelijken schijn
berust, doch waarbij inderdaad de politieke
beginselen zoek zijn, vervangen wordt
door een groepeering der partijen op den
alleen gezonden grondslag van „conser
vatisme contra democratio".
Frankrijk.
Wy hebbon reeds met een enkel woord
meldiug gemaakt van het feit dat de ge
meenteraad van Bar sur Aube ontslag heeft
genomeu, verontwaardigd over het verbod
om de wijn uit Aube champagne te noemen.
Dit voorbeeld werd door de algemeene
en districts raden gevolgd. Een centrale
commissie uit de wijnbouwers heeft aan
de inwoners van verscheidene gemeenten
een oproeping gezonden, om volgens het
indertyd genomen besluit, alle belastingen
te weigeren eu voor zoover zij daarvoor in
aanmerking komen hun gemeente-betrek
kingen neder te leggen Dientengevolge
heeft iu tal van gemeenten de raad zijn
ontslag ingediend. In Colombe-lc-Sec werd
de gemeenie-onrvaiiger weggejaagd en vau
de openbare gebouwen de roode vlag
uitgestoken. Gisteren, Zoudag, zoudeu een
aantal groote vergaderingen plaats hebben,
waar het vormoedelijk heftig toe zal zijn
gegaan.
Minister president Monis beeft reeds een
deputatie uit de ontevreden wynbouwers
oufvangen, doch kou hen geen anderen
raad geven, dan zoo zij zich benadeeld
achten, tot herstel daarvan den wettigen
weg te bewandelen. Do regeeriug zou
zeker harerzijds aan dn reeds voor den
rechter gebrachte bezwaron als anderszins,
geen hinderpaal in den weg leggen.
Duitschland.
De autoriteiten in de Palz hadden last
gegeven aan de daar gevestigde wijubou
wers om in hun wijngaardeu de runken te
laten afwrijven ter bestrijding van voor dat
gewas schadelijke insecteu. Deze maatregel
ondervond in do buurt van Edenkoben en
St. Martin heftigcu tegenstand, daar do
bevolking van meeniug is, dat een dergelijke
maatregel, welks ten uitvoerlegging veel
tijd en geld kost, volkomen nutteloos is.
Toen de autoriteiten een soort ultimatum
uitvaardigden, werd daaraan te Edenkoben
slechts ten deele, te St. Martiu in het ge
heel geen gehoor gegeven.
Daarop werd aangekondigd, dat by do
wijnbouweis te Edenkoben gendarmen
zullen worden ingekwartierd onder wier
leiding dan door arbeidars van buitenaf op
kosten dor wederspannigo wijnbouwers de
maatregel zal worden doorgevoerd.
De toestand is hierdoor zoo gespannen,
dat men in sommige streken dreigt niet
gewapend verzet tegen deze gendarmen.
Tc St. Martin heeft men wapenen inge
kocht, zoodnt het allen schijn heeft, dat
het daar inderdaad tot handtastelijkheden
komen zal.
Het garnizoen van Landau is reeds ge
consigneerd voor het geval, dat do gen
darmerie in moeilijkheden moebt komen.
Intusschen hebben do autoriteiten wel
op eenige punten toegegevon maar do be
woners van St. Martin willen volledige
terugname van den maatregel. Men neemt
aan, dat de autoriteiten ton slotte zullen
toegeven en het niet tot het uiterste zullen
laten komen
Kapelaan Burkhard, te Flörsheim,
oen der heftigste deelnemers aan den stryd
dien de R. K. geestelijkheid in het Ryn-
land voert tegen dames-gymnastiek en
sport, heeft dezer dagen woder zoo heftig
op den preekstoel uitgevaren tegon de
dames-gymnasten, die hij „onzedelyk"
noemde en nog anders uitschold dat
van verschillende zijden aanklachten wegens
laster tegen heul zijn ingediend.
Te Flörsheim is in een door 500 men-
schcn bezochte volksvergadering met alge
meene stemmen een motie van protest
tegen de uitingen van kapelaan Burkhard
aangenomen.
Do feestelijkheden in het jublilce-
rende koninkrijk Italië hebben een aan
vang genomen.
In den Duitschen Ryksdag zoide do
voorzitter, graaf Yon Schwerin-Löwitz
Heden voor 50 jaar is do Italiaansche
eenheid officieel gegrondvest geworden en
het geheelc Italiaansche volk viert heden
deze stichting en vereeniging van het
Koninkrijk Italië. (Luid applaus, terwyl de
afgevaardigden zich van hun zetels ver
hieven. Aanwezig waren bijna voltallig do
nationaal-liberalen en de vrijzinnigen, ter
wijl de banken van rechterzijde en Bociaal
democraten eveneens sterk bezet waren).
Het Duitsche volk zal aan deze viering
van liet met hom verbonden en bevriende
Italiaansche volk een zeer levendig aandeel
nomen. (Levendig applaus). Ik heb der
halve de vrijheid genomen uit naam van
den Duitschen Rijksdag aan den voorzitter
van de Italiaansche Kamer van Afgevaar-
den het volgende telegram te zenden
„Naar aanleiding van het jubileum op
heden van het met het Duitsche Rijk ver
bonden Koninkrijk Italië breng ik u, mijn
heer de president en de Kamer van Afge
vaardigden de hartelijke deelname van «leu
Duitschen Rijksdag over". (Applaus).
„Uw applaus', vervolgde graaf Schworiu,
„toont mij, dat ik inct dit telegram in uw
geest heb gehandeld. Ik constateer dit mot
voldoening" (Levendige blijken van in
stemming).
Noorwegen.
Reeds meldden wij, dat met eenige
plechtigheid, mej. Rogstad, zitting nam in
het Noorschc Storting, Deze dag is in