ROBERT LEVY
UITVERKOOP
Langestraat 40 - Telefoon 103
AMERSFOORT.
zullen geheel worden opgeruimd.
Opruiming MODE-MAGAZIJN
DE GROOT E HALF JAARLIJ KSCH E
BEGINT
ZATERDAG 1 JULI
Alle goederen zijn verbazend in prijs
- - verminderd, - -
iet de étalage
Geest de Strooibiljetten.
Uitsluitend a contant.
Geen Zicht sending en
Opruiming
Opruiming j
Alle week-abonnés op dit blad. die in het bezit zijn eener verzekeringspolis, zijn volgens de bepalingen in die polis vermeld.
2000 levenslange 400 b'j 300vei ''ea Tan 4ÖU verlies van 100 Ter"CB 7an GO verlies van 1 ft verlies van eiken
Alle nog voorradige
Dames- en Kinder-Confectie - Mode-artikelen - Garneeringen - Corsetten
:- - Kousen - Handschoenen - Ceintuurs - Restanten -
De ongrijpbare moordenaar.
GULOEN bjj GULDEN GULDEN bij GULDEN bij GULDEN bij GULDEN b\j GULDEN bij
ongeschiktheid. overlijden. hand of voet. één oog. een duim. een wijsvinger. anderen vinger.
Uitkeering dezer bedragen is gewaarborgd door THE OCEAN ACCIDENT GUARENTEE CORPORATION Ltd., Directear voor Nederl. Edward Heijmant Oude Turfmarkt 16, Amsterdam
DUS AVONDS GUUB
FEUILLETON.
Uit het Fransch
door
GASTON LEROUX.
10)
Dit denkt althans meneer De Marquet,
die het naar Parijs naar het gemeente
lijk laboratorium heeft laten brengen om
het te doen onderzoeken. Hij gelooft
toch dat er niet alleen het bloed op
zat van deze laatste misdaad, maar ook
nog roode plekken' die niets anders
kouden zijn dan het opgedroogde bloed
van vroegere misdaden."
„Een schapebeeu is in de banden van
een geoefend moordenaar een vreeselijk
wapen", zei Rouletabille, „nog zekerder
en beterder dan een zware hamer,"
„Dat heeft de ellendeling bewezen",
merkte Darzac op. „Het been heeft
juffrouw Stangersou geweldig getroffen
op het voorhoofd. Het gewrichtshoofd
van het been past juist in de wond. Ik
geloof, dat de woud doodelijk zou zijn
geweest als de moordenaar uiet in zijn
slag was gestuit door de revolver van
juffrouw Staogerson. In de baud gewond
liet hij het been vallen en ging op de
vlucht. Ongelukkig was de slag al ge
deeltelijk toegebracht en was juffrouw
Stangersou bijna doodgeslagen, nadat zij
half was verworgd. Als ze hem met haar
eerste schot had verwond, zou ze voor
deu slag bevrijd zijn gebleven.. Maar ze
heeft haar revolver te laat gebruikt, en
ltaar eerste kogel kwam in het plafond
terecht; pas het tweeede schot heeft hem
getroffen...."
Terwijl hij zoo sprak, had Darzac aan
de deur van het paviljoeu geklopt. Ik
verging van ongeduld om er binnen te
gaan.
De deur werd eindelijk geopend. Een
mac, in wien ik vader Jacques herkende,
verscheen op deu drempel.
Hij scheen mij "er in de zestig. Een
lange, witte baard, wit haar, waarop hij
een Baskische muls droeg, een kastanje
kleurig, fluweelen pak, dat op zij wat
versleten was, en klompen; een knorrig
uiterlijk, dat echter opkluarde, zoodra hij
Datzac zag.
„Vrienden," 3prak onze gids eenvoudig.
„Is er niemand in het paviljoen, vader
Jacques?"
„Ik mag er niemand bicueulaten,
meneer, maar dat voorschrift geldt
natuurlijk uiet voor u I)ie heeren
van de justitie hebben- dan ook al alles
gezien wat er te zien was. Ze hebben
al genoeg teekeningen en processen-
verbaal gemaakt."
„Mag ik u even een vraag doen, vader
Jacques?" verzocht Rouletabille.
„Ga je gang, jonge man, als ik er op
kan antwoorden."
„Droeg uw meesteres dien avond het
haar in bandeaux?"
„Neen, meneer. Zoo droeg mijn
meesteres 't haar nooit, ook uiet dien
avond. Ze had als altijd het haar zoo
opgemaakt dat haar mooi, verstandig
voorhoofd vrij kwam."
Rouletabille bromde en begou de deur
te onderzoeken. Hij nam de automatische
sluiting op en zag, dat die deur nooit
open kou blijven staan en men haar
met een sleutel moest openen. Dcarna
gingen we de vestibule in, een kleine
ruimte met roode vierkante steenen op
den vloer.
„Daar is het raam, waardoor de
moordenaar is ontvlucht," sprak Roule
tabille.
„Dat zeggeu ze meneert Maar als dat
zoo was, zouden we hem natuurlijk
gezien hebben! We zijn niet blind,
meneer Staugerson en ik en de portier
en zijn vrouw, die ze m de gevangenis
hebben gezet? Waarom nemen ze mij
ook niet gevangen om mijn revolver?
Rouletabille had het raam geopend en
de bliuden onderzocht.
Waren ze dicht, toen de misdaad
gepleegd werd?
„Met een ijzeren grendel", zei vader
Jacques, „en ik weet zeker dat de
moordenaar er niet door is kunnen
gaan."
„Zijn er bloedvlekkeu op?"
„Ja, dsar op de steenen.,. Maar bloed
van wien?"
„O", sprak Rouletabille, men ziet de
voetstappen daar op den weg.... de grond
was heel los... we zullen dat aanstonds
ondetzoeken... a
de rede. „De moordenaar is er niet door
kunnen gaan".
„Waar is hij dan doorgegaan?"
„Weet ik dat?"
Rouletabille rag alles, merkte alles op.
Hij ging op de knieèn liggen en onder
zocht de steenen uit de vestibulle. Vader
Jacques, ging voort:
zal niets vinden, meneer. Ze hebben
er niets gevoudan... En nu is het te
vuil.... Er zijn zoovee! menschen binnen
gekomen! Ze willen niet, dat ik den
vloer schoonmaak... maar den dag van
de misdaad had ik alles nog een groote
beurt gegeven en als da moordenaar er
over heen was gegaan met ziju vuile
voeten, zou men het wel gezieu hebben;
in de kamer vau de juffreuw heeft hij
sporen genoeg nagelaten?"
Rouletabille stond op en vroeg:
„Wanneer heb je het hier voor het
laatst schoongemaakt?"
En hij zag vader Jacques aan met
oogeu waaraan niets outging.
„Op den dag vau de misdaad, heb ik
u gezegd! Om half zes ongeveer,,., terwijl
meneer en de juffrouw eeu wandelingtje
maakten voor het eten, want ze hebben
in het laboratorium gegeten.
(Wordt vervolgd,)
„Nonsensl" viel vader Jacqus hem in
Stoouidrukkery A. W, H. Ejmann, Kleine Haag 6.