DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
No. 171.MAANDAG 24 JULI 1911.8e JAARGANG
BUITENLAND.
BINNENLAND.
DE EEMLANDER.
Hoofdredacteur: Mr. D. J. vau Schaardenburg.
Rureau: HLGIKI'l HaAti Telet. Iuterc. 18.3.
Abonnementsprijs:
Per jaarf 4.Franco per
post id. f5.60. Per 3 maanden id. f I.Franco per post
id. f 1.40. Afzonderlgke nummers f0.05.
Prijs der Ailvertentiën:
Van 1 tot 5 regels f 0.40. Voor iederen regel meer f 0.08.
Buiten het KantOD Amersfoort per regel f 0.10. (Bij
abonnement belangrijke korting).
Tot plaatsing van advert, en reel, van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Alg. Binnen- en Buitenlandseh Advert.- bureau D, Y. ALTA, Warmoesstr. 7S- 78 Amsterdam
Rusland, Engeland en Perzie.
Over den ex-Sjah van Perzië ie weinig
nieuwe te vertellen. De regeering te Teho-
ran heelt inderdaad aan den Engelschen
en den Russische gezant een nota gericht,'
waarin tegeu Rueland'e elecht toezicht op
deu Sjah wordt geprotesteerd. De regeering
te Teheran aldus een telegram van
Reuter neemt thans schijnbaar een
afwachtende houding aan, hoewel zij eerst
vau plan was om ingrijpende maatregelen te
nemen. Er is nog niets gedaan om een
expeditie uit te rusten. Wel zijn er groote
sommen gelds naar Tabris en Isfahan ge
zonden, maar dat is niet voldoende. Ook
zijn er 2000 Bachthiaren naar Teheran
geroepen, maar die kuuneu eerst over tien
dagen op marsch zijn. Intusschen onder
werpen zich verschillende ambtenaren in
het noorden aan den oud-Sjah en zyn
broeder. Als het zoo voortgaat, zal Moham
med Ali een mooie kans hebbon. Hij moet
aan den Sipadar, den eersteu minister,
geseind hebben, dat deze namens hem de
rust in Teheran moet bewaren, maar de
minister antwoordde dat bij trouw blijft
aan het parlement en aan den nieuwen
Sjah.
Namens de Perzische legatie in Deu
Haag wordt medegedeeld, dat door den
Perzischen Minister vaD Buitenl. Zaken het
volgende telegram is gericht tot de Perzi
sche legatie te Weenen:
Niettegenstaande de nota's, door de Por-
zische autoriteiten tot de Russische en
Perzische legaties gericht in zake de intri
gues van Mohammed Ali Mirza en zijn
medeplichtigen Salar ed Daulch en Majallel
Soltan, is Mohammed Ali, naar thans is
gebleken, op een Russisch schip in Perzië
gekomen.
In overeenstemming met het protocol van
1909 behoeft de Regeering hom geen toe
lage te geven. En de Perzische Regeering
kan de Russische en Engelsche Regeeringen
verantwoordelijk stellen voor alle nadeelen,
die uit dit incident kunnen voortvloeien.
Reeds ziju tot deze beide Regeeringen
formeele pro'testen gericht.
Als aanvulling op dit communique kan
een waarschijnlijk officieuse bericht
van het Russische blad Rossyua dienen.
Het luidt:
Sjah Mohamnred Ali, blijkbaar voorzien
van een buitenlandseh paspoort, op een
valschen naam, is door Ruslaud heen, naar
Perzië gegaan. Terwijl hij te Odessa ver
blijf hield, gaf de Perzische regeering aan
het Russische ministerie van binnenlandsche
zaken kennis van de intrigues van Moham
med Ali, zonder evenwel overtuigende be
wijzen te leveren voor deze intrigues. On-
dauks de afwezigheid dezer bewijzen, heeft
de Russische regeering bij verschillende
gelegenheden, de aandacht van Mohammed
Ali gevestigd op de noodzakelijkheid om
zich van allo agitatie te outhouden. Toen
vervolgens in Perzië oen boweging begon
te ontstaan ton gunste van Mohammed Ali,
besloot de Russische regeering, in overeen
stemming mot de Engelsche regeeriDg,
nogmaals den ex-sjah te waarschuwen, geen
deel te nomen aan den strijd tegen'de
Perzische regeering. Dit voornemen kon
echter niet worden uitgevoerd door het
plotselinge vertrek van Mohammed Ali naar
Weenen,
De Marokko-Quaestie.
Do Fransche regeering wenscht de ver
antwoordelijkheid voor de schijnbare ver-
schorping van het conflict met Duitschland
geheel op de pers to laten rusten. Zij
verklaart, dat al wat er in de bladen
bekend gemaakt is over de onderhandelingen
tusschen minister Kiderlen Wachter en den
gezant Cambon, van particulieren aard is
en uiets er van op officieuze mededeelingen
berust. Ziedaar een belangrijke verklaring!
De regeering zegt niet dat het bepaald
onwaar is, wanneer de Matin en andere
hebben beweerd,dat Duitschland overvraagd,
en een groot stuk van Fransch-Equatoriaal
Afrika geëischt heeft als compensatie tegen
het zich terugtrekken uit Marokko, maar
zy wil er de verautwoordelijkheid niet
voor dragen. M. a. w naar alle waar
8chijolijkheid is dit verkeerd, ovordrevon
weergegeven, en is de verhouding tusschen
beide regeeringen oneindig beter dan men
uit de pers der beide landen zou kunnen
opmaken.
Wat wel onaangenaam aandoet, is een
speech van minister Lloyd George, die
met opzet gehouden schijnt te zijn, ont
dor wereld te toonen, dat Engeland, al
wordt het geregeerd door een Kabiuet dat
vredelievend gezind is, toch zijn belangen
zal Weten te behartigen. Woorden als
deze in een tijd als dezo zijn wel in staat
om de gemoederen nog meer te verhitten.
De Norddeutsche achryft in haar week
overzicht:
Over den togenwoordigen stand der
tusschen de Duitsche eu Fransche Regee
ring plaats hebbende onderhandelingen
omtrent den toestand in Marokko, kunnen
geen ambtelijke of half ambtelijke mede
deelingen aan de pers worden gedaan.
Duitschland.
De hoogbejaarde prins-regent van Beie
ren is door een beroerte getroffen. Men
vreest voor zijn leven.
Groot-Britannie.
Uit Engeland komen verschillende sta-
kingsgcruchten.
De mijnwerkers van Northumberland
hebben zich reeds voor een staking ver
klaard, o. a. wegens het door hen afgekeur
de drieploegenstelsel voor don arbeid in
de mijnen, waartoe de mijneigenaars over
gingen, met het oog op den arbeidsdag
van 8 uren.
De Algemeene Bond van Mijnwerkers in
Engeland, moet nu nog beslissen of de sta
king tot Northumberland beperkt zal big
ven, dan wel do algemeene staking zal
worden afgekondigd.
Dan schijnt een algemeene werkstaking
in de lucht te hangen, onder arbeiders van
den North Eastern Railway en van den
Metaalbewerkersbond. Verhooging van
loon en beperking van den arbeidsduur
worden geëischt; door de metaalbewerkers
niettegenstaande hun eerst onlangs eone
verhooging van loon met 1 tot 2 shillings
's weeks in een groot aantal fabrieken werd
toegekend.
Rusland.
Niettegenstaande de Zwemsto-wet die
minister Stolypin in Rusland er door ge
jaagd heeft zonder goedkeuring des par
lement», inet het doel nationalistische
Zwemsto's te krijgen, vallen de verkiezin
gen voor deze lichamen geheel anders uit
dan de premier verwacht en gewild had.
Bijna overal worden vooruitstrevende candi-
daten gekozen in plaats van nationalistische,
niettegenstaande allen invloed dion do
regeering op de verkiezingen laat oefenen.
Portugal.
De V088. Zeiting ontving van haar cor
respondent te Lissabon het volgende tele
gram
Ik ontvang uit Spaoje van bij de Por-
tugeesche-monarchistische partij vertrouwde
zijde de mecdedeeling, dat Dom Manuel
zich verplicht heeft om ingeval van een
eveutueel herstel op den Portugeeschcn
troon, de Koningin-Moeder en haar Jezuiton-
aanhang den terugkeer naar Portugal te
verbieden.
De correspondent acht hot waarschijnlijk
dat, mocht dit bericht juist blijken hiervan
een sterke toeneming der monarchistische
party het gevolg zal zijn.
Italië.
Eergisteren kwam liet tijdons de zitting
van het Cammorra proces tot een hevig
tumult.
Kapitein Fabbroni, op wiens getuigenis
waaruit wij dezer dagen het een en
ander mededeelden de akte van be
schuldiging tegen de beklaagden in hoofd
zaak berust, had reeds gedurende de voor
gaande zittingen' geen geheim gemaakt
van zijn gevoel van verachting voor som
migen der verdedigers Eergisteren nu
noemde hij een dezer verdedigers, den
advocaat Lioy, een huichelaar. Hierop
barstto op de bank der Verdedigers een ge
brul van woede tegen Fabbroni los. Men
riep, dat deze do heiligheid der toga had
beschimpt; en, nadat zij hun toga's hadden
afgelegd, verlieten zij allen onder het uiten
van hun heftige verontwaardiging, de zaal.
Slechts de advocaat Lioy, die reeds weken
lang door de Italiaansche por» van allerlei
richting als do zaakwaarnemer der camorra
was gebrandmerkt, bleef hoonlachend, met
gekruiste armen zittend, in de zaal.
Intusschen ontstond ook in de door tra
lies afgesloten ruimte der beklaagden een
verschrikkelijk lawiai. De camuiorristen
gilden als bezeteneu, scholden Fabbroni
voor „moordenaar'', staken hun hoofden
door de tralies en bulden hun vuisten
legen hem. Ook Maria Stendardo, een
vrouwelijko camorriste, en bezitster van
verscheidene bordeelen in Napels, alsmede
de camorristenpriester Don Vitozzi, lieten
zich niet onbetuigd.
Nadat het spektakel eenigszins was be
daard, berispte de president kapitein Fab
broni om diens „beleedigende grofheid".
Alle bladen trekken echter partij voor
Fabbroni en de „Tribuua" schrijft zelfs,
dat alle fatsoenlijke menscben van meening
zyn. dat Lioy geen recht heelt in dit
camorraproces de toga te dragen.
Turkije.
Er schijnt thans, naar uit Saloniki ge
meld wordt, weer een spoor van den ver
dwenen Duitschen ingenieur |Richter ge
vonden te zijn.
De Turksche autoriteiten kregen name
lijk bericht, dat de rooverbende van Lalio
en Strati den Olympus verlaten en zich
naar het meer van Jemidsje begeven hebben.
Verschillende personen zouden hebben
gezien, dat do bende het dal der Karasoe
oudtijds de Ilaliakmon doortrok. Ook
zou men hebben opgemtrkt, dat de roovers
een vermomden vreemdeling met zich
voerden.
Onmiddellijk werden nu van uitElassona
en Veria sterke patrouilles uitgezonden, om
de bende don weg te versperren.
Hamid Bey heeft het tot dusver gevolg
de spoor opgegeven en trekt thans naar de
streek van Verias.
Servet Bey keerde van Lividia naar Kate-
rina terug, nadat hg in het dorp Heramidi
vruchlelooze nasporingen had gedaan, of
schoon bericht was, dat de roovers zich in
dit dorp hadden verborgen.
De Zeeliedenstaking.
Te Amsterdam ontvingen do reeders ea
de Vcreeniging van Werkgevers op Scheep
vaartgebied Zaterdagmorgen eeu brief van
het bestuur der Scheeps- en Bootwerkers-
vereeniging „Recht en Plicht", verzoekende
dit bestuur eeu onderhoud toe te staan ter
bespreking van den toestand en ton einde
tot een minnelijke oplossing van den strijd
te komen.
Voorts ontvingen de reeders en de Werk-
goversvereenigiug van het R.-K. Handels-
en Scheepvaartgildc „St. Clemens" en van
de Christelijke bootwerkersvereeniging „Ons
Beginsel" een schrijven met verzoek om
een onderhoud en om dit onderhoud dan
te doen plaats bobben in tegenwoordigheid
van het bestuur van „Recht en Plicht".
De Stoomvaartmaatschappijen en de
Verecniging vau Werkgevers op Scheep
vaartgebied hebben de betrokken besturen
telegraphisch geantwoord, dat hun brief
ontvangen is, maar dat zij op geene onder
handeling wenschen in te gaan.
Het ontwerp Tariefwet.
Het bestuur der „Vereeniging van Ne-
derlandsche werkgevers" heeft een adres
aan de Tweede Kamer in zake het ontwerp-
Tariefwet gezonden, welk adres in de
ledenvergadering van 14 Juli 11. dezer
Vereeniging is vastgesteld, eu de daarbij
behoorende „Beschouwingen eu opmerkin
gen" over dit ontwerp, welke mede in die
ledenvergaderingen vastgesteld zijn.
Aan het slot deralgemoene beschouwingen
spreekt de Vereeniging uit, dat zij voor
een gezonde ontwikkeling van onze nijver
heid, voor oen richtige behartiging van de
groote volkswclvaartsbelangen de ontworpen
tariefwet niet slechts niet bevorderlijk doch
in hooge mate schadelijk acht. Het is op
grond van dit eind oordeel, waarvoor in
het adres de motieven breedvoerig worden
uiteengezet, dat zij de Kamer verzoekt
Jiaar goedkeuriug aan deze wetsvoordracht
te onthouden.
In eenige zeer druk bezochte vergade
ringen van de Nederl. Vereenigiug van
Handolfagenten is een uitvoerig request
vastgesteld tegen de tariefwet, dat binnen
kort bij de Tweede Kamer zal worden
ingediend. Do Vereeniging heeft het voor
nemen, de actie tegen de tariefwet niet
tot het inzenden van dit requeBt te be
perken. Zg' stelt zich nl. voor, ook aan
het koopend publiek de gevolgen, die van
het ontwerp te duchten zyn kenbaar te
maken en aldus een algemeene actie te
voeren.