DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN.
Uit de Pers.
No. 212.
MAANDAG 11 SEPTEMBER 1911.
8e JAARGANG.
BUITENLAND.
MLANDER.
Hoofdredacteur: Mr. J>. J. ran Schaardenburg.
Abonnementsprijs
Per jaarf 4.Franco per
post id. f5,60. Per 3 maanden id. f 1.Franco per post
id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f0.05.
Bureau: Ikl.KIVt: Hn t« O. Tclet. Intcrc. 18».
Prijs der Ailvertentiën
Van 1 tot 5 regols f 0.40. Yoor iederen regel moer f 0.08.
Buiten het Kanton Amersfoort per regel fO.10. (U:j
abonnement belangrijke korting).
Tot plaatsing van advert, en reel, van buiten het banton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Alg. Binnen* en Buiteniandseh Advert.- bureau D, Y. ALTA, Warmoesstr. 74- 78 Amsterdam
De
Liberale Unie en de
vrije liberalen.
De Vaderlander, het orgaan van de
Liberale Unie, dat onlangs in een artikel
„keert terug" aandrong op nauwere aan
eensluiting van Unie-li'oeralen en vrijzinnig
democraten, is hard gevallen, dat het de
vrije liberalen niet in de verzoeningsidee
betrok. Dit geeft het blad aanleiding de
positie van do Unie tegenover do vrije
liberalen af te bakenen. Er zijn er, geeft
bet blad te kennen, onder de vrije libe
ralen te veel, „die zich liberaal noemen en
die toch ultra-conscrvaoef zijn", om aan
een democratische aaneensluiting, als door
bet blad was bepleit, te kuuneu meedoen.
Zyn daarmee nu alle vrij-liberalen door
ons bedoeld? Wij hebbeo het al meer
gezegd en kunnen het slechts herhalen,
dat generaliseering nooit moeilijker is dao
bij de vrij liberale party, waarin de indivi-
dueele vrijheid zoo groot is. Een man als
Beaufort, die meegewerkt heeft als minister
aan de totstandkoming der Ongevallenwet,
en die in 1907 Minister Staal krachtig
steunde, staat toch zeker mijlen ver af van
mannen als Karnebeek en Plemp van
Duivcland, bij wie elk voorstel tot verbe
tering van arbeidsvoorwaarden oppositie
wekt, aan wie elke opdrijving der uitgaven
voor Oorlog welkom is? Toch wordt door
ons grif toegegeven, dat die liberalen, die
ultra conservatief zyn, in de gelederen van
de vrij liberale party hunne plaats innemen
of althans op hate candidaten hunne stem
uitbrengen. Maar ook alweer niet allen
Mr. Tasman heeft het in 1909 met de
cijfers in de hand aangetoond, dat de anti-
clericale conservatieven reeds toen voor
een grootc gedeelte rechts gestemd hebben.
In natuurlijk proces wordt alles wat con
servatief is, aldoor meer naar Rechte go
drongen; wc zien dat eiken dag duidelijker;
de Ainsterdamscho vrij liberalen verkozen
bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen
den clericaal boven den vrijzinnig-democraat;
de „Nieuwe Courant" beval in Den Haag den
kerkelijken candidaat aan tegenover den
vrijzinnig-democraat. Welnu, dit alles
maakt het, dunkt ons, toch zoo duidelijk,
wat onze verhouding tot de vrij liberalen
zijn moet.
Ze kan niet anders wezen dan dat
natuurlijk proces zyn gang te laten gaan.
Elke kunstmatige manier vau verhaasting,
achten wy uit den booze. Wat gedaan
moet worden is: onvermoeid propaganda
maken voor onze gezonde democratische
denkbeelden in de anti-clericale conser
vatieve gelederen zelve, opdat, als de dag
dor eindkeuze voor deze mannen komt, de
volgelingen zeer goed weten waar ze
tusschen kiezen. En op dien dag zal,
dunkt ons, het linksche deel van de vrij
liberalen in de groote demociatische liberale
partij treden, om daar de achterhoede to
vormen, tetwijl het rechtsclie deel aan de
Rechterzijde zal plaats nemen.
Nu moet men steeds in het oog houden,
dat dit natuurlijk proces belemmerd wordt
door den bij uitstek ongezonden politieken
toestand, waarin wij verkeereu. De coalitie
heeft de groote vragen waarom het gaat,
onder godsdienstige leuzen weggegoocheld;
ze heeft, zooals P. L. Tak eens zoo juist
in „De Kroniek" schreef, den verkiezings
strijd willens en wetens gefausseerd. Dit
maakt, dat al, wie voor betere partyformatie
strijdt, wel terdege er rekening mee moet
houden, dat hy den strijd niet op zulk
eene wijze voert, dat hy zijne democratie
schade doet, en der conservatiof-clericale
coalitie in de kaart speelt. Eu dat zou
men zeker doen, als men tegenover do
vrij liberalen zou ageeren. We spreken er
nu maar niet over, dat het wel wat naief
is, te meenen, dat de vrij liberalen zich
zouden kunnen laten vinden voor een con
tract, dat voor hen met politieken zelfmoord
zoli gelijk staan. Er zou vau deze „regeling"
dus niets anders overblijven, dan dut wij,
democratische vrijzingigen, overal candidaten
stellen tegeuogor de vrij liberalen en dus
de vrij-liberalen overal candidaten tegenover
de vrijzinnig-democraten en Unie-liberalen.
Als wij zulke adviezen te booten krijgen,
zijn wy geneigd tc vragen, o( het dan maat
niet beter is, direct op do candidaten dei
coalitie te stemmen, dan bereikt men immers
langs korter weg en zonder kosten het
zelfde. Een oorlog tusschen de democi atische
en concervatieve vrijzinnigen in 1913, wel,
er is niets, wat Kuyper en Lohinau en
Nolons welkomcr kan zyn.
In plaats van onberaden strijd willen wij
dan ook verstandig overleg, dat te eerder
geboden is, omdat wij daarby geen tittel
of jota vao ons beginsel hebben prijs te
geven. Er zijn nu eenmaal districten, die
slechts door een dcmocratischcn vrijzinnige
zullen kunuen worden veroverd; er zijn
er, die slechts aan een couservatieven vrij
zinnige kunnen ten deel vallen. Welnu,
op dien grondslag kan worden onder
handeld.
Gesteld eenshet is om een voorbeeld
to noemen, we zeggen niet dat het zoo
is dat Amsterdam II, Amsterdam VII
en Amsterdam VIII alleen kuunen terug
gewonnen worden door er respectievelijk
een Unie man, een vrij-liberaal en een
vrijzinnig-democraat te candideeren; dan zal
de demooratie daarmee toch zeker heel wat
meer gediend zijn dan daar door ontijdigen
onderlingen strijd de twee zitting hebbende
anti revolutionairen en den christolijk-histo-
rische weer te doeu zegevieren. En daar
naast zal bet parool moeten wezen: Af
blijven van elkaar's zetels; wel, wij zouden
ons verheugen als wy al zooverre waren
als in België, en ook met de S. D. A P.
eene overeenkomst over de zetels konden
aangaan; maar men is in België al heel wat
langer onder den clericalen druk dan by
ons; men zal hier helaas nog eerst wat
meer moeten meemaken. En dan, is het
geene domocratische overwinning, als meu
hot hechtste bolwerk, waarachter het con
servatisme zich than9 verschanst, helpt doen
vallen?
Onze houding tegenover de vrij liberalen
wordt niet weinig vergemakkelijkt door de
wijze, waarop dezen in hunne laatste jaar
vergadering eigen houding voor 1913 heb
ben bepaald. In afkeer van de coalitie, die
ook hen belet zichzelven te zijn, zooals ze
dat ons allen, Links en Rechts, belet, heb
ben zy het zeer juiste begrip gehad, dat
onderlinge strijd der vrijzinnigen uitgesloten
moet wezen. En ze hebben daarvoor de
verzekering gegeven, dat ze zich niet zullen
verzetten tegen de invooring van A. K.,
zelfs al gaat dit niet vergezeld van uitbrei
ding van de bevoegdheid der Eerste Kamer.
Dat wil zeggen, dat, als Links in 1913
weer in de meerderheid komt we ma
ken ons in dit opzicht niet de minste illusies,
maar men moet met alle gebeurlijkheden
rekening houden en er treedt dan een
miuister van Links op, wat o.i. alleen
mogelijk zal zijn als kabinet ad hoe, om
I de Grondwetsherziening te geven, die ons
A. K. brengen moot -, dut de vry—libe
ralen, die dan in do Kamer zitting zullen
hebben, zich tegeu dat pogen niet zullen
verzetten.
Wij vragen of het offer, dat hier ge
bracht is, geen tegeuoffor waard is,-vooral
waar dat kau gebracht worden der demo
cratie ten goede, zonder iets van eigen
beginsel op te offeren.
Is er toch schooner dug voor de demo
cratie denkbaar dan dat van achter de
ministerstafel, de democraten van Rechts
die thans veniinffen in de coalitie, geroe
pen om liunue stein uit te bicogen voor
of tegen Grondwetsherziening, om te ko
nen tot A. K.? We zouden zo wel eens
willeu zien tegenstem meu, en als zo
liet deden, wel, er ware geen boter middel
om het misleide en bedrogen christenvolk
de oogeii te doen openga ui.
Het blijft maai de vraag, of men met
alien ernst wil overwegen, li >e dien dag
voor te bereiden, o( dat men ze door even
lichtvaardige als onverantwoordelijke poli
tiek tot in lengte van dagen wil ver
schuiven.
De Dreigende Oorlog.
Nu de kanBen op het behoud van den
EuropeeBchen vrede er in de laatste dagen
helaas niet op zijn verbeterd, willen wij
onzen lezers oog eens met enkele woorden
uiteen zetten, waarom het eigenlijk gaat.
l)o oorzaak is de Marokko-quaestie.
Eenige jaren geleden bracht de avon
tuurlijke politiek van den voormaiigen
PranBchen minister van buitenlandsche
zaken, Delcasse, ons bijna tot den Euro-
peescheu oorlog. Gelukkig is het gevaar toen
bezworen en dank zij de conferentie
van de mogendheden te Algeciras werd
de Marokko-quaestie in vrede opgelost.
Althans voorloopig!
Nu biijkt 't immers, dat in de Acte van
Algeciras niet alles afdoende geregeld is.
Do Sultan van Marokko zag zijn macht
over de onderdanen geducht verminderen.
Dit was voor de Franschen een welkome
gelegenheid, om hun invloed in Noord-
Afrika belangrijk te vergrooten. Fez werd
door Fransche troepen bezet en onder
de verontschuldiging, dat alles Blechts een
tijdelijke maatregel was, om de orde in
Marokko te herstellen maakte de republiek
alle aanstalten, om 't land geheel onder
Fransche heerschappij to brengen.
De andere mogendheden werden jaloersch.
Nu 't ging lijken op een verdeeliog van
Marokko, wilden zij óók wat van den buit
hebhen.
Spanje ging vooraan met de bezetting
van een deel van 't rijk van den Sultan,
't Gevolg waren protesten uit Parijs en
Berlijn en andere hoofdkwartieren der
Europeesche diplomaten.
Duitschland liet het niet bij papieren
protesten. De Berlijnsche regeerders gingen
blijkbaar van de redeneering uit: „Als ze
allemaal wat willen pakken, dan.,, doen
wy 't ook!"
Schijnbaar om de daar wonende Duitsche
onderdanen te beschermen van een
bedreiging dezer Germanen had men te
voren iets gehoord werd een oorlogsschip
naar Agadir gezonden om dit deel van
Marokko onder Duitsche bescherming
te stellen.
Nu had men 't leven gaande! De Fran
schen verweten den Duitschcrs, dat ze onge
rechtigheden begaan hadden en de Duitschors
wierpen mot evenveel felheid deze beschul
diging naar 't hoofd der Franschen.
Ook andore diplomaten mengden zich in
de twisten.
De spanning was er! Als 't gebeurde conige
tientallen jaron eerder was voorgevallen, had
't wellicht dadelijk tot een oorlogsverklaring
aanleiding gegeven.
Gelukkig denkt men er nu wel eenigszins
anders over en probeeren de belanghebben
den eerst de geschillen in vrede o to lossen.
De onderhandelingen tusschen Duitsch
land en Frankrijk werden ge. pond. D igon
achtereen hebben de Duitsche miuis er vau
buitenlandsche zakco en de Fransche gezant
te Berlijn satnensprekingen gehouden.
't Resulteat was evenwel lie -1 sober. De
lieereti konden tut eeon o'- rnenstenimiii
komen.
De Franséhe g'zan' trok d lafop weer
naar Berlijn, om net Jen Prtjildcut en de
ministers der republiek te overleggen en
de Duitsche minister ouder'handelaar vroeg
uicuwo machtiging aau den Keizer en den
Rijkskanselier.
De Fransche gezant kwam nu enkele
dagen geleden met nieuwe voorstellen
naar Berlijn.
Zijn de berichten juist, dan stelt Frank
rijk aan Duitschland voor:
Frankrijk krijgt de vrije hand in
Marokko.
Het beginsel vau „de open deur"
blijft in Marokko voor alle andere
mogendheden die daar handel drijven,
gewaarborgd (Ook dus voor Nederland).
Ter vergoeding voor het afzien van
alle andere aanspraken op Marokko,
krijgt Duitschland voordeelige compen
saties in den Congo.
Nu is 't de vraag, of Duitschlaud deze
voorwaarden wil aannemen. Er is een
strooming onder de Duitschers, die het wil,
maar ook zijn er Germanen, die aan
Frankrijk uiets willen toegeven en eischen,
dat ook Duitschland een deel van Marokko
zal krijgen.
Do Fransche rogeerdors hebben door do
pers laten verklaren, dat ze geen gunstiger
voorwaarden aan Duitschland kunnen
lees willen! aanbieden.
't Hangt dus nu van Duitschland af.
Helaas voor het behoud van den
vrede is Duitschland niet met de aan
biedingen van Frankrijk tevreden. Wij
hebben reeds melding gemaakt van de
tegenvoorstellen die het, door middel van
den Franschen gezant, naar Parijs heeft
gezonden.
De Temps, gewoonlijk het best ingelichte
blad van Frankrijk, zegt, dat Duitschland
in Marokko ooberedeneerde onaanneme
lijke en onuitvoerbare voorrechten eischt.
Nooit zulleu de mogendheden een Fransch-
Duitsche overeenkomst goedkeuren, welke
van het standpunt uitgaat, waarop Duitsch
land Frankrijk schijnt te willen brengen.
Frankrijk zal Duitschland een algemeen
recht kunnen aanbieden, maar niets meer.
Duitschland.
De officieuse „Norddeutsche Allgemeine
Zeitung" schrijft naar aanleiding van de
stijgende prijzen der levensmiddelen:
De tengevolge der eroote droogte inge-