WEERBERICHT. Thermometerstand STADSNIEUWS. MEDEDEELINGEN VAN HET KONINKL. NED. MET. INSTITUUT. Opgemaakt voorm. 10.50 uur. De Bilt, 15 September 1911. Hoogste barometerstand 772.6 m.H. te Stornoway, laagste 748.7 te Christiansund, Verwachting tot den avond van 16 Sep tember 1911. Zwakke tot matige N.O.- Ijjko tot N.W.-lgke wind. Gesteldheid van de lucht: Half- tot zwaarbewolkt, weinig regen. Temperatuur: Dezelfde, mogelijk nacht vorst. •Barometerstand te AMERSFOORT 764 m M. Vorige stand te 12 uur 763 m.M. te Amersfoort. Hoogste gisterenF. 65 Laagste hedennachtF. 56 Hedenmiddag 12 uurF. 68 AMERSFOORTSCHE BAD- EN ZWEMINRICHTING. TEMPERATUUR van het water op Vrij dag 15 Sept. des 's morgens 7 uur is 60'F. Doch hij zal zijn twaalf duizend guldens wel behouden. Geen enkele telepathist van de velen, die er hier te lande en ook elders zijn, heeft nog begeerte naar het verdienen van dien prijs getoond. Maar wel heeft dat aanbod aanleiding tot veel ge schrijf in Engelsche bladen gegeven. De een redeneert zus, de ander zoo, en per slot van rekening blijven wij even wijs. Zonder twijfel schuilt er eenige waarheid in de leer der telepathie. Iedereen heeft wel eens bemerkt, op zeker oogenblik hetzelfde te denken of te gevoelen als een ander, tot wie of wien men in nauwe ver wantschap staat, maar waarvan men op dat oogenblik is gescheiden. Doch gebeurt zoo iets ooit opzettelijk? Indien men door oefening elkanders gedachten precies kon raden, zou het er slecht voor de telegrafie uitzien. Ja, misschien ging dan de posterij, om reden van zelfbehoud, driest beslag leggen op onze gedachten, die thans tolvrij zijn. Wij zouden dus weinig winnen dooi de kunst van telegrafeeren zonder electri- citeit. Maar toch is het wel van belang om te weten of de telepathie op waarheid berust. Eigenlijk wel zoo belangrijk als te weten, of onze oer-voorouders op vier beenen liepen en een staart hadden. Er zijn ge noeg ernstige mannen en vrouwen, die stellig gelooven aan het overbrengen van gedachten en het doorleven van elkanders gewaarwordingen. Het gaat dus niet op, die zaak als een wassen neus, of een goe dige fopperij, te beschouwen. Zij dienden nu echter deze gelegenheid aan te grijpen om het bewijs hunner bewering overtuigend te leveren. Niet zoozeer om de f 12.000 door den rijken Engelschman uitgeloofd, als wel terwillle van de waarheid. In plaats daarvan lezen wij niets anders dan redeneeringen, die men maar op goed geloof moet aannemen. En de mensch is een geboren scepticus, vooral wanneer bem iets wordt verteld, dat hij niet betasten, zien of controleeren kan. Daarenboven worden de ernstigste onderzoekers wel eens moedwillig op een dwaalspoor geleid. Dat is laaghartig, maar het gebeurt. Eu een bekende Engelsche romanschrijver, Douglas Blackhurn, kwam er pas in de „Daily News" zondor schaamte rond voor uit, 30 jaren geleden drie bekende Engelsche spi ritisten moedwillig bedrogen te hebben. Het waren de sedert overleden heeren F. W. H. Myers, Edmund Gurney en Frank Todmore, die op spiritistische gebied vermaard werden, de laatste, een bekende schrijver, kwam eenigen tijd geleden jam merlijk aan zijn einde, door eigen hand, waarin bekrompen personen een argument tegen het spiritisme vonden. Met hun drieën legden zij zich in 1882 ijverig toe op het bewijzen van de waar heid der leer van de telepathie. Zij gebruikten als medium eeu zekere Smith, toen een jonge man van 19 jaar en een goochelaar, die bij de 6éance3 anderer gedachten en gewaarwordingen precies wiBt te vertellen en tevens een teekening van een der drie onderzoekers in bijzon derheden wist weer te geven. Die zaak trok toen veel aandacht en vormde het ontwerp van veel geschrijf. Maar nu vertelde Douglas Blackburn, die de séancs bijwoonde, dat hij de drie onder zoekers moedwillig om den tuin leidde. Hij kende dien mijnheer Smith en stelde hem aan de heeren voor, na te voren allerhande teekens met hem te hebben afgesptoken, waardoor hij aan Smith mede deelde, wat hij zeggen moest en doen. „Ons plan was hen beet te nemen en daardoor de waarde van dergelijk weten schappelijk ondeizoek te onthullen". Maar dat verzweeg heer Douglas Blackburn jarenlang en al dien tijd liet hij het drietal ernstige spiritisten in den waan, dat het onderzoek, op zijn aandringen beraamd, eerlijk in zijn werk was gegaan. Kan men nu voor zoo iemand respect hebben? Maar dat medium Smith loeft nog en verklaarde in oen interview met een repor ter van de „Daily News", dat Douglas Blackburn niemand anders dan zichzelf had beet genomen en jokte bovendien. Hij 6prak met Smith geen geheime teekens af, gewaagde tegen hem ook niet van een moedwillige fopperij, maar bleek integen deel ernstig aan het onderzoek deel te nemen en aan de resultaten daarvan geloof te hechten. Kortom, de Engelsche roman schrijver, die andere in het zonnetje wilde zetten, sloeg zelf een slecht figuur. En aan zijne bestrijding van de telepathie hecht niemand eenige waarde. Wie wil echter de juistheid dier leer nu eens bewijzen? MenigeeD waagt zijn hals om f 12.060 te verdienen. En wanneer het overbrengen van gedachten mogelijk is, valt die geldsom gemakkelijk genoeg te verdienen. Tijdschriftenstatistibk. Volgens de statistiek van 't Internationale. Instituut van Bibliographie bestonden in 1908 in Frankrijk 8940 tijdschriften, in Duitschland 8050, in Engeland 4329, in Italië 3068, in België 2023, in Rusland 1661, in Nederland 1402, in Spanje 1350 en in Zwitserland 1332. Bond van Orde. Gisterenavond werd in „Ons Huis" een vergadering gehouden, uitgeschreven dooi de afd. Hilversum van den Bond van Orde, met het doel te komen tot oprichting eener afdccling Amersfoort van dien Bond. De voorzitter der afd. Hilversum, de heer A. E. F. Vermeulen opende de bijeen komst met een hartelijk welkom en wees er op, dat de agenda veel belangrijks be vatte voor den Bond van Orde en voor het personeel der H. S. M. te Amersfoort. Het nut, doel en streven van den Bond zou worden uiteengezet door de Hoofdbestuurs leden v. d. Bos en Venings. Do heer v. d. Bos verklaart zelden met meer genoegen naar een bijeenkomst te zijn gegaan als heden naar Amersfoort en wel na.u- aanleiding van hot stuk, getiteld „Een terugblik" door eenigo Amcrsfoortsche leden in het Vliegend Wiel geplaatst. Daarin wordt beschreven hoe hier vroeger een afd. bestond en tevens het verlangen in uitgesproken hier weer een afdeeling te krggen. Op verzoek van de afdeeling Hil versum heeft Spr. dan ook gaarne op zich genomen duidelijk te maken, hoe dringend noodig aansluiting van allen is. De aan sluiting geschiedt vaak op verschillende motieven, maar de hoofdzaak moet zijn onderlinge hulp. Dat wordt wel eens te veel op den achtergrond gedrongen door bijzaken. In de eerste plaats nu moet er naar eenheid gestreefd worden. Daarom moet de vereeniging het vertrouwen heb ben van de leden en van de directie. En dat laatste is het geval met den Bond van Orde. Meermalen heeft de D. G. verklaart den Bond te zullen steunen. Spr. wil dan ook zeggen, dat de Bond de besto veree niging is, juist omdat hij het vertrouwen bezit van de directie. En de goedkoopste is hij, daar de contributie slechts 3 cent per week bedraagt. Daarvoor krijgen de leden het orgaan en worden hun belangen behartigd door mannen, die dit doen uit zuivar plichtsgevoel. In theorie kan ieder wel voor zijn eigen belangen opkomen, maar de praktijk leert dat wel anders. De Bond nu is de bemiddelaar tusBchen do directie en het personeel. Waarom sluiten dan nog zoovelen zich niet aan Jen gaan liever in vereenigingen en klubjes, die meer eigenbelang zoeken of zaken behartigen die met dan spoor wagen niets te maken hebben? Is het om don naam of omdat het Bestuur niet geschikt is? Gaarne zal het tegenwoordige bestuur dan plaats maken voor een ander. Er kunnen ook andere redenen zijn, nl. het buitensluiten van alle politiek en gods dienst. De Christelijke vereenigingen wei ken ongetwijfeld wel goed, maar zij sluiten te velen uit. Spr. zou volstrekt geen gods dienstloos personeel verlangen, maar wil de godsdienstige belangen afzonderlijk be hartigen. De leiders der Christelijke ver eenigingen zien dat ook wel in, maar gaan toch huH gang, uit vrees, dat de politiek do overhand zal krijgen. Maar die vrees is voor den Bond van Orde totaal onge grond. Ook doen do Christelijke vereeni gingen wel veel goeds door de kwade praktgken van het socialisme te bestrijden, maar do belangen van het personeel moeten behartigd worden door alten. Ingrijpende veranderingen toch moeten door het over- groote deel van het personeel worden gewild. De Bond van Orde is de vereeniging voor allen, die don ordelijken weg willen bewandelen. De Bond is dan ook tot vele goede dingen in staat, maar daarvoor is noodig aller medewerking. Eigen mee ning behoeft men volstrekt niet weg te houden, integendeel door wrijving van ge dachten komt men tot het ware. De Bond heeft mooie plannen, maar er is gebrek aan belangstelling. Dit kan veranderen als allen begrijpen, dat een vakvereeniging noodig is, die voor aller belangen kan en wil opkomen. Daarvoor zijn allen noodig, ambtenaren zoowel als beambten. Wil men zich niet gezamenlijk vereenigingen, laat men het dan afzonderlijk doen. ook daar voor is in den Bond plaats. De sterkere is verplicht de zwakkere te helpen; aan eensluiting is daarvoor dringend noodig. Geen vakblad kan men in handen uemen of er staan klachten in. Veel is reeds geschied door do klachtencommissie, dat tot dankbaarheid stemt, maar meer zou kunnen worden gedaan. Een rapport inzake wijzigingen omtreut de bepalingen van hot personeel is saamgesteld. Daar moet toch ieder aelang in stellen. Wel moppert men op de werkplaats, maar wat geeft dat? Men brengo de klachten bij den Bond, dan zal voor eeu bcvredigonde oplossing worden zorg gedragen. De supe rieuren moeten worden overtuigd, dat de dienstvoorwaarden wijziging behoeven met de verandering dor tijden. Ten slotte wijst Spr. op het fonds „Hulp eu nood" waardoor verscheiden leden zijn gesteund en geholpen en dat dient om den ouderlingen band te versterkon. Bij het debat betwijfelt de heer v.d. Gang of de belangen van een zoo uitëenloopend personeel wel door één vakvereeniging kunnen worden behartigd. De heer G r a a f f wijst op een nog goedkoopere vereeniging dan de Bond van Orde. nl. do groepsvertegewoordiging. Naar zijn meening is het overbodig lid te worden van den Bond, omdat de menschen bij de groep hun bezwaren kunnen brengen. Feitelijk zijn dan ook alle bonden over bodig. Na de staking van 1903 hebben de reglementen de rechtspositie tamelijk goed geregeld. Jammer vindt hij het, dat de Ned. Vereeniging getracht heeft de groepsvertegouwoordiging onmogelijk te makeD. Nu ligt het op den weg van het personeel die groepsvertegenwoordiging goed te maken, die zal dan beter hun belangen kunnen behartigen bij de directie. Ook loopen z. i. de belangen te veel uiteen. De werkman staat meestal lijnrecht tegenover een superieur, niet uit een oogpunt van klassenstrijd, maar zijn belang biengt het mee. De heer van Lunteren wijst erop, dat de Christelijke vereenigingen geen verdeeldheid willen maar gaarne samen werken willen voor zaken van algemeen belang. In zijn antwoord wijst de heer v. d. B o 8 er op, dat de Bond van Orde zeer goed heeft ingezien, dat er groepen zijn, die speciale belangen hebben. In de Bondsvergadering van 19 lO, is die zaak dan ook behandeld, met gevolg dat gele genheid is gegoven tot oprichting van vakafdeelingen. Wat het gesprokene door den heer van Lunteren betreft, stelt Spr. op den voorgrond, dat alle mogelijke verschillen moeten worden vermeden.Gaarne neemt hg nota van de toezegging omtrent samenwerking, van den heer van Lunteren. De bond heeft dat niet steeds mogen ondervindon. Hierna is het woord aan den heer Venings, die er op wijst, dat de Bond klachten en verzoeken gaarne bij de directie aanhangig maakt, maar nadrukke lijk wil hij er op wijzen, dat men nu niet moet denken, laat ik lid van den Bond worden, dan krijg ik gehoor. Dat niet. Wel wil dc Bond gaarne gegronde klach ten oplossen, tot in directiekamer toe. maar daarom krijgt men ook wel eens een afwijzende beschikking. Maar dan heeft men nog dit voordeel, dat men weet waarom een verzoek niet wordt ingewilligd. De opmerking van den heer Graaft, die er zijn verbazing over uitsprak, dat er nog bonden zijn, vindt spr. naïef. In het Sjarig bestaan van den Bond heeft hij wel ge leerd, dat de Bond noodig is. Een eenling beteekent niets, eerst vereeniging brengt kracht. Men leert in oen bond elkaar tevens beter kennen. Baas en werkman staan daar als menschen naast elkaar. Men moet niet tegenover den patroon gaan staan, maar trachten samen te gaau. Dat is het doel van den Bond. De bedoeling van de directie is ook, dat de superieuren met het personeel omgaan op eon wijze, die strekt tot belang der maatschappij en dus ook van het personeel. En nu komt aan de groepsveilegenwoordiging juist nog veel te kort. Zij staan afgezonderd en hebben geen verbinding met elkaar en daarom is juist de Bond opgericht. En wat de Bond kan doen, blijkt hier uit. Een dag of 14 geleden is bij den Bond een verzoek ingekomen uit Amersfoort Veel slachtoffers van 1903 zijn nl. weer bjj de H. 8. M. werkzaam gesteld. Maai de dienstjaren voor pensioen tellen pas na 1903 mee. Nu heeft de afdeeling Amersfoort, voor ze geboren was, reeds een verzoek ingediend om geuade voor recht te doen gelden en den menschen datgene te geven, waarop ze op grond hunuer dienstjaren aanspraak mogen maken. Het Hoofdbestuur heeft dat verzoek door gezonden aan de directie en daarop is antwoord ontvangen, «lat bij de nieuwe pensioenregeling met den uitgespro ken wensch zal worden rekening gehouden, waaruit volgt, dat ook de jaren vóór 1903 weer zullen worden meegeteld. Dat bewijst, dat wanneer een vereeni ging behoorlijk weet op te treden, veel nuttigs kan worden verkregen. Spreker releveert nog een en ander uit het werken van den Bond en bestrijdt dan de oprich ting van cathegorische vereenigingen. Ten slotte wijst hij op de tegenwerking die de Bond ondervindt en op het vele, dat omtrent zijn bestuurders wordt verteld. Hij hoopt, dat zoo niet allen lid worden, toch ieder de vergadering zal verlaten met een gevoel van waardeering voor hetgeen de Bond beeft gedaan. De Voorzitter brengt den spreker dank als ook deu heer v. d. Bos en stelt voor over te gaan tot oprichting der afdeeling Amersfoort. Geen der aanwezigen verklaart zich daartegen, waarna do vergadering wordt gesloten en aanstonds een huishou delijke vergadering wordt gehouden der afdeeling Amersfoort. Het voorloopig bestuur onzer afdeeling wordt saamgesteld als volgt: J. D. Slin gerland, Voorzitter; J. Ph. Wensink, secre taris; C. J. Claassen, penningmeester; J. Holtman Jr. en H. C. de Jong, Commis sarissen. Men vestigt er onze aandacht op, dat het niet doorgaan der inkwartiering bij particulieren, alleen de manschappen be treft. De officieren zullen evenals oorspron kelijk het plan was wel worden ingekwar tierd. Zij die daarvoor in aanmerking komen zullen dan ook wel spoedig daaromtrent bericht ontvangen. Naar wij vernemen vertoeft hier ter stede, sinds eenigen tijd de gewezen- Benedictijner, priestor van Kempen, ge boortig uit Vlijmen, die de roomsche kerk verlateu heeft en zich aan 't Seminarie der Clcrosie bekwaamt tot oud-katholiek geestelijke. Door Burg. en Wethouders is voor den tijd van één jaar benoemd tot stads- aanplakker G. van de Pijpekamp. Eveneens is voor den tijd van een jaar benoemd tot keurmeester van de visch G. Huyer.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1911 | | pagina 2