RIJWIELEN en AUTOMOBIELEN.
tiEHK. NEFKENS - AMERSFOORT
JAN JAARSMA'S HAARDEN
E.M. JAARSMA'S
TURENNE
GODIN
Kampstraat 36-38. - Amersfoort
c73. «A. vanJtuijvon Zoon.
i
I
f
JA ARS MA HAARDEN
TURENNE HAARDEN
Vulkachels in alle modellen en prijzen bij
w. van den donker
Alle week-abonnés op dit blad. die in het bezit zijn eener verzekeringspolis, zijn volgens ce bepalingen in die polis vermeld,
tegen ongelukken verzekerd voor een bedrag van:
2000 levenslaage 400 biJ
Amerikaansche Vulkachels. - lersche geemailleerde Kachels.
Reukelooze petroleum Kachels - Vuurschermen - Tegelplaten
- Vulemmers - Bedkruiken - Fornuizen. -
Fabrieken van Melkproducten.
F. S. vaa
Meubelmakerij. Stoffeerderij
A. H. van Nieuwkerk,
J A. GOVERS, voorheen W. UTENS,
Eerste klasse Reparatie-Inrichting.
MAISON L'HIRONDELLE
- W. VAN ROSSUM -
48 LANGESTRAAT 48
ENGELSCHE CHAPELLERIES
Van de jufrouw, die mede aan
tafel mocht eten.
GULDEN bij 0r-/"N GULDEN bij GULDEN bij GULDEN bij GULDEN bij
300 vei'lie# TaD 40\J verlies van J öO Ter'*es Tan 60 Terl>e« van Q verlies van eiken
hand of voet. één oog. een diim. een wijsvinger. anderen vinger.
GULDEN bij GULDEN
ongeschiktheid. overlijde».
Uitkeering dezer bedragen- is gewaarborgd door THE OCEAN ACCIDENT GUARENTEE CORPORATION Ltd., Directeur voor Nederl. Edward Heijman, Oude Tnrtmarkt 16, Amsterdam
.aiinjM
Amrriforha.
AMERSFOORT EN HARDERWIJK.
Contrftle van <len Heer
W. A. VAN 1)ES BOVEjKKAJIP.
Uitsluitend prima Melkproducten.
Ziektekiemvrije Melk
uitsluitend in flesschen.
Koffie- en Slagroom Karnemelk.
Boter-ftijkscontrêle f 1.85.
Lavendelstraat 2
- VARKENSLAGERIJ -
FIJNE YLEESCHWAREN. f
OMLIJSTEN VAN
PLATEN EN TEEKENINGEN.
REPARATIE-INRICHTING
VOOR MODERN EN A N TI E K.
SOLIEDSTE ADRES.
Aanbevelend:
BEEKSTRAAT 14 AMERSFOORT-
Bekroningen.
Breda 1876. Utrecht 1910.
Langstraat 119.
Schoenen naar Maat.
Specialiteit in Rijlaarzen.
FEUILLETON.
door
ERNST VON WOLZOGEN.
21)
Hij legde lijn hand op hare smalle
schouders en gaf haar een vriendschap-
pelijken stomp. „Kom, Noraatje, boud
op! Wind je niet zoo op. Het zal wel
niet zoo erg zijD."
Zij schudde het hoofd en liet zich op
den divan vallen. Zij woelde haar ge
zicht in de kusseüs on gaf zich geheel
aan haar namelooze ellende over. En
neef Bernhard stond daarbij en kon noch
haar noch zichzelven helpen. Met de
haDden het gevest omvattend stond hij
daar en staarde het snikkende meisje aan.
Uilgaan kon hij niet met haar iu dezen
toeBland, dat was hem duidelijk, zelfs
als zij zich bekoorlijk kleedde. Maar met
die behuilde, roode oogen en dat bleeke,
smalle gezichtje, die magere armpjes
ja, nu viel het hem in, hoe hongerig
zij er uitzag. En als bakviech was zij
toch altijd zoo kDap geweest en wanneer
zij dan op straat andere dienstmeisjes
ontmoetten, die haar kenden en die baar
lachend aanzagen - ontzettende gedach te
Maar nu dadelijk weggelooopen en het
arme ding zoo zonder troost aan zichzelf
over te laten dat ging toch niet. Hij had
eigenlijk toch altijd veel van haar ge-
houdeD, van die snibbige Nora. Dat zou
een te liefdeloozeu indruk gemaakt
hebbou, wanueer hij voor hare traneu
zoo laf -are weggeloopen. Hij gespte
dan ziju sabel af, zette die iu een hop.k
en zette zich naast haar op deu divau.
Toen zij uog altijd niet ophield met
snikken, besloot hij eindelijk haar iets
vaster bij de schouders te pakken en
haar zacht te schuddeo. „Houd nu dan
toch op, eide hij ongeduldig, „gij maakt
mij ziek. Vertel mij liever. Spreek je uit,
dat zal je goed doeu,"
Toen richtte zij zich op, sloeg de
armen om zijn hals en vlijde zich aan
zijn borst. Zij kou niet dadelijk spreken.
Maar zij hield op met BnikkeD. Langza-
merbaud begon ook haar hart minder
te bonzen en zij begon ook weer kalm
adem te halen. Zij hief het hoofd op,
zuchtte en droogde de traneD. „Vergeef
mij," sprak zij zacht, „ik heb in bet
geheel geen weerstandsvermogen meer."
Hij drukte haar broedel^' aan zich
eu zeide op een toon van oprecht mede
lijden: „och, arm diug. Zeg toch, wat
kwelt je zoozebrf Kan ik iets voor je
doen?"
Zij glimlachte droevig. „Ik zou wer
kelijk niet weten, wat gij voor mij zoudt
kunnen doen, maar het is nu goed, dat
gij hier zijt Ik dank je van ganscher
harte, dat gij gekomen zijt. Blijf nog
een beetje, ja? Ik heb zulk eeD angst,
als ik alleen beu ik geloof, dat ik
in staat zou zijn mij op te hangen of
iu hel water te springen."
Het was wel een hard gelag voor den
armen jongen, den schoonen Zondag
middag er aan te wagen, maar hij was
(amilit-ziek en voegde zich zonder morren.
Terwijl hij met zijn bontgeranden batisten
zakdoek, welke hij koket in de manchet
had zitten, de sportn der bittere meisjes-
trauen van zijn nieuwe atilla afwischte,
verzocht hij haar nogmaals hem haar
leed mede te deeleu. En toen vertelde
zij hem alles.
Nooit van zijn jonge leven had Bern
hard Mahr, de joDge doctor en reserve-
wachtmeester der hemelsblauwe huzaren,
ook maar vijf minuten van zijn kostbaren
tijd er aan liesteed z:eh in den zielstoe
stand vau slecht behandelde dienstmeisjes
te "erdiepeD. En nu was zijn eigen nicht
zoo eene de vroolijke gewikste Nora
Wacherbartb, die hem ïuzijn gymoasiura-
tijd zoo dikwijls als monster van leer
gierigheid en goede levens opvatting
was voorgehouden. „Maar waarom laat
gij je dat welgevallen f' stoof hij op,
toen zij haar verhaal gedaan had. „Nu,
weet je, ik in jou plaats had het wijf
reeds laug den boel voor de voeten ge-
worpeD. Weet je wat, pak je bagage en
ruk uit. Op staanden voet. Als zij tehuis
komen vinden zij het nest ledig. Je laat
huu een biljet doux achter, waarin gij
in korte woorden je redenen uiteen zet.
Drie regels ziju daarvoor voldoende, zou
ik meenen."
„Ik heb ook reeds daaraau gedacht,"
zeide Nora. „Maar ik weet uiet waarheen
ik zal gaan. Wat zal mijoe moeder met
Stoomdrukkerij A. W. H. Eymann, Kleine Haag 6,
mij aanvangen? Wie kan weten, of ik
spoedig een betere betrekxing krijg,
zonder diploma's en getuigschriften, zooals
ik ben. Eu dan heb ik aan deu heer
regeerii gsrr ad op deu hand beloofd, dat
ik althans wil uithouden tot na de be
valling. Het is mogelijk, dat mevrouw
dau anders zal worden. Gusta zegt wel
is waar van uiet, maar. Zij haalde
de schouders op eu liet den ziu onvol
tooid,
De neef zette een zeer peiuzeud ge
zicht en dan zeide hij, heftig aan zijn
snor trekkend: „hm ja, vervloekte ge
schiedenis. Wanneer ik niet op manoeuvre
was, zou ia je bij mijn hospita of ergeus
elders kuuuen onderbrengen. Dat wil
zeggen, het geld zit bij mij ook uiet
dik, maar, wanneer ik weer te Leipzig
beD, zal ik in de professorsfamiliên rond
zien. Daar moet toch wel wat geschikts
voor je te vinden ziju, zou ik denkeD."
Zij drukte hom de haDd. „Gij meent
het goed, Bernhard, ik dank je. Maar
ik geloof niet, dat je aanbeveling veel
zal uitwerken. De menschen zouden
denken dat gij nevenbedoelingen hebt.
Nichtjes zijn altijd verdacht."
„O zoo," zeide hij lachend. „Nu, weet
je, dat is toch wel in dit geval.Hij
hield op. Uitgesloteo" kon hij toch
niet goed zeggen.
(Wordt vervolgd),