DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN. "buitenland. No. 289. MAANDAG 11 DECEMBER 1911. 8e JAARGANG, hi Kat en Muis, DE EEMLANDER. Hoofdredacteur: Mr. D. J. van Schaardenburg. Bureau: KliKINK 11 ittJ li. Telel. luiere. 18S. Abonnementsprijs: Prijs der Advertentiën: Per jaarf 4.Franco per post id. f.ü.60. Per 3 maanden id. f 1.Franco per post id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05. Van 1 tot 5 regels f 0.40. Voor iederen regel meer f 0.08. Buiten het Kanton Amersfoort per regel f 0.10. (Bij abonnement belangrijke korting). Tot plaatsing van advert, en reel, van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „nitsluiteud" gerechtigd het Alg Siunen-en Buitenlandsch Advert.- bureau D, Y. ALTA, Warmoesstr. 76- 78 Amsterdam 'n Roodharige kat gevoelde zich jeens zeer aangetrokken tot 'n vroolijk troepje witte muizen. De muizen stelden die vriend schap op grooten prijs en noodigdon de kat uit tot bijwoning van huu verjaardags fuif. De invitatie werd door poes met graagte aangenomen. Het festijn was zeer vroolijk. Poes en muizen konden het opperbest met elkaar vinden en ze speelden en stoeiden en zongen. 'n Kat is echter niet vooi zanger in de wieg gelegd en zoo zong ook onze poes 'n afschuwelijk lied. Maar de muizen hoor- deu dat niot en applaudiseerdeu. Op die kattenmuziek kwamen ook anderen toegeloopen, die zich ten zeerste ver wonderden over het zonderlinge gezelschap en niet nalieten de witte muizen te waar schuwen voor hun gevaarlijken vrieud. Haar daar was poes niet erg over ge sticht; „wat bemoeit gij u met onzo zaken, ik speel hier met m'n eigen kindertjes; het zijn geen witte muizen maar roode katjes; óf gij zijt te dom om dat te zien óf gij zijt te kwader trouw en zijt zelf wat van zins tegen mijn kleine kindertjes; ik zal ze beschermen en op 'n veilige plaats btengen tegen uw booze plannen". En meteen grijpt poes de kleintjes, geelt ze 'n knauw ja poes heeft gelijk, ze zijn niet wit maar rood dank zij poes' scher pe tanden en bergt ze veilig in z'n kattemaag Uit het H emelsciie Rijk. Is het niet oen merkwaardig geval dat een volk dat nauwelijks meetelde in de geschiedenis der beschaafde natiën zoo krachtig in beweging komt, dat uieu spreekt van de verdrijving der eeuwenoude dynastie en zelfs van de republiek De snelheid waarmede de beweging groeide was wel geschikt om verbazing te wekken. Groote steden vielen in handen van de opstande lingen. Het keizerlijke leger was niet be stand aanvankelijk tegen de ongeiegelde scharen der rebellen. Vele. troepen liepen over. Hóe was dat te vorfelaren De ver klaring komt eindelijk. Vkj- men den op stand noemde van een volk teg'è'n de Hancls- sjoes blijkt in hoofdzaak te zijn het verzet van de aanzienlijken in de provincies, van de notabelen tegeu de maatregelen der regeering. De Chineesche regeering wilde haar gezag versterken door dat van de groote heeren in de provincie te verminderen. Zij streed den zelfden strijd die eens Europa heeft beroerd, als de vorsten trachtten de edelen, die zich alle rechten aanmatigden voor zich te doen buigen. De provinciale grootheden maakten gebruik van de vele grieven der Chineezen om hen op te ruien tegen do Handsjoe- dynastie. Zij wilden zich zooveel mogelijk onafhankelijk maken en proclameerden de onafhankelijkheid van het volk. Deze notabelen vonden steun bij de jongelieden die naar Japon of naar Ame rika waren geweest. In zeker opzicht heeft de Chineesche icgecring den opstand be gunstigd door jonge Chineezen naar Japan te zenden. Zij zagen daar, hoe een Oos- tersch volk in korten tijd er in geslaagd is zich een groote plaats te vetwerven onder de zon. De Japanners, niet weinig trotsch op die plaats, op hunnen rang onder de mogendheden, het verhond met Enge land, de opneming daardoor van hun laud onder de staten din de wereld beheerschen behoefden zich niet veel moeite te geven om de jonge studouten de voortreffelijkheid te bewijzen van hun instellingeu, de ach terlijkheid van Chiua. Deze achterlijkheid was natuurlijk grootendeels toe te schrijven aan de regeeriug. De jonge Chinees, naar Japan gezonden om do wetenschappen van het Oosten en uit de tweede hand die van het Westen te beoefenen, keerde naar China terug als een vijand der gevestigde instellingen. Audere jonge lieden gingen naar de Vereeuigdo Staten. Dat was het gevolg van den opstand der Boksers. De Ver- eenigde Staten stelden, toen daaiaan een einde was gemaakt, den eisch, dal telken- jare honderd jonge Chineezen naar Amerika zouden gezonden worden. Daar maakten zij kennis met eene republiek, die hun aangeprezen werd als de idcalo regeerings- vorrn, want de Amerikaan is heilig over tuigd, dat bij hen alles in de beste orde is en ter wereld nooit grooter man heeft geleefd dan Washington. De jonge dweepers mét vrijheid en volks ontwikkeling, uit Japan en de vereenigde Staten teruggekeerd, sloten zich onmidïle- lijk aan bij do notabelen die immers eene hervorming wilden. Zij wilden verder gaan. Zij zwoeren de Mandsjoes af, lieten hun staart, hun als teekon van dienstbaarheid door de regeerende kaste opgedrongen afnemen en proclameerden do republiek. Als de regeering over genoeg trouwe soldaten had kunnen beschikken zouden de zaken een anderen loop genomen hebben. Maar de slechtbetaalde troepen waren ontevreden en zelfs de beste als die uit Tsjili onbetrouwbaar. De opstande lingen behaalden de eene overwinning na de andero. Toen beleed de keizer, ten aanhoore van het volk zijne groote schuld, Joean Sji Kai keerde te Peking terug en werd met verstrekkende bevoegdheid uit gerust. De weifelende troepen uit Tsjili ook onderwierpeu zich aan het keizerlijke gezag. Maar het staat nog niet stevig. De prins-regent heeft zijne betrekking neer gelegd. Do keizerlijke troepen hebben hier en daar voordeden behaald, maar Nanking is in de macht der republikeineu gelijk de opstandelingen zich gaarne noemen. Joean Sji Kai is er in geslaagd een wapen stilstand te treffen met de hoofden der tegenpartij, die tot 23 December zal duren. Het voorparlement te Peking beraadslaagd. Misschien vindt men eene oplossing van de moeilijkhedeu. En dan gaat naar alle waaischijnlijkheid China eene nieuwe periode tegemoet. Tangsjaoji is naar Woetsjang vertrokken met volledige bevoegdheid, hem door Joe- ausjikai verleend, om met de opstandelin gen te onderhandelen De regecring ver wacht, dat de opstandelingen een beperkte monarchie zullen aanvaarden en is bereid in een schikking te treden. Aan de vreemde gezantschappen gelooft men, dat het einde van den opstand in het vooruitzicht is. De keizerlijke troepen hebben Tatoengfoe her- I nomen en de opstandelingen uiteengejaagd, die naar Teijoeanfoe terugtrokken. De Oorlog. I Volgens een telegram aan de Presse- i Centrale (een niet altijd even betrouwbaar nieuwsbureau), uit Wadi el Goena den j 9eu December verzondeo, heeft het Turksche hoofdkwartier heslóten, een beslissenden aanval te doen op de Italiaansche stellin- i gen. Via Egypte en Tunis zijn 10 kanonnen aangekomen, die reeds opgesteld waren, oai ook de Italiaansche oorlogsschepen te beschieten. De gezondheidstoestand in het Turksche kamp is uitstekend, niettegen staande het grootste gedeelte van de troepen zich met brood alleen moet voeden. Wadi el Goena ligt aan de grens van Tunis. Daarheen werd dit telegram ait Tripoli gebracht door een kameelruiter. Uit Konstantinopel wordt aan do Politi- sche Korrespoudeuz te Weeneu geseind, dat de Porte de doorvaart van handels schepen door de Dardanellen gedurende den nacht verboden heeft. De correspondent van de Frankfurter Ztg. te Konstantinopel seint: Rusland is er verre van, zich door de weigerende houdiug van Turkije ten opzichte van ziju verlangen, de zeeëngten voor Russische oorlogsschepen open te stellen, tevreden te laten stellen. De meermalen geuite ver onderstelling, dat men hier met een „ballon d'essai' te doen heeft, is ditmaal niot juisl. Niet afgeschrikt door de weigerende hou ding van de Porte, zet Rusland zijn stappen in Konstantinopel voort In diplomatieke kringen wordt verzekerd, dat een Europeesche conferentie tot her ziening der verdragen betreffende de zee ëngten te wachten is. Do prefect van politie te Smyrna heeft de Italiaansche onderdanen gelast binnen vijf dagen het land te verlaten, overeen komstig het besluit van de Porte om de Italianen te verbannen uit de versterkte plaatsen. Een correspondent van do Matin seint over de terechtstelling van 14 Arabieren: Zonder eenig verzet, sommigen fier, anderen berustend, zijn de rebellen van de dagen vau 23 en 26 October naar de strafplaats gegaan. Om halfvijf werd hun zwijgende groep voor de zuilengaanderij op een rij gezot en het is hier, dat zich de meest droevige oogenblikker. van dit gerechtelijk treurspel vooi deden. De veroordeelden moesten de drie trappen opgaan, die hen naar de plaats geleidden, welke hun was aangewezen. De uitvoering scheen niet gemakkelijk. Zij waren veertien in getal, vergezeld ieder van twee zaptiehs, en indien zij niet die schoone verachting voor het leven hadden bezeten, waaraan wij, bewoners van het Westen, niet kunnen raken, omdat wij het fanatisme niet meer kennen, vraag ik mij af, welke verwarring zich niet zou hebben voorgedaan. Maar gedwee, terwijl een van hen niet ophield zijn gebeden tot Allah te richten, legden zij hun laatste schreden af. Om 4 u. 46 waren de veertien strikken om den hals gelegd. Een minuut later werden de planken van de galgen, waarop de veroordeelden stonden, met een ruk weggeduwd. De aanroepingen van Allah hielden plotseling op: con lichte ziiwaartsche beweging van elk lichaam en het is gedaan. Ik ben om 8 uur op de plaats van de terechtstelling teruggekeerd om de gelaats uitdrukking van de menigte Arabieren te zien; maar wie kan zich vleien de gevoe lens te doorzien, welke zich achter deze maskers verbergen? Duitschland en Engeland, De officieele „Nordd. Allg. Ztg.' schrijft in haar weekoverzicht van Zaterdag, dat de mededeelingen, welke in de sluitings zitting van den Rijksdag, door den rijks kanselier gedaan zijn, over de Duitscli- Engelsche besprekingen tijdens de Marok- ko-onderhandehngen, ia nationalen zin vereenigend hebben gewerkt, en dat de herschenscliim eoner deemoedige houding der Duitsche diplomatie, door hot openlijk bekend worden van de bijzonderheden van het diplomatieke verloop, verdwenen is. Bij den eensgezinden wensch naar vrede en vriendschap met Engeland, zullen wij, na de woorden van den Rijkskanselier moeten afwachten of Engeland bereid ia, zijn begeerte naar betere betrekkingen in zijn politiek op positieve wijze tot uiting te brengen. Bij de beraadslagingen in de be grotingscommissie heeft de afgevaardigde Bebel de vraag gesteld ot het waar waa, dat Sir E. Grey in het ouderhoud, loopend over de banketrede van den kanselier der schatkist Lloyd George, tot den Duitschen gezant gezegd zou hebbeD: „ga naar huis en stel u gerust." Naar vau zelf spreekt, hoeft het gesprek tusschen beide diplomaten niet in dien vorm plaats gehad, als de sociaal-democratische gemoederen dit af schilderen; echter zijn bij het onderhoud tusschen Metternich en Grey do gewraakte woorden, noch naar de lettor noch naar den geest gebezigd. Een nieuwe ylootbasis aak de Noordzee? Uit Berlyn wordt aan de Kieler Neueste Nachrichten gemeld, dat de Duitsche regee ring vau plan is, tegen 1813 een deel van de oorlogsmarine naar Embden over te brengen en bij Larrelt, niet ver van Emb den, binnen de oorlogshaven een kazerne te bouwen voor 12,000 mau van verschil lende regimenten. Aanslagen. Tc MiVnchen-Gladbach hebben politie en Openbaar Ministerie getrncht opheldering te brengen in een drietal geheimzinnige pogingen tot het plegen van een aanslag tegen drie hooggeplaatste rechterlijke ambtenaren. Met de eerste post kregen Zaterdagochtend de officier van justitie, de substituut en de president van bet „Landgericht" ieder een klein, cylinder- vormig pakket, 25 cM. lang en 5 cM. in doorsnede, dat, naar uit het onderzoek bleek, 100 gr. ontplofbaie stof en 50 gr. koper en lood bevatte. Daar in de rol ook een lont was, verbonden aan het touw, waarmede het pakket aan den buitenkant was toegebondon, bestaat er geen twijfel, of er was een aanslag bedoeld op de drie ambtenaren. Toevallig heeft geen van de drie het touw van de rol afgetrokken, doch het doorgesneden, zoodat de lont niet ontplofte,

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1911 | | pagina 1