Bijvoegsel behoorende bij DE EEMLANDER van Zaterdag
16 December iqii.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
ALLERLEI,
De Oorlog.
Een nieuwsbureau te Weeneu, dat in
relatie staat met goed ingelichte militaire
kringen, geeft het volgende beeld van den
oorlogstoestand: „Het succes bij Aïu Zara
heeft het Italiaansche legercommando doen
besluiten tot een krachtigen aanval op
Cyreuaika.
Een zeer bloedig nachtgevecht tusschen
de bij Benghasi liggende Italianen en de
Turken, ouder oommando van Enver-Bey,
opende de Italiaansche aanvallen. De strijd
eindigde met den terugtocht der Turken.
Vermoedelijk zal het binnen enkele dagen
tot een ornstig gevecht komen.
Tot nu hebben de Italianen geen noe
menswaard succes in Cyrenaika behaald.
Do Turken krijgen voortdurend verster
kingen aan troepen en ammunitie uit
Egypte."
Van beide kanten komen weer klachten
over wreedheden.
Het Turksche ministerie van oorlog heeft
aan de Agence Ottomane een officieel
telegram van den commandant van de
Turksche troepon in Benghasi doen toe
komen, waarin bevestigd wordt, dat de
Italianen, in strjjd met de bepalingen van
de Haagsche conventie, met dumdumkogols
geschoten hebbon. Do commandant is over
tuigd, dat de Italianen dit niet meer zullen
durven ontkennen, nu hjj kisten met dutn-
dumkogels heeft buit gemaakt en die den
minister van oorlog heeft toegezonden.
Verder zegt hij, dat de Italianen op het
slagveld hebben huisgehouden als wilden,
als geraffineerde barbaren.
Uit Rome wordt aan de National Zeitnng
geseind: „De bezetting van Tadjoera gaf
den Italianen gelegenheid opnieuw wreed
heden te constateeren, door de Turken
gepleegd op gewonden en gevangenen uit
de gevechten van 23 October. Men vond
de lijken van verschillende Italiaansche
soldaten, die gekruisigd waren, terwjjl van
andere Ijjken de handen afgehouwen waren
Duitsche stbun aan
dk portuqkesche monarchisten?
De Fransche socialistische Humanité, bet
blad "an Jaur&e, had dezer dagen een
„onthulling" over beweerde hulp en steun
die door de Duitsche Regeering aan de
opstandelingen in Portugal zou zjjn ver
leend. De officieuze Nordd. A]gm. Ztg.,
geeft op deze „onthulling", die naar het
blad schrijft, „niettegenstaande haai Car-
navalistisch karakter door de Vorwirts en
andere bladen trouw werd nagedruks", de
volgende rechtzetting en démenti:
Wat betreft de bewering, als zouden met
medeweten der Duitsche Regeering in de
Hamburger baven twee schepen met wapens
en ammunitie hebben gelegen, die bestemd
waren voor de Portugeesche royalisten, zijn
de feiten aldus: Den 18n October deeldo
de Duitsche gezant te Lissabon mede, dat
de Poriugeesche Regeering meende te we
ten, dat er zich te Hamburg twee Portu-
geezec, leiders de monarchistische tegen-
revolutie, ophielden, bljjkbaar om daar
oorlogsschepen of oorlogsmateriaal op te
koopen. De Duitsche Regeering liet toen
onmiddellijk ter plaatse een onderzoek in
stellen. Toen bleek dat de beide uit Lissa
bon gesignaleerde Portugcezen, wel onge
veer medio October in Hamburg waren
geweest, doch sedert vandaar weer naar
Parijs waren vertrokken, zonder inkoopen
van wapens of dergelijke te hebbon ge
daan.
Vervolgens heeft de Portugeesche Re
geering de Duitsche onlangs medegedeeld,
dat einde November verscheiden schepen
voor rekening der Portugeesche samen
zweerders met artillerie-materiaal in Ham
burg geladen waren. Ook toen heeft de
Duitsche Regeeriug onmiddellijk een nauw
gezet onderzoek laten instellen. Tot eenig
resnltaat hebben deze onderzoekingen echter
tot nu niet geleid.
Nation aliteitstjuaestik.
Ilet Eamerlid Hesse richtte tot Minister
De Selves schriftelijk do vraag, tot welke
nationaliteit in het vervolg de Franschen
zullen behooren, die gevestigd zijn in het
door Frankrijk aan Duitschland afgestane
Congogebied.
De SelveB antwoordde, dat bij de onder
handelingen over het Marokko-verdrag door
de beide regeeringen is overeengekomen,
dat de nationaliteit der Europeanen, die
zoowel in het door Duitschland als in het
door Frankrijk afgestane gebied wonen,
onveranderd bljjft.
Sultan Abdoel-Hamid.
Naar aanleiding van het gerucht dat de
ex-Sultan Abdoel Hamid van Saloniki
naar Konstantinopel wordt overgebraoht en
dat h|j gister aldaar zou aankomen, schrijft
de Neue Presse: „Te officieeier plaatse te
Weenen is uiets bekend van een vertrek
of aanstaand vertrek van Abdoel Hamid uit
Saloniki.
Het is moeil|jk in te zien, waarom men
den zieken, half-waanzinnigen Abdoel
Hamid naar Konstantinopel zou willen
brongen.
Misschien ligt er eenige waarschijnlijk
heid in de onderstelling van het Berliner
Tageblatt, dat die overbrenging geschiedt
met het oog op een eventueele actie der
Italiaansche vloot tegen Saloniki. Abdoel
Hamid in handen der Italianen zou voor
dezen een middel kunnen worden om het
Turk|je lastig te maken.
Een
aanslag op den koning
van Engeland?
Aan de Berlijnscho beurs liep gister het
gerucht, dat op den koning van Engeland
te Delhi een aanslag gepleegd zou zijn.
Zelfs heette het, dat de koniDg gedood
was. De beurs nam van dit geruoht geen
notitie, omdat do bevestiging uit Londen
wegbleef. Hoogstwaarschijnlijk heeft men
hier te doen met een ongeoorloofde beurs-
manoeuvre.
De Intransigeant deelt mede, dat in de
wandelgangen van de Franscbe Kamer het
gerucht liep, dat de koning van Engeland
in Indië vermoord zou zjjo.
die voor allen hetzelfde recht eischte en
eenvoudig de vraag, of er strafbare feiten
gepleegd waren, gestold wilde zien. Mr.
Troelstra deed het hem nog eens na in
ietwat scherper vorm.
Openbare Leeszaal.
Te Franeker is, naar aanleiding van eenc
oproeping, onderteekend door 28 dames
en heeren van verschillende riohtingen (be
halve de roomsche), eene bijeenkomst
gehouden, welke door ver over de honderd
belangstellenden werd bijgewoond, ter be
antwoording der vraag, of de opriohting
van eene openbare leeszaal voor Franeker
gewensoht is.
Een voorloopig comité heeft zich belast
met het ontworpen van de voorbereidende
maatregelen, welke dan in een andere uit
te schrijven bijeenkomst zullen besproken
worden.
TWEEDE KAMER.
In de Tweede Kamer is gisteren door
'n r|j van sprekers afkeurig uitgesproken
over de schandalen, die t|jdens den jongsten
groent|jd te Leiden zich afgespeeld hebben
en waarover in de pers zooveel stof opge
worpen is. Door 'n toeval z|jn ditmaal er
gerlijke dingen bekend geworden, die zich
ieder jaar waarschijnlijk in alle universi
teitssteden voordoen, zjj het misschien op
ietwat minder brutale w|jze, en tengevolge
waarvan de publieke verontwaardiging zich
thans tegen het Leidscho Studentencorps
keert.
Naar aanleiding hiervan heeft 'n Leidsch
hoogleeraar 'n gesloten brief aan alle Kamer
leden gericht, waarin bij de wenscheljjkheid
betoogt, dat de rogeering hare aandacht
toch eens wjjdt aan het ontgroeningsin
stituut.
In hun afkeuring van de groenenschan-
dalen waren de kamerleden het niet allen
met elkaar eens.
Zoo heeft de heer Scheuer er eigenlijk
een politieke quaestie van gemaakt, zij hot,
gelijk mr. Heemskerk aannam, onwille
keurig. Hij heeft eenvoudig gezegd, dat
zulke dingen wel moesten voorkomen nu
men niet meer leefde naar Gods gebod.
Op ons maakten die woorden den indruk
alsof er een zekere reclame voor de coalitie
mee bedoeld was en wij prijzen bet, dat de
Minister van Binnen). Zaken begon met op
te merken, dat onzedelijkheid helaas ook bij
geloovigen voorkomt en dat men te dien
opzichte geen conclusies mocht tiekken.
Veel milder waren de heeren Roodhuijzen
en Tydeman in hun oordeel, zij achtten
de schuldigen nog geen hopeloos verlo
renen, maar meer slachtoffers van het
milieu, waarin zij verkeereD. En z|j beiden
veroordeelden kras het onkiesch agceren
van den hoogleeraar De Groot, die in een
honderdvijftigtal exemplaren het libretto
had laten afdrukken, zoodat het nu wel
geheel wereldkundig zou worden. De heer
De Savornin Lohman ontried hot de hoofd
schuldigen voor den strafrechter te brengen,
omdat het milieu hier verantwoordelijk
was veel meer dan de enkelingen en
omdat straf wellicht een avcrechtBche
werking zou hebben.
Tegen die woorden is onmiddellijk krach
tig protest aangeteekend door mr, Loeff,
Wjj knippen de volgende advertentie
uit 'n hier te stede verschijnend advertentie
blad:
De ingezoete van Hooglandeveen make
bekent dat H. v. d. Pol uit z|jne kring
niet wilde r|jde, het lijk van oen oude
vrouw of schoon doe het tog boer want het
moet tog weg ik wil niet hoor en nu eero
en dank voor H. van Zuillo die hot op
slechto w|jze kon tog heeft h|j het op 't
kerkhof gebragt al moest h|j er ecu paart
bij gaan leene
Tog vol braoht.
Hoogland. Jan Walet.
Een mislukte proefneming.
In verschillende bladen heeft men een be
richt kunnen vinden over een paar Duitsche
firma's welke aan geheelonthouders onder
hun personeel een geldelijk voordeel boden
Het waren de fabrieken C. Reinlfader, in
Westfalen, en de Röchlingsohe |jzor- en
staalgietei'ij te VSlklingen Het was een
poging om het door een daad uit te spre
ken, dat de arbeider-geheelonthouder meer
waard is den de drinkende werkman. Deze
proefoeming is mislukt.
Eerstgonoemde fabrikant is zelf lid van
de Orde der Goede Tempelieren, 't Is dan
ook zeker z|jn liefde van radicale drank
bestrijding, die hem b|jna vijftien jaren
(18961911) deed voortgaan met het geven
van hooge premies aan de geheelonthou
ders onder z|jn arbeiders en arbeidsters,
ofschoon h|j de droevigste ervaringen daar
bij opdeed. De ongunstige werking van
z|jn maatregel heeft hem echter ten slotte
gedwongen ermee te eindigen.
In de Röchlingscbe Ijzer- en staalgieterjj
ie het niet anders gegaan. De leiders der
geheelonthoudingsbeweging hebben daar
zelf zich tegea het premiestelsel gekeerd.
En op hun aanraden besloot de directie
geen premies meer to geven. Voor de over
tuigde geheelonthouders was het onaange
naam zich door buitenstaanden te booren
verwijten: „Gij doet het maar om het
geld'. En daar waren er aan den anderen
kant te veel bij wie dat inderdaad het
geval was, doode leden voor de vereeni
gingen.
Een geheimzinnige moord
voor de rechtbank. Het Hof van
Gezworenen te Dantzig houdt zich op het
oogenblik bezig met den moord op eon
weduwe, Klara von Larzewski, in de
drukbezochte badplaats Zoppot, die onder
geheimzinnige omstandigheden door een
over de gausche wereld londzwervenden
avonturier werd bedreven.
Do beklaagde in deze zaak is Johannes
Gaffke, zeeman, cargadoor, rentenier en
koopman, beurtelings of tegelijkertijd.
Hjj pleegdo de misdaad op 10 Januari
van dit jaar. Het moet er in het verleden
van dezen man zeer duister en verward
uitzien, want zelfs een buitengewoon laog
durig vooronderzoek heeft zelfs niet aan
het licht kunnen brengon, wat Gaffke eigen
lijk was en deed, waar b|j alzoo geweest
is, wie hem gekend hebben.
Dit is zeker, dat hij in 1862 te Hoch
rediau, bjj Zoppot, geboren werd en reeds
als 15-jarige knaap emigreerde. Meer dan
30 jaren achtereen zwierf h|j de wereld
rond en bekleedde in alle landen de meest
uiteenloopende betrekkingen. Hij is matroos
handelaar in oudheden, kellner,
farmer, ja, hjj heet in Argentinië een zeer
druk beklanten handel in vrouwen te heb
ben gedreven. In ieder geval staat hot
vast, dat Gaffke gegronde redenen heeft,
om over veel in z|jn verleden een diep
stilzwijgen in acht te nemen.
In het vorige jaar keerde Gaffke plotse
ling uit Londen naar West-Pruisen terug
en nam z|jn introk in het pension van me
vrouw von Laszewski, te Zoppot. Deze was
toen 66 jaar en woonde met haar dochter,
Stephanie, buitengewoon zuinig en eenvou
dig. De bevallige, indrukwekkende verschij
ning van het meisje verwekte op de prome
nade van de badplaats algemeene bewon
dering. De goede naam van Stephanie von
Laszewski was boven allen *tw|jfel ver
heven; zjj hield zich tegenovor heeren zeer
op een afstand en werd wegens haar koele,
trotsohe houding vaak „de marmeren bruid"
genoemd.
Des te grooter was de verbazing der bad
gasten, toen men het jonge meisje, wier
moeder haar door haar spaarzaamheid tot
een begeerenswaardige partij had willen
maken, dageljjks in gezelschap van Gaffke
zsg, don vreemdeling met zjjn onsympathiek,
door de zon der keerkringen donker ge
bruind, gladgeschoren gozicht. De avon
turier had de weinig ervaren moeder en
dochter met valsche opgaven omtrent zijn
persoon en vermogen om den tuin weten
te leiden, terwijl hij in werkelijkheid hoog
stens 7000 mark bezat.
Hfl vroeg Stephanie ten huweljjk en
tegen het einde van Januari zou in een
groot hotel te Berlijn de bruiloft worden
gevierd.
Maar op 10 Januari werd mevrouw von
LaszewBki dood onder aan de trap in haar
huis gevonden. De te hulp geroepen ge
neesheer verklaarde, dat do doode van de
trap moest zjjn govallen. Later eohter be
gon men argwaan te krjjgen en wel tegen
Gaffke, die dan ook gearresteerd werd.
Men vond uit dat de geldmiddelen van den
avonturier danig waren gesmolten, en dat hjj
tot een aanzienlijk bedrag wissels met de na
gemaakte handteekening zijner aanstaande
schoonmoeder in omloop had gebracht.
Natuurljjk moest hjj vreezen, dat deze wis
sels vroeg of laat aan mevrouw Laszewski
zouden worden voorgelegd. Bovendien was
de oude vronw hoe langer boe minder met
het huwljjk van haar dochter ingenomen.
In den aanvang looohende Gaffke hard
nekkig, maar later legde hjj een gedeel
telijke bekentenis af: mevrouw Laszewski
had hem uitgescholden, en in zjjn toorn
daarover had hjj haar zonder nadenken
geslagen. Hjj ontkent echter, het plan te
hebben gehad, de oude vrouw te dooden.
Als getuigen in eit proces zullen o.a. op
treden Stephanie Laszewski, twee zusters
van Gaffke en inwoners van Zoppot.
Donderdag hebben bewoners
van den Haarlemmermeerweg een spannend
uurtje gehad.
De Ijzeren schoorsteenpijp van Rijn-
landsch stoomgemaal moest, door een ge-
metselden vervangen, gestreken worden.
Op eens stond het 27 meter hooge gevaarte,
doordat de strop van de te kleine bok
brak en vao zjjn stounsels beroofd, dreigende
te vallen, zonder dat te gissen was naar
welken kant.
Gelukkig was er weinig wind. Onmid
dellijk werd de weg afgezet en werden de
huizen, die gevaar liepen, door de bewo
ners ontruimd.
Met een verbarenden slag viel weldra de
pijp, gelukkig in zoodanige riohting, dat al
leen ren hek en een boom werdec vernield
en een gat in den weg geslagen werd.
BURGERLIJKE STAND.
16 Docember 1911.
GEBOREN: Johannes Jacobus Joseph
Casper, z. v. Jacobus Carolus Gerde en
Cornelia Maria Koreman.Geertruida,d.v.
Johan Frederik Andreas Hofmann en
Gijsberta Eibers.
OYERLEDEN: Mechelina Boseh, 61
jr., wed, van Christianus "Vile.
PBKDIKBKUKTKN.
Op ZONDAG 17 DECEMBER 1911.
EVANG. LUTH. KERK.
Yoorm. lO'/a uur, Ds. J. L. F. de Meijere
Joh. Czn., te Haarlem.
REMONSTRANTSCHE KERK.
Yoorm. 10' uur Ds I. Hooykaas.
DOOPSGEZINDE KRING.
Geen dienst,