DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN. No. 6. MAANDAG 8 JANUARI 1912. 9e JAARGANG. Staat en Maatschappij. BUITENLAND. DE EEMLANDER. Hool«lre<laoteur: Mr. D. J. van Schaardenburg. Abonnementsprijs: Per jaarf 4.Franco per post id. f5.60. Per 3 maanden id. tl.Franco per post id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05. Bureau: KLKINR HlAO Telet. Inter.. IS». Prijs der Advertentii'n: Van 1 tot 5 regels f 0.40. Voor iederen regel meer f 0.08. Buiten het Kanton Amersfoort per regel f 0.10. (By abonnement belangrijke korting). Tot plaatsing* van advert, en reel, van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Alg Sinneu-en Buitenlandsch Advert.-bureau D, Y. ALTA, Warmoesstr. 76*78 Amsterdam Ziet hier een tweetal instituten die wat hunne onderlinge verhouding betreft reeds tot een menigte debatten, aanleiding gaven en niets is ook verleidelijker in den tegen- woordigen tijd dan deze onderwerpen aan te roeren, in gesprekken die wij voeren in trams, café's als wij met een gewichtig ge zicht praten over de „algomeene toestan den" of als wij in de meer kalme oogen- blikken die na een diner to genieten vallen, ons vermaken met het schelden op Btaat, maatschappij en regeering, gedachtig aan de spreuk „la critique est aisés.etc". En het zijn juist zulke echte gezellige onderwerpen, omdat evenals in het vak der geneeskuode op het gebied der etaatkuude de volle 100 pCt. der menschen doctoren zyn, zooals Justus van Maurik het zoo kernachtig uitdrukte. Ieder weet je te vertel len „hoe het moest" of „niet moest zijn", dat „dit niet te pas komt", „dat het een schan daal is" al naar mate dit zoo in het ge sprek te pas komt, zonder zich behoorlijk rekenschap van het feit te geven, dat deze onderwerpen meer dan een vluchtige behandeling verdienen in een doelloos gesprek, omdat zij ingrijpen in het geheele menschelijke leven en bij het nauwkeurig onderzoek en vaststellen der ziekte de geneesmiddelen veel gemak kelijker te vinden zijn dan bij een „oven tjes kijken wat hij mankeert" als van een dokter met een drukken practijk. En dat er ziekten zijn, in onze samen leving, niemand zal het ontkenuen, js ik zou verder durven gaan en beweren dat wij het feitelijk er over eens zijn dat mis standen bestaan, dat zy uit den weg ge ruimd moeten worden, maar over de mid delen die men daartoe heeft aan te wenden bestaat geloof ik zoo hier en daar nog wel eens verschil van meening. Als wij die middelen door sommigen gewenscht, door anderen geeischt en door wederpartijders verworpen; eens bekijken dan wordt allereerst onze aandacht getrok ken door het middel belichaamd in den „Staat". Volgens sommigen heeft hij alleen de macht om met een breed gebaar al datgene uit den weg te ruimen, dat door ons allen zoo gaarne gemist zou worden en anderen voorzien juist van zyoe ruime werkzaamheid een toename van maatschap pelijke ellende. Is hij voor den eene het toonbeeld van goedheid, eerlijkheid en kracht, voor den andere is hij de uiting van do bekrompenheid, corruptie en mach teloosheid. De eersten zien in zijn veelvul dig ingrijpen iy het maatschappelijk leven niet anderj dan verheffing, voor de laatsten is dit gebeuren een naderen tot de verwor ding der maatschappelyke orde een ophef fing der nooit volprezen werkzaamheid der maatschappelijke vrije krachten. Het zijn voorai deze laatsten dan, die wij angstvallig te bewaken hebben, waaraan wij niet mogen torneD, want bij een enkele aanraking ligt die vrijheid in honderden stukken voor onze voeten en dat moet tot eiken prijs voorkomen worden meenen de dogmatici der vrijheidsleer. En het is nu een alleroer6te vraag die te beantwoorden is, wat bracht de werkzaamheid der vrije maatschappelyke krachten ons, hoe vinden wij de maatschappij ingericht, waar zijn de wondeplekken, hoe diep hebben ze inge werkt, zijn zy geneesbaar of staan wij aan een maatschappelijk ziekbed, dat zijn einde eerst nemen zal met den dood van den patiënt. Lezer, verwacht van mij geen lichtvaar dige, over alles heenloopendo oplossing van deze vragen, al of niet vergezeld, door een recept, dat de zieke beter zal maken, want zoo gemakkelijk zyn de economische vraag stukken nu eenmaal niet, doch wel stel ik mij voor in een artikelenreeks Uw aan dacht te vragen voor economische en soci- iologischen vraagstukken, ten minste als Uw boofdredactour mij ook in de toekomst een bescheiden, en soms misschien een onbe scheiden plaatsje in zijn blad wil inruimen. Ik ontveins mij niet dat ik wel verschil van meening zal ontmoeten, doch ik stel mij voor de verschillende vraagstukken eerlijk zonder partijdigheid te bespreken en indien de conclusiën waartoe wij komen den toets der wetenschap kuunen doorstaan, behoeven zij voor een tegengestelde mee ning geen vree6 te hebben niet alleen, maar zullen zij hun voortbestaan en ver wezenlijking gesteund zien door de feiten en de toekomst. H. Geheime Bedoelingen. Wat thans in Turkije .gebeurt, is in meer dan één opzicht onbegrijpelijk voor don buitenstaander. Het land is gewikkeld in een bloedigen oorlog met een vijand, die 't heeft besprongen op de meest on sympathieke wijze en met het meest on sympathieke doel. Het lijdt inwendig aan de nationale, economische en religieuse tegenstellingen, onder zijn zeer heterogene bevolking. Het heeft zich pas, dooi middel van een formeele revolutie, een regeerings- stelsel verschaft, dat, hoezeer ook geboden door den stand der economische en poli tieke ontwikkeling, toch zoowel naar den vorm als naar den geest, in zeer gerioge mate wortelde in de traditie en de psyche van het toonaangevende deel zijner bevol king. En ten slotte is het sedert jaar en dag het meest gewilde exploitatie- en roofobject voor de Europeesche groote mogendheden, die door honger naar land, naar concessies, naar afzetmarkten worden voortgejaagd. En ondanks dat alles de buitenland- sche oorlog, bet binneulandsche antago nisme der nationaliteiten, de begeerigheid van het Europeesche industrialisme waaraan het Ottomaanscbe volk ten prooi is, blijft het leidende, mohammedaai)6che deel er van, in hoofdzaak kalm en vastbe raden. Het Turkscbe leger in Tripoli doet ge holpen door de strijdbare Arabische bevol king, op holdhaftige wijze zijn plicht. Zoo gaven dan het Ottomaansche volk en zijn regeering tot op dit oogenblik blijk van een kalmte, een bedachtzaamheid en een doelbewustheid, die stellig niet achter staan bij hot beste, wat Westeiache volken in historische oogeoblikken aanschouwen deden. Maar thans in de laatste dagen is er te Constantinopel iets aan het gebeuren, dat verbazing, zooal geen ontstemming wekt, bij velen, die tot dusver de houding van de jonge constitutioneele regeering met sympathie hadden gevolgd. Het ministerie, voortgekomen uit dezelfde partij, die Turkye verloste van het abso lutisme en die het zijn constitutie gaf, heeft het thans ondernomen deze constitu tie te wijzigen in anti democratischen d.w.z. in een aan de rustige ontwikkeling en doorwerking der conslitutionecl-monar- chistische beginselen tegeugestelden zin. Het thans opnieuw opgetreden Kabinet- Saïd. heeft het voorstel gedaan oui artikel 34 der Grondwet aldus te wijzigen, dat de Sultan het Parlement voor onbepaalden tyd naar huis kan sturen. Het voorstel wordt voor zoover wij uit de onvolledige en meestentijds verwarde berichten en corres- pondentiën uit Constantinopel wijs kunnen worden verdedigd met het argument, dat alom het hoofd van den Staat dit ontbin- dingsrecht bezit. Dit is op zichzelf zeer juist. Maar in constitutioneel goregeerde landen i« dat recht niet onbeperkt. Het is aan bepaalde grenzen van tijd gebonden. Waarom dan wil dit Jong-Turksche be wind niet alleen het recht van parlements- ontbioding aan den Su'tan geven, maar waarom weigert zij blijkbaar in de grond wet de termijn vast te stellen, immers do Jong-Turksche Kamermeerderheid heeft een in dezen zin door do oppositie inge diend amendement verworpen waarbin nen °in geval van ontbinding een nieuw parlement bijeenkomen moet? Wil deze regeering de handen vrij hob- beu om met Italië vrede te sluiten, des noods tegen de wenschen van de meerder heid des volks in? Wil zij integendeel den oorlog „tot den laatsten man" blijven voe ren, zonder dat zy daarin kan worden ge hinderd door een evcntueele ommekeer in de publieko opinie? Of streeft zij, ten ein de zich de critiek der oppositie van don hals te schuiven naar een militaire dictatuur? Elk dezer onderstellingen is beurtelings zoowel in het parlement te Constantinopel als daarbuiten geopperd, en vanwege het Ministerie tegengesproken. Daar nu echter niet kan worden onder steld dat de Comité partij, uit wier midden dit Ministerie is voortgekomen, om een der gelijke reden het absolutisme, voor de af schaffing waarvan zij een revolutie heeft uitgelokt, feitelijk weer zou willen herstel len, kan men niet ontkomen aaD de con clusie, dat men hier te doen heeft met een plan, waarvoor men voorshands nog niet openlijk wil uitkomen. Van welken aard dit plan is, en in hoe verre het geformuleerd kan worden in een der hierboven gestelde vragen wij ver mogen, uit gebrek aan gegevens, er geen oordeel over uit te spreken. De Duitsche Ruksdacivekkiezingen. De „Hordd. Allg. Ztg." schrijft, naar aanleiding der in do eerstvolgende week plaats hebbende verkiezingen voor den Rijks dag, o.m.; Wanneer de sociaal democratische partij ook al eens bij gelegenheid hare voort durend negatieve houding heeft laten varen, heeft zij toch bij alle vraagstukken betref fende de verzekering der weerbaarheid vau het Duische vaderland, waarover de a.s. Rijksdag waarschijnlijk reedsspoedig zich zal moeten uitspreken, haar medewerking vol komen goweigerd. Hoe ook voor het overige onder do burgelijke partijen tegenstrijdig heden tot uitdrukking mogen komen, hier in blijve men echter eens van zin, dat ooch bij de verkiezingen noch bij do her kiezingen in dezen ernstigen tijd een om de toekomst van zijn vaderland bezorgd Duitscher, zyn stem aan de sociaal-demo- crateu zal mogen geven. De Neue Gesellschafts Korrespondonz bericht onder den titel „Eon horstemmings- leus der regeering?": In politieke kringen neemt men aan dat indien er na de ver kiezing gevaar zou ontstaan, dat de sociaal democraten in den nieuwen rijksdag een al te grooten invloed krijgen, de regeering er waarschijnlijk wel toe zou kunnen be sluiten in den een of anderen vorm een beroep op het land te doen. Men meent, dat de regeering in dit geval de opening van den landdag, die op den 15den Janu ari, dus nog voor de herstemmingen plaats vindt, zal gebruiken om zich te uiten. Om dat dc rijkskanselier tevens minister-presi dent van Pruisen is, zouden er geen for meele moeilijkheden ontstaan. Men moet de Pruisische troonrede dus met spanning tegemoet zien. De Belgi8Che Mijnwerkersstaking. Op de bijeenkomst van afgevaardigden van de mijnwerkers-syndicaten in de Borinage, zijn do voorstellen der mijDdirecties verworpen. Besloten werd de werkstaking tot het uiterste door te zetten. Vrouwenkiesrecht. In verband met het bekende meeniogs- verschil in den boezem van het Britsch» kabinet ten opzichte van het vrouwenkieB- rechtvraagstuk de ministers worden in drie categoriën verdeeld: voorstandors,tegen standers en onverschilligen hebben er den laatsten tijd in de Engelsche pers herhaaldelijk geruchten de ronde gedaan over een aanstaande ministerieele crisis. De quaestie waarom het gaat, is, naar men weet deze: of, wanneer de regeering haar ontwerp indient betreffende de invoering van algemeen mannen-kiesrecht, do minis ters die in zake vrouwenkiesrecht met den premier Asquith van opvatting vor6chillen (Lloyd George, Grey, Haldane, Churchill) voor het amendement zullen stemmeB, dat ook aan de vrouwen kiesrecht wil verleenen. De conservatieve Pall Mall Gazette ver klaart thans beslist te weten, dat er in het kabinet ernstig verschil bestaat over de oplossing van deze moeilijkheid. Asquith wil volgens dit blad een referendum, terwijl Lloyd George en de anderen zich daarte gen met kracht verzetten, in hoodzaak omdat het door de liberalen tot nu bestre den beginsel van een volksstemming daar mede in dc Engelsche constitutie zou zijn ingevoerd Volgens hetzelfde blad is op de verze- kcring6-beurs de premie voor het risico tegen nieuwe verkiezingen in hetloopendo jaar tot 20 procent gestegen. In het begin dor vorige week bedroeg zij nog 10 procent, wat normaal is. Een Ultimatum. Uit Rome wordt gemeld, dat het Vati- caan aan de Portugeesche regeering een ultimatum heeft doen toekomen, waarin intrekking wordt geëischt van het tegen verschillende bisschoppeu genomen ver- banningstractaat. Wordt deze eisch niet ingewilligd, dan zal hetVatiqaan zijn zaak gelastigde te Lissabon terugioepen. Daar het niet waarschijnlijk is dat de Portugeesche regeering zal toegeven, zal dus weldra het afbreken der diplomatieke betrekkingen tusschen Vaticaan en Portugal kunnen worden verwacht.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1912 | | pagina 1