DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN. "buitenland. No. 7, DINSDAG 9 JANUARI 1912. 9e JAARGANG. Slinksche wegen. DE EE Hoofdredacteur: Mr. 0. J. vau Schaardenburg. Abonnementsprijs: Per jaarf 4.Franco per post id. f5.60. Per 3 maanden id. II.Franco per post id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05. Bureau: KLEINE H iAC O. Telei. Iuterc. 183. Prijs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regelB f 0.40. Voor iederen regel meer f 0.08. Buiten het Kanton Amersfoort per regel f 0.10. (Bij abonnement belangrijke korting). Tot plaatsing van advert, en reel, van buiten het kanton Amersfoort in dit blad is .uitsluitend1' gerechtigd het Alg Binnen-en Buiteniandsch Advert.-bureau D, Y. ALTA, Warmoesstr. 74-78 Amsterdam Wie had kunnen voorspellen, dat wij nog in één schuitje zouden komen met den lieer van Hinte, het Rolterdamsche raads lid, die de belangen van de Amersfoortsche Gemeentewerklieden zoo onnoemelijk ge schaad heeft? In bet onder zijne redactie staande or gaan van den bond .de Gemeentewerkman," in de laatste weken reeds meet malen door ons genoemd, schrijft de heer v. H.(30 Dec.): Aan eene verbetering der loonen kun nen de Gemeentebesturen, nu zoovelen zich gedwongen zagen een toeslag op de loonen te verstrekken, moeilijk ont komen. Het verstrekken van toeslag, was tevens clc erkenning van de te lage loonen. Door het verstrekken van den toeslag erkenden de gemeentebesturen dus, dat de loonen van hun gemeentewerklieden te laag zijn. De toeslag is dan 'n voorloopige maatregel tot voorbereiding van de loons- verhooging. Deze zelf wordt natuurlijk niet in 'n vloek en 'n zucht tot stand gebracht; er was periculum in mora; welnu, dan bleef er ook niefs anders over dan dat het ge meentebestuur, overtuigd, dat de loonen te laag waren, op de definitieve regeling voor uitliep eu in den vorm van toeslag reeds 'n voorloopige verhooging gaf. 19 daarentegen een gemeentebestuur van tegongesteld gevoelen, dan is er natuurlijk voor toeslag geen plaats. Indien in casa het Amersfoortsch gemeentebestuur van oor deel was, dat de bezoldiging der gemeen tewerklieden voldoende was om de moeie- lijke tijden te kunnen doorstaan, dan is het te begrijpen, dat er voor toeslag geen grond gevonden werd. Wij begrijpen de redeneering volkomen en onderschrijven haar ten volle. Ook wij hebben meermalen betoogd: blijkt bet loon te laag te zijn, dan geen toeslag maar verhooging Wij willen den heer v. H. gaarne toe geven, dat, als bij dringende omstandigheden de loonsverhooging geen uitstel kan lijden, er in den vorm van toeslag 'n overgangs tijdperk geschapen kan woiden. Tot zoover gaan wij geheel met v. II. accoord. Maar hij heeft de zaak nu over 'n geheel anderen boeg gegooid. Voor on9 is het steeds de groote vraag geweest: wat kau het gemeentebestuur doen tot afwen ding van den dreigende nood. Wij waren in de veronderstelling dat ook v. H. dezo vraag beantwoorden wilde en ook de j S.D.A.P., die hem uitnoodigde hierover te i komen spreken, scheen deze veronderstel- ling te doelen. Thans blijkt het echter, dat het den heer v. H. er om te doen geweest is aan het gemeentebestuur te ontlokken 1° de in directe erkenning, dat de loonen te laag zyn, 2" de belofte die loonen te herzien en 3° die belofte te bezegelen door alvast een voorloopige verhooging te verstrekken. Geen wonder dus dat wij met den heer van Hinte niet tot overeenstemming konden komen. Wij die de wenschelijkheid van eventueele loonsverhooging geheel buiten beschouwing lieten eu slechts bedacht waren op middelen, die den noodtoestand zouden voorkomon, konden niet bevredigd worden door den door v. II. verlangden toeslag voor de gemeentewerklieden. De heer van Hinte heeft zich dus schul dig gemaakt aan 'n ernstige mystificatie. Terwijl hij zich den schijn liet aanleunen, dat hij zou strijden voor doeltreffende maatregelen tegen de duurte, was zijn streven er inderdaad op gericht het ge meentebestuur in 'n val te laten loopen. Wij kunnen niet zeggen, dat deze handelwijze ons den heer v. Hinte sympa thieker maakt. Is het zijn bedoeling geweest 'n actie tot loonsverhooging voor de ge meentewerklieden op touw te zet: en, laat hij er dan ruiterlijk voor uitkomen maar niet z'n ware bedoeling verbergon en den schiju aannemen alsof hij slechts speciale maat regelen tegen 'n tijdelijken toestand wenscht. Was onzegeneente door edel medegevoel bewogen tot het geven van toeslag over gegaan als maatregel tegen de duurte, dan zou de Bond haar, bij het verstrijken van den termijn waarvoor de to<>9lag verleend was, het mes op de keel gezet en toege roepen hebben: gij zult het wel laten ons den toeslag te ontnemen; door het verlee- nen daarvan, hebt gij erkend, dat de loo nen te laug waren; gij zijt thans moreel verplicht tot verhooging over te gaan". Wy kunnen ons gemeentebestuur geluk wenschen, dat het aan deze listig gespan nen strik heeft weten te ontsnappen. Overigens vreezen wy, dat v. Hinte, nu ook deze streek uitgekomen is, de zaak voor de gemeentewerklieden nog hopoloo- zer maakt, dan wij reeds vermoedden. Stellig zou het in hot belang van de ge meentewerklieden zijn zoo de geruchten, volgens welke er ernstig plannen bestaan tot oprichting van 'n op godsdienstig en politiek gebied werkelijk neutrale vereeni- ging, waarheid mochten bevatten en ver wezenlijkt werden, De Oorlog. De Petit Bleu maakt een interview openbaar met Assiin Bey, waarin de ge ruchten over een aanstaanden vrede worden tegenspreken, en verklaard wordt, dat alle maatregelen zijn genomen om een eventueele actie van de Italiaansche vloot in de Egelscbe zee regen te gaan. Europa alleen zou de nadeelen ondervinden van een blokkade van de Dardauellen. Wij zullen wachten, aldus besloot Assimbey, dat Italië voorstellen doet, waarbij de rechten van don sultan op Tripolitanië en Barka worden geëerbiedigd. Het schiereiland Sinaï. Engeland'? tweede zet! Dp eersfe was het pakken van de golf van Solum, de tweede is de bezetting van het schiereiland Sinaï, het oud-testamentische land, gelegen tusschen de twee uitloopers van de Roode Zee, de Golf van Suez en die van Akaba. Evenals over de baai van Solum, was er van oudsher ook over het schiereiland Sinaï quaestio tusschen Engeland en Turkije: Engeland beweerde dat Sinaï een deel van Egypte uitmaakte, Turkije beschouwde het als niet behoorend tot het laod van den Chedive. Het geschil gaf eenmaal aanlei ding tot een diplomatiek conflict: voor 'n paar jaren stuurde Turkije soldaten naar Sinaï, maar moest ze na een Britsch ulti matum terugtrekken. Sinds dien bleef do quaestie hangende. Nn acht Engeland hét oogenblik geschikt en doet alsof do zaak uitgemaakt was: d.w.z. zendt er Egyptische, hetgeen gelyk staat met Engelsche, troepen heen. Zoo heeft Engeland ten tweeden male zijn voordeel gedaan met den Turksch- Italiaanschen oorlog. Waarom Engeland zoo bijster gesteld is op het schiereiland Sinaï behoeft uien niet te vragen: als een andere groote mo- geuheid. zich er eens mocht nestelen, zou de weg door het kanaal, d.i. de weg naar Indië, bedreigd zijn, eu aangezien het in de laatste jaren mode geworden schijut onder de Europeesche mogendheden om stukken van Turkije of andere Islamiti sche lauden te pakken, inaakt Engeland dat hot er tijdig bij is. De Turk heeft toe te zien en te zwijgen. De Senaatsverkiezingen in Frankrijk. De Senaatsverkiezingen hebben in den stand der partijen bijna geen verandering gebracht. Dit wordt echter als een slechten uitslag beschouwd voor de tegenwoordige meerderheid, wien het tegen hun verwach ting, niet gelukt is, om in twee departe menten van Bretagne, waar de rechterzijdo nog tien zetels te verdedigen had, een de zer zetels te veroveren. Alleen in het dis trict Charente-inferieure, waar Combes werd herkozen, werd tegelijk met hem ook de radikaal Revailland inplaats van een progressist gekozen. De Gezant Oambon. Onder de personen, die dezer dageo in Frankrijk Wet meest over de tong gaan, behoort, naast den ontvluchten 9pion Lux, de heer Cambon, gezant zooals men weet van de republiek aan het Hof te Berlijn Als zoodanig heeft hij met den heer von Kiderlen Wachter de bekende lange en geheimzinnige conforenties gehouden over de Marokkaansche zaken, die geleid heb ben tot eene overeenstemming. Men is in Duit8chland niet algemeen ingenomen met dat resultaat, men had gehoopt meer te krijgen dan een halve woestijn aan de Congo. Maar ook in Frankrijk geven velen zich het voorkomen alsof de handel met Duitschland gesloten, hen niet bevalt. De Kamer heeft het tractaat goedgekeurd, maar men weet, dat vele afgevaardigden zich onthielden van de stemming. In den Senaat wordt het gewichtige stuk thans behnudeld met een nauwgezetheid alsof de toekomst van Frankrijk op het spel staat. Iedere volzin, ieder woord wordt overwogen. Men behoorde den heer Cambon dank baar te zijn, omdat hy Marokko wist te krijgen, maar men neemt het hem kwalijk, dat een deel van het Fransche Congoge- beid moet worden afgestaan. Hoe is Duitschland er toe gekomen, vraagt men, op den afstand van dat ge bied als compensatie aan te dringen? Met die vraag houden nu al drie, vier weken de bladen zich bezig. En nu spreekt men van een voorval te Kissingen. De heeren Cambon en van Kiderlen zijn te Kissingen geweest en hebben ook daar gesproken over het onderwerp, waarmede zy zich moesten bezig houden. En nu beweert men dat Cambon de Duitsche regeering, door haren minister van buitenlandscbe zaken vertegenwoordigd, den raad zou hebbeu gegeven om voor Marokko elders eene vergoeding te vrageD. De tegenwoordige en vroegere Fransche ministers hebben verklaard, dat zij niets wisten van de zaak, dat zy nooit den ge zant hadden gemachtigd ora van eene ver goeding aan Duitschland en dan van de Congokolonie te spreken. Dus zou de heer Cambon op eigen gezag hebben gehandeld. En een der heeren senatoren richt zich tot hem in een gepubliceerd schrijven, waarin de toon wordt aangeslagen van Zola's bekend artikel in de Dreyfuszaak: „J'aAccuse". De gezant wordt ter verant woording geroepen. Indien hij gerekend mocht hebben op de dankbaarheid van zyne medeburgers heeft hy zich deerlijk be drogen. Hij is bijna een verrader! Dat is alles politiek. Men heeft op ver schillende manieren beproefd het kabinet van Caillaux omver te werpen. Men zal dat nu eens beproeven door zijnen uit stekenden medewerker, Cambon, dien de regeering wel in bescherming moet nemen aan te vallen. En die aanvallen zijn nn het loon voor de diensten door den gezant aan zijn land bewezen! Staking van Geestelijken. In ons vorig nommer namen wij uit het Vad. een in de buitenlandschc pers circu- leereud bericht op, volgens hetwelk er in de Augustianerkerk te Antwerpen, „een eigenaardige staking" was uitgebroken, daar in bestaande, dat de priesters geweigerd hadden om voortaan op Zondag de vroeg mis reeds om half 7 te lezen. „En daar de korkelijke overheid blijkbaar geen „onder kruipers" kon krijgen, zoo eindigde het bericht, is thans op Zondag de vroeg mis afgeschaft". Naar aanleiding daarvan ontving het Vad. een brief van den pastoor van 8t. Augusti- nus te Antwerpen, den Eerw. Kan. Th. Cooreinans, waarin deze mededeelt, dat de Missen allo Zondagen plaats hebben om 6, 7, 7' 8, 9, 10 (plechtig Mis) II en 121/, uur. Wat de aanleiding van hei gerucht aan gaat, schrijft Z. Eerw.: „'t Is waar, vroeger word ook de H. Mis gelezen om 6'/a uren en die Mis heb ik over vijf maanden moeten afschaffen, om dat ik gecnen hulppriester heb kunnen vinden." Aan het verzoek om dit te vermelden, voldoen wij gaarne, zegt het Vad. en wij volgen het daarin na. Ongeregeldheden in Portugal. Mcu seint uit Lissabon aan het „Berl. Tagebl.", dat een hevig gevecht heeft plaats gehad in het district Azambuja tus schen militairen en de bevolking, die in woede ontstoken was over een bevel van de regeering, waarbij veboden wórdt gratis hout te sprokkelen en land te bebouwen in deze streek. Door de priesters opgehitst,

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1912 | | pagina 1