RIJWIELEN en AUTOMOBIELEN.
GEBR. NEFKENS - AMERSFOORT
b£>
5TQ0MVE
IRVERU^tfl
ï.w. JA
EM V
EGI
/A55CHÖIU
ER
HAGAZUI
1 KAHP?.!!6
FABR
KAMP POORT.
m d=
m
TE KOOP
J. J. SMIT
R. VAN DER BURG
ed
Doet uwe inkoopen bij voorkeur bij hen, die adverteeren in
DE EEMLANDER.
Alle week-abonnés op dit blad, die in bet bezit zijn sener verzekeringspolis, zijn volgens oe bepalingen in die polis vermeld,
tegen ongelukken verzekerd voor een bedrag van:
Lamaison Bouwer Co.
pSfaefeT
m
Antieke KLOKKEN
J A. GOVERS, voorheen W. ÜTENS,
Eerste klasse Reparatie-Inrichting.
Mi
L. VAN ACHTERBERGH.
Steenkolen, Cokes, Briquetten enz.
I sr. VA.8 mmmmw
De ware schuldige.
SSS3Se*13BBBeBS5S3KT)T-BKHmBailffiKMHi
GULDEN bij
2000 levenslange 400
ongeschiktheid.
Uitkeering dezer bedragen
GULDEN
bÜ
overlijden. hand ol voet. een oog,
gewaarborgd door THE OCEAN ACCIDENT GUAP.ENTEE CORPORATION Ltd
tiSI
GULDEN bij
3QQ verlies van één
band of voet.
GULDEN bij GULDEN bij GULDEN bij GULDEN bij
verlies van qQ verlies van qQ verlies van Qverlies van eiken
een duim. een wijsvinger. anderen vinger.
Directeur voor Nederl. Edward HeijmanOude Turfmarkt tti, Amsterdam
KORTE GRACHT 22.
t l
Bulasten zich met
Aan- en verkoop van
Rfi'ecten, Wissels en
Coupons
Sluiten Prolongatie
Safe-Inrichting
4
O
4
JS
O
O
CC
4
•S
a
4
L
.PECIALE INRICHTING VOOR MET
t UIT.5TOOMEN EN VERWEM
VAM
TOlDAMES EN HEERENKLEEDIMQ
QORDUMEn DEKENS ETC.
MNETTE AFWERKING
VLUGGE BEDIEniNG
BH CONCUREERENDE PRUZEN
O
e
ft
a
70
"O
cr9
B
e e n 1 g e zeldzaam mooie
goed iu orde. Antieke HWHt-
BAROilIËTER en ÜPIEGEI. bij
HORLOGEMAKER - BREEDESTR. 34.
Bekroningen.
Utrecht 191
Br.da 1876.
Langstraat 119.
Sclioeuen naar Maat.
Specialiteit in Rijlaarzen.
PIANO- EN ORGELMAGAZIJN
OPGERICHT 1788
lste M A G A Z IJ N EN KANTOOR ARNHEMSC HESTAATS
2do MAGAZIJN EN WERKPLAATSEN KOESTRAAT 6.
0:
AGENTSCH AP
DISK
AMERIKAANSCHE ORGELS
VAN
HöRüGEL. WORCESTER.
WORCESTER REED ORGAN Co.
WILMINGTON, ENZ.
I
AGENTUUR DER PIANO'S
VAN
STEINWEG NACHF.
BRAUNSWEIG
C. MAND, COBLENS
E. ADAM, CREFELD
ZEITER WINKELMANN
BRAUNSWEIG, ENZ.
eb m fiE
BestelkaDtoor
Arnhemschestraat 1. Telefoon 155.
HANDEL IN
Specialiteit in: Eugelseke-, Belgische
en Hollaudsclie Autliraciet,
Vraagt Prijsopgave.
L a v e n d e 1 s traa t 2
I - VARKENSLAGERIJ -
■t
J FIJNE VLEESCHWAREN. f
I
FEUILLETON.
(O)
61)
Misschien heeft men je zijn levensloop
niet een9 verteld. Welnu, zoek dan in
de couranten van dat jaar bet proces
Noel Rambert op, aangeklaagd van
moord in Beaujon en deswege ter dood
veroordeeld.
Zij, diu mij veroordeeld hebben, gelooven
bun plicht te doen; want ik heb mijn
schuld bekend doch gelogen; gelogen
ter wille van jou, om jou rijken gelukkig
te maken, die iu armoede waart geboieu
en wien niets anders dan armoede
wachtte, zoo ik mij niet voor jou, mijn
Jacques aan hem verkocht had!
En nu kus ik je bier, waar ik bet
woord met potlood neerschrijf. Ik drul
de lippen op deze plaats, en wanneer gij
haar met je lippen aanraakt dan moge
een heerlijke gewaarwording je aangrij-
peu, zooals mij in dit heilige oogenblik
waarop ik in den geest je voorhoofd, je
oogen, je wrngen kus.
Varrwel mijn lieve jougen, en houd
mijn nagedachtenis in eere. Roep je af
en toe het nog zoo kortgeleden je dier
bare, bleeke gelaat van je vader voor
den geest. Heb steeds den grootsten eer
bied voor dokter Arthez, zoolang hij
leeft en houd zijn nagedachtenis in eere
als hij gestorven is. Het eenige wat
mijn bekentenis voor mij zoo ontzettend
smartelijk maakt, is dat ik nu later aan
de verachting vin zulk een edelman zal
zijn overgegeven.
Ik kus je nogmaals; tot mijn laatsten
snik zal ik aan je deuken. Vaarwel, vaar
wel, mijn innig geliefde jongen. In den
geest zie ik je groot, knap, trotsch en
gelukkig. Ik zou toch nog maar een paar
maanden hebben geleefd, voor jou offer
ik ze gaarne op; ik sterf tevreden.
Noel Rambert."
Pascal Arthez had met bevende lippen
den brie! voor de tweede maal gelezen,
toen <ïe huisknecht in de kamer kwam.
„Pas goed op deu kleinen Jacques,
totdat ik terugkom," zei de dokter. Eu
zich tot het kind wendende, voegde hij
er bij:
„En als ik terugkom zal Noel Ram
bert gered zijn! Gered!"
„Och ik wist het wel! Ik wist het wel!"
riep het kind uit. „Hoe zou men mijn
papa ook hebben kuunen ter dood bren
gen? Mijn papa!" Dit zeggende liet
hij zijn hoofd in de kusseus zinken, zoo
als een vogeltje dat voor het gaat slapen
nog even kweelt, zachtkens: „Papa!"
Dokter Arthez was in zijn werkkamer
gegaan, en den brief van Noel Ram
bert bij zich stekende zocht hij dat andere
papier, dat Mortal hem had terhand ge
steld, hardop zeggende:
„Alles moet opgehelderd worden! De
justitie zal alles weten!"
HOOFDSTUK XV.
Rambert was reeds ruim een uur
wakker, door de drukte der menigte
voor de gevangenis. Hij zoide: „Zou die
drukte met het oog op vandaag zijn?"
Toen men zijn cel binnentrad, zeide hij:
„Ha! ik had het wel goed. Is het
schavot klaar?"
Geen antwoord.
Hij herhaalde werktuigelijk:
„Het schavot!"
En bij de gedachte, dat hij weldra het
schavot zou bestijgen, beefde hij niet
van vrees maar van schaamte.
„Heeft men geen boek voor mij gezon
den?"
„Een boek?"
„Ja een deel van Silvio Peilico. Dat
.vilde ik gaarne lezen. Ik weet, dat men
een ter dood veroordeelde niets weigert.
Nu, ik wenech dat boek te lezen."
De bewaarder dacht, dat hij gek ge
worden was, want reeds drie of vier dagen
aaneen vroeg Rambert, om dat boek.
„Het vergift" zei hij binnensmonds,
„Arthez heeft mij vergift beloofd. Sterven,
ja maar niet op het schavot."
De priester kwam.
Hij sprak over berouw, gewetensfolte
ring goddelijke genade.
Moei antwoordde:
„Eerwaarde, kijk u mij eens goed aan.
en zegt u mij of u veel misdadigers ge
zien hebt, die u zoo eerlijk en oprecht
aaukeken als ik."
De priester ontroerde bij deze woorden.
Hij wist wel hoe de berouwvolle mis
dadigers sterven, maar hier scheen hij
voor een marteiaar te staar.
„Wilt ge niet biechten?"
„Dank u."
„Maar u misdaad
„Zwijgen wij daar liever over, eerwaar
de, ik heb daar nooit met u over willen
spreken. Ik dank u voor de bemiddeling
"tnsschen dokter Arthez en mij. Wees
verzekerd dat u aan geen onwaardige de
absolutie verleent."
„Mijn zoon, het berouw
Noel interropeerde hem:
„Ik zou zoo gaarne, zeide hij „een deel
van Silvio Peilico, in mijn gevangenis
tijd willen lezen, men heeft 'het mii be
loofd."
Hij hoopte misschien het boek, voor
dat men hem kleedde te kuunen door
bladeren en het snelwerkend vergift te
kunnen iuuemeu.
„Een boek dat men u g stuurd heeft?"
-vroeg de priester.
„Ja."
Dat^ieeft de directeur achtergehouden,
ffiie gevangenen moge alleen boeken uit
•de gevangeuiebiblioteek lezen."
„Zoo."
Hij glimlachte meewaardig en de pries
ter hoorde hem zeggen:
„Je hebt geen geluk eu moet tot het
einde toe den weg gaan, Noel!"
(Wordt vervolgd.)
Stoomdrokkpry A. W. H. Eymann, KloLnoBaage,