DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN. No. 10. VRIJDAG 12 JANUARI 1912. 9e JAARGANG. De verkiezingen voor den Rijksdag. BUITENLAND. DE EEMLANDER. Hooidrednrleur: Nr. D. J. van Schaardenburg. Abonnementsprijs: Per jaarf 4.Franco per post id. f 5.60. Per 3 maanden id. II.Franco per post id. f 1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05. Bureau: KI.F.INE HaAU 6. Telef. latere. 1SS. Prijs der Advertentie Van 1 tot 5 regels f 0.40. Voor icderen regel meer f 0.08. Buiten het Kanton Amersfoort per regel f 0.10. (B;j abonnement belangrijke korting). Tot p.,a,Mug van advert, cn rrol." buiten he, Arnersfnn» in dit bMU .unstuiteurT gerech„gd he, A.g- Binnen - en Bu.teu.andsC, Advert - bureau D. Y. ALTA. Warmoes. 7.- 7S arns.erda.a De Selves. DELCASSÉ en DE SELVES, twee mannen wier namen men bij de jongste Ministerieels crisis in Frankrijk herhaaldelijk heeft hooren noemen. De heer de Selves heeft wegens nieeningsverschil met den minister-president ontslag genomen als minister v.m bnitenland- sche' zaken. Zijn portefeuille werd overgenomen door den heer Delcassé, minister van Marine. Plet ministerie heeft zich echter niet staande kunnen houden en is reeds daags daarna afgetreden. Voor Holland is de heer de Selves geen onbekende, hij ver gezelde d«*u President dor Fransche Republiek, den lieer Fai lures bij diens bezoek aan Amsterdam en den Haag. Met groote spanning wacht heel Duitsch- land den uitslag af van de verkiezingen voor den Rijksdag, welke lieden gehouden wor den. Algemeen wordt 'n belangrijke op schuiving naar links waarschijnlijk geacht en de sociaal democraten zijn er zeker van, dat de grootste winst hun ten deel zal vallen. Nu zij kunnen er ook vrijwel zeker van zijn want het is 'n gewoon verschijnsel, dat, 'n partij, die bij vorige verkiezingen de helft harer zetels ingeboet heeft, bij 'n volgende verkiezing op grooten vooruitgang wijzen kan. Bij de verkieziDgeu in Januari 1907 was het parool vóór of tegen het Centrum, vóór of tegen Bülow. Er werd toen een meer derheid opgebouwd die ook zonder het Centrum, dus tegen Centrum plus sociaal democraten, de legeering kon en zou steu nen. In Juli 1909 spatte deze meerderheid echter uitèéo, de conservatieven reikteu hun oude politieke vrienden, opnieuw de hand. Bülow had slechts tijdelijk getriumfeerd, het Centrum beheerschte na anderhalf jaar de situatie als te voren. Bülow werd ge dwongen heen te gaan. Iu de eerste tien jaren na de stichting van het Duitscbe Keizerrijk hadden de nationaal-liberalen de leiding. Hun partij was zóó sterk, dat zij met do conservatieven, en de rijkspartij als middelpartij, een groote meerderheid vormden. Hierin kwam echter verandering toen de nationaal-liberale partij in 'zake de politiek^der beschermende rechten met Bismarck niet meer wenschte saam te werken. Het Centrum nam vaD toen af de plaats der midden-partij in, nadat Bis marck z'n „Kulturkampf" had opgegeven. Den nationaal liberalen gelukte het niet hun invloed te heroveren ook nadat ze te Heidelberg zich bereid verklaard hadden opnieuw met Bismarck saam te willen wer ken- Want iu de eigen gelederen heerschte tweedracht. In 't jaar 1881 beschikten ze nog maar ovea 45 mandaten, in 't jaar 1884 klom dit aantal weer tot 50. Het Centrum hield echter meer dan 100 van de 397 zetels bezet. Daarenboven kon het Centrum op de Polen, de Elzassers en heel dikwijls ook op de Welfeu in 't geheel 30 man als me^loopors rekenen. Met dit stem mental kon het óf met de conservatieven óf met de nationaal-liberalen de meerder heid vormen. Het Centrum beheerschte van dat oogenblik af dan ook de situatie. Daar bij kwam den Katholieken nog een om standigheid ten goede. De kracht der so ciaal-democratcn groeide ook in den Rijksdag. In 1884 beschikte de uiterste linkerpartij reeds over 24 zetels. Daardoor werd aan het Centrum de gelegenheid goboden om niet deze groep en de vrijzinnigen (de Fortschritt) nog een derde meerderheid ie vormen. En deze- combinatie deed zich voor onder het Trium viraat Wiudhorst-Richter-Grillenberger. 't Jaar 1887 bracht hierin tijdelijk een wijziging. Toen de nationaal-liberaleu weer opleefden, over 100 zetels konden beschik ken en opnieuw met den conservatieven den doorslag konden geven. Doch even als thans kon deze combina tie niet op zegenrijk werk terugzien en verloor de sympathie van reeksen kiezers. In 1S90 kwamen de nationaal-liberalen slechts met 50 mandaten uit de bus. Op nieuw werd zwart troef en bleef dit met kleine onderbrekingen tot op den hüidigen dag. De ultramontancn handeldeu steeds naar den stelregel: „je prends mon bien ou je le trouve". Toen de sociaal democraten in aantal toenamen, hield het Centrum geen rekening meer met de Fort- schiitt. Rood en zwart te zamen, zonder kleurschakeeringen, beschikten gaandeweg over een meerderheid. Een toevallige, van af 't jaar 1898 toen de sociaal-democraten over 56, een vaste sedert de rooden in 1903 over 81 stommen konden beschikken. Het Centrum dreef van af dat oogenblik met de regeering vuilhandel. Konden ze voor hun Kerk of School iets veroveren, goed, dan steunden ze het bewind. Zoo niet, dan wapperde de zwarte vl«g in 't vijandelijke kamp. De druk, dien 't Cen trum by alle gelegenheden op de regeering trachtte uit te oefenen, werd eindelijk on dragelijk. De regeering trachtte in 1906 dit juk af te schudden, ze liet don Rijks- 1 dag ontbinden. De uitslag der nieuwe ver kiezingen bracht de nationale meerderheid maar, zooals reeds gezegd, het „bloc" spatte weldra uiteen en Centrum en Con servatieven reikten elkaar weder de hand. En ook bij de verkiezingen van heden ma- keu beide partijen gemeene zaak. Bij eerste stemmiug reeds zullen zij elkaar in vele districten steunen. Daartegen zullen de natiouaal-libeialen en vrijzinnigen alles in het werk stellen om aan de heerschappij van conservatieven en centrum 'n einde te maken. De samenstelling van den Rijksdag was op 't oogenblik der ontbinding: Conserva tieven 58; Rijkspartij 25; Conservatieve wilden 2; Anti-semieten 17; Bund der Landwirte 5; Centrum 102; Polen 20; Welfeu 3. Totaal der blokpartijen dus: 231. Daartegenover stond als oppositie: Na tionaal-liberalen 51Vooruitstrevende Volks partij 53; sociaal-democraten 53. Totaal 157. Op 't oogenblik der ontbinding was dus de bjok-meerderheid 74. M a.w. er zullen minstens 37 mandaten op de rechische partijen veroverd moeten worden om deze haar stemmen-mcerderheid in den Rijksdag te ontnemen. Bij de verkiezingen van 1907 reeds bleven de rechtsche groepen in stemmen- aantal verre beneden de oppositie. Toen werden uitgebracht op de caudidaten van het Centrum 2.159,000 stemmer., op die der conservatieven 1.099 000 en op die van de Anti-semieten, Rijkspartij, Welfen, Polen en Elzassers 1.509.000 stemmen, le zamen 4.767.000 stemmen. Hiertegenover stonden de stemmen uit gebracht door de oppositie partijen: nat. liberalen 1.396.000, vrijzinnigen 1.318 000 hoc. democraten 3,259,000, totaal 5.973.000, of 'n meerderheid van 1.206.000 stemmeD. Niettemin vei kreeg het blok 238 mandaten en de linkergroepen slechts 149. Dit is het gevolg van de zonderlinge kiesdistiicts-verdeeling, die districten maakt van 140.000 kiezers en van 14 000, zoodat in de eerste tienmaal stemmen worden geëischt om een meerderheid te hebben, dan in de laatste, terwijl in het Rijk Ito stedelijke districten samen "57% van alle inwoners des Rijks staan tegenover 2H landelijke districten, die samen 42% der kiezers omvatten. De stedelijke districten worden dus be nadeeld ten koste van de landelijke. En dit alleen verklaart de groote Rijksdag meerderheid der agrariërs en conserva tieven, en der ultramontanen. Herhaaldelijk is van links voorgesteld, tot een nieuwe indeeling der kiesdistricten over te gaan, maar de beide mcerderheidsgroepen, die belang hebbeu bij hot behoud van den toestand, die huu voordeel verschaft, willen daarvan niet weten De voorteckenen zijn voor het zwart blauwe bloc niet gunstig. Bij tusschentijdsche verkiezingen reeds is het gebleken, dat do stroom in liuksche richting gaat; de meer derheid van 89 slonk intusschen tot 74 en 'n zeer veeg tecken is het, dat zelfs muur vast-geachte Centrumzetels verloren ge gaan zijn. De Oorlog. Over den Turksch-Italiaanschen oorlog ook nu weer weinig nieuws. Volgens Turk- sche belichten hebben den 2n Januari twee Italiaansche oorlogsschepen het fort Lahieh, aan de Roodc Zee, beschoten en daarbij een Turksch soldaat gedood en drie Turk- sche scheepjes iu den grond geboord. Vol gens de Resto del Carlino wordt in Napels een nieuw expeditiekorps van 30.000 man uitgerust. In enkele Italiaansche politieke kringen maakt men de regeering een verwijt er van, dat zij de Turksche vloot niet in den grond hoeft laten boren, geen eiland in de Engeïsche Zee heeft doen bezetten en de marine haar zin niet heeft gegeven om de Dardanellen te forceeren en voor Konstan- tiuopel te verschijnen. Zelfs heeft Italië de voorstellen van agitatoren in den Balkan, die geld vroegen en wapens om een op stand te bewerker, in de vilayets van Euro- peeech Turkije, afgewezen. Dit alles heeft Italië gedaan om den status quo in het Oosten niet te verstoren, maar thans wint de meening veld in Rome, dat de regeering niet lang meer weerstand zal kunnen bie den aan den algemeenen ei9ch, dat men over zal gaan tot een rechtstreeksche actie tegen Turkije zelf, indien de oorlog nog langer mocht worden gerekt. Men houdt zich in de Italiaansche hoofdstad overtuigd aldus meldt de „Temps^-corrcspondcnt, van de noodzakelijkheid van een gemeenschap pelijk optreden van de mogendheden. Italië wil zulk een interventic op voorwaarde, dat niet getornd wordt aan de Italiaansche souvereinitcit over do nieuwe Italiaansche kolonie, waar de sultan ook geen geestelijk gezag mag behouden. De MiNisTERiëELE Crisis in Frankrijk. Ziehier, hoe het gegaan is, nadat de minister van Buitcnlandsche zaken, de Sel ves zijn ontslag had ingediend: Dinsdagavond om halftiec kwam de minis- ten uad onder Caillaux bijeen om te be raadslagen wat te doen. Tot halfelf duurde de vergadering en het besluit was, niet te domissionueeren, maar de portefeuille vau buitenlandsche zakeu op te dragen aan Delcassé. Het schijnt althans van rainistcrieele zijde wordt het verkondigd dat Delcassé lang geaarzeld heeft, alvoiens de poitefeuille van buitenlandsche zaken aan te nemen, en dit eeist gedaan heeft nadat een poging om Poiucarré hiertoe te krijgen, die door Delcassé zelf was aaugewezen, mislukt was. Woensdagmorgen om negen uur is Cail laux bij den heer Fallières op het Llijséo geweest, om hem de beslissingen van den ministerraad mee te deelen, benevens het besluit om Delcassé de portefeuille van buitenlandsche zaken te geven. Volgens sommigen is Caillaux' ontvaDgst door den president zeer koel geweest, en heeft de president den eersten minister duidelijk laten voelen, dat naar zijn meening het kabinet hoorde heen te gaan. Daartoe was echter toen de tijd nog niet gekomen. 's Middags werd er ministeraad gehouden. Admiiaal Germinet had intusschen bedankt voor de portefeuille van marine, waarschijn- lgk, omdat Lby geen lust had zich op het

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1912 | | pagina 1