No. 36, MAANDAG 12 FEBRUARi 1912. 9e JAARGANG. DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN OMSTREKEN. Uit de Pers. BUITENLAND. DE EEMLANDER. Hoofdredacteur: Mr. D. J. van Schaardenburg. Abonnementsprijs: Per jaarf4.Franco per post id. f5.60. Per 3 maanden id. f 1.Franco per post id.vf 1.40. Afzonderlijke nummers f 0.05. Burean: KLKIKI1 Ht40 6. Telef. Interc. IS». Pidjs der Advertentiën: Van 1 tot 5 regels f 0.40. Voor iederen regel meer f 0.08. Buiten het Kanton Amersfoort per regel f 0.10. (B;j abonnement belangrijke korting). Tot plaatsing van advert, en reel, van buiten bet kanton Amersfoort in dit blad is „uitsluitend" gerechtigd het Alg Binnen-en Buitenlandeeh Advert.-bureau D. Y. ALTA, Warmoesstr. 76-78 Amsterdam De bekende hardrijder C. C. .1. DE KONING, die den Elfsteden-tocht in Friesland won. De Minister van Justitie en het moTU-PrOPRIO. Het Vad. is niet gerust gesteld door de verklaring van minister Regout, eu schrijft: Gaan wij critisch na, wat de Minister ver klaard heeft, dan is wel te begrijpen, dat men zich niet overtuigd gevoelt. Vooreerst heeft de Minister herhaald, dat het Motu propiio slechts geldt waar de R.-K. geestelijkheid het priviligium fori (het voorrecht der kerkelijke rechtspraak) geniet, welk privilegie echter hier te lande niet meer bestaat, aangezien het tijdens onze vcreeniging met België is opgeheven. Wij zeggen: de Minister heeft dit „her haald". Want dit argument is reeds meer malen aangevoord. Maar het overtuigt nie mand, omdat men zich blijft afvragen, in welk land dat priviligium dan wèl bestaat Wij kennen geen land ter wereld waar de R. K. geestelijkheid aan eene afzonderlijke geestelijke rechtspraak is onderworpen, en onttrokken aan het algemeene recht. En indien er geen Staten zijn waar dat het ge val is, dan zou het Muto proprio nergens gelden. Maar dan was het ook goheel over bodig, het af te kondigen. Men heeft van R.-K. zijde beweerd, dat het meer bepaaldelijk tegen Frankrijk was gericht. Maar ook dit kan niet juist zijn, want in Frankrijk is de geestelijkheid aller minst onttrokken aan de leekenrechtspraak. De Minister heeft verder gezegd, dat het Motu proprio een aanvulling is van het priviligium fori, maai sedert al wat over deze zaak in de laatste maanden geschreven is, weet men algemeen, dat het een aanvul ling is van de pauselijke bul „Apostolicae Sedis". van 1869, en dat deze op hare beurt beoogde in 't R. K. kerkrecht vast te leggen eene straf, die als aanvulling diende van de straffen die de R.-K. Kerk zet op vergrijpen tegen de onschendbaarheid van den geeste lijken stand. De straf waarmede de bul van 1869 eu het Motu proprio van 1911 de R.-K. bedreigen, is dan ook eene aanvul- lings- of bijkomstige straf, gericht tegen hen, die zooals hot in het Motu proprio heet door de zwaarte der zoude van heilig- schennos niet worden afgeschrikt. Een zeer goeden indruk heeft 's Minis- j ters verklaring gemaakt, dat hij als officier vao justitie meermalen R K. geestelijken heeft vervolgd, en dut hem of eenig ander R.K. ambtenaar van het O.M. uooit daar van een verwijt is gemaakt. Wie echter do quaestic waar het om gaat met aandacht heeft gevolgd, zal reeds lang hebben ingezien, dat hier veel minder gelet moet worden op hetgeen is gedaan dan op hetgeen i 9, w o r d t en naar men vreest zal worden... nagelaten. Het geval dat een R.-K. officier van justitie zonder deswege door de kerkelijke overheid te worden lastig gevallen, een geestelijke die tot misdaad is vervallen, vervolgd heeft, bewijst op zichzelf niet veel. Het kan zijn, dat er in de vervolging en veroordeeling niets onteerends zat voor den betrokken geestelijke, bijv iudien de vervol ging meer een overtreding dan een misdrijf betrof, zooals b.v. in het geval van den pas toor die door den heer Regout werd ver volgd wegens overtreding van den Begrafe niswet. Het kan ook zijn, dat do omstandig heden van dien aard waren, dat gerechte lijke vervolging niet meer te voorkomen was, bijv. als de zaak reeds wereldkundig is geworden of als de feiten al te duidelijk spreken, of als publiciteit of schaodaal te vreezen was bij niet-vervolging. In zulke gevallen kan het zelfs gebeuren dat het belang van de R -K. kerk of (on) van don geestelijken stand meer gediend is bij vervolging dan bij niet-vervolging, eu wij zonden er volstrekt niet vreemd van opzien, als iu z u 1 k e gevallen tU6- schcn betrokken R.K. ambtenaar van het O. M. en de kerkelijke overheid van te voren soms aanraking en overleg over do zaak plaats heeft, al was dat dan ook niet gebeurd in het geval, door den Minis ter bedoeld. De mededeeliug, dat er hem achteraf geen, v e r w ij t van gemaakt is, heeft dan op zich zelf natuurlijk geen waaide. Verder weten wij niet, hoeveel delicten, door geestelijken onder zijne jurisdictie be dreven, eu voor vervolging valbaar, dooi den Minister als officier van justitie w e 1, en hoevole niet door hem zijn vervolgd, en dit zou men moeten weten om de juiste waardo van Zijne mededeeling te kunnen bepalen. Onze beschouwingen over deze, in Duitsch- land door mannen van zéér uiieenloopende richting besproken, hoogst belangrijke quaestie, hebben allen ten doel op te komen voor de gelijkheid van allen voor de wet en voor wegnemiog van alle onzekerheid omtrent de vraag, of de R.K. geestelijk heid aan onze R.K. landgenooten toelaat en zal blijven toelaten, die gelijkheid iu toepassing te brengen ook ten aanzieu van R.K. geestelijken. Overweegt men hetgeen wij deden op merken, en bedeukl men, dat ook het oiet R.K. publiek zich wel degelijk van die bezwaren rekenschap geeft, dan is het ver klaarbaar, dat '8 Ministers redo |oiet in staat is, de gerustheid te geven, die Z. Exc. er kennelijk mede bedoelde te gevon, al werd dit streven soms min of meer ge schaad door 's Ministers schamperen en irouischen toon. De r. k. Maasbode, het enfant terribbe van de Ultramotaanache Partij, blijft tegen over munster Regout haar standpunt hand haven, dat het Motu-Proprio wel degelijk op Nederland van toepassing is. Het blad betwist dat het privi legium fori door de gewoonte afgeschaft zou zijn. Onze ervaring gaat daar legen in. Deze leert ons voor zoover zij strekt dat de goede Katholieken bij voor komende geschillen met geestelijke per sonen of bij onrecht, hun door geeste lijke personen aangedaan, zich plegen te wenden tot huD hiërarchisch hoofd, den Bisschop. De meerderheid der gevallen wordt op deze wijze beslecht, zoo zegt ODze ervaring. Zóó zeggen ons ook geestelijko per sonen, waarvan er één ons verzekerde, dat hij, die nooit in eenig proces was gewikkeld, op deze wijze 4 i 5 maal een proces voor den wereldlijken rechter ontging. Hkt Presidentschap van den - Duit9Chen' Rijksdag. Pas is, met veel moeite, een president van den Duitschen Rijksdag verkozen, of de heer Spahn, hteft reeds schriftelijk mee gedeeld, zonder opgaaf van redenen, dat hij voor die fuoctie bedankt. Dat hij het zonder reden geeft gedaan, geeft natuurlijk stof tot allerlei veronder stellingen. Do R. Katholieke Germania schrijft: „De centrum-fractie heeft steeds gestaan op het standpunt, dat zij niet vertegen woordigd wenscht te zijn in een presidium waarvan ook een sociaaldemocraat deel uitmaakt, die zich niet verplichten wil, te vol doen aan de representatieve plichten jegeDS den Keizer. De heer Spahn kou, toen hij het presidium aanvaardde, niet weten, dat eeu sociaal-democraat eerste vice-president zou worden. En daarom bedankte hij niet. Doch nu hij naast zich heeft den heer Scheidemann, die zich niet binden wil aan de representatieve verplichtinggen, heeft hij bedankt. Het feit dat dr. Spahn kans had, over vier weken niet herkozen te worden, heeft geen invloed gehad op dezen beslis sing, bij welke alleen gelet is op de prin- cipieelo zijde van de quac9tie." De Beniner Böraen Courier gelooft hier echter niet veel van en echiyft „Het eigenlijke motief van Spahn en diens partijvrienden is natuurlijk ergens anders te zoeken. Men wil nieuwe moei lijkheden opwerpeu, nog eer het voorloopig presidium nogmaals gekozeu moet worden. Men wil de capaciteit van dezen Rijksdag tot praktisch weikeu in twijfel trekken. Het plan is doorzichtig. Meri hoopt, dat bij eeu nieuwe verkiezing een presidium uit de linkerzijde zal optreden, dat men dan voort durend het leven lastig kan maken." De Fbansch-Duitschk Overeenkomst. De Fransche Senaat heeft de Fransch- Duitsche overeenkomst in zake Marokko goedgekeurd met 312 tegen 42 stemmen en 38 onthoudingen. Duitschland kn Engeland. Plotseling is de Engelsche Minister van Oorlog, lord Haldaue, daar Duitschland ge reisd on daar met bijzonder eerbewijs o.a. ontvaugen door den Keizer. Ni. mand wist waarom, maar daar ei tegenwoordig vele pogingen worden gedaan om de betrek kingen tusschen beide landen te verbeteren, hebben de journalisten natuurlijk verband gezocht tusschen dit bezoek en die pogin gen. De Tigliche Rundschau zegt ecAhans alles van te weten. Het doel van de reis is niets anders ge weest dan te Berlijn het terroiD te ver kennen om dan op grond van persoonlijko indrukken het Engelsche kabinet te kun neD melden, over welke punten Duitsch land geneigd is met Engeland te onder handelen. De volgende punten zijn behandeld: le. Beide staten komeD overeen de be vordering van spionnage op het gebied van den anderen staat streng te verbieden. Duitschland en Engeland zullen elkander wederkeerig de maatregelen mededeelen, die zjj getroffen hebben ter uitvoering van deze overeenkomst. Hiermede zou een bron van opwindende conflichten toegestopt zjjn. 2e. Duitschland en Engeland hebben een gemeenschappelijk belang bij de handha ving van den status-quo in China en Perzië. 3e. Duitschland en Engeland zullen trachten do tegenstrijdige belangen bjj den aanleg van den Bailgad-spoorweg door vriendschappelijke besprekingen uit den weg te ruimen, en eeq overeenkomst te treffen over bet eindstation van dezen spoorweg. Ook de andere politieke en economische geschillen in Turkije zullen een onderwerp van bespreking uitmakeD. 4e. Ook is gesproken over den afstand van de Walvischbaai en over grensregelin gen tusschen Duitsch Z.-W. Afrika en Purtugeesch West-Afrika. Hoe weioig het officieele Engeland aan Lord Haldano's bezoek een „zuiver par ticulier" karakter toekende blijkt wel hier uit, dat de Engelsche ambassadeur bjj het bestellen van een hotelkamer alleen sprak van een „hoog Eogelsch bezoek", doch weigerde, den naam te noemen van den hooggeplaatsten vreemdeling. Het ia niet waarschijnlijk, dat de Engelsche ambassa deur een kamer bespreekt voor een minis ter van oorlog,, die om particuliere aange legenheden Berliju bezoekt, en nog minder waarschijnlijk is het, dat dan de naam van den gast met opzet verzwegen wordt. Dokwerkersstaking te Manchester. Als gevolg van een vergadering, Vrijdag avond gehouden ter bespreking van de quaestie der indienstneming van ongeorgani seerden, hebben alle dokbewerkers Zaterdag den arbeid gestaakt. Het werk in de haven ligt vrijwel geheel stil. Hoewel de staking niet door bet vakvereenigingsbeslunr is af gekondigd, kunnen de staking toch reke nen op do sympathie der verschillende vak- vcreenigingen Men vreest, dat de stakiug zich tot de andere transportarbeiders zal uit breiden. De Staking in de Borinage. De mijnwerkersstaking neemt steeds grooteren omvang aan. De burgemeesters vragen uitzending van troepen. De stakers plunderen winkels en bedrijven tal van daden van kwaadwilligheid. Er zjjn vijf revolverschoten gelost op de vensters van den burgemeester van Boverie. Er ia gebrek aan levensmiddelen. Het linieregiment, te Gent in garnizoen

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1912 | | pagina 1