WEERBERICHT.
Thermometerstand
STADSNIEUWS.
INGEZONDEN-
MEDEDEELINGEN VAN HET
fgnNINKL. EED. MET. INSTITUUT.
pgemaakt voorm. 10.38 uqt.
e Bilt, 27 Februari 1912.
oogste barometerstand 773.2 ua.M. te
oruoa, laagste 741.2 te Christiansund.
Verwachting tot den avond van 28 Februari
1912. Stormachtige tot krachtige Westeljj-
ke tot Zuid- Westelijke wind.
Gesteldheid van de lucht: Zwaarbewolkt
tot betrokken, regenbuien.
Temperatuur: Dezelfde.
Barometerstand hedenmiddag te 12 uur
766 ar.M.
Vorige stand te 12 uur 764 tn.M.
te "Amersfoort.
Hoogste gisterenF. 50
Laagste hedennacht. F. 41
Hedenmiddag 12 uurF. 52
Iïet eebste otaatspensioknt.te.
Over bovenstaand onderwerp sprak gis
terenavond, in een openbare vergadering
van de afdeeling der Soc. Dem. Arb. Partij,
in het Valkje, de heer A. B. Kleerekoper
van Amsterdam.
Nadat de voorzitter de druk bezochte
vergadering geopend heeft, herinnert de
heer Kleerekoper aan de indiening van de
motie Troelstra op 5 Dec. 1911. Men kan
over die motie spreken op tweeërlei wijze.
Ten eerste als een op zich zelf staande zaak
en ten tweede kan men de motie verdedi
gen, als voortkomende uit den klassenstrijd
en passende in een bepaalde levensbeschou
wing, zooals de sociaal-detuokraten doen.
Zij doen niet aan invallen, maar wat zy
zeggen kunnen ze verdedigeu, tot aan het
bittere einde toe.
De motie Troelstra is ontvangen in Neder
land op een wyze, die haar heeft gedrongen
op den voorgrond van het politieke leveu.
Ovoral is ze aan de orde, alloen op de
agenda der Tweede Kamer staat ze niet.
De geschiedenis van het volk wordt
echter niet gemaakt in de volksvertegen
woordiging, maar in het land. En de recht
sche meerderheid kan de motie voorloopig
wol van het werkprogram houden, maar in
de Nederlandsche arbeidors leeft ze en
neomt ze steeds een belangrijken plaat9 iu.
Do motie is genoemd een slimme politieke
zet, een politiek meesterstuk zelfs. Maar
voor dit soort complimentjes passen do so
ciaal democraten met een minachtende
neusophaling.
Daarna zet Spr. uiteen, waarom mr. Troel-
stra niet alleen deze, maar twee moties heeft
voorgesteld, 't Is niet te doen om reclame
de maken; de soc. dem. stelt slechts deze
nuchtere vraag: Wat was dat voor een
jaar, dat jaar 1911, waarin Troelstra de
moties stelde?
Het was een merkwaardig jaar. Uit tal van
gegevens is gebleken, dat 1911 voor de be-
zittende klasse is geweest een jaar, zoo by
uitstek goed, als ze bij deu aanvang nauwe
lijks had durven droomen. Voor handel, in
dustrie en landbouw is bet een gouden jaar
geweest. Het aandeel der arbeidersklasse in
dezen ovorvloed is echter een sprookje. De
arbeider zwoegde gewoon van Maandag tot
Zaterdag en kwam dan met zijn schamel
loon thuis. Maar de tijden waren duurder
geworden. Het loon kromp spoedig weg, het
werd kleiner, zonder dat men het merkte.
Dat deed het kapitalisme, dat speculeerde
in levensbehoeften. En dat spel van de
Beurs eindigde in een ontknooping van
honger. De bezittende klasse groeide in
welstand, de arbeidoisklasse kromp van
ontbering, waardoor de klassenstrijd scher
per vormen aannam. En toen kwam in
conservatieve kringen een sterke neiging
om de opkomende arbeidersbeweging neer
te duwen, vandaar dat men trachtte den
arbeiders het posten te ontemen.
Aan het eind van het jaar 1911 was
het nu, dat de woordvoerder der soc. dein.
voelde, uit hoofde van zyn program, dat
er twee dingen waren, die aanstonds moes
ten worden geregeld, al. het wettelyk
waarborgen van het posten en het tege
moet komen aan de oudsten en ellendig-
sten der arbeidersklasse. Troelstra heeft
daarmee den eisch gesteld voor het onder
ste proletariaat.
Spr. gaat dan na, waar het geld vau
daan moet komen. Van 1901 tot 1911 ziju
de inkomsten van den Staat gestegen van
153 millioen op 205 mill, en de uitgaven
van 152 mill, op 2-13 mill. De uitgaven
zijn dus vooruitgegaan met 61 mill. Waar
is dat geld gebleven P De arbeiders hebben
er geen blauwe penning van gezien. Dat
geld is gegaan, op een onbelangrijk bedrag
na, aan het onderwijs en het militairisme.
Het wordt verslonden door het ongelukkige
onderwijssysteem, dat van scholen en
schooltjes aan elkaar hangt. De schoolstrijd
is echter geen strijd om subsidie, maar een
strijd om de school van het kind. De ar
beidersklasse, die volgens een man, dio
nog wel eens van gewaad verwisseld is,
gecu dag en geen nacht kon wachten,
heeft geen cent gekregen. Zij wacht al
vele dagen, om van de nachten nog maar
te zwijgen.
Toch brengen de arbeiders door de in
directe belastingen veel bij tot de inkom
sten van den Staat, hetgeen Spr. mot tal
vau cijfers uitvoerig uiteenzot. Daarna be
spreekt hij de plannen der regeering, om
het tekort aan te vullen, zooals: verhooging
drankaccijns, debietrecht op tabak, nieuwe
inkomstenbelasting en tariefwet.
En nu wordt wel gezegd, dat van de
10 mill, der opbrengst van de Tariefwet,
8 mill, zal zijn voor ouderdomsverzorging,
maar dat is een praatje. De geschiedenis
met de suikerbela6ting leert, dat van het
maken van een potje, niets komt. De
arbeiders hebben trouwens recht op staate
pensioen, als een eerste kleine afbetaling
op een zeer groote rekening, die de arb.
klasso nog me', het bezit heeft.Vac minister
Talma hebben we nog niets dan een berg
papier, de voorstellen zijn nog lang niet
als wetten te verwachten Daarom is de
motie-Troelstra ingediend. Wat daarmede
zal gebeuren, hangt af van de arb. klasse
zelf. De tijden ziju voorbij, dat bazuinge
schal de muren van Jericho deed neer-
stor'en. Het kapitalisme is omgoveu door
eeu stevigen muur en slechts Koning Ar
beid is in staat dien muur te doen vallen.
Aan het debat werd deelgenomen dooi
den heer P. J. Dam van Hilversum.
Spr. was eenigszins teleurgesteld. Hij
dacht, dat iu hoofdzaak zou worden ge
sproken over de motie-Troelstra, maar slechts
aan het eind heeft hij daar iets van ver
nomen en dan betrekkelijk nog zeer opper
vlakkig. Spr. zal echter eenige opmerkingen
van den Inleider aan critiek onderwerpen.
Door de duurte is het loon zeker afge
nomen, maar het beeft hem verwonderd,
dat de heer Kleerekoper geen gewag ge
maakt heeft van den toeslag door vele ge
meenten en particulieren .verstrekt. Daar
moet ook op gewezen worden, anders is
men eenzijdig.
Het posten is door Inleider genoemd,
bet wachthouden bij het geluk, maar het
kan ook leiden tot een schrikbarend ter
rorisme, dat zelfs door mr. Troelstra is
verdedigd. Dat posten moet noodzakelijk
leiden tot geweldpleging en de feiten be-
wyzen, dat dat het geval is.
De inkomsten van den Staat zijn geste
gen, en de uitgaven ook. Dat is toch een
gewoon verschijnsel. Wanneer de inkom
sten toenemen, zetten de uitgaven uit. En
wanneer Inleider vraagt: Wat hebben de
arbeiders van de millioenen gehad? dan
stelt Spr. daartegenover, dat al dio maat
regelen toch ook in het belang der arbei
dersklasse zyn. Een betere opleiding voor
arts komt den arbeiders bijv. ten goede.
En wanneer begaafde jongelieden uit de
arb. klasse willen, kunnen ze worden toe
gelaten tot alle inrichtingen van ouderwijs.
Ook het bijzonder onderwijs is tor sprake
gebracht en dat is voorde soc. dem. altijd
een ongelukkig moment. Zij zien den school
strijd van een kant. Ook onder de arbei
ders is echter tweeërlei richting en dan
spreekt het toch van zelf, dat er ook
tweeërlei richting bestaat op onderwijsgebied.
En de Staat nu beeft te zorgen voor rechts
gelijkheid op dat gebied. Het bijzonder
onderwijs bespaart bovendien aan 's lands
kas een bedrag van 6 millioen per jaar.
Ook dat wordt te veel uit het oog verloren.
Onder de geloovige arbeiders bestaat
ook een nood Zy moeten belasting betalen
voor het openbaar onderwijs en bovendien
het bijzonder onderwijs betalen. Nn kwam
er een voorstel om die arbeiders te ontlasten
en de soc. dem. hebben zich daartegen
verzet. De Groninger motie inzake ouder
wijs heeft dan ook slechts theoretische be-
teekenis, de werkelijkheid is in flagranten
strijd met de opvatting der eoc. dem. over
de arb. klasse.
Het militairisme neemt millioenen uit de
schatkist. Maar let men op de positie van
ons land, dan staat het toch vast, dat ons
leger niet gebruikt wordt om onze macht
te ontplooien. We houden leger en vloot
om onze onafhankelijkheid en nentraliteit
te handhaven. De soc. dem. heeft trouwens
allang de idee van algemeene ontwapening
en mflscflstakinp bij oorlog laten varen. De
toonaangevende soc.. dom. zyn wel degelijk
bereid enn volksleger te accepteeren.
Over de kwestie van geloof moet men
vragen, ol liet stelsel van levensbeschouwing
in overeenstemming is met bet geloof. De
socialistische wereldbeschouwing is beslist
modern, materialistisch; ze verklaart alles
uit de stof. Daartegenover staat de wereld
beschouwing, dat het geestelijke eerst is
en daaruit ontwikkelt zich het stoffelijke.
Dat is de kern van de Christelijke levens
beschouwing. Wanneer de soc. dem. dan
ook uitgaat vau het historisch materialisme,
is haar stelsel in flagranten strijd met den
Chnstelijken godsdienst
De arbeid is het een en het al, zegt de
lieer Kleerekoper. Iu directeu ziü is dat
waar, maar fundamenteel is dat niet waar.
Wanneer de arbeider iets kan voortbrengen,
heelt hij ten slotte dat do dauken aan God.
In laatste instantie moet dus niet aan den
arbeider de eer worden gebracht, maar aan
God.
Ten slotte de motie-Troelstra. Deze be
oogt art.-357 uit de wet-Talma te lichten.Men
moet echter alles in onderling verband be
schouwen Dat artikel moet beschouwd
worden in de lijst van het wetsontwerp.
Bovendien is het een overgangsbepaling,
die in het ontwerp thuishoort. Nu is het
voorstel-Troel8tra mooi bedacht, maar het
ligt in de lijn van Staatspensionneering en
de voorstanders van verplichte verzekering
kunnen zich er dus niet mee vereenigen.
Als het voorstel wordt aangenomen, hebbeu
we feitelijk Staatspensioen en de voorstan
ders er van zullen dan zelfs moeite .doen
het ontwerp-Talma tegen te houden. Yerder
heeft de Inleider niet aangegeven, waar
hot geld van daan moet komeu. Boven
dien is het zeer eenzijdig om alleen de
ouden van dagen te helpen, ook de inva
liden moeten geholpen worden.
Talma stelt dan ook voor ouderdoms-
eu invaliditeitsverzorgiög, omdat door het
laatste de meeste arbeiders zullen worden
geholpen. De ouderdomsverzorging is slechts
de toren, die gesteld wordt op het huis
der invaliditeitsverzorging. Spr. herinnert
hierbij aan hot standpunt van Jattrès, die
op het congres te Nlmes ijverde voor ver
plichte verzekering. Hij noemde staatspen
sioen bedeeling en stelde dus de anti revolu-
tionnairen in 't gelijk.
Dat er misstanden zyn, beamen alle par
tijen, maar in de middelen ter verbetering
gaan ze uit elkaar. De maatschappelijke
welvaart op aarde is echter niet het heele
geluk, dat eerst wordt gebracht door de
vrede met God, die alle verstand te boven
gaat.
De heer Van Lent meent, dat de
soc. dem. de arbeiders misleiden, hetgeen
z.i. blijkt uit een artikel in De Stem des
Volks.
Hierna is het woord aan den heer
Kleerekoper, die uitvoering repliceert, en
verschillende punten nader bespreekt. Ten
slotte stelt hij een motie, waarin bij de
Tweede Kamer wordt aangedrongen op
aanneming van de motie-Troelstra, welke
met bijna algemeene stemmen wordt aan
genomen.
Te middernacht wordt daarna de ver
gadering gesloten.
Tot eoquêtrice der Amersfoortscbe
Vereeniging tot bestrijding der tuberculose
is benoemd Mej. M. G. Romijn, alhier.
De le luitenant L. J. Baerends van
het 5e regiment infanterie, gedetacheerd
bij de 2e mitraileur-afdeeling te Deventer,
wordt den 29en dezer van die detacheering
ontheven en keert naar z'n garnizoen
Amersfoort terug.
Het comité Amersfoort van Het Ned.
Roode Kruis houdt morgenavond een alge
meene vergadering in het Patronaatsgebouw
aan het zand.
De punten van behandeling zijn:
1. Opening. 2. Verslag van den Secretaris
3. Yerrlag van de Penningmeesteres.
4. Benoeming eener commissie tot het na
zien van de rekening en verantwoordig.
5. Voorziening in Bestuurs-vacatures. 0 Me-
dcdeelingen van het Bestuur en hetgeen
verier te tafel wordt gebracht.
De buitengewone leden (zij die deelne
men aan de cursussen) hebben toegang
tot de vergadering, doch geen stemrecht.
Hun tegenwoordigheid wordt vooral by
deze eerste jaarvergadering op prijs ge
steld.
De Oostelijke tweede klasse.
De Oostelijke tweede klasse B is thans
uitgespeeld O.D.O. gaat ongeslagen boven
aan. De staqdr is;
Doelp.
O. D. O.
gesp. gew.
gel.
verl. pt. v. teg.
14
13
1
0 27 43-13
V. V. O.
14
10
1
3 21 39-25
N. E. C.
14
8
2
4 18 29-22
Rob et Vel
14
6
2
6 14 30-23
H V. C.
14
7
0
7 14 42-36
Quick (A)
14
4
1
9 9 42-34
P. E. C.
14
3
0
11 6 21-40
Yeloi
14
1
1
12 3 12-64
AGENDA
Dagelijks Bioscoop, Langestraat.
3 Maait. Tooueel Uitv. Amersf. TooaeelVer.
Kunst na Arbeid in de Kelzerskioon.
4 Maart Luth. Kerk. Lezing Prof. Eerdmans.
6 Maart. Openb. verg. afd. Amersfoort van
de Ned. Ver. tot alsch. van Alc. dranken in
het Venduhuis.
7 Maart. Lezing Cheque- en giroverkeer iu
het Valkje.
10 Maart. Uitvoering Geheelonth. koor „Het
dagende licht" in Amicitia.
15 Maart Kie9vereeniging „Gemeentebelang"
Spr. de heer Roodhnyzen.
17 Maart. Feestavond afd. Amersfoort Ned.
Ver. tot afschaffing van alc. dranken in Amicitia.
31 Maart. Jaarfeest Alg. Ned. Geh.onth.
Bond in Amicitia.
29 April. Toonkunst.
30 April. Toonkunst.
Buiten verantwoordelijkheid der redactieJ
11. d. E.
Mag ik, naar aanleiding van hot antwoord
van bet Bestuur v. d. Afd. Amersfoort v.d.
B. v. N. O., op miju ingezonden stuk van
21 dezer, een plaatsje in uw geacht blad?
Mij wordt gevraagd: het verband te
toonen, tusschen mijn uitroep: „leve de
paedagogiek" en bet vrijgeven met Konin
ginnedag, Kermis en Lustrumfeesten. Deze
taak is, dunkt mij, niet mooilyk.
Koninginnedag en Lustrumfeesten vallen
al direct uit, want ik plaatste: leve de
paedagogiek!. alleen aebter het woord
Kermis, ofschoon het punt: Vrij geven in
Amersfoort, terwille van Utrecht-
s c h e Lustrumfeesten, voor aanval gemak
kelijker is, dan voor verdediging.
Wat liet verband tiiBschen vry-geven met
Kermis en Paedagogiek betreft: Zit in de
officieele erkenning (want dit is het dan
toch) van de kermis als plaats waar de
kinderen naar toe moeten, opvoedende
kracht? Is ei op de kermis niets anders te
hooren, dan een draaiorgel; niets anders te
zien, daD een oliebollenkraam? Wie de
kermis, zooals ze i s, zonder meer, erkent
als bestaanswaardig, doei als de vader, die
zjjn glas zjjn jongen aanprjjst, door hem
ook eens te laten proeven, en, smaakt deze
het scherpe vocht niet, het verzoet met wat
sniker. Of krijgen de kinderen van school
de les mede, ergernis te nemen aan het
gehos en getier, dat ze ook zullen zien en
hooren? Gebeurt dit, dan kan er van het
aanschouwen opvoedende kracht uitgaan en
kan ik er vrede mée hebben. Of zou
men, zoodoende, in de oogen van het
Bestuur: Brave Hendrikken kweeken
Hieromtrent ben ik niet gerost, omdat
h»t ic den aanhef van zyn antwoord, van
poedscAtis-schoolbezoek reeds zegt, dat dit
bet werk van brave Hendrikken is. Of
versta ik den zin: „Of zouden de kinderen
die zoo graag naar school gaan, de brave
Hendrikken. niet gehoord zijn" verkeerd?
Het wil mij zoo voorkomen, daar bet toch
werkelijk te kras is, eigener-beweging ge
trouw Bcboolbezoek als het werk van brave
Hendrikken te kwalificeeren.
Eerlijk en opreebt, ik geloof niet dat
er één onderwijzer in A.foort, neen, in den
heelen Bond van N. O. is, die deze kwali
ficatie een leerlustig kind in bet aangezicht
durft geven. Hoe ook, tot deze sabotage
acht ik geen mensch in staat.
Per saldo: Ik heb dit zinnetje niet goed
verstaan of meq heeft het ondoordacht uit
de pen laten vloeien. De opmerking aan
bet eind, dat de school geen kinderpakhuis
is, maar een inrichting waar de geesten
ontwikkeld moeten worden, enz. enz., be
nevens de woorden: oudergemakzucht en
ouderegoisme, beschouw ik als niet aan
mijn adreB.
En hier mede,, M. d. R. gaarne het laatste
woord aan het Bestuur van de Afd. B. v.
N. O. latende, met dank voor de plaatsing
EEN VADER.
Amersfoort, 26 Februari 1912.
Geachte Redactie.
In verschillende plaatselijke bladen komt
een verslag voor van een op 19 dezer in
„De Zwaan" gehouden vergadering, waar
ik tot mijn spjjt niet aanwezig kon zjjn.
Wilt U my toestaan naar aanleiding van
bet daar door epkele Heeren gesprokene