Katholiek Nieuws- en Advertentieblad Zaterdag 9 Mei 1891. Vijfde Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Bameveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemues, Harderwijk, Hilversum, Hoogland. Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Yeenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. rataprija par drie maanden: Franco per post Afzonderlijice BureauKrommestraat, F 241, Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prije der Advertentiini Van 1 lot 6 regels Voor iederen regel meer Een verkiezings-manifest. Onder bovenstaanden titel lezen wij het volgende in ,De Tijd." An« de Katholieke Kiezers van Nederland. Niet lang meer, en de stembus zal weder geopend worden. De waarheid, dat kiesrecht kiesplicht is, met andere woordendat ieder, wien de macht is gegeven, invloed te oefenen op ons staatsbestuur, gehouden is van die macht gebruik te maken in het belang der gemeenschap, (het ge val dat om politieke redenen onthouding raadzaam wordt geacht, natuurlijk, uit gezonderd), dringt meer en meer door. De ondergeteekenden, leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, vertrouwen dan ook ten volle, dat in Juni a.s. geen onverschilligheid of be zwaren u van een gang, naar de stem bus zullen terughouden, en tevens dat gij, alvorens uw stembiljet in te vullen, met al den ernst, welken de zaak ver dient, u zult afvragen, op wien gij, overeenkomstig plicht en geweten, uw stem hebt uit te brengen. De beantwoording dezer vraag kan voor velen, bij deze verkiezing meer dan bij eenige vroegere, een hoogst moeilijke genoemd worden. Immers, het valt niet te ontkennen, dat de politieke strijd dezer dagen een karakter heeft aangenomen, wel geschikt om veel katholieke kiezers in verwarring te brengen, om velerlei twijfelingen bij hen te doen oprijzen. Zij zien, dat onder hun geloofsge- nootcn, die zij naar de Tweede Kamer der Staten-Generaal afvaardigden, niet meer de eenheid en hartelijke samen werking bestaan van vroeger. Zij hoo- ren in katholieke bladen stemmen op gaan, welke hun de herkiezing ontraden van mannen, die hun vroeger als geest verwanten of bondgenooten met warm te werden aanbevolen. Van andere, eveneens katholieke zijde worden daarentegen die Kamerleden, welke in den laatsten tijd niet langer vrijheid vonden het Ministerie te steu nen, voorgesteld als weinig minder dan afvalligen. Het kan, natuurlijk, de bedoeling van ondergeteekenden niet zijn, ongevraagd raad te verleenen omtrent de houding, welke gij ten aanzien der verschillende candidaten hebt aan te nemen. Reeds de positie, door ondergeteekenden inge nomen, zou hun dat verbieden. Wat zij bedoelen, is alleen, voor zoover van hen afhangt, aan verwarring en misver- I stand een einde te maken door u eenige toslichting, eenige opheldering te geven aangaande de gedragsljjn, door hen tot heden gevolgd, een gedragslijn, waaraan zij ook in de toekomst wenschen ge trouw te blijven. Toen het tegenwoordige Ministerie j optrad, werd hel door ondergeteekenden j begroet, wel niet als een Ministerie ge heel volgens hun geest, maar toch als een Ministerie, waarvan veel ten bate van het Land mocht verwacht worden. De politieke partij, welke in het Ka binet verreweg het talrijkst en krach tigst vertegenwoordigd werd, was gelijk bekend is die der Anli-Revo- lutionnaiien. Slechts twee Katholieken werden in liet Ministerie opgenomen. Nu is het een onbetwistbaar feit, dat waar het politieke en maatschap pelijke vragen betrelt, de belangen van Katholieken en Anti-Revolutionnairen zeer dikwijls evenwijdig loopen, maar niet minder dikwijls evenwel zeer ver uiteengaan. Hel eerste was inzonderheid het ge val bij de ondcrwijs-quaesticzoo lang deze geheel op den voorgrond bleef, werd van de verschilpunten weinig of niets bespeurd. Gezamenlijk hebben de katholieke en anti-revolutionnaire leden der Kamer het Ministerie gesteund, toen hel een eerlijke en welgeslaagde poging ondernam, om op het gebied van 't lager onderwijs aan ernstige grieven te gemoet te komen. (De billijkheid vor dert, te erkennen dat ook liberalen daartoe hebben medegewerkt.) Geza menlijk hebben met de overige katho lieke leden en de Anti-Revolutionnairen ook ondergeteekenden hun medewerking verleend om het wetsontwerp tot bescher ming van vrouwen en kinderen in fabrie ken en werkplaatsen en verscheiden andere nuttige regelingen tot stand te brengen. Niels zou hun liever geweest zijn dan het Ministerie, hetwelk zij dank baar waren voor menige goede daad en menige benoeming, die van recht vaardigheidszin getuigde, te blijven steu nen. De Regeering-zelve en een gedeelte der regeeringspartij hebben hun dit helaasonmogelijk gemaakt. Wat reeds vroeger in aangelegenhe den van minder overwegend belang aan ondergeteekenden was gebleken, kwam bij de voorbereiding der Legerwet met overweldigende klaarheid aan het licht; op de verlangens en politieke cischen der Katholieken werd door do Regce- ring en haar vrienden niet of bijna niet, op die dor Anli-Rovolutionnairen in de allereerste plaats acht geslagen en van de katholieke Kamerleden werd verlangd, dat zij in hoogst ernstige aangelegenhe den niet alleen hun eigen gevoelen, maar ook de geestelijke zoowel als stoffelijke belangen van het katholieke volk zou den ten offer brengen, wijl hel anti- revolutionnaire program een dergelijk offer vorderde en als prijs van verder samengaan begeerde. Het is ondergeteekenden voorgekomen, dat zij aan dien eisch geen gevolg moch ten geven vooreerst niet omdat zij tot dien prijs zelfs het behoud van het Ministerie en het samengaan met de Anti-Revolutionnairen te duur gekocht achtten, iminers, het in 1888 door de gehecle katholieke partij toegejuichte Program van Actie was voor hen het onwederlegbaar bewijs, dal door het katholieke volk in z(jn geheel beper kinggeen ontzaglijke uitbreiding van militaire lasten werd begeerd. Op de tweede plaats niet, omdat het toegeven aan een huns inziens volko- ongercchtvaardigden eisch op dit zoo aangelegen punt de Katho lieken in Nederland van een zelfstandi ge partij zou hebben gemaakt een ondergeschikte fractie der Anti-Revoluti onnairen, welke laatsten men vergete het niet bij de oplossing van som mige vraagstukken als onze vrienden, van andere als onze verklaarde tegen standers optreden. Toegeven op dit punt zou noodzakelijkerwijze dorr toegeven op veel andere punten moeten gevolgd 'orden. Ondergeteekenden hebben het der halve hun plicht geacht, met gebruik making van alle middelen, welke de grondwet te hunner beschikking stelt, de aanneming dor ingediende legerwet, welke aanneming zij een ramp zouden achten voor onze natie, zoo mogelijk te beletten. Wat de volgende legislatieve periode betreft, zijn zij besloten, indien zij door hunne respectieve kiezers opnieuw naar de Tweede Kaïncr der Staten-Generaal worden afgevaardigd, bij de behande ling van alle aanhangig te stellen vraag stukken als zelfstandige katholieke partij op te treden; aan de tegenwoordige regeering, even min als aan eenige andere, steun te weigeren, indien die begeerd wordt ontwerpen of regelingen, waardoor, volgens hunne meening, hol algemeen belang gediend wordt ook zullen zij, waar hel er op aan- komt, goede en nuttige zukon tol stand te brengen, tijdelijke samenwerking met I de nnli-rcvolutionnuire, noch met eenige andere partij afslaan. Wat zij evenwel niet bcgeeren, is zich door eenige vaste overeenkomst i te verbinden aan een party, welker be ginselen en belangen op veel punten van die der ncderlandscho Katholieken afwijken; wat zij niet bcgeeren, is: lei- wille van liet behoud van een bondge nootschap, waarvan hel bestaan zclls door de zoogenaamde bondgenooten ontkend wordt, katholieke belangen op te offeren of nog erger zich-zel- ven en met zich-zolven hot katholieke volk van Nederland te verlagen tot eon ondergeschikte fractie van een in veel opzichten in beginsel en pruetijk vijan dige partij. Voorts blijft voor hen het herstel der nederlandsche legalio bij den H. Stoel een katholieken eisch, die aan elke Regeering moet gesteld worden. Indien met deze opvattingen en be schouwingen door de katholieke kiezers werdt ingestemd, verklaren ondergetee kenden zich bereid, opnieuw het man daat van volksvertegenwoordiger te aan vaarden. IIaffmans. Lambbeciits. Veiimeui.ïn. Baiilmann. Rui.and. Van Nunhn. De Ram. ScilREINBHACIlER. Tbavaolino. Van Vlijmen. Mutsakrs. Naar de Tijd verneemt, heeft ook het Kamerlid, de heer Clcrcx, schriftelijk zijn instemming met dit verkiezings manifest te kennen gegeven. Wij achten het een hoogst verdien stelijk werk, hetwelk door bovengenoem de Kamerleden is verricht; hun mani fest wijst denR. K. Kiezers als van-zelf den weg aan, dien dezen bij de Juni- verkiezingen hebben te volgen. Onom wonden verklaren zij, de beginselen der Roomsch-Katholieken hoog te houden en dezer belangön bij elke voorkomen de gelegenheid te zullen behartigen, en dit te zullen doen als Zelfstandige Soomsch Katholieke partij, doch in aan sluiting en tydclyke samenwerking mot de anti-revolutionnaire of eenige andere partij. In dit laatste vooral ligt voor de katholieke Kiezers eone les by het stel len van candidaten voor de aanstaande verkiezingen. Alvorens zich onvoorwaar delijk bij de anti-revolutionnaire partij aan te sluiten, zooals, helaas! in 1888 is geschied, dienen zij zich eers'. te ver- gpwissen of de candiilaat dier partij, dan wel die eener andere, den meesten waarborg biedt tol handhaving der ka tholieke beginselen. BUITENLAND. In ons vorig nummer konden w(j nog den gedeeltelijken uitslag van de verkie zing te Gccslcmi'indo vermelden, wauruit reeds voldoende bleek, dat Bismarck do gekozene zou zijn. Het eindresultaat is dan ook dat van de 31.052 kiezers 10.544 hun stem op hem uitbrachten tegen slechts 5480 op den sociaal-democraat Schmalfeld. Keizer Wilhelm heeft Maandag te Dus- seldorf het jnarlijksch feestmaal van de Provinciale Staten (Rijn-provincie) me degemaakt en in antwoord op een welkomstgroet van den Vorst Von Wied eone uitvoerige toespraak gehouden. Danrin gedacht hij allereerst zijn stu dententijd, te Bonn doorgebracht. Ver volgens overgaande tot de beantwoording van wat de Vorst Von Wied gezegd had aangaande den vreedzamen toestand van het oogenblik, verklaarde de Keizer, dat het de plicht zyncr positie was den vrede te handhaven. Altijd hoopto hij er voor te zorgen, dat de vrede nooit werd verstoord. Ook de binnenlandsche verhoudingen zijn, volgens den Keizer, in de laatste tijden veel beter geworden. Het is het stieven des Keizers, dat de njjverheid tot haar recht zal komen, zoowel wat den arbeidgever als den arbeidnemer betreft. In samenwerking van beiden ver volgde de Keizer ligt het heil. Slechts écn dus besloot hy met tamelijk stouten overgang en hierbij mogelijk wel aan Bismarck's verkiezing denkend, slechts éen is Meester in 't land, en dat ben ik. Geen anderen zal ik nevens my dulden. En in deze gezindheid drink ik hot welzijn dor Rijn provincie. FEUILLETON. De laatste Ahbeviller van Dnrieane. Episode uil it Enjeliche kerkvervolging. Werkelijk was het meer engst dan loom, wat uit zjjn onzekere stnm sprak. Zoo bij de red ding ven een ongelukkige wenschen? Doch Mey wei voorzichtig. .Vergeriug, My- lordl het schip Een zacht geroep in den hoek onderbrak hare Zjj sidderde en werd ^doodsbleek; de Graaf ■poedde zich naar het arme bed! .Mylordl" smeekte zjj buiten zich zelve; .ge nade, Uylordl sinds wanneer is het een misdrijf barmhartig te zijn?" Bü hoorde het niethjj vergat, dat zich iemand anders in de hot bevond als bij en de schipbreuke ling. Met koortsachtige drift schoof hij de gor dijnen ter zijde en staarde op den slapende. Dezen scheen een angstige droom te verontrusten. Doch nn was hel voorbjjhjj lachte wederde don kere lokken lagen op zjjn marmerblank voor hoofd de fijne wenkbrauwen, de lange wim pers, de vaat op elkander gesloten lippen, dit alles was het beeld van stille, weldadige rust. .Vader, moedert" slaakte hjj thans in den droom. Stormachtig joeg hel hart des Gravenzjjn schitterende oogen richtte hjj op den slapi jongeling mal een uitdrukking van stomme s zich ter nauweraood kon beheerschen- Het was hem, als moest hjj zich over hem ne- buigen, om hem aan zjjn hart te drukken luid weenend met de zoetste namen te orer en. Doch in iiet volgend oogenblik maakte hem trots weder onbewegelijk als een beeld van rmer; zijne lippen bleven krampachtig ge len; zjjn lichaam boog zich als onder den t van een zwaren strjjd. Daarop keerde hij zich plotseling otn. .Mey," zeide hjj of .ik vergeel U dezen keer nwc lieid deze jongeling hier is bet «n mjjner vrienden. Ik heb medelijden met zjjne dwaling, en daarom wil ik bem in mjjn slot opnemen. Archibald zal al hol noodige tot zijne overvoering hier brengen." Mey boog onderworpen hot hoofddoch toen de trolsche Lord de hut bad verlaten, viel zjj snikkend op de knieCn nede De slaap van den jongen man was door de overbrenging naar bet elot niet gestoord. Als den volgenden morgen zeer vroeg ontwaakte, lag by op een zachten divan, met bloemen geven. De zon wierp hare gouden stralen het terras op zjjn aangezicht, in de verte werd een zachte muziek vernomen. Verbaasd blikte bg rond. Hjj had toet gedroomdeene in 't wil gekleed* vrouw had zich over hem nedergebo- gen en hem op het voorhoofd etn kus gedrokt het acheen zjjne moeder en als eens op haar sterfbed, zoo had zjj ook nn op zijne borst een gebroken kruis gelegd. Zou de droom nog voort- iren. Haar waar mocht don zjjno mooter zjjn? Hjj richtte zich op, daar viel een voorwerp bet tapijt. Het was het halve kruis van zjjn droom. Maar hjj droeg het nog steeds op zjjn bart en instinctmatig haalde hjj het zjjden koord Ie yoorsclijjn. Nog hing het andere deel daaraan ras paste hy de beide stukken aan elkander; zjj vormden te samen een geheel. Verward lwrg hjj hel kruis in een zjjner zak ken. Nieuwe verbazing. Het grove wambuis was rerdweneneen zwart zjjden kh 3d, geljjk hel de hofjonkers der koningin Elisabeth dro omsloot zjjn lichaam. Hjj stond op. Een groote spiegel weerkaatste zjjn beeld; hjj wierp daarop oen vluchtige; trad op het terras en wendde zijne oogen daar heen, waar de muziek zich liet hooren. Eenige trappen hooger achter eeno balustrade eenige jonge dames tusschen de bloemen, terand gekleed in fluweel en zjjde, en in midden, met de harp in de hand, de schoonste van allen, eene bloeiende, slanke gestalte, m een gouden diadeem in hare gitzwarte haren, een kleed van blauwe zjjde gehuld, dat, als zich vei hief om den naderenden jongeling gemoet te gaan, in "en langen sleep achter haar Zjj reikte de harp aan een harer begeleid sters. en met afgemeten tred dc trapp gaande, trad zjj den jongen man te gemoet .Wel kom in 't slot van Duricanel" groette zjj met hare welluidende stem.welkom, o vreemdeling I Moogt gjj de vrede brengen binnen deze muren!" .Mylady", antwoordde hij schuchlor.zjjtgjjde vrouwe des huizes?" .Ik ben Gilda, de dochter van Lord Abbe ville," vervolgde zjj, .Gravin van Duricane, eere dame onzer goede koningin Elisabeth." .0 Mylady, dan zult gjj aan mjjoe stomme verbazing een einde kunnen maken. Voor eeni- gen Ijjd bevond ik mjj met trouwe dierbare vrienden op eene bool, welke door storm nu eens werd omhoog geworpen, dan weder dreig de in den afgrond te verzinken. En lliana zie ik de zee cfTen als een spiegel en mjj zelf in zoo geheel verschillende vreomdc omgeving. Zeg mjj, Mylady, was het een droom Waar is hot schip, waarop ik zoo lang verwijlde Met eene ernstige beweging wees Lady Gilda op de golven, welke om de rotsen speelden een wrak lag tusschen twee steenblokken ho- klend. .Daar is uwe boot," spiak zjj, .ol ten minste wat daarvan is overgebleven. Uwe ge zellen rasten in de dieplo of op bet vreedzaam kerkhof van het dorp." In stomme smart verborg de jongeling het hoofd in de handen. Deelnemend zag de Gravin hem aan, en beiden zwegen. .Zoo was het licht, dat wjj over deze rolseu heen zagen schitteren, een dwaallicht vroeg hjj eindelijk. .Nooit brandt er een licht op dsze hoogten.' gaf zjj levendig ten antwoord; .nooit of 't moet geweest zjjn, om .Wij zagen het voor .Welk een noodlottige dwaling I Gij zjjt do eenige gerodde. Mjjn vader heeft u gastvrijheid zijn slot bewezen, en zeker zal hjj u nog grootero weldaden bewjjzen, wanneer gij uw bijgeloof laat varon." Fier richtte hjj zijn oog op do schoono jonk vrouw. .Mylady," sprak hil, .voor zulk een prjjs verlang ik zelfs geen koningskroon, Zeg dit uw vo.lor. Nog op dit oognnblik zal ik het slot verlaten." .NVen gjj moet bljjvon. Zeg mij uwen naam I" „Reginald Bcauliou." ..Zjjt gü een Franscliman HU scltuddo hot hoofd. H|j liet zijn hand rusten op de Uzeien tralies, zUn groot, treurig oog zweelde over de onmelolüke watervlakte. Gilda zag hem van tor zijde aan. „Hoe echoon Is lig," dacht zU on liet daarop volgen; „hoe oud zUl gü?" „Vyfentwlntlg Jaren." „Vijfentwintig jaren? Alzoo ouder dan ik; ik stelde u niet hooger don twintig. Verhaal my toch iets van Franknjkl Zyt gü bckeud aan hel hof? Reginald, kom, schik u naai ons en maak onB door uwe woorden een kort ver- biyf in dit eenzaam slot aangenamer t" „Verschoon mg, MyladyMgn gezelschap is voor n te onbeduidend. Hel kind des volk», in een stil dorp opgegroeid, ken ik nleti van de gdelboid dezer wereldslechte daarmede, wat mon de dwaasheid des kraises noemt, ben ik bekend." „O footGg herinnert mü er aan, dat gü een paap zgt! We-s verstandig en volg ing; hier ln Engeland heeft mon sinds lang met de Room- echo afgoderü gebroken. Doe evonoens I"

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1891 | | pagina 1