Katholiek Nieuws- en Advertentieblad De Christen en Je lliometa. No. 24. Zaterdag 12 September 1891. Vijfde Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driobergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Yeenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATEEDAO. Abonnementsprijs par drie n Franco per post Afzonderlijke f 0,40. f 0,05. BureauKrommestraat, F 241, Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prijo dar Advertentiéa: tot 6 regels Van Voor icderen regel meer u bezorgd xjjn. n uitorljjk Vrjjdigivond Zij, die zich voor 1 October a.*, abon- not ren op DE EEMBODE ontvangen de tot dien tijd verschijnende nummers GRA TIS. De H. Rok te Trier. Ophetoogenblikis dealoude bisschops stad aan de Moezel getuige van eene grootsche en inderdaad zielverheffende plechtigheid, welke reeds eenige we ken aanhoudt, en gelijk bereids is aangekondigd, tot op de helft der vol gende maand nog duren zal. Het is immers bekend, hoe door de volijverige bemoeiingen van den doorluchtigen kerk voogd van Trier, Mgr. Korum, sinds geruimen tijd eene nieuwe, plechtige tentoonstelling is voorbereid van de kostbare relikwie, de tunica des Heeren, welke daar ter plaatse bewaard wordt. Wat dit zeggen wil voor de hoogst bevoorrechte stad, hiervan zou het ver leden uit den jare 1844 kunnen getui gen, toen de laatste maal eenzelfde uitstelling en openbare vereering van den H. Rok plaats vond. Duizenden, neen honderdduizenden stroomden als- toen, ondanks al de bezwaren, aan het voormalige reizen verbonden, van heinde en ver, uit afgelegen landen en streken in gezamenlijke bedevaart naar de Moc- zelstad heen, om met innerlijke gods vrucht het .kleed zonder naad", dat de algoede Heiland op zijn smartvoller, lijdensweg gedragen en zeker bevochtigd heeft met Zijn goddelijk bloed, van nabij te zien en te vereeren. Ook uit ons land ging men op ter heilige stede, zooals ouden van dagen nog met geest drift verhalen, en ook nu nog wordt u soms hier of daar als aandenken aan die gelukkige pelgrimsreize door de be trekkingen van een allicht overleden bloedverwant of vriend een godsdienstig voorwerp geloond, dat aangestreken is I aan het H. Gewaad onzes Heeren. Om u echter nog een juister denk beeld te geven van de buitengewone geestdrift en blijde opgewektheid, waar mee deze feestelijkheid in 1844 is ge vierd, geven wij eenvoudig aan den be kenden, zoo echt godsdienstigen volks schrijver Alban Stolz het woord, waar hij ons den indruk weergeeft, welken genoemde feestviering op hem heeft gemaakt. Als hjj ons namelijk gemeld heeft, hoe hij op zijne reis van Coblenz naar Trier niet zonder ontroering telkens zeer groote menschenniassa's uit alle standen ontmoette, die allen uit eenzelfde gods dienstig gevoel openlijk hulde hadden gebracht aan den H. Rok en meer nog aan Hem, die uit liefde tot ons dit kleed heeft gedragen, en verder, hoe hij zelf, toegelaten in den Dom, een half kwar tier met stille aandacht dal H. Klecding- stuk mocht aanschouwen, laat hy zich volgcnderwijs hierover uit: .Deze Rok en zijne vereering spreken luide tot het hart van den godvruchtigen beschouwer, die voor cenigen indruk maar vatbaar is. Het trekt zijne ziel af van dat stoffe lijk gewaad naar het Lichaam en den Persoon van Christus. By het zien van dit kleed denkt hij als van zelf aan Hem en voelt in zich de liefde ontvlammen." Dan verhaalt hij nog, hoe hij op zijne avondwandeling langs de fraaie stads wallen twee verschillende processie's van meerdere duizenden met vanen en ge zang de stad binnen zag trekken, en hoe die onafzienbare menigte, die na 1800 jaren van wijd en zyd des Zalig makers Gewaad kwam vereeren, hem onwillekeurig aan de roemrijke kruis tochten herinnerde, en eindigt met deze gevoelvolle woorden: .Ziende echter, hoe men hiei onzen Heer J. C. zoo algemeen zijn geloof en zijne liefde schonk, werd ik zoozeer door blijdschap vervoerd, dat ik mij verwijderen moest om niet op straat in tranen los te bar sten. Den aanblik van die zee vanmen- schen, allen uit een en dezelfde gods dienstige aandrift herwaarts gevoerd, zal ik nimmer vergeten, maar als een der zaligste herinneringen bewaren." Was dus de H. Rok reeds van do vroegste tijden af voor de kinderen der Kerk een voorwerp van innige en hartelijke godsvrucht, van den anderen kant is hij juist wegens deze geestdrift volle uiting van het katholiek geloof en hot godsdienstig leven bij gelegenheid van zijne publieke vereering voor do vjjanden der Kerk eene reden tot erger nis en eene aanleiding tot Infie bestrij ding en lage spotternijen geweest. Ook in den iaatsten tijd, nu weer ontelbare pelgrims opgaan naar Trier, heeft het niet aan allerlei schimpredenen en smaad schriften ontbroken, waarin door de anti-kntholiekc pers zoo hier te lande als elders met het .domme bijgeloof' I der dwaze menigte den spot wordt ge- dreven. Toch, al wat van dien kant met betrekking lot deze relikwie en hare vereering ooit is gezegd of geschre ven, het is niet in staat geweest om de heilige overtuiging van het katholieke volk in hot minst te verzwakken, waar het vasthoudt aan een alleszins gewet tigde en door vele geschiedkundige fei ten en documenten bevestigde traditie, dat wezenlijk te Trier de H. Rok wordt bewaard, waarover de soldaten onder het kruis het lot hebben geworpen en veel minder nog vermocht het ooit zijn ijver te verflauwen, waarmede men bij eene algemeenc tentoonstelling in groote scharen optrok nnar de bis schopskerk dier stad, om or het heilig overblijfsel plechtig te verceren. Zeker, ons kort bestek, waarin wij schrijven, laat het niet toe om hier voor de echtheid eener relikwie te gaan plei ten, waarvoor haar historisch verleden ons reeds volkomen borg spreekt; even min ligt het op onzen weg hier in hot algemeen eene verdediging of eene na- Hj) werd, volgens de aloude overlevering, door de H. Helena, die ook liet geluk had hal heilig kruis in Palestina weer Ie vinden, in het begin der vierde eeuw nnur Trier, de residen tieplaats van haran koizerljjkon zoou, Conslan- tjjn den Groolen, overgebracht. dere uiteenzetting le leveren van de leer van ons heilig geloof, waar het geldt de vereering der relikwiöen. Maar toch willen wij hier niet verzuimen den wcnsch te uiten, dat door onze tegenpartij eens met onbevangen blik inzage worde ge nomen van eenige der vele verdedigings geschriften, die enkel op dit punt, de vereering van den H. Rok, reeds van katholieke zijde in het licht zjjn gegeven ongetwijfeld, menig vooroordeel ware als dan voor immer geweken en een eerste slap tot de waarheid gezet. Doch aller minst genomen, zoude men voorlaan stilzwijgend den vromen Katholieken het geestelijk genot van de vereering der Relikwie te Trier willen gunnen, zooals een minder bevooroordeeld protestnnlsch bind, .de Wereldbodc," die te Cincinnati in Noord-Amerika verschijnt, blijkt te doen, daar hij onlangs omtrent deze zaak zich aldus uitliet: .Onmogelijk is hot niet, dat de Rok, dien Christus heeft ge dragen, en waarvan men Hem bjj de kruisiging heeft ontdaan, nog ergens ter wereld aanwezig ismen heeft b. v. uit Egypte wel oudere weefsels, dan deze. Gunnen wij dus hun, die de echtheid van dit klcodingstuk aannemen, het genot, het te vereeren. Met ontbloot hoofd treden wij den onafhankelijkhoidslempel te Phi ladelphia binnen, waarin hel eerste con gres werd gehouden, en waar men dus monig overblijfsel uit die dagen mot groctc zorgvuldigheid bewaart, Met een volzalig gevoel en in feestelijke stem ming betreedt de Christen het M. Land, waar onze Heer eenmaal heeft rond gewandeld. Ook Protestanten (zoo b, v. het Pruisisch vorstenhuis) doopen heden nog het liefst met water uit den Jor- daan. Het H. Land met zjjn Jerusalem, zjjn Jordnan en andere merkwaardig heden zijn relikwieën van groolor om vang en beleckenis, die ook wij zeiven wel vereeren. Waarom zou men dan den Rok van Christus niet verceren, wanneer men aan zjjne echtheid gelooft Tot zoo verre bedoeld Proteslantsch blad. Ongetwijfeld zag do ons vijandige pers liefst niet alleen den Rok van Christus, maar ook het geloof aan Christus, don waren God, en niet slechts de kathedraal van Trier, maar allo ka thedralen der wereld van den aardbo- verdwijnen. Maar wij zeggen het den dichter Weber na Wi»m timr ir'Me ilit Wahrhiil begrabtn, Der rnUette titl Hackt» und Schaufcln habm. (Dia da waarliold zou vrilloa begraven, Zou heel vrat houweelon en tehoppen noo- BUITENLAND. De laatste manoeuvres in Oostenrijk, die ook door Keizer Wilhelm zijn bijge woond, waren schitterend. De beide Keizers richtten tot de officieren toe spraken, waarin zjj dn troepen hoogeljjk roemden en deden uitkomen welke ban den beide legers vereenigen, Daarna begaven zich de beide Koizers, de Koning en Prins George van Saksen, nl de Aartshertogen en andere voorname personen naar Allentsberg, vanwaar de Keizer van Duilschland naar München vertrok, na op zeer hartelijke wjjze van den Keizer van Oostenrijk afscheid te hebben genomen. Maandagavond le Milnchen aangeko men, heeft Keizer Wilhelm Dinsdag met Von Caprivi en ander gevolg een rijtoer door de stad gemaakt en daarna een bezoek gebracht aan het raadhuis dat feestelijk was versierd en waar de bur gemeester hem mot een toespraak ont ving. In antwoord daarop verklaarde de Keizer met een dankbetuiging voor do allerhartelijkste ontvangst, hem ook nu weder in Bcicron's hoofdstad bereid, die daarom zekerljjk den naam eener goede trouwe Duitsche Rijksstad verdiende. Buitengewoon is de toevloed van pel grims, die den H. Rok te Trier komen vereeren. Elun gelal bedroeg in de eerste 20 dagen reeds circa 800.000. Van alle kanten komen aanzienlijke processiën, waarvan vele uit meerdere duizenden personen bestaan, veelal met de bis schoppen aan het hoofd. De Tijd ver haalt van eene processie vmi geheel bijzonderen aard, n.l. van 700 katholieke onderwijzeressen, die Zondag lo Kart- haus de jnarljjksche nlgemeenc vergade ring van den Vertin der kalholiechen doutachen Lehrerinnen hadden gehouden FEUILLETON. .Koop mjj niet," sprak deze. .Gij zult aan mg noch een werkzamen noch eau gehoorzamen slaaf hebben, want ik ben te aanzienlijk van geboorte om een of ander ooit te hebben ge leerd." ,Gjj zult hot echter leeren I" hernam Wolf gang, „wij Christenen hebben wellicht nog krachtiger middelen aan de hand om onze sla ven te beteugelen dan gij Z(j bereikten dan Wolfgangs woning. Men bracht den Turk in een passend vertrek, ont deed hem hier van zjine boeien, en was be zorgd, hem met de noodige spijzen te verkwik ken en zjjne veronachtzaamde wonden, die hjj in een zeegevecht had ontvangen, te verbinden. Wolfgangs jeugdige kleinkindereu brachten hem vruchten en bloemen, zagen hem met hnnne lieve, hemelsblauwe oogen telkens zoo medelijdend aan, en hadden hem gaurne ge vraagd, wat hem scheelde, als de man maar niet zoo somber voor zich had gezien. Na eenige dagen trad Wolfgang op een morgen zjjn woonvertrek binnen. ,Gjj zijt nu weer klaar," sprak hjj, .uwe wonden zijn ge nezen kom du-, wjj zullen aan den a Muley. Zijn gebieder bracht hem in zijne prachtige tuinen, waar eene menigte arbeiders •aren. Doch hier was geen en- listers geklonken, hier viel geen onmenBchelijke zweepslag; opgowokthcid en vlijt hielden bier hel toezicht, en in plants van zuchten en weeklachten, waaraan Muloy's oor cds gewoon was geraakt, hoorde men slechts herts en vrooljjke liederen. .Wilt gjj wel die wijnranken helpen opbinden sprak Wolfgang minzaam lol Muiey. Deze trad bi), als kon hg die zoo vriendelijk hulpe niet wcigei en arbeidde vaardig mee. Toen het warme middaguur aanbrak, nam Wollgaog hem mede naar zijo koel vertrek, liet hein verlrisschende spijzen voorzeilen, en raadde hem aan, wal rust le gaan nemen. Dan riep hjj hem weder tot den arbeid, en wist hem opnieuw gewillig met een en ander bezig te houden, lol dal de avond kwam. .Gjj hebt mij van daag trouw in mijn werk geholpennu moogt gij ook mijn vorpoozing met mjj deelen," sprak Wolfgang, en bracht den Mahomedaan in een groot, lommerrijk priüel, van waar men een vrij uitzicht had op de zee. Hier plaatsten zjj zich op een gemakkelijke rust bank, en terwijl zg hel heerlijk schouwspel go noten van de ondergaande zoo, dio in do zeo wegdook, vroeg Wolfgang zijn gevangene, wat hem, een roo voornaam man, op hot schip had gebracht, en wat wel de reden was van zjjne ge vangenneming. Deze wachtte geen oogenblik i en geprikkeld door kwaljjk verborgen toorn le verhalen, hoe hjj zich ingescheept had om verschillende Christen slaven, die ontvlucht waren, na te zetten, en hoe hjj, toen hjj hen bijna had bereikt, den vjj- andeljjken ridders in handen was gevallen. HU Uet zich hierop in biltere kluchten uit over de trouweloosheid der Christonon en over zgu rampzalig loL .Arme man!" sprak Wolfgang. ,GU hadt zeker niemand, die u met liefdo en trouw aan hing V Geen sterveling zag tehuis met verlangen naar u uit; want voor uwe slaven is hel ver lies van hun meester een lang verbeid feest I" - Muley bewaarde een gedrukt slilzwjjgen. .Zie," ging Wolfgang voort, .hier leeft alles in vrgheid, alles in opgewekte bedrijvigheid, gebeol naar eigen verkiezing, alles in duurzame liefde Hier warden zjj onderbrokende dochters en schoondochters van den grUsaard kwamen met bare kinderen bjj hem. Zjj wisten, dat grootvader op deze geliefkoosde plek zoo gaarne den zonson dergang verbeidde, en ijlden nu herwaarts om hein lu zoeken. Wat een aardig gewemel van lieve kleinen rondom den ouden man I Do jonge vrouwen reikten hem hare kleinsten, die reeds lachend hunne armpjes naar hem uitstrek ten, lerwjjl de andere kinderen vol pret van alle kanten tegen hem opklauterden om de een op do knie, de ander om don hals van don goedhartigen bejaarden man te rusion. De frisscho, nog krasse grjjsaard, met zilveren baard en haren, geleek wel een heilige figuur, van engelen omgeven. Eid Muley kon zjjne blikken niet af wenden van dat hemelech gezicht van eeht huiselijke lielde en zaligen vrede. Een ongakend gevoel vervulde zUn liarl, cn werktuigelijk volgde hg de lamillo naar het woonhuis, waar de jongo mannen juiel lerugkeerdon van den arbeid, en do oude, vriendelijke grootmne- der het avondmaul bereidde. Hjj stond diep ge troffen, toen de grijsaard te midden der aan dachtige huisgenoolen eindelijk het avondgebed ziclevree, dat hg nog nimmor had mogen sma ken, legde hg zlcli Ier ruste. Zoo volgde do eene dag op den ando ren r.y vlogen In arbeidzaamheid en hulsoljjka vreugde vqorhjj, Wolfgang vormeed allen schUn, den Mahomedaan le willen bakeeren want hU moest eerst iD hun middeu het Christendom van nabjj leeren kennen, door eigeo ondervinding eerst ook bcgijjpen, hoe hel wozeniyk heil alleen in dé getrouwe naleviog van dcszelfs leer e lo vinden, on to geiyk een heimelgk verlangen deurnaar in zich nankweeken alvorens in do Christen gemeenschap te worden opgenomon. De oude, vrome commandeur Raimund had zyn broeder den weg gowczeu, en kwam dikwerl het welslagen vernemenevenwel liet hy zich nooit aan Muley zienwant deze mocht hein nu Muiey's voormalige afkeer vorminderde allengs, en dat innerlgk verlangon naar zyn vuderlnnd mankte ten laalsto plaats voor onverdeelde lielde tot Wolfgangs familie. Hg kon al ulot builen de kinderen, die hem zoozeer aanhingen hg verheugde zich, wanneer hy das morgens n naar Wolfgangs ernstige gesprakken den mensch, over deugd en godsdienst. Het ging langzaam, maar olndell|k loch vielen hem de schillen van ds oogen, en da lichtstralen aan het Ghriateiyk geloof begonnen sgn hart te verwarmen en ta verkwikken. Eens luisterde Wolfgang ham af, toen hy in een prieel onder de kimlareo zal, en de eene dochter hom een eenvoudig ebbenhoutoa Crucifix toonde, dat zy toen juist, op haren geboortedag, van hare grootmoeder teu geschenke had ontvangon. .Maar gU, arme man," sprak het kind, ,gy kent zeker den Heiland nog niet, die hier aan liet kruis is geslagen Ik wil u van Hem vertellen I" - En hiermede begon het kind haar eenvoudig roeread verhul, waar aan de overige zusters menige schonne en be- teekenisvolle spreuk hier en daar toevoegden, dio Christus gozogd had, en die zij van buiten kenden. Muley luisterde vol aandoening toe, en liet zich zoo gaarne alios verhalen, wal hy al reeds wistwant uit den mond der kin daren klonk hem dat allaa nog zaliger in de ooren, en stortte het nog meer troost in zUn hart. .En nu, zie dien lieven, gekruisigden Heiland een» goed aan," ging het kind voort, .hoe zelf* de dood In zUn vriondoiyk gelaat geen veran dering kon brengen! Acb, sinds gg ons zoo lief hebt, dunkt my, waart gy toch ook wel reeds

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1891 | | pagina 1