Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 38.
Zaterdag 19 December 1891.
Vijfde Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs par drio maanden:
Franco per postf 0,40.
Afzonderlijke nummersf 0,05.
BureauKrommestraat, F 241,
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs dar Advertantita:
Van 1 tot 6 regels
Voor ioderen regel meer
Correspondentiln
u bezorgd zj
uiterlijk Vrijdagavond
ZIJ, die zleh met
Januari a.a. abon
neert* op DE EEMBODE,
ontvangen de tot dien tijd
verschijnende nummer* «BA
m
Gerustgesteld
Angstige oogenblikkcn heelt het revo
lutionaire Italië dezer dagen weder door
worsteld. Na de heldenfeiten van 2
October 1.1. en hetgeen daarop is gevolgd,
meende het zich aangenaam te kunnen
neervlijen en indommelen op de macht
spreuk: ,Een voldongen feit." Maar het
werd uit zijn zoeten sluimer weder
plotseling opgeschrikt door het immer
dreigend spook, dat .Romeinsche
Quaestie" heet. Met al het misbaar en
brutaal geweld, waarmede het die ver
ontrustende verschijning bezweren wil,
ging het te werk, tot het meende die
alweder met niets zeggende phrasen en
dolzinnige beweringen te hebben ver-
dreven.
Het was dan ook wel voor Italië
om van te ontstellen, toen het door een
vrienden bondgenoot aan dien schrikwek-
kenden geest werd herinnerd, en ermel na
druk op gewezen werd. Van de zijde van
Oostenrijk toch werd het niets minder
te verstaan gegeven, dan dat de .Ro
meinsche Quaestie" nog wel degelijk
bestond, maar dat tot dusver nog nie
mand den weg gevonden heeft, om dit
probleem practisch op te lossen. Zoo
iets was wel geschikt om de vijanden
van het Pausschap in Italië den schrik
om het hart te slaan.
De aanleiding tot die verklaring werd
gegeven door den heer Von Zallinger,
die in de Oostenrijksche Delegatie dit
vraagstuk opwierp. Hij betoogde daarbij,
dat de jongste gebeurtenissen te Rome
opnieuw bewezen, dat het herstel der
wereldlijke macht des Pausen allernood
zakelijkst is. De onafhankelijkheid der
Kerk moet verzekerd worden. Deze
quaestie, zeide hij, is g
maar wel een katholieke en internatio
nale zaak, wier oplossing dringend ver-
eischt wordt.
Voor den Oostenrijkschen Minister-pre
sident Kalnoky was dit een zeer kritiek
onderwerp. Toch heeft hij zich met
ernst en waardigheid van zijne moeilijke
taak gekweten, door de netelige vragen,
welke hem werden gesteld, aldus te
beantwoorden
.Dit onderwerp is een probleem, het
welk grooten geesten en politieken kop
pen tol ontboezemingen en tot diep
nadenken aanleiding heeft gegeven. Tot
dusver is eene practische oplossing van
dit probleem nog niet gevonden, en ik
geloof niet, dat de Delegatie van mij
verwachten zal, dat ik mij in eene uit
eenzetting dezer moeilijke vraag begeven
zal. Op twee punten intusschen zou ik
de aandacht wenschen te vestigen. Het
eene is, dat de Regeering zich volko
men bewust is, dat de overgroote meer
derheid der bevolking van ons vader
land katholiek is, en derhalve zeer goed
voor oogen houdt, dat op hare gevoe
lens, hare gerechtvaardigde wenschen
en meeningen zooveel mogelijk behoort
gelet te worden. De Regeering koestert
ook slechts den wensch, dat de positie
des Heiligen Vaders eene zoodanige zij,
welke de volledige onafhankelijkheid,
gelijk zij aan hot Hoofd der katholieke
Kerk toekomt en voor hem noodzakelijk
is, in zich sluit. Die positie zij eene
zoodanige, <Lt zij het Pausdom en den
Paus zeiven bevredigt, want eerst ais
ook aan die zjjde de tevredenheid duur- j
zaam is, zal de vrede, geljjk wij dien
wenschen, tusschen het Pausdom en
hel koninkrijk Italië tot stand gekomen
zijn. Dat zijnonze innigste wenschen, en als
wij daartoe ietskunnen bijdragen, dan zul
len wij niet nalaten, in die richting, naar
onze beste krachten, werkzaam te zijn."
De Oostenrijksche Minister-president
gevoelt alzoo, en verkondigt tevens
onomwonden, dat men van katholieke
zijde eerst dan duurzaam zal tevreden
zijn, als de vrede tusschen het Pausdom
het koninkrijk Italië tot stand is
gekomen. Als Oostenrijk iets daartoe
kan bijdragen, dan zou het naar zijn
beste krachten daartoe medewerken,
.Het tweede punt, waarop ik de aan
dacht wilde vestigen, is en ik geloof
niet hier ergens tegenstand to zullen
ontmoeten, dat het de algemeene
wensch der bevolking is, met de Itali-
aansche natie in vrede en vriendschap
te leven. Wij willen met dezen buurman
in elk opzicht in goede betrekking leven,
en wij gaan nog verder, want wjj heb
ben met hem een politiek verbond ge
sloten, hetwelk een der grondslagen is
onzer staatkunde. Welnu, mijne heeren,
ik meen, dat de lieer gedelegeerde Von
Zallinger dit zichzelf toch ook moet ge
zegd hebben. Hoe kunnen wij derhalve
een stouten greep, zooals hij het gedaan
heeft, in dit probleem doen, zonder het
gevoel der Italiaanschc natie te krenken,
welke wij evenmin den wensch als aan
leiding hebben te krenken Eene gevolg
trekking uit deze twee punten wordt er
niet gemaakt, omdat, zooals ik in het
begin reeds zeide, tot dusver nog niemand
den weg gevonden heeft om dit probleem
practisch op te lossen."
Het moet den Minister, die zoo fler en
handtastelijk den onhoudbaren toestand
des Pausen aanwees en het schandelijk
onrecht, den H. Stoel aangedaan, mede
verfoeit, zeer hard gevallen zijn, te
moeten verklaren, dat Oostenrijk door
het politiek verbond met Italië mach
teloos gemaakt is, om met energie voor
de rechten des Pausen op te komen.
Maar voor Italië was en blijft het ant
woord des Ministers als een slag in liet
aangezicht. Van een vriend en bondge
noot moest het vernemen, dat de oplos
sing der .Romeinsche Quaestie" nog
steeds tot de dagorde behoort, en Oos
tenrijk zelfs geneigd is aan die oplossing
zjjn beste krachten te zullen besteden,
't Was voor de Italiaansche woelwaters
am er het hoofd bij te verliezen!
Neen, dan heeft de Fransche Repu
bliek andere dingen te aanschouwen
gegevenHoe ootmoedig toch heeft de
Fransche Minister Rouvier niet voor de
schim van den Italiaanschcn afgod
Garibaldi liet hoofd ontbloot bij
de onthulling van diens standbeeld
te Nizza op 4 Oct. 1.1. Frankrijk
was nog slechts twee dagen te voren
te Rome in zijn edelste zonen onteerd
geworden, en toch ried de Minister bij
gelegenheid dier vrijbuiter-vcreering den
Italianen aan, zich niet le storen aan
dwaze en jjdele betoogingen, en deed
zelfs een beroep op de vrijzinnige pers
van beide landen, om de misverstanden
uit den weg te helpen ruimen. Dat was
dus eene heel andere taal, als thans
van de zjjde van den bondgenoot werd
vernomen. Frankrijk werd op de onbe-
schoftste wijze voor hel oog der gcheele
wereld beleedigd. en zijn Minister kuste
de hand van den booswicht, die zich
zoo iets durfde vermeten. En nu komt
Oostenrijk's Minister-president meedoo-
genloos wroeten in de wonden, waar
aan de éénheid van Italië bezwijken
zal..
Was het te verwonderen, dat in het
Italiaansche Parlement smart- en wraak-
kreten werden gehoord? Maar de Minister
Rudini trachtte da opgewonden gemoe
deren gerust tc stellen. Volgens zijn
beweren had Kalnoky, Oostenrijk's Mi
nister, volstrekt niet de bedoeling het
Italiaansch gevoel te kwetsen. En daarbij,
de quaestie der wereldlijke macht des
Pausen was, al sedert de Franschen
Rome ontruimd hadden, voorgoed afge
daan. Zij was dood, en de .Waarbor-
genwet" was zonder verzet der Mogend
heden tot stand gekomen. Nog meer
Oostenrijk is zelfs gehouden, wanneer
de Italiaansche éénheid wordt bedreigd,
met zijn leger die te verdedigen.
Hiermede werd men .gerustgesteld."
Met een motie van vertrouwen in de
Italiaansche Regeering is dit werk be
kroond geworden.
Een edel gemoed kan hier slechts
klagenArm Frankrijk, dat, door den
Paus aan zijne vijanden prijs te geven,
reeds zoo zwaar hebt geboet, en, God
alleen weet het, hoe wellicht nog boeten
zalDckiagenswaardig Oostenrijk, dat
het grievend onrecht, den H. Stoel aan
gedaan, mede zoo diep betreurt, doch
door uwe gevolgde rampzalige politiek
gedwongen zijt, dit schandelijk onrecht
te bestendigenMaar nog beklagenswaar
diger Italië, dat de kiem uwer ontbinding
voordebedrevenemisdadeninUomdraagt,
en toch nog altijd U met de erbarmelijkste
phrasen tracht gerust te stellen! Voor
U echter is er geen rust denkbaar, voor
aleer, ook volgens de juiste verklaring
van Kalnoky, de positie des H. Vaders
eene zoodanige zij, welke de volledige on
afhankelijkheid in zich sluit, gelijk zij aan
het Hoofd der katholieke Kerk toekomt.
BUITENLAND.
In de Fransche Kamer is het Vrijdag
j.l. weer eens zeer rumoerig toegegaan.
Door den heer Hubbard was n.l. eene
interpellatie lot de Regeering gericht,
naar aanleiding van hare houding tegen
over de bisclioppen. De Regeering was
naar zijne meening niet krachtig genoeg
opgetreden en daarom stelde hij eene
afkeurende motie voor, waarin opzegging
van liet Concordaat en scheiding van
Kerk en Slaat geëischt werd.
Minister Falliöres verklaarde, dat het
niet aanging om de geheele geestelijkheid
verantwoordelijk te stellen voor liet op
treden van enkelen. De Regeering had
genoeg aan de wetten, die bestonden,
en was er meer noodig, dan zou ze meer
vragen. Tot nu toe was ze evenzeer
tegen scheiding van Kerk en Staat als
tegen de opzegging van het Concordaat.
Deze rede van den Minister was reeds
verschillende kearen onderbroken, toen
door graaf Kergorlay de vraag gedaan
werd of de Minister ook aan de vrijmet
selaarsloges eene circulaire had gericht.
Dit was den Voorzitter der Kamer,
Floquet, te veel en, vergetende dat hjj
slechts de leider der vergadering was en
het debat niet behoorde te interrom-
peeren, beriep hij er zich op vrijmetse
laar te zijn en insinueerde daarbij de
reeds zoo menigmaal weerlegde hatelijk
heid, dat Paus Pius IX zelf vrijmetselaar
geweest is.
FEUILLETON.
4) Er heerschle een oogenblib stille, gedurende
welke men zich eerbeelden kon, dat de zielto
gende beurtelings zijne oogen ten hemel ver
hiel en ze op zjjn vriend vestigde, want eens-
klapt riep bij op een door dankbaarheid beziel
den toon,0 mijn zoon, sedert vijf en twintig
God
iet goede dat
zoon! moget gjj weldra
en om er troost sn geluk
_enl... Ik dank I
einde van mijn pelgrimstocht dezen engel in
menscheogedaante gezonden te hebben, die
mjjne laatste oogenblikken zoo verlicht en ver
troost."
De stem van den stervende verzwakte blijk
baar. Weldra was bet bem onmogelijk, een
woord meer uittrbrengen.
Het was het uur waarop de negerin gewoon
lijk voedsel kwam brengen aan de gevangenen.
Ditmaal was >g vergezeld van Ali-Hassan, die
xgne slaven kwam bezoeken om zich met eigen
oogen van bun toestand te overtuigen. Ondanks
de bezorgdheid van den jongen Franschman en
aard voor bem verborgen te houden, ging bjj
er reebt op af on, hem een schop gevende,
bel bjj bem door de Mooren grijpen, die hem
vergezelden. Zonder de minste tegenwerping
maakten zjj bem af en wierpen zjjn lichaam
onbarmhartig buiten bet kot
Anton, voor de tweede maal getuige van
eene misdaad, dis hem bet bloed in de aderen
deed stollen, kon xgne verontwaardiging niet
langer bedwingenbü beschuldigde den hemel
van onrechtvaardigheid en liet den vrijen loop
aan de wanhoop, dio bem verteerde. In het
andere gedeelte der but weerklonken dezelfde
verwenschingen, maar opeens liet dezelfde
stem, die den .grjjsaard vertroost en versterkt
had, zich wedor booren.
„Wgtl" riep bjj uit, ,gjj tergt den hemel op
het oogenblik, waarop eene christen ziel er haar
glorierollen intrek doet. Gjj mort tegen God en
straks z uit gjj Hem smeeken, uwe kluisters te
verbreken. Vrienden, hebben"wjj ook, evenals
deze grijsaard, vjjf en twintig jaren in al
njj doorgebracht? Welke goede daden knnnen
wjj aanwjjzen om den palm der martelaars te
vragen Nauwelijks treden wjj in het strijdperk,
of wjj bezwijken reeds. Wjj 'zijn christenen,
vriendenzoo wjj recht willen verkrijgen op
de hemelscbe glorie, moeten wjj, in navolging
van ons goddelijk voorbeeld, ons kruis geduldig
dragen. Wel is waar is bet zwaar voor
zwakke schouders, welke er niet aan gewend
zijnmaar do genade Gods en de verdlr
van den Verlosser zullen het verlichten. Vragen
wjj God vergiffenis over ons morrsn, on
ons te midden der ellenden niet opbonden hem
te zegenen en le aanbidden."
Allen, vernederd door zulk een taal, vielen
op do knieCn. Anton zelf, beheerscht door dit
toppunt van dengd on die heldhaftige vroom
heid, knielde neer. Het volgende treffende gebed
steeg door den mond van den jongen Fransch
man van aller lippen omboog:
.Goede God, die ons lot U roept langs den
koninklijken weg des kruises, verleen ons do
kracht U na to volgenvergeet ons morren.
Onzo ziel, o Heer, is bedroefd tot den dood
.sta ons toe tl te bidden, onze pijnen te ver
lichten. Laat dezen bitteren kelk van ons voor
bijgaan maar moeten wjj hem drinken, Heer,
Uw wil en niet de onze geschiede 1"
Geen enkele klacht liet zicb nu meer hooren.
Ali-Hassan kwam zjjn bezook voltooien. Hjj zoc
spoedig met al zgne slaven naar Algiers ver
trekken, waar in den loop van Januari een
larkl gebonden zon worden.
IV.
Eene Slavenmarkt.
Op de kust van Barbarjje is de maand De
cember gewoonlijk zeer lastig. De aanhoudende
regens herscheppen de wegen als in poelen.
Bergen overklimmen, waarop de voel bjj elke
schrede uitglijdtdrassige moerassen overstek!
overstroomde wouden doorwaden, zoodanig zjjn
de vermoeienissen, de gevaren, welke de
gcr alsdan to doorworstelen beelt. Haar mela
hebzuchtige!! Moor, wanne
le behalen is. Ali-Hassan aarzelde dan
lielbji maakte zich reisvaardig en stelde
zjjae slaven in de volgende orde.
Voorop ging een negerslaaf, op wiens tronw
le meester rekenen kondit was de gids. Hjj
jereed een slovigen muilezel. Daarop volgden
le slaven, die verkocht zouden worden, twee
lan twee geboeid, niet door elkander, maar
rolgens bun leeftijd, hun lichaamsbouw en
andere hoedanigheden, die bon onderscheidden,
vrees dal z|j, ondanks hunne hooien, er
ichten slagen le ontsnappen, was de keten,
die hen verbond, zoo lang, dat een muil
ezel, wiens zadelring daaraan stevig beves
tigd was, tusschen hen in kon loopen,
en dit was voor ben geonszins eene
verlichting, want behalve dal zjj hun loop naar
den zjjne moesten regelen, gebeurde hel dikwijls,
dat hel dier, een misstap willende vermjjden,
hen een wreeden schok deed ondergaan.
Daar al deze voorzorgen den koopman nog
niet voldoende schenen, had bij al deze muil
ezels aan elkander vastgebonden, zoodat da
geheele karavaan, in een lange rij gerangschikt,
zich bewoog of stilhield op een teeken vnn baar
leidsman. Daarenboven waren andere negers
hier en dsar verspreid, gewapend met lange
zweepen, om er de weerspannige dieren mede
te slaan en zelfs de slaven, als het noodig
Do lastdieren droegen den mondvoorraad en
eenige bagage. Ali-Hassan zelf, gezeten op een
prachtig Arabisch paard, sloot den trein.
Dóór eene wonderbare schikking der Voor
il des menschen naar Zjjn
inzicht regelt, waren Anton en de jonge Fransch
man met dezelfde kluisters geboeid, als eeu treffend
•n geheimzinnig voortoeken der vriendschap, die
hen eemaal verbinden zoueen band, i'oor da
deugd gevormd, sterker den ijzeren ketenen,
die nooit zou verbroken worden. Daar, op dien
moeicljjken weg, smeedden zjj er de eerste
schakels van.
Zoodra bjj de oogen op zjjn reisgezel gesla
gen bad, twijfelde Anton er geen oogenblik aan,
ol de vertrooster van den grijsaard waa ook
geroepen om de zjjne te worden. De zachtheid
in de trekken von den jongen Franschman, de
helderheid van zjjn gelaat, dat door het onge
luk nog niet gerimpeld was, zjjne beminnelijke
voorkomendheid en zjjne houding in een zoo
ovor(u|gjen Anton, dat de
hemel hem een engel zond om zjjn tegenspoed te
verzachten en de wonden zjjoa harten to genezen.
Op het oogenblik dat men de boeten ging aas-
leggen, die de twee jonge mannen zonden rer-
eenigen, liet een Hoor, door onhandigheid of boot
opzet, den bamer neorvallen op den arm van
den Franschman, die er ernstig door gekwetst
werd. Deze uiUe geen enkele klacht, en stel
de zich tevreden met de oogen, gevuld met tra
nen, welke hem de vreeseljike pjjn afperst», ten
hemel te heffen.
Anton kon zjjne verontwaardiging'niet langer
bedwingen. „Welk tin afgrijselijk beeUen,"
riep hg uit„het zou dnizené
lljker wezen, aan de woede der:
atcld te zjjn II",..
"r-;