Katholiek Nieuws- #n Advertentieblad
No. 10.
Zaterdag 9 Juni 1894.
Achtste Jaargang.
DE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Yeenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnomontspsrijs per drie mamden:
Franco per postf Q.4Q.
Afzonderlijke nummersf 0,05.
BureauKrommestraat, F 227Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging He Eembode.
Prijs dar Advertontdén;
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iederen regel meer- 0.05
ZIJ, die zich vóór
1 Juli a.s. abon-
neeren op DE EEMBODE,
ontvangen de tot dien tijd
verschijnende nummers
GRATIS.
Een nienwe hulde aan dei Fans.
Onder dit opschrift bevat het Katho
lieke dagblad De Tijd de volgende op
wekking tot eene bjjzondere hulde aan
onzen H. Vader den Paus, welke niet
blijft binnen de perken van woorden,
wenschen en verlangens, maar met het
hart de hand ontsluit, en met eerbied
de gave biedt der Katholieken aan hun
geestelijken Vader; bij het woord de
daad.
Het zal weldra dertig jaren geleden
zijn, dat de Tijd de eerste maal zjjn
kolommen openstelde voor een hulde,
door de Katholieken van Nederland te
brengen aan den door de revolutie in
zijn wereldlijk gebied bedreigden Stede
houder van Christus. En veten van het
thans nog levend geslacht herinneren
zich de algemeene geestdrift, die zich te
dier gelegenheid zoo welsprekend open
baarde in tal van offergaven, welker
stoffelijke waarde werd verhoogd door
zinrijke bijschriften, getuigend van de
warme liefde, den vereerden Pius toege
dragen, van de edele verontwaardiging
over het heiligschennend bedrijf, waar
door de meest eerbiedwaardige Troon
der wereld ter prooi zou vallen aan het
ruw en roekeloos geweld-
Nederland, dat in zijne heldhaftige
zouaven getuigenis had gegeven van zijn
geloof en zijn trouw aan den Stoel van
Rome, dat in het bloed zijner kinderen
Bpreken zou van zijn liefde en gehechtheid
voor den Paus, bracht toen met een
milddadigheid, die de bewondering der
gansche wereld wekte, aan de voeten
van 's Heeren Plaatsbekleeder den cijns,
die eenmaal, met de Koningen uit hel Oos
ten, de eenvoudige herders van Bethlehem
aan de kribbe van den Verlosser veree-
nigde. Naast het goud van den rijke
ontbrak de schamele penning niet van
den arme, weduwen en wezen von
den het middel om de soms aan hun
nooddruft onttrokken aalmoes te doen
strekken tot een getuigenis van hun
vereering voor den algemeenen Vader
der Christenheid. De .bijdragen voorZ. H.
den Paus" vormden het voorwerp van
de meest algemeene en onverdeelde
belangstelling bij alle katholieken van
ons vaderlandmet gretigheid, met een
heilige blijdschap werd de gestadige ver
meerdering der ingekomen liefdegaven
waargenomeneen prijslijke eerzucht
deed zich gelden om, in den wedstrijd
naar het hooge doel, elkander in edel
moedigheid te overtreffen, of althans bjj
geen ander achter te staan in offervaar
dige liefde voor hetgeen men belichaamd
vond in het volgende woord „de zaak
des Pausen is de zaak van God."
Overbodig mag het ongetwijfeld hee-
ten, het hooge belang, de uitnemende
waarde aan te toonen van een gebeur
tenis, als in die dagen het gansche katho
lieke volk van Nederland zich deed aan
eensluiten door de beoefening der chris
telijke liefde in een harer edelste uitin
gen. Indien elke gave, om Godswil ten
bate van anderen aan persoonlijk bezit,
aan persoonlijk genot onttrokken, naar
het onfeilbaar woord der Eeuwige Wijs
heid, zulk een vaarde heeft, dat de
rechtvaardige Reci.ler daarvan de toe
kenning zal doen afhangen van een
onvergankelijk loonindien het een
dronk water, te Zijner liefde den ge
ringste der Zijnen toegereikt, aan geen
vergelding zal ontbreken, met hoe
veel meer recht zal die toezegging gel
den, waar de aalmoes niet enkel de
daad is der liefde, maar ook de belij
denis en de verdediging des geloofs.
Waar de stoffelijke gave geschonken
wordt als een levend protest tegen het
woelen en werken van een ontchrisle-
telijkte staatkunde, als een noodwendi
ge steun in de hoogste en edelste be
langen der maatschappij, als een wapen,
geschikt om daarmede de eer Gods te
handhaven en het heil der zielen te
verzekeren
tl was, dat deed in die dagen de
aalmoes aan den PausEn ons vader
land, de katholieke Kerk in Nederland,
heeft daarvoor, in afwachting van de
eeuwige vergelding, reeds aanstonds een
belangrijk loon ontvangen. De voorspoe
dige ontwikkeling van al unze katholieke
liefdewerken, vooral in de laatste dertig
jaren de toenemende luister van onze
tempelgebouwen geven er, dunkt ons,
ruimschoots bewijzen van. Dat wij, in
omvang van werkkring toenemend, niet
verzwakten aaD innerlijke krachtdat
wij tot nog toe gespaard bleven van
staatswetten als die, elders, met de vrij
heid en onafhankelijkheid der Kerk, haar
bloei bedreigen en haar bestaan in ge
vaar brengen, voorzeker, dat alles is
het werk van Gods zegenmaai
mogen wij niet ons afvragen, of die
zegen zóó overvloedig ons zou geschon
ken zyn, indien de Katholieken van
Nederland zich niet zoo milddadig ge
toond hadden jegens den Paus
Men zal het derhalve beseffen, dat
een onlangs van hooggeschatte zjjde
ons geworden uitnoodiging, om weder
dit jaar onze plaatsruimte beschikbaar
te stellen tot het vermelden van gelde
lijke bijdragen ten bate van Z. H. den
Paus, door ons ontvangen werd zjj
het met zekeren schroom, dan toch ook
met oprechte waardeering, ja, met
levendige blijdschap. Mét zekeren schroom,
immers wjj, beter nog dan menigeen
onzer lezers, weten by ervaring wal er
in ons Vaderland, met de veeltijds be
perkte middelen, waarover onze katho
lieke landgenooten kunnen beschikken,
gedaan wordt voor liefdadige doeleinden.
Wij kennen den vaak dringenden nood,
waarin liet godsdienstig onderwijs niet
zelden een beroep doet op het goed
hart van min- en meervermogenden
wij weten wat er gevraagd en ge
geven wordt voor arinen- en zieken
verpleging, voor het onderhoud en de
versiering onzer kerken, voor de ver
breiding van het Christendom in andere
werelddeelen, ja, voor wat niet al
Maar wij weten ook dat de liefde der
Katholieken van Nederland onuitputtelijk
is en vindingrijk in het opsporen der
middelen om aan alle eischen, door de
omstandigheden gesteld, te voldoen.
En nu laten zulke eischen zich
gelden, waar wij in den tegenwoordigen
tijd onzen blik richten naar het Vaticaan
Het antwoord, dunkt ons, kan niet
twijfelachtig zijn. Op den stoel van Pe
trus is Leo gezeten, die, in denzelfden
strijd als zijn voorganger, de hulp van
zijn kinderen behoeft. Meer nog, drin
gender wellicht dan Pius IX. Bijna vijl
en twintig jaren zijn er voorbijgegaan
sedert het werk der berooving door de
inbezitneming van Rome werd voltooid.
Aan geen maatregel heeft het van den
kant der revolutie ontbroken om den
Paus, van den luister zijner wereldljjke
souvereiniteit ontdaan, alle stoffelijke
middelen tot het voeren van het be
stuur der Kerk te ontnemen. Een hui
chelachtig vertoon van wettelijkheid doet
niets af aan het feit, dat, door de al-
geheele of gedeeltelijke inbeslagneming
der kerkelijke goederen, het onderhoud
uer geestelijkheid, de godsdienstige op
leiding der jeugd, de seminarian, de
kloostergemeenten in Italië voor een
goed gedeelte ten laste komen van den
Paus, die zelf geen andere middelen van
bestaan heeft dan die welke de offer
vaardigheid der Katholieken hem kwam
aanbrengen. Dat, door den loop der
wereldgebeurtenissen, door de gevoelig
heid van sommigen die door den Heili
gen Stoel zich verkort waanden in het
geen zjj als rechtmatige aanspraken
meenden te kunnen doen gelden, de
bijdragen voor den Sint-Pieterspenning
een belangrijke vermindering hebben
ondergaan, 't is ons dikwijls genoeg be-
teekend door een pers, die haar vreugde
daarover niet kon verbergen. Toch blij
ven voor den Paus dezelfde zorgen
dezelfde lasten blijven Hem drukken,
in dezelfde nooden moot door Hem
voorzien I
Wat daarvan voor ons, Katholieken
van Nederland, de gevolgtrekking behoort
te zijn Een verdubbelden ijver aan
gewend om van onze zijde aan te vullen
wat van elders den Vader der Christen
heid ontbreektDat wij daartoe
onze katholieke landgenooten bereid
zullen vinden, wij durven het vertrou
wen. Meer dan veel andere volkeren
hebben wij reden om dankbaar te zijn
jegens den Plaatsbekleeder van Christus.
Meer dan veel andere volkeren zijn wij
jegens Zjjn gcheiligden Persoon tot een
bijzondere hulde verplicht. De talrjjke
en kostbare blijken van vaderlijke wel
willendheid, door het Hoofd der Kerk
gegeven, zoo menigmaal een werk of
stichling van christelijke liefdadigheid
in Nederland Zijn zegenrijke medewerking
kwam afsmeeken, zouden alléén reeds
ons moeten aansporen tol een edelmoe
digheid te Zijnen opzichte, als waarvan
wij door Hem-zelven het voorbeeld zagen
gegeven.
Daar is echter meer. De Paus, het
middelpunt der katholieke waarheid op
deze wereld, is «w behoort voor ons
alien te blijven het middelpunt ook
der katholieke eenheid. Om Hem ons
scharend te Zijner verdediging, tot Zjjn
steun, geven wij bljjk van de liefde, die
de band der volmaaktheid is. Waar deze
werd bedreigd of ten deele verstoord,
kan geen krachtiger middel door ons
worden aangewend om te genezen, om
te herstellen, om te bevestigen, dan het
vereenigend optreden alB de kinderen
van één huisgezin, die, in de gemeen
schappelijke werkdadige liefde voor hun
Vader, deH waarborg zullen vinden van
hun eigen kracht en voorspoed.
I11 de maand, op bijzondere wijze aan
de vereering vaD Jesus' Allerheiligst
Hart toegewijd, hopen wjj dat ons be
roep op de medewerking van alle katho
lieken van ons Vaderland niet onver
hoord zal bljjven. Wij vertrouwen, dat
de redacties van andere katholieke bla
den zich daarmede van ganscher harte
zullen vereenigen. Mochten wjj er in
slagen te dezer gelegenheid een wedstrijd
in het leven te roepen; een wedstrijd in
edelen ijver voor de hooge en heilige
belangen, die in den persoon van Christus'
Stedehouder, hun handhaver, hun ver
dediger, hun altijd veilige schutse vin
den
Tc', zoover ,Dc Tijd." Overeenkoms
tig het vertrouwen, daarin aan het slot
uitgedrukt, vereenigen wjj ons van gan
scher harte met het beroep op de mede
werking van alle Nederlandsche Katho
lieken, en geven ook wij gaarne de ge
legenheid om aan ,De Eembode" voor
dit doel giften in te zenden. Zij zul
len vermeld worden onder het opschritt,
waarmede die inschrijving hier wordt
geopend
Het Bestuur der Ve.eeniging
„de Eembodef 25.—
V. N. Uit liefde voor onzen
grooten Paus Leo XIII 2.50
De Familie H. te Amersfoort 50.—
BUtTENLAND.
De hernieuwde aanneming in het Hon-
gaarsche Volkshuis van de wet op het
burgerlijk huwelijk heeft eene ministeriëele
crisis in het leven geroepen. Wel wetende
dat het ontwerp in de Magnatentafel met
nog grooler meerderheid dan den eersten
keer zou verworpen worden, heeft de
minister-president Wekerlé al bet mo
gelijke gedaan om van keizer Frans
Jozef eene vermeerdering van het aantal
liberale Magnaten te verkrijgen, en toen
hem dit niet gelukte, bood het geheele
ministerie den Keizer-koning zijn ontslag
aan. De vorming van een nieuw Kabinet
werd alsloen door den Keizer opgedragen
FEUILLETON.
De Reddingsplank.
Een groote les.
„Vertrek In vetU*hel4, mön
Hol. Da BaHa, da dtojd, de hoop,
*0 oprektmi m(J van moer dan odd
10) Men begrijpt dat de bezoeken ran August aan
het arme huisgezin van Dubois menigvuldig
werden. Een goed deel van zjjne uitspannings
uren offerde bjj op om dia arme lieden te
troosten, evenals bjj alles, wat hg eeoigazins
kon missen, aan hnnne behoeften ten
verwachten. De wetenschap vermocht nieta meer
bg een lichaam, dat uitgapnt en terslelan was
door harden arbeid; zgn einde nadorde lang
zamerhand. Angnat verborg zgne treurige waar.
nemingen zorgvuldig; hg durfde ze niet open
halen aan den ouden man, die bang waa voor
meer loe, ondanks do gverigste pogingen van
Gedurende eeoige dagen had August zgne
bezoeken bg Pierre Dnbois moeten onderbreken
bezigheden in het gasthuis hadden hem weer
houden. Nauwelgks achtte hg zich voor eenige
uren vrg, ol hg snelde naar de rue de Cléry
en steeg haastig naar boven. Agilha bad hem
aan zgn stap berkendzg kwam hem aan de
denr tegemoet. „Ach, mgnheer I" riep zg uit.
„Welnu, uw man is toch niet verergerd, hoop
ik."
„Ach, mgnheer, ik kon 't n niet zeggen
maar het komt mg voor dat hg zoo achteruit
gaat ik kon zgo pols niet meer voelen.''
August werd stil en keek treurig voor zich niL
„Mgnheer," onderbrak Agatha zacht floialarend.
„Welnu
.Indien ik, zonder n zoudt n, mgnheer,
mgn man niet eens een woordje van godsdienst
kunnen toesprekenik zie wel, bjj gaat sterven,
en moet bg dan sterven ala een heiden
„Ja, maar, vroawtje, dat ia na joisl mgn laak
niet, laat een priester komen, de pastoor van
nwe parochie is zoo'n uitmuntend man, naar
ik hoor."
„Ja mgnheer, maar ziet n, hg heelt de groote
Pransche revolutie medegemaakt u begrijpt,
hg wil van de pries Iers niets welen hg is
wel goed en oppassend, maar op dit punt wil
hg van niets hooren. Ach, nu krimpt mgn
ineen als ik bedenk, dat hg misschien de
eeuwigheid zal ingaan zonder geestelgke hulp,
zonder Sacramenten. Indien gg nu, mgnheer,
eerd, hem een woordje
len goeden God, do H.
u hg misschien wel willen
gg hebt toch m
wilt toespreken
Maagd naa
luisteren."
Beschaamd en verrast, wist August niet, wat
to antwoorden. Men riep zgn godsdienstige kennis
te hulp, bjj die zich bogvord had alie sporen
ervan uil zUn geest weg te wiaschen. De oude
Agaüia hield steeds aan. „Och, mgnheer, spreek
bem aan, het zal hem goed doen; het zal voor
hem een voorbereiding zgn, om eau priester te
ontvangenen als mgn arme man dan aterft.
dan hob ik tenminste den troost, dat ik voor
zgn ziel kan hidden; dan hob ik zekerheid, hem
hiernamaals met Frans in den hemel weder te
meer weigeren; hg hoorde
de klachten van
„Ach God I zon mgn Pierre dan verloren
zgnzon hg dan niot naar den hemel gi
August aarzelde niet Unger; hg sprak t
onde Agatha„Ik zal het eens probceren.'
„Goddank," riep zg nit, „ik zal bidden, dat
gg slagen moogt."
August naderde de legerstede, waar de grijs
aard tevergeefs kampte tegen de laatste pgnen,
die den doodstrgd voorafgingen. Hg herkende
zgn tronwen verpleger en groette hem. „Ik lgd
zoo, ik beb verschrikkelijke pgn, mg
steunde hg. August trachtte hem wat
kwikkan. „Ach, vermoei u niet mgnheer, het
helpt mg niot meert indien ik slechts kon slapon I'
Hg zweeg varder en stoorde August aan met
verdwaalde en onrustige blikken.
„Ik bon wel erg ziek," hernam hg na eenige
oogenblikken, „maar ben ik in gevaar?"
„Gg wilt niet dat ik u bedrieg, niet waar?
Welnu, ik golool dat gg weldra uit uw Igdon
zult verlost zgn.
,Dus s'.orvon," zeide de grgaaard, .en den
waarheen Het oog van do oude Agallia
was op August gevestigd. Nogmaals trachtte hg
zich alles te binneD te roepen, wal hg in zgn
jeugd geteerd hadhg verwekte nogmaats een
akte van geloof en antwoordde
„Gg zult daarheen gaan, waarheen de men-
schen guan, die in God geloofd hebben, en met
overgeving aan God hun Igden gedragen hebben
gg zult naar den hemel gaan."
.Geloovcn! God, ik ken Hem niet," zuchtte de
Er heorschte een oogonblik ven diepe atilto.
Agatha bad voortdurend. August riep in zgn
geest alles terug, wat hg van den godsdienst
wisL Eindalgk richtte Pierre zich in bed omhoog
en vroeg op een meer leveodigen toon: „Mgn
heer, gelooft gU in God
Wunneer een stem uit hot graf hem had
toegeklonken, had deze geen dieper indruk op
August kunnen maken, dan deze vraag. Het
kwam hem voor dat een lichtstraal zgn geest
verhelderde en de duisternis, dia er heersebte,
deed verdwgnen.
„Ja," waa zgn antwoord, „ik geloof in God,
God bestaat. Wg leeren Hom kennen uit zgne
werkende aarde, waarop wg leven, alle
ona omgeeft, Is hot werk zgaer benden."
„Ach, zuchtte do stervende, „bekommert God
zich wel om oen ongelukkige, zooals ik?"
„God beeft u geschapen," ging August voort,
„Hg heeft u geschapen voor zich zolvcn, opdat
gg Hem zoudt dionen en allo eer sohenken
Hg heeft zorg voor u gedragen gedurende uw
leven, en na uwen dood zal Hg u rekenschap
afvragen van al uw doen en laten."
„En gg geloolt vroeg Pierre.
„Ja, Pierre, ik geloof dat er een God bestaat,
die bel goede loont en het kwade straft."
„Maar als God straft, wat dan? Ik heb wel
niet slecht getoefd, maar toch, ik woet hot, ik
hob toch verschillende zonden bedreven. Wan
neer ik dan voor Gods oordeel ata, wio zal mg
dan verdedigen?"
De angst toekende zich af op de trekkon dee
grgsaards hg beefde over geheel zgn lichaam.
Agatha was op hare knieCn gevallen en verdob
belde haar gebed. August na.n nogmaals,
doordrongen van innig medelgden, de hand van
den zieke en sprak
„Wg hebben een voorspreker bg God, ons
aller Rechterdie voorspreker en vriend is Jesus
Christus, Gods eenige Zoon. Uit liefde en modo-
lgden voor ons menschen is Hg ook moosob
gewordenHg heeft een wreeden dood onder
gaan, om onze zielen in Zgn bloed rein te was-
achen. Gg hebt wel eens een kruisbeeld gezien
Herinner n Hem, die daaraan waa vastgenageld.
Het is Christus, nw en mgn Verlosser; Christus
lgdend, stervend, mot doornen gekroond, aan
het kruis geklonken, de zgde met een Una door
boord, stervend «indelgk ouder naamloos*