Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 48.
Zaterdag 2 Maart 1895.
Achtste Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort,'Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilvorsum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs per'drie maanden i
Franco per post
Afzonderlijke nummers
f 0,40.
f 0,05.
Bureau,Krommestraat, F 227. Amersfoort.
Ultgavn van de Vereeniging De Eembode.
Prijs der Advertentilni
Vnn 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iodoren regel meer- 0.05
Correspondenliln «n Advertrnlilin moeten ui(«rl{jk Vrijdagavond
ZIJ, die sleh vóór 1
April s.i. abouneeren
op ,,DK HUIBOnE" ontvingen
de tot dien t|Jd verschijnende
nummers gratis.
PETROS MATHIAS SNICKERS,
door ds gonsde Gods an do gonst van
den ApostoUsohen Stoel Aartsbis-
sohop ran Utrecht. Hoiepreleat van
S. H. Pans Loo LUI, Asaiatent-Bis-
schop bij den Panselijken Troon, em.
Aan ile Geestelijkheid en de
Geloovigen van Ons Uisdom.
Zaligheid in den Heer
Als de Kerk bij het begin der veer-
ligdaagsche Vasten de aandacht der
geloovigen vestigt op de zooeven voor
gelezen Epistel-les des Apostels, dan
doet zjj ons zeker verstaan, dat ons
offer van versterving vooral door be
oefening van het gebod der naastenliefde
moet worden geheiligd. En inderdaad,
de liefde is onontbeerlijk.
Toen op zekeren tjjd een der schrift
geleerden don Verlosser naderde en
Hem vroeg, welk het eerste van alle
geboden was, antwoordde Jesus hem
liet eerste van alle geboden is: hoor,
lsraèlde Heer uw God is een eenig
God. En gij zult den Heer uwen God
beminnen uit geheel uw hart, en uit
geheel uwe ziel, en uit geheel uw ver
sland, en uil geheel uwe kracht. Dit is
het eerste gebod. En het tweede is
daaraan gelijkgij zult uwen naasle
liefhebben als u-zelven. Er is geen ander
grooter gebod dan deze.
Wat zegt ons dat plechtige antwoord
van onzen Heer Het zegt ons da', met
het gebod van God te beminnen, het
gebod der naastenliefde ten nauwste is
vereenigdhet zegt ons dat het God
heelt behaagd, het gebod bemin uwen
natste als u-zelven tot een deel le maken
van het eerste gebod gjj zult God be
minnen bovenal het zegt ons dat het
gebod van der. Heer onzen God boven
alles te beminnen in het gebod der
naastenliefde om zoo te spreken zijne
voltooiing vindt, zoodat onze liefde voor
God eerst dan de ware zal zjjn, wanneer
tij volmaakt wordt door onze liefde
voor den evenmensch, waartoe wjj dan
ook door den Verlosser zoo door voor
beeld als door woord bij voortduring
worden opgewekt.
Stellen wij ons in de Heilige Schrift
den Goddeljjken Meester voor, terwijl
HQ rondgaat, leerend en predikend hel
Evangelie des Rijks, wat ontwaren wij
dan allereerst in Zjjn gebeiligden persoon?
Wal anders dan dat Hjj het verhevenste
toonbeeld van liefde is Zeker getuigen
Z(jne werken van Zijne meer dan men-
schclijke macht, en erkennen wij daRraan,
dal Hg van den Vader is uitgegaan
maar de wonderen, die door Zijne al
macht werden verricht, om do wereld
le doen gclooven, het waren tevens
bykans alle wei ken van liefde en barm
hartigheid. Ons ter onderrichting ging
Hij weldoende rondaan Zijn lieldc
wilde Hij gekend worden door ons, en
dan verkondigde Hy met a, het gezag
van Zjjn voorbeeld de heilige liefdewet.
Dansprak Hij over hare onontbeerlijkheid,
over de werken die zij le oefenen heeft
dan wees Hij mot verheven gezag op de
gestrenge verantwoording, die den lief-
delooze wacht. Maar ook en dat is
onuitsprekelijk troostvol voor ons - - dan
verklaart Hij, welk geluk voor hen die
beminnen is weggelegd: zy zullen kin
deren zijn van Zynen Vader, die in den
Hemel is. In Mn woord, dan werd het
groote gebod in aller ziel diep ingeprent.
Niets is treffender dan wal op den
avond vóór hel Ljjden geschiedde, locn
de Apostelen voor de laatste maal met
den Verlosser waren vergaderd. Wie
kende meer dan zji den zin, de beteekenis
van hetgeen hun Goddelijke Meester over
de naastenliefde gesproken en bevolen
had Op dit oogenblik bovendien deel
achtig geworden aan het Aanbiddelijk
Liefdesgeheim, en daardoor op het
nauwst in den Heer vereenigd, moeien
zij wel diep gevoelen wat zy elkander
verschuldigd zjjn. En evenwol laat de
Verlosser dit plechtig uur niet voorbijgaan,
zonder nieuwe herinnering aan hel groote
gebod. Of lievernu vooral moest hun
ten volle norden geopenbaard, dal
liefde jegens elkander die van den Ver
losser voor ons tot voorbeeld hebben
moei.
Want, na hen te hebben herinnerd
aan de liefde, die Hy hun had beloond
en nu ging voltooien, Zijn leven gevend
voor ons, spreekt Hjj tot hen en zegt
Nog een weinig tjjds, Mijne kinderen,
ben Ik by u. Ik geef u een nieuw gebod,
dat gij elkander bemint, dat, gelyk Ik
u heb lief gehad, zoo ook gij elkander
liefhebt. En hieraan zullen allen erkennen,
dat gy Mijne leerlingen zijt, zoo gij liefde
hebt voor elkander.
En toen Hy zoo gesproken had, hief
Hy Zjjne oogen ten hemel en bad voor
hen en voor ons Heilige Vader, bewaar
hen in Uwen naam, die Gy Mij gegeven
hebt, op dat zij één zijn geljjk Wij -
Doch Ik vraag niet voor dezen alleen,
ook voor degenen die door hun
woord in Mjj gelooven zullen, opdat allen
één zyn, gelijk Gy Vader in Mjj, en Ik
in U, dal ook zjj in Ons één zijn, opdat
de wereld geloovc dal Gij Mjj gezonden
licht.
Dit znl derhalve het ondersehoidings-
tceken zjjn van hon die Christus waar
lijk toebehoorenelkander beminnen,
omdat en gelijk Hij ons bemind heeft,
één zyn met elkander en die eenheid
tooncn aan de wereld, opdat deze, zulke
eenheid ziende, leere gclooven dat Hjj
,n den Vader is uitgegaan.
En vandaar dal de geschiedenis der
eerste Christengemeente te Jerusalem
voornamelijk een geschiedenis is van
hun onderlinge liefdevolhardend in de
leer der Apostelen, in de gemeenschap
van het breken des liroods er. in de
openbare gebeden, leefden zy in innige
gemeenschap niet elkander, als leden
één grool gezin, of liever, zy waren
geloof en liefde lot één lichaam
eenigd de menigte der geloovigen,
zegl de Heilige Schriftuur, was één hart
en óène ziel, dat was hun kcntcckcn by
uitnemendheid.
Waarom anders ook zijn de Apostelen
hjj no verkondiging van het Evungelir
zoo voortdurend, zoo uiterst bezorgd,
den eerbied te onderhouden en aan te
wakkeren voor het groote gebod Waar
om anders ook hooren wjj hen, men
zou bykans zeggengelegen en niet
gelogen, het woord der onderlinge liefde
aan allen herhalen, ook aan hen zelfs, die
reeds een voorbeeld van werkznmo liefde
schenen geworden le zijn Wy moeten
hen wel diep overtuigd achten van dn
hooge belerkenis der liefdewet, wanneer
wij, hjj voorbeeld, den II. I'clrus, na
een iceks van gewichtige vermaningen,
eit-dcljjk honren besluiten mei hel korte
maar veel beleckciicnd woordDoch vóór
alles, hebt wederzijds bestendige liefde
voor elkander. Of kan iemand ons ver
hevener denkbeeld geven van de liefde
dan de H. Joannes deed in de H, Schrift
Bjj hem toch is do naastenliefde het
teeken, dat wjj uit den dood tot hel
leven zjjn overgebracht, dal wjj leven
voor God. Want, zegt hij, de liefde is
uit God, en al wie bemint, is uit God
geboren en kent (dat is bemint) God.
Maar wie niet bemint, kent (dat is
bemint) God niet, omdat God liefde is.
En zoo leerde hy tol in don hoogslen
ouderdom Wij hebben hel gebod des
Heercn aan de liefde znl ik kennen,
dal ik bljjf in den Heer, en lljj in mij.
Doch niet de Apostelen alleen. Ook
zjj dio Inter onze leernnrs en loidslioden
waren, kerkvaders, verkondigers van het
Evangelie, zjj allen komen or in overeen,
met den II. Apostel l'nulus (e herinneren,
dat \v(j in éénnn geest allen gedoopt,
volen éér. lichaam zjjn In Christus en
elkander moeten aansporen lot ware
liefde voor den naaste, om zoo mede
te werken tot vervulling van het woord,
dal Jesus biddend tot den Vader sprak
opdat do wereld geloove, rint Ik van
den Vader ben uitgegaan. En ulzno,
ilke ook do gaven z(|n, die wjj ont
vingen, en al kunnen en moeien w(j
ook door veel andere, misschien vnrho-
veno werken getuigenis geven van onzen
Heer, de plicht om door liefde één met
onze broeders le zjjn, wordt door nlots
anders vervangen of aangevuld.
En als nu do heilige Kerk, b(| do ge
dachtenisviering vnn do liefde des Hoeren
voor ons, die groole waarheden tor over
weging voorstelt en aanbeveelt, dan
mogen Wjj vertrouwen, dat leder onzer
zich in den heiligen Ijjd inderdaad daar
mede bezighouden en trachten zul naar
vermeerdering zijner liefde voor den
evcntnciiKi'li. Hei geldt, W(j weten hel,
cene zaak vnn hoog belang, een plicht,
waarvan de vervulling somlyds ook by
hen, die godvruchtig heeten en ijveren
voor hel goede, le wenschen overlaat,
omilnl men er niet genoeg vul) doordron
gen is, dnl onze liefde voor den naaste
met onzen ijver om de eenheid Ic be-
wnren, op Hen) wordt teruggebracht,
die ons het eerst bemind en ons Zyno
liefde tot voorbeeld gegeven heeft,
Laten wy derhalve, H.G., als wnro
leerlingen van Christus, ons altijd moor
en meer aan de wereld doen konnon
door onderhouding van liet groote ge
bod. Er is in dezen lijd voel te arbei
den voor do zaak van onzen Heer, en
W(j behoeven u niet erop te w(jzen,
dal onze dagen, misschien meer dun
vorige, dagen van ernstige beproeving
zyn voor de geloovigen. Maar als wjj
om Christus' wille met elkander eens
gezind blijven in de liefde, dan blijft
Hy met ons, dio de werold overwon en
ons met Hem zal doen overwinnen.
Wy zullen, gedurende den heiligon
Vastentijd, meer nog dan anders bidilon
voor hei welzijn der Kerk en voor on
zen dierbaren Opperherder Zjjne Heilig
heid den Paus. Smoeken wjj ook Gods
ruimen en bljjvenden zegen af voor ons
Vaderland, inzonderheid voor Hare Ma
jesteit onze jeugdige Koningin en voor
Hare Koninklijke Majesteit de Weduwe-
Regentes, alsmede voor alle overhedun,
zoo geostoljjke als wereldlijke.
En hiermede bevolen Wjj u allen aan
God, die, goljjk de Apostel spreekt,
machtig is om allo gonade in u to doen
overvloedig zijn, opdat gij, in alles allo
genoegzaamheid hebbende, overvloedig
wezen moogt tot elk goed work.
Krachtens do Ons dnartoo door don
Apostolischen Stoel vorloondo volmacht
govon Wj| u, ook dit jaar, dezelfde dis
pensation in do Kcrkoiyko Wetten van
onthouding, welko verleden jaar gege
ven zijn, «n onder dezelfdo voorwaardon,
welke vergunningen door do eerwaarde
pastoors en rectors als naar gewoonte
zullen worden bekend gemaakt.
Gebruik makende bovendien van do
bjjzutxlcrn apostolische machtiging, Ons
lijj schrijven van hot 11. Officio don S3
Juni 1893 door don H. Vuiler verleend,
dispensooron Wy voor Ons aartsbisdom
in Je kcrkoiyko onlhoudingawct in zoo
verre dat van heden af lot aan de
veert igdaagiche Vasten van hot jaar
1890 het gebruik i.i.i vlooschspjjzon
wordt toegestaan aan lion dio in hotols,
restauraties, herbergen of aan open ta
fels eten, alsmed i aan hen dio op rola
'ju op alle Zaterdagen door het jaar
iet uitzondering evonwol van dio Za-
■rdagen, welko tevens geboden vasten
dagen zyn, nnmeiyk dn quatertemper-
Zaterdagen, do Zaterdagen in do veer-
tigdnagscho Vuston on dio Vigiliedagen,
welko wegens het hoogo feest waaraan
zy voorafgaan, geboden vastendagen zyn.
Op deze Zaterdagen, wolko levens vas
tendagen zyn, biyrt dus do onthouding
van vlecschipjjzon verplichtend, evenals
op alle Vrijdagen.
Voort* verleonen Wh, krachtens do-
zelfde Apostolische machtiging, aan allo
pastoors, dosorvltors en uun allo biecht
vaders in Ons aartsbisdom do bevoegd
heid om, gedurendo denzelfdon tyd, voor
de bovenbedoelde Zaterdagen in do ker
kelijke onthoudingswei dirgonon to dis
pensooron, welke het aanvragon, alsook
diegenen voor wie het aangevraagd
wordt.
En zal doza in allo lot Ons aartsbis
dom bchoorendc kerken, alsmede in do
kapellen, waarover roctors zyn aange
steld, op den Zondag Quinquagesima op
<Jo gebruikelijke wyze van don predik
stoel worden voorgelezen.
Gegeven to Utrecht den 18 Febr. 1895.
t PETRUS MATHIAS,
Aartsbisschop van Utrecht.
Op last van Z. D. Hoogwaardigheid,
A. G. M. SctUlPMAN,
Secretaris.
FEUILLETON.
De Liefdezuster.
10) .Een priester, een priester I O, suiter, indien
IÜ eens wist, gij sondl mij er niet vsn spreien."
,Lk wil niets welen. Een prieslsr is een man
na barmhartigheid bjj is de dienaar van Gods
goedertierenheid. Op hel voorbeeld *an sjjo
goddeljjken Meester, moet hjj alles vergeren,
alles vergeten. Ik besweer n heb vertrou
wen ik ul een priester balen, een heilig
man, een ran hen die de stormen der ver
volging weerstand wisten te bieden, zonder dat
vreea of ieta andora hen van hun plicht afhiel
denbet is de rector van het geaUchl, ik zal
Zonder nog een antwoord af le wachten
snelt zjj heen om mijnheer Mootlouis le haltn.
De waardige priester, wiens haren vergrijsd
waren by dea druk van zyn moeilyk ambl.
kwam bjj de aponde des sterrenden. Hy richtte
lot hem woorden rol zachtheid en welwillend
heid. Mynheer Michel herkende in hem den
priester, dien hy vroeger in een tyd ran tiran
nie en goddeloosheid met zyn haat en woede
vervolgd had. Hy geraakt in verwarring en
durft zflne betraande oogen niet tol hem op
slaan. Mynheer Montloois staat rerbaasd; hy
weet niet waaraan die ontroering van den
«Mm toe to achrjjren.
.Hoe," Ito» kt zieks, .boe, gy het mijn
heer Montloui», lij, mijn trouwe goede pastoor,
imt een ellendeling bezoeken zooals ik
ben Zyl gü dsn mün onwaardig gedrag te
er u vergelen? tegenover u en zoovelen
medebroeders I Zij deze handen, zy zyn
besmeurd met priesterbloeden toch komt
n prieeter, niettegenstaande ik er zoovelen
ib doen sterven I"
.Er bleef er nog een gespaard om van den
God van barmhartigheid vergiffenis voor u te
vcrkrygeo," antwoordde do priester, die zUn
vroegeren parochiaan herkend had.
«Zon ik ooit vergiffenis kunnen verkrRgen?
Ik ben een zoo groot zondaar, zoo schuldig en
misdadig." fJa, gjj zult vergiffenis bekomen
indien uw berouw oprecht is, myn vriend."
Vriend! ik uw rriend, is het mogelyk gy
schenkt my vergiffenis?"
.Of Ik u vergeef! O, uit geheel inön bai
en met warmte omhelst by den zieke, wi
tranen overvloedig vloeien.
Mynheer MonUouia waa ook diep geroerd
schreide van blydschap en aandoening.
Mynheer Michel, lot zich zelf gekcord, komt
lerug van zyne dwalingenhy belijdt zo
rlg, en de godsdienst, dien hjj met zffn haal
vervolgd bad, komt hem nog in zjjne laatste
«ogenblikken troosten en den hemel ontsluiten.
Te midden van zoovele bezigheden vond Zus-
ter Martha nog den tyd om aan bare 1
dero godsvrucht voldoening te schenken en
de geesteiyko onderrichtingen en het vsrrlch-
n der getijden, nooit verzuimde zU Iets, Zoo
efde zjj tevreden en btyder dan ooit.
De liefdevolle ijver van Zuster Martha zou
tusachen op oog herderen prooi gastold
worden al haar mood word nu vorolaclit om
bezwijken onder do vermoeienissen, die
log wachtten. Reeds eenigen tyd bad
sich in de stad eene ziekte geopenbaard die
dreigde epidemisch le worden.
Spoedig maakte do geeael voortganghot ge-
oe. Het
sspllao
met ziekon; in do stad heorachto al
gemeens verslagenheid.
Te midden der algemeeoe ontzetting bleven
er zielen vervuld van ijverige liefde, pcraonen
die zkh mot schier bovenmenschclykon liver
wydden aan de moeiiyketo en govaarlykste
taakhel waren de liefdezusters. Waar een
zieke was daar zag deze eene liefdezuster by
zyne sponde. Men isg haar tuiscben de ster-
da kracht le midden i
heilige onderneming, en vielen zy stervend nai
een stervende nedur. Voor zooverre hot in bi
vermogen was brachten zy stoffeiyko hulp
zorgden zy voor geesteiyken bijstand van pri
ten, die zich aan het heil hnnner broeders
wydden met eene edelmoedigheid en zeltver-
loochening, die boven allen lof verheven ia.
Niemand toonde meer yver dan zustor Mar
tha, en zoo men al met baar kon wedyveren,
niemand vermocht baar te overtreffen. ZJ ging
ia hst hospitaal vuld» mm iegsretod* tot da
andere, de arme zieken troostend, en diendo
hun do geneesmiddelen toe.
Da hemel beschermde zulk een* toewydlng,
want hoewel zy onophoudelijk in de besmette
atmosfeer vorkeorde, bleef sy ongedeerd. Een
groot getal liaror medezusters ontving hot loon
hare deugdz(j bleef gespaard voor meer
beproevingen. God wilde de aarde niet beroo-
n van Iemand die dearvoor de troostengel
Zuster Martha stelde zich niet tevreden met
in armen ter hulp te snollendlkwjjla werd
zy geroepen by lieden die verre van behoeftig
tÜd il
gang der ziekte
nigo dagen zag de erme zieke
rand van het graf gebracht.
Inluist'hen vroeg zy volstrekt niet am gees*
tciyke hulp. Vergeefs hsd men haar er van
gesproken. Mot een glimlach vol minachting
had zy geantwoord op allee, wal men tiaar np
dit pnnt zeide. Een luatste toevlucht zocht men
in zueter Martha, Zoo dlkwyte bid zy afge
dwaalde schapen tot den schaapstal terugge-
voeid. Men stelt de dame voor eene liefdezus
ter by hoar te zeaden. Z|| neemt dll voorstel
aan, want zy heelt altyd eerbied voor baer
gevoeld. Zuster Martha kwam. Zy treedt bin.
ziekte verwrongen is, herkent zU here moeder;
moeder, die zy In zoovele Jaren niet ge-
zien heefthare moeder, die zy terugvindt op
-ogenblik dal zy haar voor alty I zal ver
liezen. Welke pyniyke gevoelens voor haar
en minnend hart. Hoe gaarne wilde z(j
haar omhelzen en zich bekend maken. Maar
en zoo gewichtig oogenblik en onder zulk
moeiiyke omstandigheid kon «ene zoo groot*
gemoedsbeweging slechts dsn dood bartr moe
der bespoedigen.
irouw Duhnlsson, die ternauwernood hare
opheft, heeft haar niet herkend. Zuster
Martha doet de gevoelene der natuur zwygen
;h bezig te houden met de ziel van haar,
die haar zoo dierbaar is. Gebeden, opwekkingen,
alles word In 't werk gesteld. Zy beeft elnde-
iyk over eene hardnekkige meaning gezegevierd.
rlestcr la reeds gew.iarncliuwd. Er Is geen
oogenblik te verlieten. De prieeter is «enige
laatste H.H. Sacramenten toe,
de arinan lierer dochter, die haar
lik heeft vertelen.
z(j sterft In
geen oogenli
Na oanlga
Zuster Marti
Martlia zonder zloh bekend le uakso
■i hospitaal terug en zij gut voort met
in hare tuk te kwyten met een Ue'ito
j laatste behielden dn talrijke t