Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 49. Zaterdag 9 Maart 1895. Achtste Jaargang. OE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricuiii. Bussum. Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Yeenendaal en Zeist. - Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnement «prijs psr Iris muidu: Franco per post .Afzonderlijke nummer» f 0,40. f 0,05. BureauKrommeatraat, F 227. Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prijs der AdvertentMni Van 1 tot 6 regelsf 0.30 Voor iederen regel meer- 0.05 Zij. «Ie rich vóór 4 April a.s. abonnrerrn op „DE EESIBODE" ontvangeu de tot dien t|jd verschijnende nummers gratis. De Bisschopswijding. i. Steker niet zonder oprechte blijdschap en groote ingenomenheid zal vooral door de bewoners **n ons Eeinland de nieuwstijding zijn vernomen, dat een zoon uit hun midden tot het eer volle ambt en de hoogverheven waar digheid van bisschop-coadjutor van ons aartsbisdom is benoemd. Gelijk toch ook in dit blad reeds eerder werd bericht, heeft het onzen H. Vader Paus Leo XIII behaagd om aan onzen beminden en vereerden Kerkvoogd, den grijzen Metropolitaan Mgr. P. M. Snickers, ter verlichting van de zwaarwichtige zorgen en den moeitevollen arbeid, op diens verzoek een hulp- of wijbisschop toe te voegen en daarvoor den hoogw. heer Heuricus van de Wetering, pastoor te Hilversum, aan te wijzen. De waardige priester nu, wien deze hooge onder scheiding te beurt is gevallen, werd den 36en November van het jaar 185Ü te Hoogland geboren, doch mocht wel haast tijdens den duur zijner studiejaren ook Amersfoort zijn vaderstad heeten, alwaar hij, na op den 15en Augustus 1874 te Utrecht priester te zjjn gewijd, weinige dagen later in de parochie kerk van den H. Franciscus Xaverius zijne eerste plechtige H. Mis aan God opdroeg voor ons derhalve een reden te meer om ons geheel bijzonder over zijne uit verkiezing verheugen. Zooals wel be kend is, was de hoogw. Electus gedu rende de eerste jaren van zijn priester lijke loopbaan als ijverig en talentvol kapelaan te Zutphen werkzaam, totdat bij in 1882 ais Secretaris van het Aarts bisdom in functie trad en vervolgens in Mei 1892 met de uitgebreide zielzorg der parochie van Hilversum ais Herder werd belast. Geen wonder dat ZHw. door zijn geheel eminente gaven naar geest cn hart steeds in iederen werk kring spoedig aller harten voor zich had gewonnen. Terwijl wii hiermede onder de be tuiging onzer innige vreugde ook on zerzijds onz« eerbiedige hulde aan den nieuwverkozen Bisschop willen brengen, achten wij levens de veronderstelling niet gewaagd, dat de heilige wijding zelve, waarbij de nieuwbenoemde reeds op den vierden Zondag in de vasten in Hilversum's overschoone parochiekerk, die zich hiertoe zoo bijzonder leent, zal worden geconsacreerd, bij al onze lezers al evenzeer groote belangstelling zal wekken, zij het dan ook dat het, behalve aan de eigen parochianen, verder aan slechts weinigen uit den vreemde gegeven zal zijn, persoonlijk van deze hoogst zeh en niet minder indrukwekkendi plechtigheid getuige te zijn('). Wijmemsen dan ook hun geen ondienst te bewijzen met in dit en in een volgend nummer bereids van de aanstaande wijding een korte beschrijving en verklaring te ge ven. Hieruit kan blijken, hoe hoog in de oogen der Kerk de bisschoppelijk* waardigheid staat, en hoe schoon cn zinrijk al de ceremonieën zijn, waarmee vooral een bisschopswijding plaats vindt. Aangrijpend is hier ongetwijfeld de kerkelijke ritus, zooals wij dien in al zijn bijzonderheden in het ceremonie boek, genaamd hel .Pontificale Roma- num" vinden omschreven, en die van den vroegsten oorsprong reeds ook voor hel meerendeel als zoodanig in de Apos tolische constitutie'® wordt aangetroffen. Wij beginnen met eerst den tijd der wijding, den persoon, die haar verrich ten moet, en al hetgeen daarbij ge' bruikt wordt of daarmede in betrekking staat, in het kort aan te geven. Bedoelde wijding of consecratie be- Zooal, ld, lal we!k« legen een vastgesteld, nog al aanmerkelijk bedrag tal Ie verkrijgen lijn, ten einde den te groolen toevloed van belangstellenden te kaeren. hoort volgens de Kerkelijke wet, nader in het concilie van Trente beschreven, binnen drie of hoogstens zes maanden na de praeconisatie, en volgens een ander wettelijk voorschrift op een Zon dag of op den feestdag eens Aposltls te geschieden, tenzij bij afzonderlijke vergunning van den H Stoel een ander kerkelijk feest als wijdingsdag wordt veroorloofd. Daarbij wordt door den Paus zeiven een Bisschop of Aartsbis schop aangewezen, die als zoogenaamd Consecrator, bijgestaan door twee Bis schoppen en verder minstens nog drie assisteerende priesters, terwijl meerdere geestelijken of aeolyten als bedienaren bij de heilige handeling behooren aan wezig te zjjn, de bisschopswijding aan den Electus ol uitverkorene heeft toe te dienen. Het gebruik, dat tevens voor schrift is, om drie Bisschoppen tot de wijding van een vierde bijeen te roe pen, ofschoon tot de geldigheid der wij ding een enkele voldoende is, draagt er de oogen van het geloovig volk niet 'inig koe bij, om de plechtigheid zelve te verhoogen, en is dan ook zeer oud, daar het uit de eerste christen*euwen reeds dagtcekcnt, gelijk uil de norolgen- de bepaling van het eerste algemeene concilie van Nicea, in het jaar 325 ge houden, ons blijkt.Het betaamt, dat de Bisschop door alle Bisschoppen het gewest wordt gewijdmocht dit echter te moeilijk zijn, dan toch ge schiede de wjjding door minstens drie Bisschoppen." Ook eon geheel eigenaardige voorbe reiding en regeling van zaken moet te voren in het Godshuis binnen het pries terkoor plaats hebben, alwaar én vooi den Bisshop, die de verheven wijding verricht, én voor den Wijdeling zeiven een afzonderlijke kapel met altaar dient te worden ingericht. Op het altaar van den Consecrator staat dan het kruis tusschen minstens vier brandende kaar sen. Daarnevens wordt een crédence of klein tafeltje geplaatst, waarop de H. Vaten voor het Misoffer, benevens de heilige olieverder de bisschoppelijke klecdingstukkcn met de kenteekenen der bisschoppelijke waardigheideindelijk moeten ook nog een Misboek en een cere monieboek, het reeds genoemde .Pontifi cale" aanwezig zijn. Vóórhel altaar staat levens een sierlijke zetel voor den Con- xntor met drie andere zitplaatsen or den Wijdeling en de twee as sisteerende Bisschoppen gereed. Een kleinere kapel dient alsdan voor hem, die de sacramenteele wijding gaat ont vangen. Ook ditnr op het altaar zijn Missaal, een Ceremonieel en al de dtoppelijke paramenten van de wit te kleur, waarbij nog een witte koorkap of pluviale. nedergclegd. Op een tweede, doch kleiner crëdcnce vindt men nog verdere benoodigdheden, de schenkkan met waschbekken, ccnig fijn lijnwaad, de bisschoppelijke waardiglieidsteekencn, zoomede de beide als offergaven be stemde kaarsen en de insgelijks hiervoor dienende twee hosliebrooden en de twee ampullen met wijn, van welke laatste er één verzilverd en één verguld behoort te zijn. Is alles gereed, dan veronderstellen wc ons hel begin der plechtigheid zelve aangebroken. Terwijl dus de geloovigen zeker in gespannen verwachting reeds de naderende komst der hooge Prelatei verbeiden, treden dezen, voorafgegaan door de overige geestelijkheid, het tem pelgebouw binnen, waar de Consecrator, voortschrijdend tol in het priesterkoor, voor het altaar nederknielt om zjjn voor- bcreidingsgebed Ie verrichten. Daarna kleedt lijj zich met de assis teerende Bisschoppen in pontificaal or naat, als te gelijkertijd de Wijdeling zijn prieslerkleedij aantrekt. Aldus zet hij zich op zijn zetel voor het altaar neder, waarbij de Wijdeling tegenover hem plaats neemt en van de beide overige Bisschoppen de een zich aan diens rech ter-, de andere zich aan diens linkcrzjjde plaatst. Hiermede neemt dan ook de Bisschopswijding, die in de viering van het H. Misoffer wordt ingevlochten, al reeds een aanvang. Doch hier willen wjj onze korte beschrijving van deze grootsche en treffende plechtigheid, zoo als zeker een Bisschopswijding mag heeten, voor heden staken, om een vol gende maal het ontbrekende te le veren. BUITENLAND. K ézer Wilhelm heeft voor de zoo- vedste maal weder eens een toespraak gehouden. Bij de eedsaflegging der re- cruten voor de Marine te Wilheimshaven wees hjjop de heiligheid van den eed, en zei o.a..Evenal: de Keizer zich geheel ter beschikking stelt van het vaderland, moet gij uw geheele leven aan mjj wijden. Gelijk de adelaar in de oor- logsvlag onbevreesd omhoog stjjgt, moet ook gjj onbevreesd zjjn. Wanneer de militaire dienst u in den beginne zwaar mocht vallen, zal de gedachte aan den plicht van den Christen, aan uwe moe der, die u het Onze Vader heeft geleerd, u kracht geven. Weest door goed ge drag in het buitenland waardige verte genwoordigers van het vaderland. Onze marine is slechts klein, maar sterker dan andere door de tucht Zoo zal zjj in vredestijd werkzaam zjjn tot heil van hol vaderland, in den oorlog den vjjand vernietigen. Gedraagt u als oude Bran denburgers Op hel studentenfeest ter eere van Bismarck, dat te Berljjn is gegeven, waren ook de Rijkskanselier prins Ho- henlohe en de kommandant der Mark, kolonel-generaal Von Loë, tegenwoordig. De Rijkskanselier sprak de volgende toost uit..Mijne heeren Uit naam van de gasten dank ik de vereenigde studeeren- de jeugd van Berljjn voor de vriende lijke begroeting en voor de eer, die gjj ons daarmede bewezen hebL Ik dank ook het feestcomité hiervoor, dat mjj door deze uitnoodiging de gelegenheid gegeven werd, deel te nemen aan dit huldebetoon voor den man, in wien ik niet alleen den grootsten staatsman on zer eeuw, de scheppende kracht onzer eenheid, maar ook -- en ik ben trotsch het te kunnen zeggen -- mjjn vriend vereer. Maar ik ben hier niet geroepen, woorden van vereering voor hem te herhalen en zijne verdiensten te waar- deeren. Mijne taak is het, tot de stu- deerende jeugd te spreken en wel tot die van geheel Duitschland. Mjjn heil dronk is aan de academische jongeling schap gewijd. Ik vat hem samen in dezen raad van een oud man van er- FEUILLETON. De Liefdezuster. VIII. (Sol.) Belegering rui Antwerpen. Dr gewonde of/lcier. De oorlog lusschen Holland en Belgif was ontbrand. Frankrijk snelde het taslslgenoemdc land ter hulp. De Fransche soldalen behaalden b() Antwerpen de overwinning. De vjjand ver dedigde zich van zjjn kant manmoedig, en langen ijjd bleef de overwinning onbeslist Ten laatste behielden de talrijke Frsnsche troepen de overhand. De stad was genoodzeakt hare poorten te openen de vjjand bevond zich in de stad. Intosecben doet zich een afgrijselijk schonwspel op voor de bewoners der veste. Voor de poorten lagen dood en, vtervenden en gekwetsten, vriend en vjjand in mengeling door elkander. Het hospitaal is spoedig gevuld en De inneming der stad bad plaats in den avond. De geheele nacht werd besleed om de gewonden te verzamelen. Den volgenden mor gen reeds zeer vroeg begeeft zich eeno Fran sche liefdezuster naar builenzjj richt hare schre den naar bet legerkamp der Franschen dr* bet tooneel van den alrgd genaderd. o Jen hebben nog niet de oer eener begraleois noten. Terwjjl zg over dit bloedig veld heen- laalt, bem rkt zjj een officier. Hjj ligt uitge rekt, half geleund tegen eeoe kleine verschan sing, waarheen hjj zich met moeite had voort gesleept, ot waar men hem tc midden van liet vecht had gebracht. Een doodelgke bleekheid ikl zijne lippen en zjjn blik is bjjoa uitgedoofd. Weldra zal men hem opnemen en zjjn over schot aan de aarde toevertrouwen. Zjj nadert. Groote Goddie officier, die daar levenloos terneerligt, is haar vader. Welk een pÜDljjke slag voor haar. Den laalsten zucht harer moe der mocht zjj opvangen, haar vader viodl zjj op het slagveld weer. Indien bjj nog leelde! liet groote oplettendheid luistert zgze legt het oor aan zjjn mondhjj ademt nogZjj neemt hem in hare armen cn heft bem op. De liefde schraagt hare krachten; zjj plaatst hem op een wagen en wil hem niet meer verlaten. In bet hospitaal aangekomen, wjjdt zij hem de lwlderjjkste zorgen; dag en nacht waakt z[| bjj hem. Eindeljjk beeft zü het geluk, hem lol het bewustzijn te zien terugkeeren. Naar op hetzelfde oogenblik doet de wond koorts hem in jjlenden toestand vervallen. Hjj roept om zjjoe echtgenoole, hjj vraagt Erceslioe. Zjj staal bjj hem en hg berkent haar niet. Langzamerhand komt er meer rust. Dl zorgen van zoster Martha blijven niet viuchle loosals uit een langen slaap wordt hjj wakker en bevindt zich in de armen eener liefdezuster Altijd heeft hjj diep ontzag en eerbied gehad I voor die engelen; reed» Mum aal hebben zjj em het leven gei edzjjn hoop h Middelerwijl slaat zuster Marlhs legingen zorgvuldig gade, elk ongi zachlen. Hare i m vol zalving g in. Hjj heeft zjjne dochter nog niet ber- zijn gezicht is door het vele bloedverlies •r verzwakt Toch spreekt hjj gaarne met die goede zusier. en af en toe richt hjj eenige vragen tot haar. Martha weet gebruik te maken van het vertrouwen, dat hjj in haar stelt, om hem godsdienstige gevoelens in te boezemen. .Mjjn God." bad zjj, .Gjj kent ue zuiverheid mjjner bedoelingen, Gjj weet, dal ik niets anders verlaag dan uw heiligen Wil. Indien gij het o (Ier vraagt van mjjn dierbaren vader, Uw wil gaschiede. Maar, Heer, eéne genade smeek ik af van uwe barmhartigheiddat bjj zich met U verzoene vóór zjjn dood!" Dan keerde zjj zich tot den gewonde en sprak.Gjj Ijjdl zooveel, waarom richt gjj u niet tot Hem, die alleen uw Ijjden kan verzach ten? Geloot mjj, 't is geen schande, God te dienen. Een militair, zoo dapper eo rondborstig als gij, moet zich niet schuinen in dienst te •taan van den Koning der koningen." Met zul ke woorden zocht zjj af en toe kapitein Dobuis- son te overreden lot een stap. dien zg niet op hield van God af te smeeken. Eindelijk werd haar gehad verhoord. In een crisis, gevaar dringen i zuster Martha oi aalmoeze- Mj|nheer Duportal was een heilig priester, ie door een onverwachte genade vau God iriester was geworden. Vroeger in de wereld lad hjj kapitein Duhuisson gekendhjj had lot zijne intieme vrienden behoord, muur sinds lange jaren hadden «ij elkander niet meer ge zien ook baddeo zjj geeoe briefwisseling meer onderhouden. Twee eerekruisen, de belooning voor zijn moed, sierden de borst van den aal binnengeleid. .Kapitein Dubuisson," zeide hg op militaire wjjze, ,ik kom zien hoe gjj bel maakt." .Wie zjjt gjj," vroeg de kapileio, een blik op ,Ik beo een uwer oude vrienden, kent gjj k lonel Duportal niet meer?" .Zijt gij het, mijn beste vriend? ik meende, dat men den aalmoezenier bjj mjj had aange- ,Dat is bjj ook, mijn waarde Dubuisson, zie mjj eens goed aan." .Hoe, en ik dacbl dat gjj nog stondt bjj liet z< ra?" den Rijn werd ik, zooais gjj weet, ge wond," herval te de priester ornstig. ,on werd ver voerd naar bet hospitaal. Gedurende de zes ik tjjd om na te denken. Krachtiger dan ooit kwam de roeping, die ik in rajjne jongelings jaren bad, weder in mij op. Thana heb ik het geluk priester te zjjn, en reeds twee jaren lang ben ik aan dit hospitaal verbonduD. Geloof mjj, nooit heb ik groeier geluk gesmaakt dan tin da ben toegewjjd aan den dienst des Heeren. Maar gij hebt den aalmoezenier doen roepen isschien zou ik u een priester kunnen brengen .Neeo," zeide kapitein Dubuisson, .aan u hoop ik mjj zeiven toe te vertrouwen. Ik heb het die goede zuster beloofd en Ik zal woord h«uden. Blijf bjj tnjt." Kapitein Dubuisson beleed zjjne zonden, eo ■D volgenden morgen kwam de aalmoezenier bem nogmaals bezoekon. De kapitein beklaag de zich, dat die goede zuster hem den geheelen dag niet bezocht had. Zjj had zich inderdaad verwjjderd om in de stad nog eenige ziekeo te gaan verplegen. .Welnu kapitein," vroeg mijnbeer Duportal, .hoe gevoelt gjj u Gji scbgnt mjj veel beter." ,Ja," antwoordde de kapitoin, .ik gevoel mjj zeer veel beter, nu herken ik u zeer goed, wat mjj gisteren niet goed mogeljjk was. Alleen de klan'c uwer stem trof mjj, maar ik herkende r. .Zet titans alle zorg ter zijde," hernam d« „Den dood vreesik niet, dien heb ik zoo dikwjjla op het slagveld getrotseerd. Ik zal «poedifiter- ven en met mg zal eeoe wreede smart in het graf dalen." ,En deze smart is?" .Ach, gjj bebl daarvoor geen geneesmiddel, en voor onheelbare kwalen kan slechts het ge duld dienen." .Misschien zou ik au bovendien ljjdl mm

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1895 | | pagina 1