Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 2.
Zaterdag 13 April 1895.
Negende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATEBDAG.
Abonnemoataprjja per" drie maanden:
Franco per post
Afzonderlijke nummers
f 0,40.
f 0,05!
BureauKronwmtraat, F 227Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs der Advertentièn
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iedcren regel meer- 0.05
Vrijdagavond
Bij dit nummer behoort
een bijvoegsel.
Het feest dep blijde hope.
Ongetwijfeld is Paschen vdór alles
het feest van ons geloof, dewijl het
geheim, hetwelk wij heden vieren, de
grondslag is, waarop geheel het Christelijk
geloof is gebouwd. Juist door Zijn glorie
rijke opslanding uit het graf, te voren
reeds by herhaling voorzegd, heeft de
goddelijke Slichter van ons heilig geloof
het zegel der waarachtigheid willen druk
ken op zijn gansche leer, welke Hij
bier op aarde heeft geprediktwant
door de verrijzenis, het wonder aller
wonderen, heeft Hij niet alleen voorde
waarheid Zijner prediking, doch ook voor
de godheid Zijns persoo.is wel het
meest krachtige, het alles afdoende be
wijs ons geleverd, gelijk ook de groote
Wereldapostel niet geaarzeld heeft, voor
Heidenen en Joden te getuigen.is
Christus niet verrezen, dan is onze pre
diking ijdel, en ijdel ook uw geloof."
Met het geloof derhalve aan 's Heeren
opstanding staat of valt het geheele
Christendom, aizoo de godheid van
Christus, de waarheid van het Evangelie,
de beteekenis van het kruis, het bestaan
eener onfeilbare Kerk en wat meer
ons zeiven en ons toekomstig heil betreft
ook de opstanding der dooden.
Dit laatste nu zegt ons, dat Christus'
verrijzenis niet slechts is de - aste grond
slag van ons geloof, maar tevens de
zalige waarborg onzer hoop. Ja, Paschen,
het feest des geloofs, mag ook met
niet minder recht, zooais stellig geen
andere feestdag in het jaar, bij uitne
mendheid het feest der blijde hope
heetenwant het drukt het zegel der
zekerheid op onze schoonste en dier
baarste verwachtingen. De Kerk geeft
juist deze gedachte zoo kort en treifend
weer in dat enkele woord, ontleend aan
de fee8thymne van den dag.Christus,
mijne hoop, is verrezen." Met dat woord
drukt zjj volkomen uit, hoe bemoedigend
hoe troostvol ook het Paaschfcesl
voor ons is, en hoe het in waarheid
gelden kan als de feestdag onzer hoop.
Want al is het dan waar, dat Christus
.n de dooden is opgestaan allereerst
om aan de wereld bjj zijn heengaan
deze aarde door een allesovertreffend
wonderteeken Zijner macht Zijn godde
lijke zending te bewijzen, toch is Hjj,
de overwinnaar van hel en dood, niet
alleen voor zich zclvon, maar ook voor
allen verrezen, als ,de Eersteling der
ontslapenen", gelijk de Apostel zegt, als
het heerljjk model, waarnaar ook wij
ïen toekomstige opslanding mogen
hopen. Met Hem is voor ons de verrijzenis
lot een eeuwig leven begonnen. Hjj
immers is het hoofd van het groote
lichaam der Kerk. Is nu het hoofd
.'zen, dan zullen de ledematen niet
ten eeuwigen dage aan het bederf worden
prjjs gegeven: dan .zullen ook deze een
maal uit hun grafslaap ontwaken, en
glorievol zullen zij, die in geloof en
liefde vereenigd bleven met hun godde
lijk hoofd, verrijzen uit den dood. Zoo
is de verrijzenis des Heeren het onder
pand der verheerlijkte opstanding van
het vleesch, die ook al dengenen wacht,
die voor Josus hebben geleefd en in Hem
zijn geslorven. Want gelukzalig is de
dood van hen, die in den Heer sterven.
Dan neemt voor hen alle lijden en
strijden een einde, dan is de tijd van
kommer en weedom voor immer voorbij,
dan treedt ook de dood niet weer in,
en volgt er voor hen een onvergankelijk
leven. Hunne ziel zal, met den palm der
overwinning verrijkt, van den gevaar
vollen en moeilijken strijd kunnen rusten
in God, en in dat zalig bezit gedurende
alle eeuwen een ongestoord geluk kunnen
smaken. Doch niet alleen hunne ziel
geniet 's hemels loon, maar ook hun
lichaam, dat mede daarvoor strijd heeft
gevoerd, zal in die eeuwige belooning
mogen deelen. Want het lichaam, dat
na hun dood aan den schoot der aardo
vertrouwd, in verderfelijkheid, in onaan
zienlijkheid en in zwakheid begraven
wordt, zal daaruit in onverderfelijkheid,
in heerlijkheid en in kracht weer verrijzen.
Het zal van slo.id af aan, dat God het
ten jongste dage weer opwekt, eeuwig
worden schadeloos gesteld voor alle
ontbering, voor elk kruis en Ijjden, Ier
liefde Gods blijmoedig verduurd. Het
zal met glorie en heerlijkheid worden
gekroond, naarmate het voor God heeft
geleden en geslreden, zooals in het Evan
gelie wordl gezegddie om wille van
Jesus smaad hebben verduurd en om
wille der gerechtigheid vervolging g-'eden
en ten einde toe volhard hebben, .zullen
blinken als de zon in het Rijk huns
Vaders." Dat verklaart ook den eerbied,
waarmee de Kerk de lichamen van
hare gestorven kinderen nu reeds be
handelt dat zegt, waarom zjj hun
stoffelijk omhulsel met zooveel luister
en zoo groote plechtigheid ter aarde
bestelt, en ook deze laatste rustplaatsen
zegent en tol wezenlijke Godsakkers
wjjdl. Want zij, die ons de toekomstige
verrijzenis predikt, ziet in de lichamen
van hen, die in haren schoot zijn ont
slapen, de gewijde en geheiligde over
blijfselen van den door den dood ver
woesten tempel van den H. Geest, die
ecliter door de Almacht van God eenmaal
weer schooner en heerlijker zal worden
hersteld.
O, wat zalig vooruitzicht wordt ons
dus door den Paaschöag geopend, wal
blijde hoop ons beden door den verrezen
Heiland verschaft. Hoe zjjn het vast
geloof aan ons toekomstig verrijzen en
de zekere hoop, daarop gebouwd, voor
ons een onuitputtelijke bron rn troost
en sterkte in beproeving en gevaren.
Dat geloof immers en die hoop verzoeten
het biltere van elke smart, verlichten
den levenslast, hoe zwaar hij ook moge
drukken, en schenken moed en kracht
om den kampstrijd in 's Heeren dienst
onversaagd ten einde toe te voeren
het blij verschiet, dat ons hel heerlijkste
loon in het andere leven is bereid. Met
het oog op dien dag der vergelding
verheugen wjj ons in ons leed en blijven
hoopvol strijden, wei wetende, hoe ons
voor eenige oogenblikkon van kommer
van wee een onvermengd geluk des
hemels, voor het kruis van enkele dagen
vreugde zonder einde, voor weinige
tranen van boete en berouw de zoetste
troost in alle eeuwen slaat te wachten.
Ook de gedachte aan een toekomstig*
wederzien in de heerlijkheid en in den
glans der verheerlijking droogt ras de
tranen, bjj de lijkbaar van vrienden en
verwanten gedurig weer geschreid. En
teer voor ons zeiven ook eenmaal
die laatste stonde is gekomen, het ai-
beslissend oogenblik van den dood, dan
geeft decz' zelfde gedachte aan een
ander on beter leven, die ook in dit
tranendal het aardsche leven reeds ver
zoet, tevens den zaligen troost van een
blijmoedig stervendan zal het blijken,
hoe de dood zelf, hoezeer eon straf
Gods voor de zonde, voor den getrouwen
dienaar en volgeling van Christus niets
afschrikwekkends aan zich heeft, sinds
de Heiland, die in den dood is voorge
gaan, ook bij zijn verrijzenis dood en
graf en alle helsche machten voor
goed heeft overwonnen.
Hoe gelukkig is dan du rechtzinnige
belijder van Christus' heilige leer, die
bjj zijn jaarlyksche Puuschfcestviering
meer dan op cenigcn anderen tijd zyn
geloof voelt opgewekt, en, door dat
geloof met zoeter hoop bezield, weer
nieuwen moet vat om ter liefde Gods
ondanks alle moeite en bekommernis
grootmoedig zijn aardsche loopbaan le
voleindenwant hij aanziet hier alles
met de oogen des geloofs, om slechls
op hetgeen hooger ligt vertrouwvol zijn
blik te rictiten. Maar hoe ongelukkig en
beklagenswaardig is daarentegen de arme
sterveling, die zonder geloof aan God
en zonder eerbied voor Zyn wet bij al
du kwellingen van dezen lijd ook geen
uitzicht heeft op een beter leven. O, dat
w(j by de feestvreugd, die wy smaken,
dan niet ondankbaar zyn en den ramp-
zaiigon evcnmensch vergelen, die bij
gemis van den kostbaren schat des
geloofs of by het schandelijk misbruik,
dal hy maakt vun Gods edelste gave,
dus ook geen Paaschvrcugde kent. Alzoo
voegen wy by don jubeltoon, die opstygt
op dit feest, ook do hartelijke bede, dat
Hy, dia voor allen is gestorven en ver
rezen, toch met hen nog overvloedig
genade en barmhartigheid gebruike, die
in de ryke zegeningen van zijn verlossings
dood en zyn glorievolle opstanding helaas
niet willen deelen.
V. C. t. A.
BUITENLAND,
Alvorens op I'jasch-reces te gaan
heeft het Britsche Lagerhuis in eerste
lezing een door den minister van Finan
ciën, Sir William Harcourt, namens de
Regeering ingediend wets-onlwerp be
handeld, waarin wordt voorgesteld, dat
in olk district de kiezers het recht zul
len hebben, by meerderheid van stem
men den verkoop van sterke drankenlo
beperken of ook wel geheel te verbieden.
Tol dat laalsle zal eene meerderheid
van twee derden der uitgebrachte stem
men worden vcreischt, terwyi eenvoudige
meei derheid voldoende zal zyn ora het
aantal tapperijen te doen beperken, de
sluiting daarvan op Zondag te golastcn
en te beslissen over het al of niet her
nieuwen van hot vergunningsrecht. Aan
de eigenaars wordt daarby geenerlei
schadeloosstelling toegekend. De wet zal
op Ierland niet van toepassing wezen.
De hoer Arthur Peel is als voorzitter
of Speaktr van liet Lagerhuis afgclreden.
Bij do mcdedeeling van dit besluit, dat,
naar hy verklaarde, niet dan na ryp be
raad wegens gezondheidsredenen door
hein was genomen, bracht hy aan het
Huis zyn dank voor de hem steeds be
toonde welwillendheid en aan de be
ambten voor hunne hulp. Hij vermaande
het Huis gnlrouw te blijven oan zyne
eervolle tradiliën, opdat ook gedurende
de eeuwen, die nog komen zullen, het
Brilseh Parlement de eerste plaats blyve
innemen onder de Wetgevende Verga
deringen der wereld.
Sir William Harcourt stelde daarop
namens de Regeering eene tweevoudige
motie voor, nnmelyk om den heer Art
hur Peel don dank van het Huis te
brengen wegens zyne uitnemende dien
sten, en de Koningin uit te noodigen
hem jeen byzonder 'teeken harer gunst
FEUILLETON.
De lofzang „Exultet".
{Een legende.)
(Slot).
S) Een jaar was weder voorbjj gesneld en
Paschen was reeds nabjj, toen op zekeren dag
een bode bijna ademloos oit Home in het klooster
verscheen en bet verlangen des Paosen te kennen
gal, dal de monnik, die den Paaschzang bad
gecomponeerd, rnverwgid met hem naar de
hoofdstad vertrekken ion.
Zwijgend sag de abt den uitgeleerden en
bleeken ordebroeder aan, toen bjj hem bel
bevel des Pausen had meegedeeld. Reeds dei,
volgenden dag was deze op weg en een paar
dagon later kwam hij le Rome aan. De Pans
beval hem dat bjj op i'aaseh-Zaterdagde Paasch.
s was menig p
it niet duidelijk e
h het le
Eerbiedig boog zich de monnik bjj de opdracht
des H. Vaders.
Zaterdag van de goede week nas aangebroken.
De oudste kardinaal verrichtte voor den toren
der basiliek de vourwjjding, ter ijjde geslaan
door zijne geestelijkheid; de heilige Vade
woonde de plechtigheid bjj met alle ander
kardinalen, de geheele geestelijkheid van Rome
en duizenden aandachtige geluotigen. De
monnik bad de functie ven diaken. Met heilige
aandoening nutte het oog des Pat
het volk op hem, die, in het prachtige gewaad
gebnld, hel oog niet opsloeg, dat in diepe
aandacht bjj de grootsche gebeden en cercmonifta
der wjjding vertoefde. De wijding was geschied,
daarna schreed men in sierlijken oplocht
het voorportaal den tempel binnen. De
geestelijkheid, mot gewijde wierookkorrcls op
gouden schalen, gingen van wierookvalzwaaiors
begeleid vooroptusschen heo en den dienst-
■nden kardinaal van den Pans, met de
andere kardinalen, schreed de monnik met de
drievoudige kaars. Toen zjj de deur binnentreden,
boog hjj do koio en zong met Inider al
men Cbristi 1" ijjdeos een der kaarsen
werd. Met geweldigen toon antwoordde hem het
koor: «Deo grallaaDal horhualdo zich
het midden der kerk en voor het hoogalta»
Telkenmale stemde hij hooger in en in steeds
sterker brnisender klanken antwoordde bel
volk mede ia bel gezang. Nu nam de Paul
plaats op zjjnen troon, de kardinalen omgaven
hem in schitterenden kring en de fungeerende
kardinaal beklom bet altaar.
De monnik nam nn het boek met de oienwe
Paaschhymne, koielde voor den Paus en bad om
den zegen. Deze sprak ontroerd, hem zegenend
,De Heer zjj in uw hart en op uwe lippon, opdat
gjj waardig en betamelijk zjjn heilig .Pascheo
verkondiget in den naam des Vaders en dos
Zoons en des lioiligen Geesles."
Nn verhief zich de monnik, trad op de plaals
vanwaar zjjn heerljjk gezang weerklinken zou,
hief t
hjj in den hemel lud gehoord. Aanvankelijk
beefde zijne etem zachikens, maar spoedig werd
ze wonderbaar krachtig en klaar. De handen
luchtig opgeheven, do oogen op het boek
gevestigd, het aangezicht vol innige aandncht
cn roerende opmerkzaamheid op ieder woord
en iederen toon von het hoogheilig gezang,
stond hjj roerloos als in verrukking, onderwijl
het groote ,Eznltet", het aanbrekende Pascheo,
met bovenaardschen jubel en onuilsprekeljjken
triomf in heiligen, overweldigenden elroom van
melodie van zjjne lippen drong.
Geen ademtocht werd gehoord onder de
menigte, welke beneden in het groote schip der
kerk tot voor de treden van het koor als een
metalen mnur onwrikbaar was opeengedrongen.
In eerbiedige houding, van hunne tronen ver
heven, stonden de Pan-, dn kerkvorsten en de
geestelijkheid allen daar gelijk vorsten, die de
feestelijke lijding eener overwinning huns keizers
vernemen. En gelijk oen bernut oit den hemel
stond de monnik, in zjjn ambt ale diaken, voor
het altaar de boodschap der overwinning van
Christus feestelijk der wereld te verkondigen.
Eindelijk was de laatste volzin van hel groote
lied ten einde. Als een bruisende zee dreunde
het „Amen" van duizenden en nogmaals
duizenden, door den Paus aangevangen, tol
beneden toe door hot laatste kind de feestzang
werd be9loteo. De vervoering onder de hoorders
was zoo groot, dat zü weeoend de handen tot
God ophieven en in heilige vreugd imm
nienw het .Amen" herhaalden. De diaken echter
u werden de twaalf groote profeticSn gelezen
'volgens trok men naar de doopkapel, hel
epwater werd gewjjd, do catechumenen er bjj
gebracht, leesteljjk gedoopt, met witte gewaden
gekleed, en daarna keerde men in do kerk terug,
lo litanie van alle Heiligen werd anngoheven en
la foosleiyke Mia van Pansch-Znlerdag nam
Nauwelijks was de godsdienstoefening geiindigd
m de Paus in zijn kamer teruggekeerd,
of lijj gal bevel, den monnik tol hem te geleiden,
.ik wil den boraeisehen zanger eeren," sprak de
Paus, .zoo als het wegens zijn hooge verdiensten
tot de H, Kerk behoort."
De bediende keerde terug mot de tjjding, dat
do monnik op sterven lag.
.Goleid injj tot hem I" was hot oogenblikkeljjk
antwoord van den Paus. Enkele seconden later
stond hjj aen hel bed van den stervende. Een
blik vol innige liefde en vcreering straalde nit
diens oogen op den H. Vader toe. Een priester
trad juist binnen om den stervende de laslste
HH. Sacramenten toe te dienen Maar de Paus
ontnam Item de heilige vaten, wondde zich tol
den stervende, reikte hem do heilige Teerspijze
toe, en zalfde hem zeil aan handen, voeten en
de verschillende doelon van zjjn hoofd, terwjjl
tranen z(jn eerbiedwaardig aangezicht bevoch
tigden on daarna begon hjj da gebeden der
Do stervende verhiel andermaal de armen
biddend ten hemel en smeekte, de oogen
bovon gericht, met de uitdiukking der diepste
rouwmoedigheid.Barmhartigheid, 'armhartig-
lid, mjjn God I"
„Troost u, mijn zoon, hob vertrouwen," sprak
i Pans hem toe, .want al zjjl ge van mensche-
ljjke onvolmaaktheden en routen niet Tij] go-
sven, God is toch immers oneindig burmhartlg,
bovendien hebt gij Zjjn H, Kerk oen grooton
inst bewezenijj zal voor u bidden on uw
urn zal bjj haar in zogonend aandenken blijven."
.Mjjn naam vroeg de monnik, zjjn hoofd
oprichtend en met doordringenden blik den Paus
'rende, .mjjn naam? O, ik bid U, heilige
Vader, bjj mjjn eeuwige rust, breng mijn naam
'et in verband met het Paasch gezang I"
.Waarom niet, mjjn zoon?" vroeg de Poos
.Hot Pzazchgaiaog heb ik niet ge
maakt," fluisterde de stervende.
.Van wien is het dan?" vroeg do H. Vader
met verwondering.
Een donkern gloed van deemoedige schaamte
kleurde het bleeke aangezicht. Hjj wilde het
geheim met zich nemen naar het graf, dat hy
met een hemelsch visioen was begenadigd
geworden. .Ik heb de feoslhymne niet slechts
afgeluisterd, maar ook nog onlslordl"
antwoordde hy ontwykend.
„Wie is dan de werkeiyke vervaardiger der
melodie, on wear Is hy herhaaldo de Paos
raat klimmondo opgewondenheid.
„Die haar gezongen heeft, kan nooit
of nimmer door een mensch daarin
worden geflvonaard," fluisterde de monnik mM
oen van vreugde stralend gelaat.
Na begon de Paos le vennoodw, dat hl*