Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 50. Zaterdag 14 Maart 1896. Negende Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Baam, Apeldoorn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. lataprijs par drie muadm Franco per postf0,40. Afzonderlijke nummersf 0,05. ZIJ, die zich vóór 1 April abonnee- ren op .De Eembode", ontvangen de tot dien tijd verschijnende nnmmen gratis. Gevolgen van den achteruitgang onder den Boerenstand. ra. De achteruitgang van den boerenstand sleepte noodzakelijk de nadeeligste ge volgen na zich. Wat het hart is in 's menschen lichaam, dat is de boeren- sland in de maatschappelijke samenle ving; van daaruit gaat helleven, de be weging en de kracht. Hoe voller het hart zijn bloedstroom uitstort in het lichaam, des te sterker zullen de onderling ver bonden ledematen zijn, des te gezonder voor het leven, des te krachtiger voor den arbeid; maar hoe meer deze bloed stroom vermindert, des te meer zullen de ledematen verzwakken en daarmede het gansche lichaam, en houdt hjj op te vloeien, het lichaam bezwijkt en sterft. De vergelijking zullen wij in ons betoog volgen en toepassen. Iedere staat is een maatschappij, d. i. een zedelijk lichaam, waarin de on derling door stand verschillende staats burgers zich hebben vereenigd tot een gemeenschappelijk doel, tot onderlingen vrede en stoffelijke welvaart. In dit ze delijk lichaam vormt de boerenstand het hart, de bron des levens, 't Is niet moeielijk dit nader aan te toonen. Voor iederen staat is de eigen bodem aange wezen tot de Aima Mater, de vrucht bare moeder, die haar kinderen voedt. Om den vloek der zonde is deze Alma Mater uit zich zelf onvruchtbaar, ver oordeeld om slechts distelen en doornen voort fe brengen. Vruchtbaar kan zij slechts gemaakt worden in de vervul ling van Gods strafvonnis: ,in het zweet uws aanschjjns zult gij uw brood eten!" Wie vervult hier deze harde levenswet, wie stort hier de druppelen zweets en wie verricht hier den ver- moeienden arbeid tot vruchtbaarmaking der aarde? t Is de boer. Wat het hart BureauKrommestraat, F 227, Amersfoort. Uitgave van de Vereeniglng De Eembode. is in 's menschen lichaam, dat is der halve de boer in de maatschappij; hij is de levensbron, hij dwingt de aarde tot vruchtbaarheid en het is juist daar om dat allen van hem voedsel ontvan gen en leven. Dalen we af tot de afzonderlijke standen, vooreerst tot de burgerij. Het spreekwoord zegt: als hel den boer goed gaat, dan gaat het ook den burger goed en omgekeerdhet laatste is van het eerste afhankelijk. De laatste vijftig jaren roepen wij op als getuigen. Hoe floreerde de burgerij, de nering doende stand ten tijde dat de boeren voorspoed genoten, maar hoe zijn voor- ai in de latere jaren de affaires achter uitgegaan toen de boeren verarmden hoe menig eertijds goede zaak sloeg reeds bankroet of verklaarde zich fail liet, of wel bezwijkt bijna onder schul denlast. 't Laatste is een gevolg van het eerste. De boer moest in zijne armoede zich bezuinigen, zijn uitgaven inkrimpen en beperken tot het strikt noodzake lijke. Vandaar minder bedrijvigheid in de sleden, minder omzet in zaken, min der verdiensten voor den winkelstand. Naarmate de verkoop verminderde, ver minderden ook de inkorpen, zoodat magazijnhouders en fabrieken, die aan winkels leverden, mede den nadeeligen iuvloed moesten ondervindende af zet werd geringer. Niet alleen in de steden, maar ook in de plattelandsche gemeenten zeiven greep het verval van den boerenstand treurig om zich heen. Onder de uit drukking: ,'t zit er niet meer aan 1" werd alles tot het noodzakelijke beperkt het werk der ambachtslieden, de ar beid der zoogenaamde daggelders, het aantal van het dienstdoend personeel, dikwijls zelfs van eigen kroost, werd zooveel mogelijk ingekrompen; velen dezer, door den noodgedrongen, moesten elders een bestaan zoeken, eenigen be proefden hun geluk in de landverhui zing, de meesten van hen trokken naar de sleden. Van dien tijd af dateert de verschuiving der plattelands-bevolking vooral naar de groote steden des Lands, met het rampzalig gevolg dat de daar reeds bestaande werkloosheid en de hiermede verbonden armoede op schrikbarende wijze toenamen. In ons Vaderland ondergingen, vooral in land bouwstreken, vele boeren hetzelfde be treurenswaardige lot. In het vroeger vermeld Adres der Provinciale Slaten van Limburg aan de Regeering wordt ons gezegd, dat jaarlijks duizenden met vrouw en kinderen, na have en goed te hebben verloren, Limburg verlaten, de grenzen overtrekken naar Duitschland, om daar 't brood te verdienen, onder zwoegen en zweeten hun krachten ten offer brengen, en dan, wanneer zij uit geput en versleten zijn, zonder barm hartigheid naar hun Ueimath worden teruggezonden, waar zjj ten koste van de gemeente of het armbestuur moeten verpleegd worden. Een ander gevolg vloeide hieruit voort. Met 'l vertrek van velen naar elders verloor de landbouw een groot gedeei- in zijn beste werkkrachten en, daar de productie grootendeels afhangt van de werkkrachten, werd de bodem min der productiet. Aan het ontginnen der gronden dacht men niet meer, ja zelfs veel land, dat men tot hiertoe onder den ploeg had, liet men braak liggen omdat het niet rendeerde, en wat men bleef bebouwen verminderde dikwijls in opbrengst uit gebrek aan de noo- dige productiefmaking of bewerking. Maar gaan we verder. Van de pro ductie hangen de grond en de huurwaarde af; hoe hooger de opbrengst van den bodem, hoe hooger beide in waarde klimmen. Ten bewjjzein de jaren van voorspoed zag men beide rijzen, in de jaren van achteruitgang die daarop volgden beide dalen. Zonder overdrij ving mag men thans, ten gevolge van het verminderd productief boerenbedrpf, aan nemen dat huur-en grondwaarde vermin derd zijn met een derde, soms met de helft. Prijs dsr Advertentdëni Van 1 tot 6 regelsf 0 Voor iederen regel meer- 0. Wat dit zeggen wil, zullen wij in breede trekken zoo kort mogeljjk trachten te omschrijven. De verhuurders der gron den zagen in evenredigheid met de huurdaling hun inkomen jaarlijks ver minderen een landheer b. v., die in vroegere jaren f9000 aan huur trok, ontvangt thans in het gunstigste geval slechts f6000 en Ijjdt derhalve jaarlijks verlies van f3000 aan inkomen. Wij zeggen in het gunstigste geval, want dikwijls is dit verlies meer, niet slechts omdat de huurmindering groo- ter is, maar ook omdat niet zelden in de boeken der verhuurders jaren lang posten moesten genoteerd van soms aanzienlijke achterstallige huur zonder hoop veelal op aanzuivering in de toe komst. In evenredigheid hiermede heeft de grondbezitter tegelijkertijd het ver lies te betreuren van zjjn vermogen negen ton b. v. in grondbezit daalden es, zoo niet minder. Wanneer wij aldus onze berekening maken over den ganschen bodem Tan ons Vaderland, wat enorme som is dientengevolge verloren gegaan van ons nationaal ver mogen en inkomen IWat onbereken bare schade voor ons nationaal be staan 1 Wat een achteruitgang van weivaart voor het landWat een ver mindering vari rijkdom voor den Staat 1 Is het wonder, dat onze Regeering, die voor dit alles blind bleek te zjjn, zich deerlijk vergiste in ons nationaal ver mogen en bedrijf en dat de opbrengst harer vermogens- en bedrijfsbelasting verre bleef beneden de gemaakte be raming Voegen wij hierbij, om "iet te zeer in bijzonderheden af te dalen, nog ééne categorie van personen, die ter oorzake het achteruitgaan van den boeren stand zware verliezen leden; wij bedoe len de hypotheekhouders en geldschie ters. Mocht ons eens inzage worden ge geven in hun boeken, wat treurige ge heimen zouden wjj ontdekken. Wat al hypo theken, die vroeger solied waren, staan nu twijfelachtig, maar vooral die van den tweeden rang, hoe precair staan ze voor q bezorgd tj)o. n uiterlijk Vrijdagavond de toekomst, wat al bankroetjes wer den daarin reeds geleden I Hoe zjjn de schuldvorderingen van jaar tot jaar op het budget ingekrompen, niet wegens aflossing, maar wegens bankroet of fail lissement,en vandegene die noggenoteerd staan, hoevele waarachter men een dub- vraagteeken kan plaatsen of er ooit een halve cent van zal terecht komen Het budget van inkomsten biedt nog grooter gapingen. Wat al posten van ver schuldigde rente staan daar oningevuld of als slechts gedeeltelijk betaald! Want tegen onmiddellijke executie van een ge- verzet zich het rechtgeaard gemoed in den gewonen regel gaan er jaren van achterstalligheid overheen alvorens daartoe kan besluiten. En hiermede willen wjj dit artikel eindigen. Wjj meenen genoegzaam de onberekenbare schade en nadeelige ge volgen, uit de verarming van den boeren stand ontstaan, te hebben aangetoond hierin vooral ligt de bron der alom heer- schende malaise. Het hart om terug te keeren tot onze vergelijking hield op met volle slagen te kloppen; zjjn bloed stroom, dien het uitstort iD het zedelijk lichaam van onzen Staat, verminderde in gelijke mate nam zjjne gezondheid af, het lijdt aan uitputting, aan verval krachtenhet vertoont zich aan ons oog als een bleekzuchtige, die, om de weelde uit vroegeie dagen overge houden, zich nog wel vleezig voordoet, doch wiens kleur in hooge mate bloed armoede verraadt. BUITENLAND, Heden is het de verjaardag van ko ning Umberto van Italië. Geen feeste lijkheden zullen echter dezen dag ver gezellen wegens den nationalen rouw, veroorzaakt door de groote nederlaag in Erylhrea, waaromtrent nog voortdu rend bijzonderheden inkomen en die voor Italië als groote Mogendheden van onberekenbaar gevolg kan zjjn. De Ko ning heeft reeds aan den drang der omstandigheden moeten toegeven, door het bewind op te dragen aan een zeer FEUILLETON. G i s I e n a. 3) Dur zit hjj echter, «la d Na begint bet hart vu Qislena plotseling onmatig te slaan. Wet al zjj zeggen Al de lieve en zoete troostwoorden, die zjj in baar eenvoud voor dit wederzien reeds meermalen bad herhaald, zjjn baar ontechoten. Zwijgend, bealnitelooa staat zjj «til en weet niet, boe zjj hare aankomst aal te kennen geren. Daar echter opent de melaateebe als onder de werking «ner magnetische kraeht plotseling de oogen en ontmoet den met tranen gevnlden blik van Gillena. Hjj stamelt,11 weder en altjjd deze droom, die mjj vervolgt I Mjja God, wek mjj niet!" .Het ia geen dndo," aaide zjj zacht met bjjna bevende stam. .Ik ben werkelijk Gillens. Ik wilde n bezoeken. De gedachte aan nwe verlatenheid, nwe smarten, doet mjj innig leed. Ik kon niet wedentaanZiet ge inder daad nooit een levende ziel T' .Somwjjlen hoor ik den lnatigen jachthoorn, bat geblaf der bonden, paarden, die in galop roorbjj rennen, dat de bodem ervan dreunt. Twaeben da boomea door zie ik in de varia den jachtstoet j bet arme opgejaagde bert, de hoilende jachthonden, de jagersleerliogen met den hoorn aan den mond, dat allee soist roorbjj in dwarrelenden dans. Op een anderen keer zie ik boeren of arme houthakkers, die naar de stad of ter markt gaao. Zij dochten als zjj mg zien." ,En dat is allee? Anders niemand meer?" Een nitdrakking van bigden ernst verzachtte de oogen van den melaatsche. „Ja, 't is waar I" zeide hjj met ontroerde stem, ,ik heb God. Met Kerstmis, Pescheo, Maria Hemelvaart, en Allerheiligen brengt mjj de abt van bet gind- s«he klooster de heilige Communie. Mjju vreugdedagen zjjn zelden, maar schoon." Gislena bleef een oogenblik sprakeloos, als onder den indruk een er diepe ontroering, daar na vraagde zjj .Hebt gjj geen moeder meer?" „Leefde zjj nog, zjj zon mjj niet verlaten heb ben. Weet gjj niet dat moederliefde voor niets- terngsehrikt?" .De mjjne stierf, toen ik kind was, doch mjjn grootvader, die mjj opvoedt, bemint mg zoodanig, als alechls de hartelijkste moeder doen kan. Niets is bem te veel, om mg big,le te makenHebt ge geen zoster?" .Neen, slechts twee broeders, die wegens mjjn verschrikkelijke ziekte van mjj geheel zjjn ver vreemd." .Die eOendigenEen znster, dat weet ik, had niet zoo gehandeld. Hebt ge nooit aan de zoele, sterke en voortdurende lietde eener znster in tegenstelling met de handelingen nwer broeders Ijjke trooet n toegewenaebt .Welke armzalige wordt in oogeoblikken van zwakheid niet op de vleugelen der verbeelding van een jjdelen waan aangegrepen en bekoord Maar wanneer gjj wist hoe smartelijk dan het ontwaken is, ach! gjj zondt niet zoo spreken." .Luister dan," begon zjj langzaam, ala wilde zjj haar woorden afwegen. .Gisteren was ik trenrig.Ik ben tjjk,heb ik o dat niet reeds gezegd? Zoo rjjk, dat een berg van good mjj niet verblinden zoo. Hertog Gerhart, mjjn grootvader, heeft nog nooit mjjn zonderlingste invallen afgewezen, zoo zeer vreest hjj een traan in mjjn oogen te zien ik behoef slechts te wenschen, om alle* te verkrjjgen. Men biedt mjj een troon en de liefde eens vorsten aan. Mjjn grootvader zegt dat ik schoon, verrukkend schoon ben, oude dienstbode zen gaarne het spoor m voelen knssen. Na vraag ik mjj angstig .Waarom zooseel geluk op mjjne wegen, veel bloeitjjd in mjjn leven, en waarom vo zulk een langljjden, zulk een groote eenzaamheid en verlatenheid Mjjn hart dreigt bjjdie gedachte le springen. Een woord mjjns grootvaders troostte mjjhjj zeideGod wil dat er hier bei rjjken zjjn om te geven, en armen om Ie ont vangen. .Gislena 1" ,Ik kan geven. Dezen morgen heeft good veis* gelukkig gemaakt En ik zelf gelukkig tegenover die uitgeteerde gezichten der armen. Ik zon zoo gaarne ook n opbeuren." .Meeat u, dal zulks mogeljjk ia I Waartoe .Ik weet het eu bied bet u ook geenszins aan. Maar die opofferende liefde (ener zoater, die de hemel n tot dccverre ontzegd heeft .Ach, gij spot met mjj 1" .Neen, ach neen, ik verzeker bet n." .Dat is een dwaasheid doch een schoone, .Toch niet, het is gansch eenvoudig. Wan neer gjj hei wenscht, bezoek ik u van tjjd tot tjjdwjj rpreken dan van o* verleden, dat prachtig en schitterend was, niet waar? Zeker, gjj waart een wakker veldheer, gjj spraakt immers lot Landry op zóo'n bevelvoerenden toonWjj praten dan van dezen tgd, welke zich nog behageljjk verloonen kan, van de toe- .Van de toekomst 1" .Ja, tot op den laats ten dag laat God in da ziel desengelnkkigen den hoogsten schal, de hoop. Zeg mjj, staat gjj het toe?" .Het ia onmogeljjk! Gjj, een rjjke hertogin, weldra een aangebedene koDingin, gjj zult lot mjj komen, om mjj le trooetenl Vooreerst kunt gjj het niet lang doen, en dan wanneer gjj niet meer komen zoudL .Wat dan?" .Waar zon ik dan de kracht vinden o leven? Gjj hebt reeda te veel gedaan, lk kan slechts wenschen te sterven." .Ach, spreek niet zoo. Wilt ge mjj tl maken Ik ga, ik moet ik heb mjjn grootvader beloofd, tjjdig le keeren, maar ik kont weder. Zoek ni bet Ijjdcn der toekomst, dat wellicht nooit ko men zal Ik kom weder, ik beloof bat u. Nog iets, ik heb n mijn naam genoemd, ver trouw mg ook den uwe." .Toen ik nog in de wereld der levenden ver keerde," zeide de melaatsche met gesmoorde stem, .heette ik Roger." De hertogin reikte hem hare banJ loe, en „tot wederzien Roger!" zeide zjj. All verbijsterd viel de ongelukkige op zjjne knieën, vatte hare hand en wilde die reeds aan zjjne lippen drukken plotseling liet hjj ze echter vallen, en bedekte zgn aangezicht met z;jn bevende handen. IV. EEN HELDHAFTIG BESLUIT. In de groote zaal van hertog Gerhart, die zooeven door de veldheren en krijgers, die zgn gewoon gezelschap uitmaakten, was verlaten, bleef Gislena alleen met haren grootvader. Zjj liet de zware damasten tapjjten over de massie ve vleugeldeuren, uit eikenhout vervaardigd, neervallen, knielde naast den stoel des hertogs neder en boog haar hoofd over de gevouwen banden van den eerbied waard igen grjjsaard. .Lief kind, wat voor een geheim wilt gjj mg nu toch toevertrouwen vroeg hg ietwat be angst. De jonkvrouw dacht een wjjle na, een zacht benauwdheid overweldigde haar. .Dierbare grootvader," vraagde zg op vachten huwen zou, dan kon ik met bjj u bljjven 1" .Neen, njjn kind," eo de stam van dei grjjsaard slokt*, ,e*o nieuw land, een inéan

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1896 | | pagina 1