Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 51.
Zaterdag 21 Maart 1896.
Negende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Baarn, Apeldoorn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,-
Laron, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonsemontaprija p«r drie meenden t
Franco per postf 0,40.
Afzonderlijke nummers f 0,05.
BureauKrommestraat, F 22?Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prije der Advortentiëni
Van 1 tot 6 regelsf 0.36
Voor iederen regel meer- 0.05
ZIJ, die xloh vóór
1 April ».nabonure-
ren op ,I>e l>mliode",
ontvangen dr tot dien tijd
▼erachljuende mi minera gratie.
Aan wie de schuld.
IV.
Na het verval van den boerenstand
uiteengezet en vervolgens gewzen lo
hebben op de nadeelige gevolgen, stel
len wjj ons in dit artikel voor, de oor
zaak daarvan op ie sporen en in een
helder licht te plaatsen.
Moeilijk kan men zich op econo
misch gebied grooter verblindheid voor
stellen dan het liberalisme openbaarde
in het huldigen en invoeren van den
vrijhandel voor deze gewesten, 't Lag
waarlijk voor de hand, dat de vrijhan
del de ondergang moest worden voor
den boerenstand en de oorzaak der al-
gemeene malaise. Moeilijker ia de ver
blindheid te begrijpen, welke het libera
lisme aan den dag legde, toen de ramp
zalige gevolgen zich openbaardende
verarming der boeren. Klachten werden
alom aangeheven en vermenigvuldigd,
er werd niet naar gehoordpetities en
adressen werden bij de Regeering in
gezonden en Ier zijde gelegdde mo-
tie-Dobbelman tot protectie voor land
bouw en nijverheid in de Tweede Ka
mer voorgesteld en afgestemdwal
bljjft thans over? Niets anders, dan
wat wij thans zien: de agrarische be
weging, een strijd op leven of dood.
Het zonderlingst was wel, dat men
de schuld wierp op het slachtoffer zelf
van het vrijhandelstelsel j 'tgold immers
van die zijde steeds,'t is zoo erg
met; 't spreekwoord zegt: de boer
klaagt altijdMoet de oorzaak der
achteruitgang niet gezocht worden in
de overdreven weelde 't Is straf voor
de zonde!" Dezen en dergelijken onzin
kraamde men voortdurend uit, dusda
nige paradoxen kauwde en herkauwde
men immer onvermoeid voort. Later,
toen in andere landen beschermende
rechten waren ingevoerd, werd al die
onzin nog vermeerderd met de bewe
ring .dal de protectie van den land
bouw ook daar niet gebaat heeft, dat
in de beschermende landen de malaise
even hard gevoeld wordt als hier te
lande."
Weinig lust het ons al die losse en
ongegronde uitspraken te weerleggen,
waarin onkunde en onbeschaamdheid
om den voorrang dingendit is reeds
te dikwijls geschied. Hoe gemakkelijk
anders de ongerijmdheid der bcschul-
ging aan te loonen, als zou b. v. de
hoog opgevoerde weelde de oorzaak der
malaise zyn Wij zouden kunnen vra
gen Als deze beschuldiging waar is,
hoe kan er dan malaise beslaan in die
streken van ons Vaderland, waar de
voorvaderlijke eenvoud behouden bleef?
Is het verband Lusschen oorzaak en ge
volg den heeren vrijhandelaren niet dui
delijk meer? Schemert hun zelfs dit
axioma, dal daar, waar geen oorzaak
bestaal, geen gevolg kan worden waar
genomen Liever willen wjj ingaan op
de meer recente bewering, dat in lan
den, waar protectie werd ingevoerd, de
malaise even hard drukt als hier te
lande. Dit .even hard" is louter on
mogelijk als dit waar is, dan is pro
tectie geen protectie meer. Voor ieder,
die niet blind is, moet het duidelijk
zijn, dat, naarmate invoerrechten gehe
ven worden b. v. op granen, in diezelf
de mate de graanprijzen zullen rjjzen
en bijgevolg ook grond- en huurwaarde
krachtens de hoogere productie. In liet
proteclionislisch Duitschland staat het
feil, dat men door de protectie de pro
ducten van het boerenbedrijf aldaar
tamelijk op prjjs houdt, dat men dien
tengevolge aldaar weinig bespeurt van
waardevermindering van huur en grond
dat de ook daar
de malaise volgens gezaghebbende schrij
vers is toe te schrijven eensdeels aan
de hooge prijzen, die in den lijd der
hooggestegen grondwaarde voor aan
koop dor boerderijen zijn besteed, an
derdeels aan de arbeidsloonen, die door
den bloei der industrieele ondernemin
gen ook voor den landbouw zeer zjjn
gerezen.
Het een noch het ander verklaart
iels, oflostdoquaeslie der malaise len
onzent op. Wil men de verarming van
onzen boerenstand oplossen en verklaren,
dan moet men afdalen tot derzclver
oorzaken. Welke deze zjjn.? In de vorige
artikelen werden ze reeds hier en daar
aangewezen, zoodat wij hier kort kun
nen zijn. Vooreerst komen als bijoorza
ken in aanmerking de enorm hoogge
stegen grond- en huurwaarde, de ge
rezen arbeidsloonen, de druk der be
lastingen hierdoor werd de Nederland-
sche bodem duurder en moest derhalve
in gelijke verhouding meer opbrengen,
wilde het boerenbedrijf zich staande
houden. Dit was feitelijk de toestand
der boeren, toen het liberalisme, het
vrijhandelslelsel als beginsel op econo
misch gebied huldigend, hetzelve voor
Nederland invoerde, onze grenzen open
zette voor de producten der boeren uit
den vreemde. Hierdoor werden onze
boeren tegenover de uitlandsche ineene
onhoudbare positie geplaatsttegen eene
dusdanige concurrentie moesten zij be
zwijken. Stellen wij hier ter verduide
lijking der zaak een voorbeeldeen
stuk grond kost hier 13000 tegen f 1000
in Amerikastellen wjj de onkosten
der bewerking en de quantiteit der
voortbrengselen voor het oogenblik ge
lijk, dan zal ieder toch wel inzien dat de
zuivere winst of de prijs der voortbreng
selen van het eerste ongeveer1|3 hooger
moet zjjn dan die van het laatste, zai
de opbrengst van beiden gelijk zijn en
de bewerkers gelijke winst genieten.
Keeren wij echter de zaken om en stel
len wij, dat het stuk grond ter waarde
van f 3000 niet meer kan opbrengen dan
dat van f 1000, dan zal de bezitter van
het eerste, een kind kan dit berekenen,
jaarlijks ongeveer ,|s verliezen, wat nood
zakelijk moet uitloopen op het verlies
van het gansche bezit. In eene dusda
nige wanverhouding werd de Neder-
landsche bodem door het vrijhandel
systeem geplaatst tegenover Amerika en
andere overzeesche gewesten. Dat deze
positie van onzen boerenstand onhoud
baar moost worden, kon van den be
ginne af met wiskundige zekerheid
worden voorspeld. Ieder, die van dien
tijd af met de boeren heeft medege
leefd, is feitelijk getuige geweest dier
doodende concurrentie, welke vooreerst
onzen landbouw ten ondergang doemde
en vervolgens direct en indirect mede
de verarming der veeboeren veroor
zaakte. De vrijhandel derhalve, ingevoerd
ten tjjde der zoo hooggerezen grond-,
en huurwaarde, der klimmende belas
tingen en arbeidsloonen, is de hoofd
oorzaak der toenemende malaise; de
bijkomende verzwarende omstandighe
den hebbe- medegewerkt om het verval
van onzen boerenstand te bespoedigen.
Wat heeft ons regeerend liberalisme
gedaan, toen het de noodlottige gevol
gen kon en moest aanschouwen van
hel ingevoerd vrijhandelstelsel? Heelt
liet zjjn hooggevierd beginsel veroor
deeld, zijn dwaling ingezien, denadeelen
zooveel en zoo spoedig mogelijk her
steld, welke daaruit feitelijk voor den
eersten en voornaamst en maatschappe-
Ijjken stand voortvloeiden? Onze libe
rale Regeering toonde bij de invoering
van dit stelsel een zucht tot navolging
zij nam hel uit andere landen over
en voerde het voor ons Land innu
mocht men toch redelijkerwijze ver
wachten, dat zij wederom andere Rijken
zou navolgen met de invoering van protec
tie. Want onze naburen, 't zjj te hunner
eer gezegd, hadden het doorzicht en den
moed 't ingevoerd beginsel te veroordeelen,
de fout te erkennen, door het weder in
voeren van beschermende rechten reeds
in '80 herstelde Duitschland de protec
tie. 'I Bleek echter dat voor onze libe
rale Regeering het voorbeeld ten kwade
aanstekeliiker was dan ten goede; met
grenzenlooze halsstarrigheid vervolgde zjj
haren weg. Wanneer klachten tot haar
doordrongen, zij bleef er doof voor-,'
beschuldigingen tot haar werden ge
richt, zij trachtte haar onschuld te be
wijzen door de schuld te werpen op
haar slachtoffer zelf; wanneer haar de
onhoudbare toestand van de boeren
werd onder het oog gebracht, zij wenddo
haar oogen af, zjj wilde niet zien. 't
Gold hier een beginsel met zooveel sta
tie door haar gehuldigd, met zooveel
praal hier ingevoerd en liever ziet men
den boerenstand onder doodende con
currentie verpletteren, de toenemende
malaise rondom zich heen grjjpen, onzen
eigen bodem ontzagljjk in waarde
verminderen ons nationual kapitaal
wegslinken, dan dit geliefkoosd beginsel
prijs te geven, dan eer aan de waar
heid te geven en ridderlijk te erkennen
Ik ben de schuldige I
BUITENLAND.
Het nieuwe Italiaansche ministerie
Ricolitti-Di Rudini is in de beide Ka
mers gunstig ontvangen. Dinsdag trad
het in de Kamer van Afgevaardigden
op met eene verklaring, waarin de ge
leden nederlaag werd erkend en betreurd,
maar tevens hulde werd gebracht aan
den moed der soldaten, terwijl verder
verklaard werd, dat de fouten, begaan
bij do leiding der troepen en de ge
toonde weifeling gestrengeljjk zullen
worden gestraft.
De vredesonderhandelingen, nog op
het bevel van 't vorig Kabinet door ge
neraal Baldissera geopend, zullen worden
voortgezet, terwjjl men met waardigheid
en fierheid de voorwaarden zoo gunstig
mogelijk zal trachten te verkrijgen.
De verdere troepen-zendingen zijn dan
ook wei is waar gestaakt, maar de
oorlog moet toch behoorlijk worden af
gewikkeld, en voor men het eens is ge
worden over aannemelijke vredes-voor-
waarden, zullen de vijandelijkheden der
halve moeten worden voortgezet. Italië
ziet af van eene koloniale staatkunde,
die zich uitbreiding van grondgebied of
het verwerven van een protectoraat over
Abyssinië ten doel stelt. De provincie
Tigre zou, indien zij aan Italië werd
aangeboden, zelfs worden geweigerd.
Een behoorlijke vrede kan echter niet
anders worden verkregen dan door tij
delijke voortzetting van den oorlog, en
daartoe zal noodig wezen eene som van
FEUILLETON.
Qislen a.
(SM.)
4} Da jonge hertogin had zich opgericht
.Grootvader," reide zjj op plechtigen toon,
.in dezen gewichtigen stond erken Ik den
ganschen omvang nwer lielde tot mjj, ofschoon
ik dlc reeds lang heb orkend. Xjjnerzjjds zocht
ik nw vreugd, uw troost te zjjn, ik wenschte met
liefde en kinder Ijk toelachen nw voortdurende
goedheid te belooncn. Ik wilde nw zoon en
dochter vervang», die de hemel n onln
heeft. U hel mjj gelokt?"
,Ach, ja, Gialena, gjj hebt mjj het ondo hart
verwarmd en met zoeten geor vei vuld, geljjk de
lieve lentezon op bairvervallene torens en tinnen
b»r» stralen zendt en nil bet vergane ge
steente liefelijke en geurige bloemen loovert
Hooit hebt ge mg eenig leed aangedaan
eerste dat ge mg bereidt, is uw scheiden."
.0 dierbare grootvader, mgn hari zal bloeden,
evenzeer als bet uwo."
,Dua gg wüt werkeljjk weg?"
.Grootvader, wüt gg mg prfng Ferdinand
schenken, hg zon mg wegvoeren, verre van bier
in hat land aan geno zgde der bergen, waar
mede een onoverklimbare scheiding tnachen
ons zon zjjn opgericht. OI wüt gg mg in bet
klooster van de heilige KLra laleo treden,
Arragon verbioden, want tk bemin hem niet.
ook niet bg de zusters der armen in
treden, want ik kan niet lol God zeggen, dat
ik hem alleen bemin. Ik beb een liefde in mgn
bart, zjj omvat de ongelukkigaten onder deon-
gelnkkigen op deze aarde. Ik kan onzen Heer
Jesoa niet de eed aüeggon, mgn leven in de
beschouwing zgoer goddclgke schoonheid te
zullen doorbrengenin mgn lgdende broeders
zie ik Zgn goddelijk aangezicht Mgu liefde be
hoeft een te begrgpen voorwerp. Mgn hart
wordt tol de oogelnkkigen heengetrokken, tot
degenen, die niets hebben, geen familie, geen
vaderland, tot ben die bg een onbarmhartig
lgden als overmaat der ellenden in een troos-
telooze eenzaamheid de kwelling eener verban
ning verduren moeien, die geen andere uitkomst
hebben dan de dood. Ik ben besloten hun laatste
dagen te verzoeten en le verblgden."
.Uislena," onderbrak haar hertog Gerhart
met stokkende stem, ,van welke ongelukkigen
spreekt gg
.Dierbare grootvader, gg bebt mg gezegd
dal hot voorbeeld van Elisabeth van Hongarge
volgen, heet het voorbeeld van een heilige na-
Gislena richtte zich fler omhoog. Haar
blik werd plolseling ongewoon diep en door-
linleld van een bovennalnnrlgke schittering.
lor mg san, grootvader," zeide zg met
ernstige en doordringende stem terwgl zg de
handen vouwde, ,ik wil n alles opoubaren.
oevel voerde mg op eene wandeling voor
rste maal in mgn leven voor bet aange-
ran een melaatsche. Al mgne geleiders
van eer en ridderlgke l
zult toch uw woord niet terugnemen."
.Kind, ik sidder, als ik daaraan denk
Neen, het Is niet mogetgk, gg kunt er niet ai
denken allee te verlaten, wat n dierbaar is, o
wgden, die door eeo oogeneeslgke, cei
schrikkelgke, een aanstekelgke ziekte worden
verteerd."
drang dwong mg dengene te naderen,
door allen mol afschuw wordl vermeden. Nie
mand dacht dos aan de verscbrikkelgke an
le ongelukkige door de verachting
anderen moet ondergaan. Bestaat er dan i
medelijden moor op aardel"
.Kind, is het verstandig met
iet ievcn van anderen te steunen. De
gg onbillijk vindt, Is, helaas, noodzakelgk."
.Maar waarom deze zoo onbarmhartig ge
streng toegepast riep de jonge hertogin heftig.
.Meent men dan, dal deze armen, wier lede
malen lid voor lid afsterven, geen hart, geen
ziel, geen govoel meer hebben Veronderstelt
men dan, dat zg niet eon grouzenlooze vrongde
zonden hebben, met hnnsgelgken te verkeeron
en elkander te troosten? Zon het voor hen niet
zgo alsof de hemel boven hunne ellenden zich
opende als zg voelden, dat een minnende hand
ban wonden verbindt, dal een medelgdend
hart tot hun a&tervond hart zich heen ge
trokken gevoelt? Gg wilt mg, wanneer Ik
den prins van Arragon lot man zon nemen,
een bgna koninklgk uitzet medegeveo. Geef
mg nu het geld, geef mg bel grow wood,
waar bet graa ia de schaduw der hooge boomea
zoo weelderig groeit, waar hel licht zoo beloo-
verend lusschen de bladeren doordringt, waar
een zoo zachte, reine lacht de raime openingen
des woads doorstroomt. Daar wil ik een hospi
taal boawen, niet vor van het klooster van
Onze Lieve Vrouw van Bgstaud. Ik open de
poort voor de melaalschen en don
.En dan," herbaalde de oude hertog, zonder
,En dan wil ik mg mei de o ngelnkkigen,
die vergelen worden zoo licht en
ik hun het leven maken, dal zg de overige
wereld kunnen vergeten in het klooster op
sluiten. Ik zal wel ecnif
die mg willen bgstaan.'
.Met de metaetschonMet de melaatschen
u opsluiten, Gielena 1 ongelukkig kind, zeg mg,
ja zeg dat ik in dwaling verkeer, dal ik ge
droomd heb Gg, mgn lieve, kleine her
togin, mgn kind, jeugdig en gezond, schoon,
bemind, gelukkig
,Ja, ik heb alles, en zg, de ongelukkigen,
hebben niets dan smarten. Hebt gjj mg niet ge-
zogd, grootvader, dat God do armen heeft ge
schapen om hnnne hand uit te steken, en de
rgken om aalmoezen te geven De hemel gaf
mg alles in verkwistende volheid, in
O, grootvader, laten zg daarran deelgenoot»
zgn I"
Hertog Gerhart voelde
zgn voorhoofd parelen, zgn handen sidderden,
zoo pgnigend was zgn ontroering. Gislena bad
zich voor zgn
had hg
zulk een grooto macht ontwikkelen kon.
Onderwgl hg dezen strak op bem gevealigden
blik ontwgken wilde, viel zgn oog op het kruis
boven do deur van zgn slaapvertrek, op het
kruis van olgvenhonl, dat hg eens alt bet Heilige
Land had meegebracht. Daar herinnerde hg
zlcb, hoe hg op zekeren dag, voor langen,
laagea tgd, toen ia hem de gloed en de geest
drift der jeagd woelden, alles verliet, lamilie
en vaderland, een weenende echtgenoot* on
de wieg van zgn eorstgeborene, om bet kruis
op te nemen en uit te trekkon onder de lenze
God wil het.
Het kwam hem voor, dat in dezen laten
avondstond zgn levens dezelfde roep nog een
maal in zgn ooren klonk, en dat God daartoe
de beminnelgke stom van Gislena bonuttigde.
De onde hertog boog zich ovor hot voor zgn
voeten knieloudo kind, kuielendo els een bid
dende engelbg hief flislene zacht omhoog,
met die onwillekeurige vereerlog, die men bg
de aanraking van een heilig voorwerp onder
vindt. Hg boog zgnerzgda de knio on sprak met
gebroken stem, co bovenmenschelgke inspan
ning zgner ziel en zguer krachten
doe, wat ge bealoten hebL"
HET TEHUIS DEK MELAATSCHEN.
Do ongelukkigen, die in het door hertogin
Gislena geslichte ziekenhuis te tan
denken er niit meer aan, dat bunm
teld zgn. Zg vergeten bgna de ziekte, dia hun
r er teert, bgn. de lafhartig*, zelfzuchtige mu-
Sthen, witf, WMeWlg* rowmcg ht* vaar