Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 21. Zaterdag 22 Augustus 1896. Tiende Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Baarn, Apeldoorn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Yeenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnementsprijs par drie uuain: Franco per postf0,40. Afzonderlijke nummersf0,05. F 227. Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prijs der AdvartentilBi Van 1 tot 6 regelsf 0,30 Voor iederen regel meer- ?.05 Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. De reize van Czaar Nieolaas II. I. Het reeds veelbesproken te verwachten reisplan van den Czaar van Rusland werd de vorige week officieel door de Agence Havas aangekondigd in de vol gende nota: „Volgens de laatste, absolute stellige beslissingen, zullen de Tsaar en de Tsaritza hun aanstaand bezoek aan keizer Franz Joseph, te Weenen, doen volgen door bezoeken: aan keizer Wil helm te Berlijn, aan de koninklijke familie van Denemarken, ie Kopenhagen aan de koningin van Engeland, te Balmoral aan president Faure, te Parijs, en aan de groothertogelijke familie van Hessen, te Darmstadt. .De reis, die gedeeltelijk over land en gedeeltelijk over zee wordt gedaan, zal ongeveer negen weken duren. De Tsaar komt tegen het einde van Sep tember te Parijs, vergezeld van prins Lobanoff-Rostowiski, minister van Bui- tenlandsche Zaken." Alle twjjfel aangaande de komst van den Alleenheerscher aller Russen is hiermede nu opgeheven; de betrokken Staten kunnen zich thans gereed maken tot eene met de waardigheid van dien mach tigen Vorst overeenkomende ontvangst, die dan ook naar aller verwachting zeker schitterend wezen zal. Gelijktijdig met bovenstaand bericht viel ons in handen de volgende schets, welke dezer dagen van Czaar Nieolaas II gegeven werd. .Zoowel in zijn voor komen," aldus lezen wij daarin, „als in zijn karakter, vormt Nieolaas II een zeer merkbaar contrast met zijn vader. Wel hebben zijne bleeke gelaatstrekken eenige overeenkomst met die van Alexander UI, maar de uitdrukking is geheel verschillend. Was de vader groot en forsch, de zoon is even als zijne moe der, klein en teer. De oogopslag van den vader was min of meer schuw of zwer vend, die van den zoon is open en innemend. Bij alle openbare gelegenheden stond het gezicht van den vader ernstig en streng, bij somberheid af, de zoon daarentegen pleegt een minzaam, schier kinderlijk lieftallig glimlachje den volke te toonen. 't Is of hij altijd indachtig is aan zijns grootvaders lijfspreuk.Ver geet nimmer, dat ge een mensch zijt, en heb gevoel voor het menschelijke." Wel dwingt hem de onwrikbare macht der etikette niet zelden tot het aanne- van een fiere, om niet te zeggen trotsche houding, maar het is duidelijk genoeg, dat hem dat niet van harte gaat. Evenwel is hij krijgshaftig en toont hij zijne ingenomenheid met het leger door talrijke parades, kamp bezoeken enz., terwijl daarentegen zijn vader een alkeer van hel noodzakelijke .poseeren" bij zulke .vertooningen". Ook in andere opzichten maakt Nieolaas veel meer dan Alexander werk van hetgeen hy als ibtsplichten beschouwt. Hij laat geen enkel stuk, dat hem wordt voorgelegd, ongelezen, loopt over niets heen en raadpleegt zeer dikwijls zijne ministers. Kortom, hij kwijt zich van zijne heer- scherstaak met de meest mogelijke nauw gezetheid. .Maar zijne staatkundige denkwijze Daarover hangt een ondoordringbare sluier. Als een politieke Sphinx slaat hij tegenover het denkende deel van zijne onderdanen en tegenover de geheele be schaafde wereld. Van nature terughou dend, is hij dat na zijns vaders dood nog geworden, 't Is als ware „zwijgen is goud" zijne leuze, zoo weinig spreekt hij in 't openbaar, en dan nog wel geen barsche kortafheid, maar uiterst berekende soberheid van uitdrukking. Nog altyd wordt de Czaar van zijn volk door een onoverkomelijke klove gescheiden. Een oogenblik scheen het, dat de nieu- j opperheer aanstalten maakte om de klove allengs te dempen, maar hjj schijnt te zijn omgezadeld. Alles bleef bij het oude. Zijne ministers zijn schier opper machtig zeer zelden weigert hij zijn zegel te hechten aan hetgeen die heeren hem raden. ,tk voel, dat ik jong en oner varen ben," zei hij wel eens tot zijn vertrouwden „daarom wil ik niet eigenmachtig handelen." Bewandelt hij niet altijd de wegen van Alexander III, voor diens nagedachtenis en raadgevers toont hij altijd de meest mogelijke achting, en als zijne ministers en ver trouwden hem van „gevaarlijke nieuwig heden" willen afhouden, zeggen ze bij voorkeur, dat het niet alzoo was onder den keizer zaliger. Tol nog toe heeft Nieolaas II zich als een zacht heerscher doen kennen knoet en zweep schijnen hem een gruwel te zijn. Ook heeft hij den toegang tot zijn troon voor requestranten gemakkelijker en eenvoudiger gemaakt. Sommige der adressen, die hem by zijne troonsbe stijging gewerden, hielden voorstellen in om verandering te brengen in de heer- schende regeerings-beginselen. „Wat 'n vermetelheid!" klonkhet toen uit den mond der ministers, maar de Czaar antwoordde„Laat ze maar, ze mogen niet worden belemmerdEn evenzeer toont hij meermalen zijne zelfstandigheid, wanneer hij eene hem voorgelegde beslissing uitstelt, tot hy de zaak in alle bijzonderheden zal hebben onder- Ziedaar een vluchtige schets van den Keizer aller Russen, waarop wij thans inzonderheid de aandacht meenden te moeten vestigen, nu een gewichtige reize diens Vorsten wordt voorbereid. Of nu dit portret des Czaren in alle onderdeelen gelijkend is, valt moeilijk uit te maken, doch met een enkelen oogslag valt hij aanstonds te herkennen, waar hij met een meesterlijken trek als een politieke Sphinx den volke geteekend wordt. In die positie oeschouwd is hij bekend aan iedereen, die^ slechts eenigszins op staat kundig gebied zich bewogen heeft. On danks alle fraaie beloften en voorspiege lingen weet toch eigenlijk het groote publiek zich onmogelijk een duideljjk begrip te vormen omtrent hetgeen van Czaar Nieolaas II te wachten staat. In den beginne zijner regeering werd zijn goedheid en lieftalligheid in den breede uitgemeten grootsche veranderingen en milder, zachter beheer zijner onderdanen :onden, naar het heette, op 's Vorsten program. En wat is daarvan tot heden verwezenlijkt? Het arme Polen zou hierop allereerst een allerdroevigst be scheid kunnen geven. Het sinds zoo vele jaren verdrukte volk, dat toch zoo vurig smachtte naar een blijder dageraad der vrijheid, wat heeft het ervaren? Onmenschelijke toestanden, waartegen ieder eerlijk gemoed met verontwaardi- in verzet moet komen en daarvan gruwen, bleven niet enkel gehandhaafd, zelfs nieuwe wreedheden en tiran nieke daden kwamen de ellende ver- grooten, waaronder het arme volk zuchten moet. Hoevele nieuwe banne lingen werden niet in den jongsten tijd, zelfs uit alle oorden des Rijks, bij de overige in Siberië ingelijfdDe knoet en zweep mogen den Czaar een gruwel schijnen, maar worden ze daarom in zijn gebied minder toegepast Door feiten wordt deze vraag maar al te zeer geloocbenstraft Men moge dus nu eens spreken van schier oppermachtige ministers, die hem omringendan weer van zijne zelfstan digheid, die hem eigenmachtig doet be slissen, zoo als hjj in zake de ramp van Moskou heet gedaan te hebben, daar mede is toch in geenen deele de quaestie opgeklaard. Waar pers en telegraaf zoo onder controle eener despotieke regeering staan, als in Rusland, moeten daden getuigen van solieder waarde, dan welke Czaar Nieolaas II nog tot heden heeft verricht, om met eenigen grond dezen Vorst te kunnen beoordeelen. Met dus te spreken van politieken Sphinx is de Russische Alleenheerscher het meest tee kenend aangeduid. BUITENLAND. De Minister president Salisbury heeft onlangs aan eenen feestmaaltijd te Dover eene merkwaardige redevoering gehou den over den politieken toestand in het Oosten. Niet alle verslaggevers schijnen dezelfde lezing to geven over dezen speech van den premier. De meest ver trouwbare schjjnt die van Beuter te zijn, die als volgt luidt: Over het gevaar in het Oosten van Europa sprekende, waardoor de vrede van geheel Europa bedreigd wordt, zei lord Salisbury: zjj, die meenden, dat hjj (Salisbury) Groot-Brittannië in een oorlog wilde wikkelen, omdat hjj Turkije voor een eventueele bestraffing gewaar schuwd had, vergisten zich. Wanneer het bevel werd gegeven om deze bestraffing ten uitvoer te brengen, geloofde hij niet, dat Groot-Brittanië iets deed om de eensgezindheid der mogendheden te verstoren.De ziekte en het verval zouden zich van een be dorven centrum kunnen verspreiden over de gezonde deelen vtyi Euiopa, en hjj hoopte ernstig, dat de mogendheden in staat zouden zijn het gevaar te bezweren zoolang het nog tjjd was. Minister Salisbury schijnt er niet ge rust op, dat de toestand in 't Oosten geen-oorzaak zou kunnen zijn van po litieke verwikkelingen in Europa. De Eng. Regeering is voor een kras op treden en zag Creta liefst den Turk ontnomen, 't Licht echter in 't duister of het dit gaarne zou willen, om het eiland aan zich te kunnen trekken of niet. De mogendheden kennen Engeland echter te goed, om niet eerst eens achter de schermen te kijken. Weer heeft een hooggeplaatst persona ge in Duitschland zijn ontslag gekregen. Dit maal trof het den minister van Oor log, generaal Bronsaart von Schellen- dorf. Den 15en Juli 1.1. had hjj om quasi gezondsheidsredenen ontslag aar ge vraagd doch niet gekregen. Thans is hij geval len door de kuiperijen van het militair kabinet, met Hahnke tot hoofd. Terwjjl ten onzent een votum van het Parle ment noodig is, om een minister te doen heen gaan. doet dat in Duitschland de keizer zelf. Tot opvolger van Bronsaart is benoemd luitenant-generaal Gossler, bevelhebber der Hessische divisie. Uit Warschen wordt aan de Germania geschreven over onderhandelingen van Rusland met den H. Stoel. De onder handelingen loopen_ovcr Ruslands van ouds bekend streven tot invoering der Russiche taal bij verschillende godsdienst oefeningen voor de Poolsche Katholieken, FEUILLETO.N. De drie vrienden. (Si:i). 8) Alvorens naar hnis terug te keeren, traden Edmond en Arsène eene kerk binnen, en onder den indruk van bet gebenrde smeekten tij God om bgstand voor bon vriend, die xich opeens in znlke vreemde en moeilijke omstandigheden ug geplaatst Zq begaven xich vervolgens naar mevrouw Delmont, om haar te troosten en op te beuren maar zg konden niet toegelaten worden. Ne bet vertrek van Jules was de arme moeder in twjjm gevallenzg had te veel van bare krach ten gevergd, en de natnur vorderde eindelijk hare rechten op. Zjj had verscheidene weken rust noodig, en hatr geschokt gestel kon xich nooit meer van dien al te xweren slag her stellen. Zoo verliepen twee jaren, xonder dat er iels merkwaardigs gebenrde. Dank xjj het edelaardig karakter van xjjn vriend, was Arsène spoedig diens waardig evenbeeld. Mevrouw Delmont werd caet den dag xwakkertjj verdeelde haar 4>d tusschen goede werken en aanhoudende gebeden voor de bekeering haars xoona. Dexe leatate vervolde hatr met eene doodeljjke on gerustheid, die een ontaetlenden invloed hare reeds xooxeer ondermijnde krachten oefende. De beide vrienden deden al helm Ijjke om haar bet lev* U veraangenamen- Zij, xoowel als de arme weduwe, i durend de treffendste brieven, c door Jules beantwoord werden. Maar hoe vurig ook gewenschl, de jeugdige krijger liet xich slechts zeer onbestemd uit over zgn zielstoe stand, en alleen een aanhoudend en vurig gebed hield in de teederminnende moeder de hoop leveodig, dat God haar xou verhooren. Iotusschcn werd mevrouw Delmont al zwak- sr en xwakker. Het bleek den jongebedeo, it een kwaadaardige koorta haar langzaam iaar zeker ten grave sleepte, en Jules spoedig sn wees zou zjjn. In dien toestand vonden zij et noodig, Jules hiervan te verwilUgeu, opdat verlof zou kunnen bekomen en de laatste woorden zyncr moeder zou kunnen opv igen. Zjj schreven hem een langen, haltelijken brief, waarin zjj hem behoedzaam den toestand xjjner moeder blooüegdcn en dien zü eindigden mei het dringend verzoek, dat hjj, daar nu toch de oorlog voorloopig geëindigd was, verlof zon aanvragen en zoo spoedig mogelijk naar huis lerugkeeren. Tevens deelden zij hem het on gelukkig uiteinde mede van den rampzalige, die oorzaak geweest was van het snoode ge- jg van Jules en gestorven was op dezelfde jze als hfi geleefd had. Eene maand verliep na het afzonden van oien brief, zonder dat movronw Delmont eenig bericht uil Afrika ontving. Hare onrust ver meerderde, en deze oefende een noodlottigen invloed nit op hare toch reeds zoo zwakke ge zondheid. Zg had de beide vrienden verzocht, haar dagelijks te bezoeken en mat haar over Jules te kanten i dal wee laar soetate trooat en verschafte baar tenminste eenige oogenblik- Op een avond, toen zjj weder b(j eikandt waren, bracht de postbode een brief uit Afrika, die met een blyden, driedubbelen nitroep be groet werd. De vreugde was echter van I dour. Hel adres wss niet door'Jules gesclu en een onbestemd voorgevoel bekroop de goede moeder, toen zg het zegel verbrak. Helt het werd maar al te zeer bewaarheid. Nsuwe- lyks bad ze een paar regels gelezen, of zg liet den briel vallen eD slaakte een kreet, die Ar- sine eu Edmond door merg en been drong. Edmond nam den brief; hg was van den vol genden inbond „Voor den besten vriend van uw overleden echtgenoot is bet weggelegd, n te bedroeven door de treurigste Igdiog, die een moederh kan treilenhet is eene taak die mgne onv minderde toegenegenheid mij oplegt, terwyl awe moederlijke tranen vereenig met die v een ond soldaat „De veldtocht, die thans is geëindigd, is vt ons regiment verpletterend geweestwjj hebben veel paarden verloren, en onze ruiters hebben het bard te verantwoorden gehad. Delmc heelt een bewonderenswaardigen moed dapperheid aan den dag gelegd. Hy is MosUgaaem vrjj wel, maar uiterst vermoi teruggekeerd. Hg had eene lichte wonde ont vangen bij een treffen, waarin bg zich bijzon der had onderscheiden, en hg moest naa hospitaal vervoerd worden. „Daar openbaarde zich eene xiekle, die binnea weioig dagen een ernstig karakter aannat de geoeesheereo verontrustte. Daar ik mjjn jongen vriend bijzonder in hunne zorg had aan bevolen, werd ik hiervan verwittigd, en ik haaalte my, hem te gaan opzoeken. Mjjn be zoek deed hem veel genoegen, én hg drukte deu weosch uit, er ook een van den aalmoe zenier te ontvangen. „Ik moet n zeggen, mevrouw, dnt by zich bg deze omstandigheid even edelaardig gedroeg als in het regiment en bg al onze expedities. Hij biechtte en ontving de heilige Tecrspgze met eene treffende godsvrucht. Den volgendt morgen kwam ik weer bg hem. „Kolonel," zeide hy, „wees zoo goed mgne moeder schrgven, dat ik haar stervende nog vergiffenis heb gevraagd voor al het leed dat ik haar berokkend heb. Ik hoop dat God rag moge ver geven zooals zjj bet mg gedaan heeft." „Hg overleefde slechts een paar oren ons laatste onderhouddikwyls zweefde de naam zijner moeder op zjjne lippen, terwijl hg bad. De eerwaarde aalmoezenier heult hem don laatsten ademtocht zien uitblazen. „Ik wil niet spreken, mevronw, over het lies, dal gg geleden hebt; het is onschatbaar, maar het is ook groot voor mg, wjjl ik in Del mont een zoon zag, dien ik met den dag meer begon lief te hebbenhet leger vertical in hem >en der beste onderofficieren en een soldaat, van wien bet vaderland met recht groote wacb tingen mocht koesleren." De brief van den kolonel ging vergezeld run een kleiner briefje, dat Jules een paar weken voor zjjn dood had gesebzevan. Hat lulde*- volgt: „Aan rayn dierbare moederI" „Dagelgks blootgesteld aan de grillige oorlogs kans, wilde uw Jules deze aarde niet verlaten zonder n zijne oprecht gemeende gevoelens bloot te leggen. Tol zyn laatsten snik zal bg een innige spgt in zyn hart dragen aan de begane misslagen en de treurige gevolgen zijner slechte lectuur. Hg haskt naar hel oogenblik, waarop hjj u hiervan hel bewjjs zal kunnen leveren, en roo God hem deze guost niet toestaat, moge deze brief n daarvoor lol onderpand strekken. „Ik breng s mjjn hartelgken dank, dierbare moeder, voor al hclgeen Gg van mijne geboorte voor mg gedaan bobt. Mun ondankbaarheid drukt my zwaar, eo het zou myn schoonste weosch zgn, uwe tranen te kunnen ardroge en n weer gelukkig te maken. „Ik heb begrepen, dat myn beslnit slechts vracht zal dragen, zoo ik het onder Gods be scherming stel. Ik wil dan ook het gebenrde goed maken door mgne gebeden te vereenigen met die mjjner goede moeder om de genade te verkrygen van voortaan in het goede te megen volharden. „Ik wil bierbjj ook myn hartelyken dank uit brengen aan myn trouwen Edmond, wiene voor beeld op mg zooveel heeft uitgewerkt. Zoo het mgne treurige buitensporigheden al niet bsett kunnen verhoeden, heeft het rog toch geholpen om bet verkeerde pad te verlaten, en biyft het nog steeds voor mg een krachtige staan in den zware Blryd. „Moge Atsèoe zich aan mg spiegelen en Ed- mond'e evenbeeld trachten te worden; moge

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1896 | | pagina 1