«aUas 8 (UW m
Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 27.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Baarn, Apeldoorn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs par drie maanden i
Franco per postf0,40.
Afzonderlijke nummersf 0,05.
BureauKrommestraat, F 227,
Uitgave van de Vereenfging De Eembode.
Prijs dar Advertentltni
Van 1 tot 6 regelsf 0,30
Voor iederen regel meer- Q.Og
Correspondentie!) en AdverlenliOn moeten uiterlijk Vrijdagavond
ENCYCLIEK
VAN
onsen Allerhelllgaten Vnder
LEO XIII,
doorda Goddelijke Voorrienigheid Paai
Aan Onze Eerwaardige broeders de pa
triarchen, primaten, aartsbisschoppen,
bisschoppen en andere ordinarissen, in
vrede en gemeenschap met den II- Stoel.
LEO XIII, Fan».
Eerwaardige Broeders,
heil en Apoetoliechen Zegen
Hel vertrouwen en de liefde jegens
de Allerheiligste Maagd, die van jongs
af aan Ons werden ingeprent, trachtten
Wij Ons gansche leven door te doen
toenemen en aangroeien, en herhaalde
lijk reeds mochten Wjj in den loop van Ons
Pausschap daaromtrent in het openbaar
Ons uitspreken. Immers, een tijd be
levend, die even rampvol is voor den
godsdienst als gevaarlijk voor de vol
keren, beseften Wjj hoeveel er aan
gelegen was, het krachtige bolwerk van
behoud en vrede te doen kennen, dat
de goedertieren God in Zijn verheven
Moeder aan het roenschdom heeft willen
schenken, een waarheid, welke de ge
schiedenis der Kerk op elke bladzijde
ons aantoont. Aan Onze vermaningen
en wenschen heeft, op verschillend ge
bied, het inzicht der katholieke volke
ren beantwoord, inzonderheid door het
toenemen der devotie van den Alier-
heiligsten Rozenkransen de meest
overvloedige en gewenschte vruchten
daarvan bleven niet uit. Wij evenwel
kunnen nooit genoeg de Moeder van God
verheerlijken, welke inderdaad allen lof
allerwaardigst is, en opwekken tot liefde
jegens de Moeder der Menscben, die
vol is van barmhartigheden, vol van ge
naden. Bovendien, naarmate Onze ziel,
door de apostolische zorgen afgemat,
het tijdstip ziet naderen, waarop zij de
sarde zal mogen verlaten, blikt zij met
te levendiger vertrouwen op tot Haar,
uit Wie, ids uit den gezegenden dage
raad eenmaal het volle Licht der on
sterfelijke vreugde en blijdschap is voort
gekomen. Is het Ons, Eerwaardige
Broeders, een zalige herinnering, in Onze
voorgaande brieven, tot u van lijd tot
lijd gericht, hel Rozenkransgebed te
hebben aanbevolen, als op velerlei wijze
en ten zeerste welgevallig aan Haar, te
wier eere het wordt verricht, als aller
nuttigst voor hen, die het goed verrich
ten, Wjj gevoelen Ons gelukkig, thans
wederom hetzelide onderwerp te mogen
behandelen en het vroeger door Ons
gezegde te bevestigen en Wjj vinden
daarin een uitnemende gelegenheid om,
up' vaderlijke wjjze, de geesten en ge
moederen tol krachtige godsvrucht op
te wekken en in hen de hoop te ver-
levendigen op de onvergankelijke be
looning.
De gebedsvorm, waarvan Wjj spre
ken, heet te recht de Rozenkrans, als
die in ijju samenhang op de lieflijkheid
en schoonheid der rozen gelijkt- Is die
bH uitnemendheid geeciukt
om de Maagd te vereeren, die te recht
als de Geheimzinnige Boos van het
Paradjjs wordt begroet, en die in den
hemel, als Koningin van alle Engelen
en Heiligen, met een krans van sterren
is versierd, de naam van Rozenkrans
schjjnt tevens als een gelukkig voor
teeken, door Haar geschonken aan Hare
vereer ters, om dezen te wjjzen op de
vreugde en bekroningen, die zjj in den
hemel zullen erlangen. Dit wordt
ons overduidelijk, wanneer wij den aard
van den Rozenkrans nader beschouwen.
Geen plicht wordt ons door voorschrift
en voorbeeld van Christus Onzen Heer
en van Zijn Apostelen met meer aan
drang ingescherpt dan de plicht om
God aan te roepen en te bidden. Na
hen hebben de Kerkvaders en Kerk
leeraars ons vermaand, dat het gebed
zóó noodzakelijk is, dat geen mensch
mag hopen tot de eeuwige zaligheid te
komen, indien hjj het gebed verzuimt.
En hoewel voor iedereen, die bidt, uit
de kracht-zelve des gebeds en uit de be
lofte van Christus, de deur geopend is
om te verkrijgen, wat hij vraagt, ieder
een weet, dal de werkdadigheid van het
gebed vooral aan twee voorwaarden
gebonden is, namelijkdat volhardend
gestadig en door meerderen in veree-
niging met elkaar wordt gebeden. Wal
het eerste aangaat, de liefdevolle uit-
noodigingen van Christus vermanen ons
vraagt, zoekt, klopt (l); als een bemind
vader, die wel wil toestaan wat zijn kinde
ren verlangen, maar levens zich erin ver
heugt, dat hij langdurig door hen wordt
lastig gevallen en als vermoeid wordt door
hun smeeken, opdat hij daardoor te nauwer
huu harten aan zich hinde.Wat het tweede
betreft, Unze Heer heeft het meermalen ge
tuigd Indien er twee van u overeenstemmen
op aarde, over alle zaak, welke zij ook
vragen, het zal hun geschieden van
Mijnen Vader, want, waar er twee of
drie in Mijnen naam vergaderd zijn,
daar ben Ik in hun midden (2). Van
daar dat Tertullianus zich zoo krachtig
uitdruktWij komen samen in vereeni-
ging en vergadering, om, als ten krijgs
bende, met onze smeekingen God te be
legeren dergelijk geweld is God aange
naam (3)en de Aquiner zegtOnmo
gelijk is het, dat het gebed van velen
niet verhoord wordt, wanneer de vele
gebeden als tot één gemaakt worden (4).
Aan beide voorwaarden nu wordt
op voortreffelijke wjjze in het Rozen
kransgebed voldaan. Daar immers wordt,
om hierbjj te blijven, door het gestadig
herhalen van eenzelfde gebed het rjjk
der genade en der glorie van den Hemel-
schen Vader afgesmeekt; de Maagd
Maria wordt telkens en telkens weder
aangeroepen, opdat Zij door haar voor
spraak ons helpe ons gansche leven
door, en inzonderheid in de laatste ure,
die als de drempel is van de eeuwig
heid. De Rozenkrans verder is uitermate
geschikt om gezamenlijk te worden ge
beden zoo zeffs, dat met reden de naam
van Maria psalter eraan werd gegeven.
En behouden of opnieuw ingevoerd moet
de gewoonte, die bjj h--t voorgeslacht
bestond, om in de Christengezmnen, zoo
wel in de steden als daarbuiten, bjj het
einde van den dag na de vermoeienis
sen van den arbeid, voor Maria's beel
tenis saam te komen en daar gezamen
lijk den Rozenkrans te bidden. Zjj van
Haren kant zal in die trouwe eenpa
rige vereering Haar welgevallen vinden,
als een goede moeder te midden Harer
kinderen vertoeven en de gaven uitdee-
len van den huiseljjken vrede, als voor
smaak van der vrede des hemels.
Met het oog op de kracht van het ge
meenschappelijk gebed dan ook hebben
Wjj, onder de bepalingen, welke door
Ons meermalen aangaande den Rozen
krans werden gegeven, het .als onzen
wensch uitgesproken, dat in de kathe
draal van elke diocese eiken dag, in de
parochiale kerken ten minste op eiken
feestdag de Rozenkrans zal worden ge
beden" (5). Wjj wenschen, dat men
daarin met ijver volhardeWjj verheu
gen Ons, dat dit plaats heelt al meer
toost ook bjj wxkM pUebtige oefe
ningen van openbare godsvrucht, alsmede
bjj het bezoek van bekende heiligdom
men door luistervolle bcdevaaiten, tot
deelneming waaraan behoort te worden
aangespoord. Aan dat gezamenlijk
gebed ter eere van Maria is overigens
een geheel eigenaardig genot en voor
deel verbonden. Wjj-zelven hebben het
ten zeerste mogen gevoelen, Wij ge
voelen Ons gedrongen, er dankbaar aan
te herinneren, als Wjj op sommige
dagen van Ons Pausschap in de Vuli-
caunsche Basiliek vertoefden, omgeven
door een menigte van alle standen, die,
één met Ons van hart, van stem, van
vertrouwen, door de geheimen en ge
beden van den Rozenkrans de alloos-
bereidvaardige Hulp der Christenen om
bijstand smeekten.
En wie zou kunnen meenen, dat zulk
vast vertrouwen op de bescherming en
hulp van Maria als overdreven be
hoorde beschouwd en veroordeeld te
worden Ongetwijfeld op den naam en
het ambt van volmaakten Verzoener
heeft alleen Christus aanspraak, omdat
Hij alleen, God en mensch, het roensch
dom bjj den oppersten Vader in genade
heeft hersteld Een middelaar van God
en de menschen, de mensch Christus
Jezus, die Zich-zelven als losprijs voor
allen hee/l gegeven (6). Evenwel, indien,
zooals de Engelachtige Leeraar ons ver
zekert, niets belet, dat anderen in be
trekke.lij ken zin middelaars tusschen God
en de menschen genoemd worden, in
zoover zij namelijk door Gods beschik
king en in Gods dienst aan de ver-
eenigmg van den mensch met God me
dewerken (7), zooals de Engelen en
Heiligen des hemels, de profeten en de
priesters van hel Oude en Nieuwe Testa
ment, dan voorzeker komt die naam
met veel meer recht nog toe aan de
Allerheiligste Maagd. Geen schepsel toch
kan worden uitgedacht, dat ter verzoening
van de menschen met God zooveel heeft
bijgedragen of ooit bijdragen zal. Zij
immers heeft den menschen, die hun
eeuwig verderf te gemoet snelden, den
Verlosser geschonken, toen zij name
lijk de boodschap van het geheim des
Vredes, door den Engel op aarde ge
bracht, in haar wondervolle toestem
ming, optredend in de plaats der gan
sche menschelijke natuur (8), ontving
Zij is het, uit 1Vie Jezus geboren is,
Zjjn waarachtige Mceder en daarom
de waardige en welgevallige middela-
resse tot den Middelaar. Worden
die geheimen bij hel bidden van den
Rozenkrans door de geloovigen herdacht
en overwogen, dan treedt hun daardoor
voor den geest hoezeer Maria zich ver-
dienstetijk maakte voor onze verzoe
ning en ons heil. Niet anders dan met
allerzoetste aandoening kan men Haar
beschouwen, hetzij ze in Elisabeths
woning ons te gemoet treedt als uil
deelster der goddelijke genadegaven,
hetzjj ze Haren Zoon den herders, den
Koningen, ter aanbidding vertoont, of
Hem den grijsaard Simeon in de armen
legt. Maar wat zal het dan zijn, waar
de geloovige Christen overweegt, dat
het bloed van Christus, om ons vergo
ten, dat de ledematen, in welke Hjj
den Vader Zyne wonden, den prijs onzer
vrijheid, toont, niet anders zjjn dan het
vleesch en bloed der Maagd? Immers
het vleesch van Jezus is het vleesch van
Maria; en al is het door de glorie der
verrijzenis verheerlijkt, toch is de natuur
gebleven en blij ft van het vleesch,
dat uit Maria werd aangenomen (9).
Nog een andere uitnemende vrucht
mogen wij van den Rozenkrans tege
moet zien, een vrucht in betrekking
tot de tijden, die Wij beleven. Reeds
elders hebben Wjj daarvan melding ge
maakt. Wij bedoelen, dat vooral in dagen,
waarin de deugd des geloofs aan zoo
veel gevaren en aanvallen voortdurend
blootstaat, de Christen in het bidden
van den Rozenkrans, datgene vindt, wat
zijn geloof voedsel geeft en kracht.
Den Grondlegger in den Voleindiger des
Geloofs noemt de heilige Schrift den
Christus (10)den Grondleggerdewjjl
Hjj dsn menschen voel heeft geldwaard,
wat zij moeten gelooven, inzonderheid
aangaande Zichzclven, in Wien al de
volheid der Godheid woont (11), en hun,
door de genade en als de zalving van
den H. Geest, goedertieren het gelooven
geeftden Voleindiger, omdat Hij de
dingen, in het sterfelijk leven, als achter
een sluier door de menschen waargu-
nomen, hun duidelijk vertoont in den
hemel, waar Iljj het gewaad des geloofs
in de schittering der glorie zal veranderen.
Inderdaad komt dan ook in het Rozen
kransgebed op duideljjke wijze de voor
treffelijkheid aan het licht van Christus,
Wiens leven wjj in overweging beschou
wen, zoowel Zyn verborgen leven in de
blinde geheimen als Zijn openbaar leven
onder den zwuarsten arbeid en het
bitterste lijden tot den dood toe, en Zjjn
glorieus leven, dat met Zijn zegevierende
opstanding begint, om voor Hem, Die
gezeten is aan 's Vaders rechter hand
geen einde meer te nemen. En daar
het geloof, ten einde ten volle zijn naam
waardig te zijn, zich noodwendig moet
openbaren, «iet het hart immers
wordt geloofd ter gerechtigheid, maar
met den mond wordt beleden len heil
(12), staat ook onder dit opzicht
de Rozenkrans ons uitstekend ten dien
ste. Want door middel per mondgebe-
den, waaruit de Rozenkrans is saam-
gesteld, kunnen wij ons geloof uitspreken
en belijden in God, onzen allcrzorgzaam-
slen Vader, in het leven der komende
eeuw, in de vergeving der zonden
voorts in de geheimen der Allerheiligste
Drieëenbeid, van de Menschwording dos
Woords, van liet goddelijk moederschap
en andere. En nu is het niemand ver
borgen hoe groot de waarde is en de
verdienste van het geloof. Immers het
geluol is niet anders dan de uitgelezen
kiem, waaraan voor het tegenwoordige
de bloesems ontspruiten van alle deugd,
door welke wjj voor God behagc-
lijk worden, en die de vruchten
brengen, welke eeuwig zullen blijven
Want u te kennen is volmaakte recht
vaardigheid, en Uwe gerechtigheid en
deugd te kennen is de wortel der on
sterfelijkheid (13). En hier is het de
plaats, om een enkel woord te spreken
in betrekking tot de beoefening der
deugden, welke door het geloof rechtens
worden gevorderd. Onder deze bekleedt
de deugd van boetvaardigheid een plaats
en deze bestaat ten deele in onthouding,
die onder meer dan één opzicht plicht
matig en heilzaam is. Indien de Kerk
ten deze als met den dag toegeeflijker
jegens haar kinderen optreedt, laat hen
toch zeiven toezien hoe zij volijverig
zich behooren te toonen, om de inschik
kelijkheid hunner moeder zich door andere
goede werken waardig te maken. Onder
de voornaamste werken, ook qnder dit
opzicht, willen Wjj als zoodanig hel
Rozenkransgebed aanbevelen, dat, vooral
door de overweging van Christus' en
Maria's smarten, goede vruchten van
boetvaardigheid kan voortbrengen.
Aan ons derhalve, die naar het hoog
ste goed streven, werd als een zegen
rijke beschikking der Voorzienigheid de
bijstand van den Rozenkrans geschon
ken, en daarmee een hulpmiddel, voor
allen zoo toegankelijk en gemakkelijk
als ternauwernood eenig ander. Iedereen
toch, al is hjj ook slechts weinig gevor
derd in de kennis van den godsdienst,
kan het licbtelyk aanwenden en het
aanwenden met vruchten het vordert
tevens geen tijd, dien iemand aan zijn
andere bezigheden niet vermag te ont
trekken. De geschiedenis der Kerk ver
meldt tal van treffende en duidelijke
voorbeelden ervan, en algemeen weet
men dat te allen tijde velen gevonden
werden, die, al waren zij ook door de
meest gewichtige ambten gedrukt of
met moeitevolle zorgen belast, geen
enkelen dag verzuimden, de vrome ge
woonte van het Rozenkransgebed na te
komen. En daarmede stemt op
liefelijke wijze dat innerlijk gevoel van
godsvrucht in, waardoor de harten je
gens dien heiligen krans worden ge
trokken, zóó dat zg dien beminnen als
iel, als hun
vertrouwde schutse en in den doodstrijd
dien tusschen hun vingeren klemmend,
daarin een zoet voorteeken bezitten tot
de onvergankelijke gloriekroon. En dat
voorteeken wordt ten zeerste bevestigd
door de aflaten, die aan den Rozenkrans
door Onze Voorgangers en door Ons-
zelven op de meest vrijgevige wijze werden
verbonden. Deze toch zullen, als door
de handen der barmhartige Maagd me
degedeeld, èn voor de stervenden én
voor de overledenen van zeer groot nut
zyn, om hun ten spoedigste de ver
troostingen van den begeerden vrede en
van de eeuwige rust te doen genieten.
Dit alles, Eerwaardige Broeders, spoort
Ons aan om een godsvrucht, zoo voor
treffelijk, zoo geschikt tot Het bereiken
van de haven des heils, zonder ophouden
den Christen-volken aan te bevelen.
Maar bovendien hebben Wjj daartoe
nog een andere en zeer zwaarwichtige
reden, die Wij reeds menigmaal in Onze
brieven en allocutiën hebben uiteenge
zet. Namelijk, daar dagelijks met
meer kracht in onze ziel het verlangen
werkt, dat Christus Jesus' goddelijk
Hart Ons heeft meegedeeld, tot beëin
diging der verdeeldheden en het tot
stand kernen der verzoening, beseffen
Wij, dat de door Ons nagestreefde en
allerkostbaarste eenheid op geenerlei
wijze heler Kan worden voorbereid en
tol stand gebracht dan door de kracht
van heilige geboden. Ons komt het
voorbeeld van Christus voor den geest,
die opdat Zyn leerlingen een zouden
zijn in geloof en liefde, den Vader met
aandrang heeft gebeden.. En van de
krachtige hulp, die het gebed Zijner
Allerheiligste Moeder ook hier verleenen
kan, geelt de geschiedenis der Aposte
len een heerlijke getuigenis. Daar wordt
herinnerd aan de eerste samenkomst
der Leerlingen, die in blijde verwach
ting de beloofde volheid des Heiligen
Gcestes afsmeekt en te gemoet ziet;
mBar daar wordt ook tegelijk op bij
zondere wijze gewag maakt van de
tegenwoordigheid van Maria, die met
hen bidt, Deze allen waren volhardend
eenparig in het gebed met Maria de
Moeder van Jeeus (14). Gelijk derhalve
met Haar, als met de voortreffelijke
begunstigster en bewaarster der eenheid,
de ontluikende Kerk zich in haar bede
heeft vereenigd, zoo ook behoort in
onze dagen gehee! de katholieke wereld
over te geschieden; vooral in de Octo-
bermaand, welke Wij reeds voorlang
aan de H. Moeder Gods, om Haar ter
bystand in de voor de Kerk zoo droe
vige tijden aan te roepen, hebben toe
gewijd en geheiligd door de plechtigheid
van den Rozenkrans. Derhalve ontbrande
alom de ijver voor dit gebed, met de
bedoeling om daardoor op de eerste
plaats de heilige eenheid af te smeeken.
Niets toch zal aan Maria meer welge
vallig en welkom zijn, aan Haar die,
zoo innig met Christus verbonden,
allervurigst verlangen moet en wenschen
dat zjj, die met een en hetzelfde doopsel
van Christus begiftigd werden, allen ook
in een en hetzelfde geloof, in volmaakte
liefde met Hem en onderling vereenigd
zijn. De verheven geheimen van dat
geloof mogen door het Rozenkransgebed
dieper wortel schieten in de harten, met
het bljjde gevolg, dat wij navolgen, wat
zij inhouden en verkrijgen, wat zij ons
beloven.
Inmiddels verleenen Wij, ais onder
pand der goddelijke gunsten en als bijjk
van Onze genegenheid, aan ieder van
U, aan Uw geestelijkheid en Uw volk
van ganscher harte den Apostolischen
zegen.
Gegeven te Rome bjj Sint Pieter, den
20sten September 1896, van Ons Paus
schap het 19e jaar.
LEO Xm, Paus.
(t) MmUb. VU, 7. - Ibid. XVIU, 19, *0.
De OMumpt. B. H. V. v. V, inltr 'm. a Aub.