Aak 1897. '"M Katholiek Nieuws- en Advertentieblad aargang. DE EEMBOOE voor Amersfoort, Apeldoorn. Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussuin, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnsmentapriji par dria maanden. Franco per post Afzonderlijke nummers BureauKrommestraat, F 227. Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prija dar Advartantiini Van t tot 6 regelsf 0,30 Voor iederen regel meer- 0.50 zoryd xiin. Weelde. i. De stelselmatige bestrijding des Chris tendoms levert langzamerhand al meer en meer de ellendigste vruchten opop ieder gebied ontmoet men de grofste dwalingen en de schromelijksle ver warring; niet het minst op het gebied der zeden. De ware christelijke begrippen aangaande de ware vrijheid, rechten en plichten, waarheid en logen, goed en kwaad, deugd en ondeugd schijnen ver loren, alles wordt dooreen gehaspeld, 't eene voor het ander in de plaats ge schoven, 't rampzalige gevolg eener onchristelijke wereldbeschouwing. Het Christendom als de veropenbaring der eeuwige waarheid geeft ons de ware begrippen, geleidt ons langs den rechten weg, doet ons het omne nimium vermijden, het afwijken ter rechter ol ter linker zjjde, houdt ons in 't juiste midden. Een U veel vinden we in de weelde, welke tegenwoordig heerschend en in alle rangen en standen is binnenge slopen. Velen zien in haar geen ondeugd meer, sommigen noemen haar als be- hoorende tot onzen tijd, anderen vooral, als ze wordt aangetroffen bij de hoogere standen, bestempelen haar met den naam van deugd. In algemeene uitdrukkingen, die als axioma's klinken, doch niet de waarheid maar eigen baatzucht vertolken, wordt ze vergoelijkt en geprezen, ,Zoo komt het geld onder de menschen 1" beweert men, „het geld is rond, het moet maar rollen 1 aan die menschen is nog eens wat te verdienen!" enz. Hoe valsch deze beweringen zijn blijkt ons, wanneer wij de weelde plaatsen in het volle licht der christelijke waarheid het nimium, het teveel springt aanstonds in het oog. Niet, en men begrijpe ons hier goed, dat het Christendom er tegen is, dat ieder leeft overeenkomstig zijn staat en stand in de maatschappelijke samenleving en bij gevolg dal de be middelden en de rijken geen schitterender en kostbaarder levenswijze mogen volgen, dan de minderbedeelden, maar wat het afkeuren en veroordeelen moet is, dat men te veel uitgeeft voor uitwendige praal en pracht of weelde. Tot recht begrip der onderhavige zaak moeten wij hier wèl onderscheiden. Er zijn dingen, die voor 's menschen be hoeften onmisbaar, onontbeerlijk zijn en dezen gunt het Christendom allen en ieder, maar ook groolendeels daarom vordert het, opdat de minderbedeelden, de armen, geen gebrek lijden in het voor hen noodige, dat de rijke zijn uitgaven tot pronk of zingenot toetse aan de be ginselen der christelijke liefde en recht vaardigheid. Weelde nu overschrijdt beider grens en vandaar dat liet christendom haar veroordeelt als ondeugd. De mensch toch is geen absoluut, onafhankelijk bezitter zjjner eigendom men. God alleen heeft het absoluut bezit al het geschapene, Hem behoort de aarde en hare gansche volheid. Van daar, dat de rijke niet geheel onafhan kelijk mag beschikken over zijne tijdelijke goederen, maar daBrin onderworpen blijft aan den veropenbaarden wil Gods. Deze verordeningen zjjn helder en klaar uitgesproken in de veropenbaringen Gods't zijn geen Evangelische Raden, die vrijheid laten, maar strenge voor schriften en bevelen, die de rneerge- goeden verplichten en door hen moeten worden onderhouden krachtens de liefde en de rechtvaardigheid Het overvloedige, het overtollige is et vrijdaarop heeft God, om deze uitdrukking te bezigen, een schuldvor dering gelegd voor armen en behoef- tigen Hij wil dat men daarmede mild dadig zij en door aalmoezen de naas tenliefde beoefene. Zij derhalve, die het overvloedige besteden aan weelde, schieten aan de naastenliefde te kort, ons verplicht den evenmensch in allen nood naar vermogen bij te staan. Maar ook tevens aan de rechtvaardigheid. Immers, wat men offert aan de weelde, is het wezenlijk eigendom der armen men beschikt tot eigen praal, wat de armen toekomt. Vandaar dat de H. Thomas leert, dat de weelde in slrijd is met de rechtvaardigheid. Duidelijk wordt dil aangetoond in een der leer rijke artikelen der Civilta Catolica. Zij schrijft.De voorwaarde, die lot het wezen van den eigendom behoort, is, dat de bezitter, na eenmaal rijkdom te hebben verworven, aan den arme geeft, wat hij te veel heeft, nadat hij aan alle eigen behoeften en wat zijn staat vordert, heeft voldaan. Weelde nu is eene wezenlijke onrechtvaardigheid, en in dien zin rechtvaardigt zij de beschul diging van Prouthoneigendom 's diefstaleene uitdrukking, welke eei godslastering is, wanneer men ze toepast op rechtmatig en welbegrepen bezit want dit bezit komt van God, omdat het natuurlijk is. Deze uitdrukking is echter grootendeels waar, als men deze verslaat van bet bezit, dat met weelde en pracht pronkt en behoudt wat an deren toebehoort, namelijk het over tollige, dat den armen toekomt." 't Is moeielijk de juiste grens te trek ken, waartoe men verplicht en niet verplicht is krachtens de rechtvaardig heid. Hij echter, die met een waar christelijken geest, met den geest d'r liefde, bezield is, gebruikt geen pBsser om de strenge grenslijn te trekken de liefde kent geen grenzen, zy volgt de aandrang des harten en gaat steeds verder op den weg der weldadigheid naarmate zjj volmaakter wordt. BUITENLAND. De Fransche Kamer is Zaterdag 1.1., na het Kerstreces, weder geopend, doch thans zonder het gebruikelijke gebed, zooals dat vroeger de gewoonte was. Des te luisterrijker was de plechtige Hoog mis door den Kardinaal-Aartsbisschop Richard den volgenden dag opgedragen in de basiliek van hel H. Hart op Monl- martre. Eene talrjjke priesterschaar en duizenden geloovigen woonden de plech tigheid bij, en eveneens tal van Katho lieke afgevaardigden en Senatoren. Dit maal golil hel niet enkel hel afroepen van Gods zegen over de parlementaire werkzaamheden, maar tevens de plech tige hernieuwing van den voor vyf en twintig jaren afgelegden eed van toe wijding aan het H. Hart, den Voen national. Nadat Z. Em. Mgr. Richard in den breede dezen eed had toegelicht, las hij de toewjjdingsformulier voor en byna .vOOO personen herhaalden die hardop. In den namiddag begaven zich tal van corporatiën, allen om hunne banieren geschaard, naar het heiligdom, alwaar de Vespers met prediealie en processie gehouden werden. Tjjdens de plechtig heden had de hernieuwing van den eed weer plaatseerst legde de Kardinaal Aartsbisschop hem zelf af, daarna de bisschoppen, de vicarissen, de kanun niken en andere geestelijken, vervolgens het comité van den Voen national ten slotte de duizenden aanwezi gen. Zaterdag II. heeft president Faure den nieuwen Pauselijke» nuntius Mgr. Clari in gehoor ontvangen. Mgr. Clari overhandigde hem zijn ge loofsbrieven en herinnerde er in zijn toespraak aan, dat de Paus tijdens zijn pontificaat altijd steeds aan de woorden gedacht heeft„Christus bemint de Fransehen.'' De nuntius deed een beroep op de medewerking der Fransche regeering om de goede overeenstemming te verzekeren tusschen de Republiek en de Kerk op de grondslagen en in den geest van het concordaat. De heer Faure bedankte hem en sprak de beste wenschen uit voor den Paus hij achtte zich gelukkig dat de Paus zoo groote waarde hechtte aan de goede harmonie met Frankrijk en verzekerde dat het land die gevoelens deelt. Vooral dit laatste zal wel waar zijn, doch dat de Rrgeering anders zal han delen en maar steeds voortgaan met den godsdienst Ie onderdrukken lijdt ook geen twijfel, daar eene zwenking ten goede nog niet voor Frankrijk schijnt aangebroken. Uit Havanna seint men aan de Times dat de markies Apezteguia, de aan voerder der behoudende parlij op Cuba, naar Madrid is vertrokken, om de Re geering in kennis te stellen met den hachelijken toestand op het eiland. Hij moet van oordeel zjjn dat Spanje Cuba zal verliezen, indien het voortgaat het te besturen, zooals het tot op heden gedaan heeft, en daarom zal hij trachten wjjzigingen te bedingen en wel zachtere bejegening der opstan delingen, scheiding van militair en bur gerlijk bestuur met de bepaling, dat eerstgenoemde aan de laatste onder geschikt zal worden. Nog steeds neemt de werkeloosheid in Spanje toe, ten gevolge der hevige slagregens, zoodat velen bijna van hon ger omkomen, Men waant zich des nachts hier en daar op straat niet meer veilig en de politie heeft de grootste moeite de konvooien met levensmiddelen te beschermen. Nog pas is generaal Saldissera met de geruststellende tijding te Rome aan gekomen, dat in Ahessiniê alles rustig is, of er komen onrustbarende berichten uit het Italiaansche gebied in Afrika. Volgens telegrummen uit Massowah be vindt een groote afdeeling Derwisjen zich tusschen Kassala en Agordat en heeft vermoedelijk een aanval op laatst genoemde plaats in den zin. De onder gouverneur Vigano heeft alle beschik bare troepen tusschen Keren en Agordat samengetrokken, welke stad goed van proviand en amunitie is voorzien. De Tribuna richt een scherpen aan val op de regeering, die geruststellende berichten, geheel in strijd met de waar heid, heeft verspreid, en vraagt of men in Afrika een nieuwe nederlaag voor bereidt. De Porte heeft aan de gezanten eene nota gezonden, waarin zij genoegen neemt met de voorgenomen reorgani satie der gendarmerie op Creta, mits buitenlanders slechts tijdelijk in dat korps kunnen worden opgenomen, maar volstrekt geen Grieken. Mazhar-bey, de moordenaar van Pater Salvalore, zal opnieuw te Aleppo te rechtstaan. De door de gezanten ver langde publiciteit is door de Porte toe gestaan. Marani, wiens verbanning naar Er- zeroem aanleiding gaf lot verwikkelingen met de Italiaansche Regeering, is eerst naar Constantinopel teruggevoerd en thans op vrije voeten gesteld. Na de bloedige dagen voor de Ar meniërs te Constantinopel, worden er in deze stad geen Armenische lastdra gers meer toegelaten de Turken heb- FEUILLETON. EEN VEROORDEELDE. mtoffel; bi) g»l ztia vrouw slechts d als hy gelooide, dit tij gelijk had ihter was ailgd het geval! 3) „Volstrekt niet," zei Lassen, .onze bode was in het kantoor aanwezig .Maar dat is dan toch hoogst verdacht," merkte mevrouw Lassen op zeer beslisten loon op, terwijl zy zieh ruischend nederzette. .Hel is toch duidelijk, dat de man de gelegenheid waarnam, om de rol tot zich te nemen. .Och wat," gaf Lassen verdrietig ten ant woord, .Landsberg is heel en al vertrouwbaar. Wanneer die oneerlijk had willen zgn, dan heeft hg dikwjls genoeg gelegenheid daartoe gehad." .Maar hoor nu eens, beste man," riep mevrouw Lassen zich majestueus oprichtend, .dat noem ik dan toch lichtzinnig gesproken. Wie zegt n dan dal de man deze gelegenheid sist benut heelt? Gö zgl in geldzaken altgd een weinig oppervlakkig geweest en scheukt den menschen veel te spoedig vertrouwen. Ik ben vast overtuigd, dat Landsberg hel geld genomen heeft en niemand anders. Hoe ware el ook mogelijk, dat een wildvreemd mensch de diebtal kon uitgevoerd hebben?" Lassen anlwoo "de niet dadelijkbij keek ,o., 4*. B.L 1»» <•»*>- keljjk z(jn vrouw met haar rappe tong te weer spreken en daarom zeide de booze wereld a hö onder den pantoffel «tond. Maar de booze wereld bad ongelök, zooals dit dikwijls het geval ia. Lanen stond volstrekt niet onder den .Gjj kunt geljjk t r het tegen man heeft „Bewjjst dat iels, dat bij in het vierde geen dief wordt vraagde mevrouw Lassen vertoornt. .Wonderbare ideên hebt ge menigmaal, Lassen, dat moet ik zeggeo." Geiyktjjdig wierp zg met hare dookere oogen hem een hestraffenden blik toe, zocdai hij de oogeD nedersloeg. „Mg dunkt," ging zjj voort, ,wy hebben voor beelden genoeg io het dageiyksch leven, dat men geen mensch, die met geld heeft om te gaao, vertronwen kan. In de couranten wemelt het over weggeloop™ kassiers en kantoorbe dienden 1 Gij natuurlijk zijl boven zolke dingen verheven, gij zult zeker oiei eer verstaudig worden, voordat men u de geldkast totaal heelt uitgeplunderd.', ,Gg overdrjjfl, Laura," wierp Lasaen schuchter in, „Landsberg „Houdt toch maar stil over uwen Landsberg," sneed hem de vrouw zonder meer bet woord af, „die nn met uwe vyihonderd mark wande- Nu raapte Lassen al zyn moed bgeen tot eeo besliste tegenspraak en zei „Gp moogt den man niet zooder grond ver verdenking komen mo«st." „Zoo, zoo," antwoorde Laura, op sfottendeo toon. ,Gy meent dus, dat hg het geld wel nemen zou, als er maar anderen by tegenwoordig waren. Ik feliciteer u met die slimme gedachten, Sigmnnd, ge kunt hel nog ver brengen I Denkt ge daar nn reeds niet meer aan, dat Landsberg op zekeren dag met de klacht naar huis kwam, dat hit honderd mark verlori-n had Weet gc oiet meer hoe hg over zgn arme familie klaagde en n om Gods wil bad van schadevergoeding af te zien. Ik dnrf wedden, dat hy de honderd mark niet verloren heeft, hy hield ze zeker in zgn zak en beeft er later pret mee gemaakt. Koe zal hg zich over zgn patroon verlustigd hebben, die op znlk een comedie Inging." Lassen bezweek eindelgk onder de verwglen zgner strenge echtgenoote en stotterde „Daar hebt ge getgk in, Laora, ik had aan die geschiedeois in 't geheel niet meer gedacht." „Dat komt alleen daarvan, omdat ik altgd voor u denken moei," viel de vrouw triomfanteigk in, .hoe zon het wel met de zaken slaan, als ik niet nf en toe n te hnlpe kwam. Dan kont ge menige som in den schoorsteen schrijven." .Ja, ja," verzuchtte Lassen, ,gg zflt een voor treffelijke vronw, maar verontrnst n niet, ik wil de zaak met kracht ter hand nemen." .Wat denkt gg dan te doen? vraagde de wakkere vronw, terwgl zij haren man als met medelgdenden blik beschoawde. .ik zal Landsberg, zoodra hij. terug komt, ter verantwoording roe|>en," gaf Lasaen op sloeg de banden ineen en bevoo luidkeels lo lacbeo. ,0 gg onschuld van het land," amaalde de vrouw. .Reken daar maar vast op, dat hg nimmer meer zai terug komeu. Neeo, gg doel zoo. Oogeublikkelgk gaat ge naar he' politie-bureau en doet aangifte, al moeten wij ons rjjloertjc daaraan ook opofferen. Dan doet ge het verzoek, dal een politie-agent den braven Landsberg in bet oog houdt, opdat hg met ons geld er niet van doorgaat. Komt hg dan inder daad op het kantoor terug dan kunnen we zien, wal ons Ie doen staaL Maar spoedig, spoedig, Gehoorzaamheid is des mans plicht scheen Lassen te denken. Althans hg stond op, greep naar stok en hoed, om do bevelen zyuer gemalin op te volgen. UI. Niets vermoedend van de maatregelen, die men ten zgnen opzichte genomen had, keerde Landsberg tegen drie uur in het kantoor terug. Tegelgk achter hem trad een politie-agent in het huis en posteerde zich achter io den gang. Lands! erg wilde nu met een pakket kwilan- tien zich opnieuw op weg begeven, toen hg door den heer Lassen in diens kantoor geroepen werd. De chef hield de deur in de band en, toen de bode was binnensetreden, sloot hg deze achter Landsberg za* nu ook <1 Mevrouw Laan zakt* lerrg ii 1 stoel. Mevrouw Lassen gal een gelgken groet terug. Zy had zich eeo veldtochlsplao ontworpen, waar van zij zich een gunstig gevolg voorspelde. Haar ma i, die bescheid™ aan de achrgltafel de dingen wachtte, die komen zouden, kwam daarbg in 't .Zeg mg eens, Landeberg", begon de vronw, nadat zg den bode van hat hoofd tot de voeten begluurd had, waarby zg op hem toelrad en hem scherp in de oogen zag, .waar hebt gij devgf- honderd mark gelalen, die ge hedeo middag nit de kast genomen hebt?" gemaakt, haar offer te overbluffen, dan wee haar plan volkomen gelukt. Landsberg verbleekte, etaarde mevrouw Lassen tie wezenloos aan, en kon geen antwoord vindeo. Le dame zag horen man triomfanteiyk aan en zeide dan ,Nu geef loch antwoord 1" .Maar. mevrouw," antwoordde Landsberg, die weder tot bezinning kwam, ,ik weet niet wat ge daarmee zeggeo wilt .Weet ge dal niet?" riep zg met het voor komen van eeo rechter. .Heden middag heeft mgn man, eer hg ontbgten ging, een roi met rgfhonderd mark in de geldlede gelegd en baar niet gesloten. Gedurende den tgd, dat hjj boven was, verdween de rolgg echter waart alleen in het kantoor." Nn wist Landeberg, wat de vrouw van hem wilde. Het rood van een billgken toorn steeg in zgn grol geeoeden, maar niet onedele trekken en hg ri .Mevrc d genomen heb? Wacht u eea eerlijken

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1897 | | pagina 1