Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 9.
Zaterdag 29 Mei 1897.
Elfde Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden. Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs per drie maanden i
Franco per postf 0,40.
Afzonderlijke nummers f 0,05.
BureauKrommestraat, F 227. Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prija dar Advertentitn:
Van 1 tot 6 regelsf 0,80
Voor iederenjregel meer- 0.05
Correspondenties en Advertenties moeten uiterlijk Vrijdagavond
Onrust.
Niet zonder reden wordt gestadig ge
wezen op de nijpende onrust in onze
bedendaagsche samenleving. Een koorts
achtige spanning heerscht in iederen
kring, in iederen stand. Waar toch vindt
men in onze dagen die kalmte en bedaard
heid, welke weleer op zoo vele daden
en toestanden haar stempel drukten Op
bijna ieder gebied wordt met een haas
tige drift èn geijverd èn gezwoegd èn
gewerkt, alsof kalm beraad niet meer
noodig ware tot uitvoering van plannen,
die soms nog wel in verhitte, over
spannen breinen ontworpen zijn. Hand
en fabrieksnijverheid worden met een
gejaagdheid gedreven, als ware een
wedstrijd ontstaan, wie het snelst, wie
bet meest, en, helaas, wie het modernst,
dat wil zeggen, het minst soliedst produ-
ceeren kan. Dat de werkkrachten hierdoor
schade lijden, scfaynt men niet eens de
overweging waardig le achten- Onder
nemingen worden soms zoo ondoordacht
aanvaard, dal bij den aanvang ervan
reeds een kortstondig beslaan te voor
spellen valt. En wanneer men daartoe
de beurzen van eerzame burgers noodig
heeft, dan wordt veel praal van
woorden en schitterende beloften ge
bezigd, maar men zorgt wel, dat tot
een voegzaame overweging geen tijd ge
laten wordt. En zoo brengen de op
eenvolgende teleurstellingen, die onmo
gelijk kunnen uitblijven, een wantrouwen
en onrust te weeg, die lust en opge
wektheid uit het maatschappelijk leven
verdwijnen doen.
Een blik over het staatkundig terrein
doet nog ernstiger zien, hoeverre ook van
daarwarerusten vrede verwijderd zijn. Of
men oorlogt in het Oosten, men spreekt
toch van handhaving van den Europee-
schen vrede,maardeze is eenvrede, diede
wapenen angstvol in de handen drukt
en onrustig om zich henen waart. Bij
de minste staatkundige verstoring of
beweging gaat een trilling van ontroering
door de gemoederen der volken, die
met klimmende onrust de offers plen-
aan den oorlogsgod gewijd. Nacht
en dag peinzen de staatslieden zich moede
om toch op alle gebeurlijkheden Ie zijn
voorbereid, omdat de horizon met on
weerswolken is bezet, die dreigende
rampen in haren schoot verbergen, welke,
bij losbarsting, men niet zal kunnen
ontwijken. Dat nu is de zoogenaamde
Europeesche vrede onzer dagen
Bovendien volgt de eene uiting van
den geest der revolutie de andere op
hier breekt een door opruiers op touw
gezette werkstaking uit, of komen
andere ongeregeldheden voor soms zelfs
gepaard gaande met heftig verzei
tegen hel gezag; daar hebben onlusten
plaats, met geen ander doel dan de
revolutie ten troon te verheffenelders
worden gruwelen gepleegd, die om wraak
ten hemel roepen, en schande en smaad
werpen op de staatkunde van onzen tijd,
Bereidt men feestelijkheden voor, die
een natie tot uitgelatenheid kunnen voe
ren, dan moeten uitgebreide maatregelen
tot snelle beteugeling van hartstochte
lijke uitspattingen met angstige nauw
gezetheid worden geordend, om de onrust
te stillen, die zich anders menigmaal
nietten onrechte van veler gemoederen
meester maakt. Anarchisten en revolu
tie-helden moeten dan inel argusoogen
worden bespied een leger van geheime
politie, wier geslepenheid in het speuren
misdadigers soms bewondering wekt,
wordt in dienst gesteld, wanneer som
mige vorsten hunne hoven of liever
gezegd hun schuilplaatsen verlaten om
of buiten hunne Staten zich in een
hoogst beperkte vrijheid te kunnen be
regen. Zoo onrustig is de wereld, nu
de eeuw van verlichting, beschaving en
vryheid haar einde nadert.
Nog betreurenswaardiger is de onrust,
welke de moderne wetenschap kweekt,
die, onbegrijpelijker wijze helaas, zelfs
i overheidswege gesteund, het ziele-
leven der volken heeft vergiftigd. De
leerstelling, dat de mensch op het onder-
maansche bevrediging moet zoeken voor
zijn altijd begeerlijk hart, heeft de ge
moedsrust jammerlijk verstoord en de
wereld nog meer tot ellende gevoerd.
Wanneer toch de sterveling zich niet
met geweld eenigermate losscheurt van
het zichtbare, en zich verheft tot het on
zichtbare, volgen de teleurstellingen elkan
der op, en wordt men het broozeen nietige
gewaar, van datgene, waarop men al zijn
hoop had gesteld. En dan, de onder
vinding komt het staven, wordt het lot
van dien mensch ondragelijker en nog
moeitevoller, naarmate het hart en de
geest onwilliger de ellende torscht, die
zijn deel geworden is.
Doch deze waarheden moeten ver
bloemd, moeten geloochend worden.
Het volk mag in onze dagen er niet
aan herinnerd worden, dat in God te
dienen en te beminnen alleen ons waar
achtig levensgeluk kan bestaan.
Is het nu te verwonderen, dat in de
harten der volkeren een voortdurende
onrust bestaat, en men, diep bekommerd,
betere tijden en omstandigheden
uitziet? Nog minder moet het verwon
deren, dat de stofvergoding, het knielen
voor het gouden kalt, begint te walgen.
De tijden en omstandigheden zijn van
dien aard geworden, dat men tot het
innerlijk besef moet komen, dat alleen
een diep ontzag voor den levenden God,
alleen het uitzicht op een eindeloos ge
luk na dit leven, alleen het vertrouwen
op den bijstand des hemels, de driften
en de hartstochten betooinen en de
lasten des levens, met moed en opge
wektheid torschen doen. Maar al te
tastbaar toeft hebben de volken tot
hun eigen schade en schande geleerd,
dat, waar God uit de school, het huis
gezin en den staat gebannen wordt, een
heidensche maatschappij ontstaat en
dan de feiten verkondigen het
luide, kan van ware rust geen sprake
meer zijn
BUITENLAND.
In het Spaansche Parlement is e
incident voorgekomen, waarbij de minis-
'an Buitenlandsche Zaken, de hertog
Tetuan, den liberalen Senator Comas
oorveeg gaf. Dat het in de zitting
van de Cortes zoo heftig toeging, was
een gevolg eener redevoering, welke de
leider der liberalen, de heer Sagasta
voor de opening der zittingen van het
parlement gehouden heeft. In bedoelde
rede hing hij een zeer somber tafereel
op van den toestand des Rijks, en
verweet der regeering dat zij, ondanks
den steun der liberalen, het beleid miste
daarin verbetering te brengen. Daarop
volgde de aankondiging, dat de opposi
tie der regeering den handschoen toe
wierp. De regeering heeft tot heden be
slaan, dank zij de welwillendheid van
de liberalen, zei Sagasla, maar voor
taan zullen de liberalen alle verant
woordelijkheid op de regeering werpen.
Het is niet bij een dreigement ge
bleven men heeft, terstond nadat de
zittingen van de Cortes geopend waren,
reeds een gevolg gezien van deze op
zegging van den wapenstilstand. In de
eerste zitting reeds ontstond het vuist
gevecht tusschen den minister van
BuilenlandscheZaken, hertog van Tetuan,
en den liberalen senator Comas, een
hoogleeraar aan de Madridsche univer
siteit. De hertog sloeg het eersthij
gaf den senator een oorveeg, die door
diens zoon, die mede tegenwoordig was,
werd teruggegeven. De handtastelijke
minister schijnt, volgens den Spaanschen
duel-code, daarom nog niet genoodzaakt
te zyn eerherstel te geven. Hij heeft
zjjn ontslag als minister aangeboden,
maar dat later weer teruggenomen en
zijne ambtgenootcn willen hem niet
laten gaan. Aan den anderen kant
dreigde de geheele oppositie in de beide
Kamers met werkstaking, wanneer haar
geen voldoening werd geschonken voor
de haar in den persoon van prof. Co
mas aangedane beleediging.
De booze stemming schijnt echter
alweer bedaard te zijn, waartoe veel
heeft bijgedragen, dat het huis van al
ge vaardigden geen neiging toont om
zich, gelijk de Senaat, tegen de regee
ring te verzetten. Het gevoelen van
sommige staatslieden is, dat de positie
der regeering er zelfs door versterkt is
geworden.
Alle Engelsche bladen geven nu reeds
groote kolommen te lezen over het a.s.
regeeringsjubileum van Koningin Victo
ria. De bejaarde vorstin vierde Maandag
j. I. haar 78en verjaardag en geniet nog
steeds de beste gezondheid en naar
menschelijke berekening zal zjj den
heuglijken dag dan ook wel beleven.
Geheel Engeland, en zijne bezittingen
het buitenland niet minder, zal dan
fsl vieren en ook Ierland, het arme,
verdrukte groene Erin, zal daaraan
thans kunnen deelnemen. In het Tory-
Kabinet hetzelfde, dat zich vroeger
zoo hardnekkig tegen Home Rule ver
zette is n.l. door Balfour, minister
van Ierland in het Lager Huis ook voor
Ierland eene nieuwe wet op het Locale
Bestuur ingediend. Mocht deze worden
aangenomen, dan zullen de leren vrjj
wat minder belasting hebben op te
brengen, daar deze dan bijna alle door
het Rjjk zullen worden gedragen.
't Gaat met de vredesonderhandelin
gen nog lang niet naar wensch't wil
nog maar niet goed vlotten 1 Aan de
Porte ligt de schuld thans niet, daar
zij niet ongeneigd is de oorlogschatting
van 10 millioen Turksche ponden te
verminderenook wil de Regeering
niet verder aandringen op annexatie
van ThessaliS, maar biyft vasthouden
aan de opheffing der capitulatiën. De
capitulatiën zijn oude verdragen, waar
door de rechtspositie der buitenlanders
op Turksch gebied geregeld wordt en
hun zekere voorrechten worden toege
kend, voornamelijk aan de Europeesche
consuls de rechterlijke uitspraak is ver
leend in alle gevallen, waarbij het ge
schillen tusschen niet-Turken en de
regeling der nalatenschappen van dezen
betreft. Reeds lang heeft Turkije ge
tracht deze voorrechten te doen intrekken,
doch steeds te vergeefs.
Te Athene echter wringt de schoen.
De Regeering is' niet geneigd zelfs
ook maar iet* van de oorlogschatting
te betalen en wil volstrekt van geen
strategische wijzigingen hooren. Het
ministerie-Rallis wil van geen concessie
welen en tracht ingang le doen vinden,
dat het de wapenstilstand heeft afge
dwongen door eene bedreiging met
algemeene volkswapening, terwjjl toch
inderdaad de tusschenkomst der Mo
gendheden verhaast werd door mede
lijden met de Grieksche dynastie.
Nog steeds verkeert dan ook het
koningshuis in gevaar. Te Phaleron ligt
de Oostenrjjksche kruiser Stephanie nog
altijd gereed om de koningsfamilie aan
boord te nemen, indien dit noodig
mocht blijken. Volgens den Eclair
heerscht te Athene een zoo sterke re-
FEUILLEON.
Soldaat en Martelaar.
Verhul uit de dagen der laatale bloedig
Christen-vervolging.
7) Weken en meenden waren er verloopen,
toen Sextos op zekeren dog lol Carious xeide
,Qa mede, binnen een uur wordt Sebastian us
terechtgesteld t"
.Wie is Sebutianus vroeg Carious.
„Sebaalianui was de roemvolle en met zege
overladen veldhooldman. Diocletianos hield veel
van hem; daar meldde men den keizer, dat
hjj Christen was, Sebastianus verheelde hel niet
en verkleurde liever te eterven dan zijn geloof
ik u volgeo, ik wil den soldaat en Christen
zien sterven."
beide vrienden sloegen den weg in naar
zerne der prelorianen, want daar, zoo
man, zou Sebastiaan, deu dood worden
toegebracht. Toen zjj evenwel den Appischen
straatweg overgingen, zagen zjj veel gepeupel,
ook rnitera en wagens naar de Appische poort
snellen. Op de vraag van Sextus, wat dat be
duidde, antwoordde hem een voetganger, dat
voor de poort een Chriaten door pijlen zoo ge
dood worden, een zekere Sebastianus.
„Derhalve wederom een onoieoscbelijke gruwe
lijkheid 1" xeide Carious tot Sextus. „De arme
zal dus ook, indien hg werkelijk een misdadiger
is, niet kortweg met het zwaard worden gedood,
hjj moet langzaam gemarteld, met pijlen dood
geschoten worden
„Maar de manier van eterven, moet toch,"
zoo bracht Sextus in 't midden, „overeenkomen
met de werkelijke of vermeende misdaad."
Toen beiden voorde Appische poort aankwa
men, wachtte reeds eene ontelbare volksmenigte
op het schouwspel. Reeds was Sebastianus
bjjna geheel ontkleed, op eene verhevene plaats
aan eene zuil van eene vervallen triomfboog
vastgebonden.
Reeds snorde de eerste pijl door de luel
drong onbarmhartig in de borst des martelaars,
daarna weder een, en nog een 1 De scholen
volgden elkaar langzaam opgemakkelijk
men honderd tellen van hel eene schol tot oei
andersde misdadiger moest lijden, verschrik
kelijk Ijjden, langzaam aterven, een schouwspel,
loeschouwers zun.
Langzaam drong de eene pijl oa de andere
in het lichaam van Sebastianus deze stond
kalm, slechts zijne lippen bewogen zich slechts
wanneer een pjjl hem trof, tr >k het geheele
lichaam samen en het ruwe maar meest talrijke
deel der toeschouwers lachte dan luide en
betoonde den schutter hunnen bjjval. Daar vloog
een pijl van Ier zjjde aan en trof Sebastianus
rechts naast de kin, drong in het hoofd en de
scherpe punt doorboorde midden op bet i
Jen schedel. De pijn moest ootzettend zjjn, de
gemartelde sidderde, zjjn oog blikte klagend en
biddend hemelwaarts, het gelaat nam eene uit
drukking van ontzettend lijden aan. Carious be
schouwde gedurende enkele sekonden den armen
gepjjnigden soldaattoen zeide hjj zacht tegen
„Ik ga, blijf, zoo gjj lust hebt". Sextus volgde
den vriend naar de stad. Toen zjj zwijgend deu
eenzamen weg gingen, bleef Carious plotseling
slaan en wendde zich met deze woorden tot
Sextns: „Zeg mjj open en oprecht, Sextus,
maakte Sebastianus op u den indruk eens mis
dadigers
„Volstrekt niet," antwoordde Sextus beslist
„Volstrekt niet, dat dacht ik ook antwoordde
Carious suel. „Zoo lang ik leef vergeet ik dien
blik niet. Is Sebastianus echter geen misdadiger,
zoo sliert hij, omdat hjj Christen was. Wal zjjn
die Christenen? Dat wil ik thans welen."
Bat Kruiateeken.
Carinas had onder de troepen van het paleis
eenige soldalen van wie de spraak ging, dat
zy Christenen waren. Den besten, IIin'
edelsten liet by by zich komen. Toen de soldaat
voor hem stond, sprak by hem aldus aan, ter
wijl hg hem met vorschenden blik aanzag
„Ursus, zoo noemt menu, (Jrsusgjjzjjt Christen!"
De soldaat schrok bjj deze onverwi
woorden, maar herstelde zich spoedig ea
„Ja, beer, ik beo Christen."
„Waarom zjjt gjj Christen?"
„Om met Gods genade deugdzaam te leven, goed
le sterven en eenmaal eeuwig zalig te worden."
„Hoe komt gij aan den naam van Christen
„Van Christus, den zoon van den eeuwigen
God, die hier op aarde kwam, om de menschen
van den eenwigen dood te verlossen."
Zoo werd het gesprek verder voortgezel.
Carinus stelde honderd vragen, Ursus gaf er
antwoord op. Reeds bjj dit eerste onderhoud
kreeg Carinus door de antwoorden van Ursua
een klein denkbeeld van de christelijke leer,
daarna zeide hy tot hem„Voor beden weet
ik genoeg, ga heen eu zeg aan niemand, wat
tusschen ons is voorgevallen. Vreea niet, voor
uw geloof hebt gjj van mjj niets te vreezen."
Ursns bedankte hem, boog en ging heen. Ter
wjjl hy wegging raakte hjj zjjn voorhoofd, mond
en borat aan. Carinas, die hem met zjjne blik
ken volgde, bemerkte zulkt, stond haastig op,
risp Urm tang an vroeg bam
„Wat deed ge daar, toen gjj zoo even weg-
gingt
„Ik Niets, ik herinner mjj niet
„Gjj raakte! voorhoofd, lippen en borst aan,
wat heteekent dat?"
„Ik maakte het teeken dea kruis ea op voor
hoofd, mond en borat, in den naam van God,
den Vader, God, den Zoon, en God den heiligen
Geest Hel is bjj ons Christenen een gebruik,
het drievoudige kruis te maken, opdat allea ean
goed begin en een goed einde moge hebben."
„Maar waarom moet dat juist een kruia zijn?"
„Omdat Gods zoon als Godmensch aan 't kruia
gestorven is." Eu nu vertelde Uraus -u korte
woorden de mensebwording, het leven en de
des Heilands. Carinas luisterde, maar bjj
hoorde niet alles; hjj was gejaagd en dacht hljjk-
aan iels andera. Plotseling zeide bjj lot
Uraus„Ga nu, ga, laat mjj alleen." Verwonderd
verwijderde zich de aoldaat.
Toen Ursua vertrokken was, schreed Carinas
met haastige schreden zjjne kamer op en neer,
ging zitten, stond weder op en zeide bij zichzelf
„Was mgne moeder ook eene ChristinDU
teeken des kruises, dat ik, toen Urana bet op
voorhoofd, mond en bont maakte, teratood har
kende, maakte mjjn moeder dikwjjls in 't ge
heim met dit teeken, hetwelk zjj mjj maakte,
nam zjj afscheid van mjj toan xy in hat kleine,
half donktre kamertje stierf en geen woord meer
spreken kon. Toen en later ook nog hield ik het
voor een run enteeken, voor een too verleek en,
zooals die bjj de Germanen in twang xjjn."
Hierop ging Carinas zittao, steunde zjjn hoofd
met zjjne rechter hand sa verviel In een lang