J Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 44. Zaterdag 29 Januari 1898. Elfde Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland- Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnementsprij» par drie mu Franco per post Afzonderlijke nummers f 0,40. f 0,05. BureauBreedestraat, Uitgave van de Vereenlging De Eembode. Prijs der AdvartantMnr Van 1 tot 6 regelsf 0,30 Voor iederen regel meer- 0.05 De Paus over de school. Onlangs schreven wjj in een paar artikelen iels over het godsdienstig derwijswjj wezen op de verplichting der katholieke ouders hunne kinderen te zen den naar de katholieke scholenwij toon den verder aan, dat alleen godsdienstig onderwijs ware opvoedende kracht bezit. Het woord van Leo XIII wordt steeds met dieperen eerbied door de wereld aangeboord, maar vooral door degenen, die zich gelukkig achten tot zijne kin deren te behoorenzij zien in hem den onfeilbaren Plaatsbekieeder van Christus, Die door zjjn mond lot ons spreekt. Met eerbied aangehoord, wordt dit woord met blijde nauwgezetheid gevolgd: het is de veilige gids op het donkere pad des levens. Daarom achten wij het nuttig onzen lezers mede te deelen, wat de Paus in een rondschrijven, aan de Ca- nadeesche bisschoppen gericht, denkt over de school. Wij laten hier eenige aanhalingen uit deze circulaire volgen, vooral omdat de toestanden daar en hier gelijksoortig zijn, geljjk uit liet on derstaande den lezer duideljjk worden zal. .Het mag onzen kinderen niet worden toegestaan, zegt Z. H., de weldaad van liet onderwijs te gaan vragen aan scholen, die den Katholieken godsdienst niet kennen of dien feitelijk bestrijden, aan scholen, waar onze leer wordt veracht en hare grondbeginselen worden geloochend. Heeft de Kerk dat ai hier of daar toe gestaan, het was slechts met smart, noodgedwongen, en ze beschutte de kin deren met velerlei waarborgen, die overigens maar ai te vaak onvoldoende bleken om het gevaar te keeren. Even eens moet men tot eiken prijs, als zijnde zeer noodlottig, de scholen ontvluchten, waar alle gezindheden zonder onder scheid en gelijkgerechtigd worden aan genomen, als kwam het, wanneer het God en de bovennatuurlijke dingen geldt, er weinig op aan, al of niet een gezonde leer te hebben, de waarheid of de dwa ling te omhelzen. Het is n bekend, Eerwaardige Broeders, dal elke school van deze soort door de Kerk is veroor deeld, omdat er niets verderfelijker is, niets meer geschikt om inbreuk te maken op het geloof en om jeugdige gemoederen af te wenden van het pad der waar heid." Iets verder gaat de Paus voort „Zonder godsdienst is er geen zedelijke opvoeding, dien naam waardig, noch waarlijk werkdadig, dewijl uit den aard zelf en uit de kracht van eiken plicht die bijzondere plichten voortvloeien, welke den mensch aan God verbinden, aan God, die beveelt, verbiedt en eene be krachtiging stelt vóór het goed en legen het kwaad. Daarom is het even onzinnig, zielen te verlangen, die van goede zeden zjjn doortrokken, en ze tevens van gods dienst versloken te laten, als tol de deugd uit te noodigen, na er den grond slag van te hebben vernield. Voor den Katholiek nu is er slechts éen ware godsdienstde Katholiekeen daarom kan hij op het stuk van geloof en zeden geene leering aanvaarden of erkennen tenzij geput uit de bronnen zelve van de Katholieke onderrichting. .Het recht en de rede eisciien dus, dat onze leerlingen in de scholen niet alleen hel wetenschappelijk onderwijs vinden maar ook zedelijke kundigheden, slrookendc, gelijk Wij hebben gezegd, met de beginselen van hunnen godsdienst zonder die kundigheden kan elke op voeding, in slee van vruchtdragend le zijn, slechts volslagen noodlottig wezen. Vandaar de noodzakelijkheid om Katho lieke meesters, door de bisschoppen goedgekeurde leesboeken en onderwijs te hebben en de vrijheid te bezitten om de school zoodanig in te richten, dat het onderwijs er in volle overeenstem ming zij met het Katholiek geloof alsook met alle plichten, die er uit voortvloeien. Overigens is het oordeel, in welke in stellingen de kinderen zullen worden opgevoed, welke meesters hun de zede- leer zullen onderwijzen, een recht, dat onafscheidelijk is van de vaderlijke macht. Als dus de Katholieken vragen en het is hun plicht dit te vragen en te eischen dat het onderwijs der meesters strooke met den godsdienst hunner kin deren, oefenen zjj hun recht uit. En er zou niets onrechtvaardiger zijn dan hen voor den tweestrijd plaatsenofwel hunne kinderen in onwetendheid te laten opgroeien, olwel hen in oenen kring te werpen, die een klaarblijkelijk gevaar oplevert voor hunne hoogste zielsbe langen. .Het is niet geoorloofd deze grond slagen van beoordeeling en gedragslijn, welke op de gerechtigheid en de waarheid berusten en de schutsc zijn zoowel van de openbare als van ic bijzondere be langen, op eenigerlei wjjze in twijfel te trekken of los te laten." Wanneer de Paus in zulke krasse be woordingen over de godsdienstlooze, der katholieke leer vijandige school spreekt, daar voegt liet ons zijn woord le volgen BUITENLAND. In de begrootings- Duitschland heeftde staatssecretaris van builenlandsche zaken, von Bülow, mede gedeeld, dat de onderhandelingen met de Chineesche regeering over het ver schaffen van voldoening voor de aan de Duitscbc missionarissen in Zuid- Schantung gepleegde misdaden ten einde gebracht zijn en lol liet volgende resul taat geleid hebben 1. De gouverneur van de provincie Schantung, Lipenglieng, is afgezet, en hem is de bevoegdheid ontnomen om ooit weder een ambt van lioogen rang te beklceden. Zes door Duitschland aan gewezen hoogere ambtenaren zullen uil de provincie Schantung overgeplaatst worden. Tegen de in de moorden zelf betrokken misdadigers is de strafver volging in gang. 2. Voor de materiëele schade, die de katholieke missie en hare leden hebben geleden, belooft de Chineesche regeering de door de missie geeischte volledige schadevergoeding van 3000 taeis te be talen. 3. Als boete voor den dood van de missionarissen moeten drie kerken ge bouwd en van een keizerlijk bescher mingsbord voorzien worden, en wel eene door de missionarissen reeds aan gevangen kerk le Tsinnen, eene in de stad Tsaotschufu en eene op de plaats an den moord zelf. De Chineesche regeering verbindt zich, voor iedere kerk 06,000 taeis uit te keeren, voor de beide kerken te Tsaotsci.ufu en op de plaats van de misdaad, bovendien kosteloos het bouwterrein beschikbaar te stellen. Ver der moeten 24,000 taeis uitgekeerd den voor 't bouwen van zeven veilige woonhuizen voor de katholieke missio narissen in d" prefectuur Tsaotschufu, Al deze betalingen geschieden door be middeling van hel keizerlijke gezantschap, om dc missionarissen te behoeden voor mocielijkheden met de Chineesche amb tenaren. 4. Tot bescherming van de missio narissen zal een bijzonder keizerlijk be sluit afgek ndigd worden. Als verdere toelichting zei minister von Bülow,De Chineesche regeering heeft hiermede alle door ons gestelde eischen toegestaan. De hierop betrek king hebbende onderhandelingen zijn door Duitschlands vertegenwoordigersin voortdurend overleg met den plaatsver vanger van bisschop Anzer gevoerd. Tegelijk is zooveel mogelijk van den raad van den juist in Europa vertoe- venden bisschop Anzer partij getrokken. Naar diens meening zal namelijk het toestaan van de drie keizerlijke bescher mingsborden, eene in China uiterst zeldzame begunstiging, belangrijk bijdra gen lot verhooging van het aanzien der katholieke missionarissen bij de Chi neesche bevolking. De regcering gelooft hiermede alles gedaan le hebben, wat voor hel verleden lot goedmaking van de gepleegde misdaden, zonder aanwen ding van onchristelijke hardheid, geoor loofd was, tegelijkertijd echter voor de toekomst binnen de grenzen van het mogelijke dergelijke gebeurtenissen voor: komen te hebben. Het gezantschap in China zal de stipte nakoming van de gedane concessiên, voor zoover die niel nu reeds vervuld zijn, zorgvuldig nagaan. Als de beste waarborg is echter te be schouwen de op vasten, door een ver drag bevestigden grondslagrustcndeduur- zame aanwezigheid van de Duitsche oorlogsschepen en de Duitsche bezetting in de Kiaotschaubaai, waardoor de macht van het Duitsche ryk duurzaam en zicht baar, den Chineeschen ambtenaren en het volk van China voor oogen gehou den wordt." Te Candia, op Kreta, zijn Zaterdag 1.1. weer groote onlusten uitgebroken. De Mahomedanen begonnen te plun deren, doch de Turksche troepen namen 20 basji-bazoeks gevangen en brachten ze aan boord van het Engelsche oor logsschip Ilood. Hierop liepen de Maho medanen le hoop voor het huis van den gouverneur Sjefki-pasja en dreigden met oproer. De gouverneur wilde niet toe geven en wachtte op instructies uit Konslantinopel. Deze kwnmen niet, maar wel het bericht, dat hjj van zjjn post ontslagen was en zou vervangen worden door Èdhem-pasja. Lang bleef het er woelig tot eindeljjk een detachement Engelsche matrozen met kanonnen aan wal kwamen, waarop het spoedig weer rustig werd. In Frankrijk bestaat sedert eenigen tijd eene quaestie, welke de gemoederen ddür steeds meer en meer in heftige beweging brengt. Wijl echter de zaak eene reusachtige uitbreiding verkreeg, zoodat de dagbladen er dagelijks ko lommen mede vulden, hebben wjj ons onthouden van mededeelingen, die, bjj eenige variatie, zoo nagenoeg op het zelfde neerkwamen. Thans echter daar van eene korte vermelding. De zaak is deze. De voor ettelijke jaren wegens landverraad veroordeelde kapitein Drey fus is naar sommiger meening hoe die meening zoo opeens ingang heeft gevonden is nog niet recht duidelijk, en zal dit wellicht nimmer worden geheel onschuldig. Zonder nu met af doende bewjjzente komen, ismen een voudig begonnen anderen te beschuldi gen, wal reeds een rechtsgeding heelt ten gevolge gehad, doch de beschul digde werd vrijgesproken en de onschuld van Dreytus vermocht men niet te be wijzen. De beruchte Fransche schrijver Zola, die zich reeds met dit netelige zaakje had ingelaten, is thans aan het beschuldigen gegaan op eene wijze, die hem persoonlijk met den strafrechter zal doen kennis maken. Een en ander heeft de gemoederen van het Fransche volk zoo in gisting gebracht, dat reeds ergerlijke straatschandalen en oproerige bewegingen zijn voorgekomen, die een bedenkelijk karakter aannamen. Tot zelfs in de Fransche Kamer zjjn ernstige tooneelen daarvan het gevolg geweest. Zaterdag althans is het daar buitensporig toegegaan. De afgevaardigde De Cavaignac diende eene interpellatie in, inzake de Dreyfua-quaeütie, doch na eene beantwoording dezer interpellatie door den Minister-Presigent Mé'ine, trok FEUILLETON. Een nacht onder Chi neesche bandieten. (Stol.) 4) Terwijl ik dil «Ilea overpeinsde, pakte ik mijn knuppel steviger vasl en wacblle. Meer dan oen uur ging voorbij, toen een krabbend geluid in den tunnel mijne aandacht trok en bet licht zoo duidelijk zichtbaar werd, dat ik de oneffenheden van den rotawand on- deracbeiden kon. Het geluid klonk luider en dichter bjj, de bandieten waren in den tunnel. Mocht er nog Iwjjlel dienaangaande bestaan, 't volgende oogenblik had ik zekerheid, want ik zag nu duidelijk eene kleine lamp en daar achter het gelicht van eenen bandiet. Mjjnen knuppel krampachtig omklemmend, ging ik aan den eenon kant van den uitgang staan on wachtte den vijand af. Ik hoorde zjjne adem haling en hief mijn wapen op; eerst werd de lamp zichtbaar, dan een ontblooleo, gespierden arm, daarna het hoofd des mans, - - bet was de hoordman zelf. Ik zag zijn gegrijns, toen hij mó ontdekte, maar voor bjj achteruil kon, gaf Ik hem een geweldigen slag op zjjn kalen schedelde lamp viel op den grond, doofde uit en brak in stukken, de schurk zonk met een diepen zocht ter aarde. Voor T oogenblik was aUes stil, daarop hoorde ik sinipende schreden achter het lichaam van den verslag ene, dan een zacht gefluister en ten elolte een steeds zwakker wordend geluid. De schurken hadden licfa, geschrokken door het lot huns aanvoerders, teruggetrokken. Daar zoo alteen te verblijven tnaschen dooden en •en stervende, was verre van aangenaam, maar het voorgevallene had mijn bloed in gisting gebracht en ik was lot hel uiterste besloten. Ik pakte het Ijjk bjj de schouders, trok hem uit den tunnel, greep bel mes uit zjjneo gordel, legde bet naait mijn trouwen knuppel, ging weder op de kist zitten en wachtte den vol genden aanval af. Lang behoefde ik niet te wachten, want weder hooide ik leven in den tunnel en zelle mij in postuur. Evenals te vo:en werd het geraisch sterker en sterker: ik hoorde den adem mijner ver volgers en verwachtte elk oogenblik het te voorschijn komen der lamp uil den tunnel. Ik slond weder ain den rechterkant iets naar achteren om mijne volle kracht le kuonen aan wenden, met den knuppel hoog boven mijn hoofd. Zg hadden dit maal hon plan van aanval veranderd en bielden hst licht achter zich, zoodal ik scherp moest uilkjjkeo. Eindelijk scheen er zich iels sis hel hoofd eens menschen le vertoonen. Ik sloeg toe. Ik gevoelde eene hevige trilling in den arm, de knuppel was kort afgebroken. Zp hadden een stuk bamboes gen, wal op het hoofd eens mans geleek, en dit vooruit gestoken. Voor ik het verhoeden kon, sprong een der roovers uit het gal, anderen volgden hem. Door een blinde zucht om le ontkomen, vluchtte ik in het diepe van het hol, dat slechts spaarzaam verlicht werd door Spoedig bevond ik mg in dikke duisternis en zag wel een dozgn roovers achter mg, die naar mg zochten. Uil hunne woeste gebaren begreep ik, dat zg het Igk van bannen aan voerder gevonden hadden, en dal mg niets anders te wachtan stoud dan een wissen dood, indien zg mg vonden. Nog nooit was mgn leven zoo in gevaar geweeel en vreeselgk was de geaaebte den dood te moeten vinden in deze afgrgselgke begraafplaats, te midden van geslachten van dooden Plotseling kreeg ik eenen invul! Ik keerde g naar alle zijden en zocht eene doodkist t, welke nog stevig stond. Ik vond er een, ef het deksel op, en kroop over de schragen de kist. Een wolk van stof omgaf mg en deed mg bgoa stikkentoch ging ik liggen, zoo lang ik en deed het deksel weder dicht. Gelukkig bevond zich bet hout nog in goeden toestand, s was mg de schuilplaats van weinig nut «t en ook mocht ik aannemen, dat juist deze doodkist minder ia 't oog zou vallou. Tgd winnen, was mgne eenige hoop op redding. Het meest vreesde ik nog, dat de stof mg aan het niezen zou maken, het was prikkelend als snuit en vervulde de geheelo athmospheer om mg. Mgn mond en neus waren er mede gevuld, mgne oogen dedeD mg pgu door de brandende stofdeeltjes, die door de gesloten oogleden heendrongen. Na korten tgd echter bedwong ik den aandrang tot niezen en kon nn de rest veilig afwachten. Ik hoorde, boe de schurken in bel andere eind van het hol overal zochten, tegen de kitten klopten en tegen elkaar praatten, naar alle waarachynlgk- beid zochten zg met de uiterste nauwgezetheid hierdoor nam de hoop, uiet ontdekt te worden, sterk af voor mg. Voorzichtig lichtte ik het deksel een beetje op en gluurde rond. De roovers waren in den meest afgelegen hoek met zoeken bezig. Als ik nu eens uit myne schuilplaats te voorschyu kwam en op den tunnel toeliep? Ik had een grooten voorsprong op hen, waarschgnlgk «as de gebeele bende hier, zoodat ik wellicht de buitenste grot verlaten zon vinden. Hel was mgn laatste kans, elk oogenblik was kostbaar. Ik hief hel deksel geheel op en klom nik de kist; het deksel viel legen den rolsmunr. Hel geluid klonk onheilspellend en ik wachtte een oogenblik, vóór ik op den grond sprong. Daar bespeurde ik plotseling weinige schreden van my verwgderd eene menscbelyke geslalte! Een helle schreeuw klonk door de grot en vervulde haar mot honderdvoudige echo'svoor ik op den grond kon springen, vloog de geslalte op my toe en hield mgne voelen met zulk eene kracht vast, dal ik met kist en al om viel. Onder bet vallen herkende ik de lioonend grijnzende wezenstrekken des dwergs, die mg als eene slang omkronkeld hield. Tevergeefs trachtte ik mg le bevrgden, met eene helsche hardnekkigheid beziel 1, liet het monster my niet los 1 Thans hoorde ik de hem antwoordende uitroepen der bendesterker en luider klapten hunne voetstappen op den roBtbodem/Kerker en verblindender werd de lichtglansnog een oogenblik en de bandieten zya bg my en in de haait loopen zjj elkander bjjna omver. Een dozgn moordende handen atrekt AtSAr, my uit, maar nog aleeda houdt de dwegg'Mlfc. vaat, alsof hy zyne wraak niemand anders gunde. Messeu flikkerden, kuuppela en knotsen zyn boven mgn hoofd opgehevenelke hoop op redding vervloog op dit verschrikkeiyke oogenblik I Daar hoorde ik vreemde, mg bekende geluiden, zg klonken uit boven bet leven om my heen ■or ze nader. Helpf helpl Een geweldig jrmen, een mengeling van hoera's en eache uilroepen, lk gevoelde sterke armen ngoen hals, nog steeds hield de dwerg zgn offer omkneld. Daar wordt zgn greep zwakker; langzeam, als het ware onwillig, openen zich zyne vingors, hg velt op den grond, let een nog niet helder gevoel van redding iel ik bewusteloos neder. Long herkende ik niemand van de lieden, ie om n>y heen stonden, hoorde wel stemmen, zag v/el gestalten, maar dat was alles I Lang zamerhand werd hst duidelgker en ik herkende de uniformen onzer marinesoldaten. Aan myn hoofdeinde knielde George Thompson, mijn hoofd ondersteunende en mjjn gelaat afkoelende. Toen bg zag, dat ik weer tot my zelf kwam, sprak by met vriendelyke vertrouwelijkheid „Precies op tgd, Eduard, geen minunt later, geloof ik. Wat een akelige plaats is dat hier onder de dooden 1" .Hoe komt ge hierheen, George?" onder brak ik hem. .Zyn do schelmen allen gepakt .Die zgn goed bewaard 1" antwoordde hj|. .De meesten liggon hier en daar en in de andere grot worden *y nog nagexoti" Hierop

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1898 | | pagina 1