Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 3. Zaterdag 16 April 1898. Twaalfde Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland. Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnementsprijs par drie auidaoi Franco per postf0,40. Afzonderlijke nummersf 0,05. BureauBr eedestraat, E 349. Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prijs dar Adrartaatitn: Van 1 tot 6 regels Voor iederen regel meer In verwachting. Binnen enkele dagen zal de twijfel worden opgelost of men in de Tweede Kamer de bestaande vrijheden en rech ten onzes volks wil handhaven. Dit zal bljjken uit de aanneming of verwerping van een wetsontwerp, hetwelk reeds rnee- doogenloos door op waarheid berustende feiten gevonnisd werd. Immers, van al de argumenten ten gunste van persoonlijken dienstplicht, hetzij door de Regeering in hare Memorie van Toelichting bijgebracht, 'of door andere voorstanders van deze dwangwet opgeworpen, was geen enkele tegen eene eerlijke critiek bestand, niet één ervan werd steekhoudend bevonden. Het verslag over het onderzoek van het bedoelde wetsontwerp in de afdee- lingen der Tweede Kamer bewijst mede hoe ernstig ook door de Afgevaardigden des volks de bezwaren worden gedeeld, welke oprijzen tegen invoering van per soonlijken dienstplicht. Ware het niet, dat soms óf verkeerde invloeden partijverband óf andere bijkomende om standigheden tegen eigen overtuiging in deen handelen, dan zou met zekerheid te voorspellen zijn, dat ons vaderland zal verschoond blijven van een tiran nieke verzwaring van den railitiedruk- Genoemd verslag toont daghelder aan, dat de groote meerderheid der Kamer leden huivert, om met een wetsontwerp mede te gaan, waartegen maar al te seer grieven bestaan, welke niet kunnen bestreden worden. 'tMag dan ook niemand verwonderen, dat de beweging der militairisten tot verkrijging van persoonlijken dienstplicht van haren aanvang af een kunstmatig karakter had. Terwijl toch bij het op treden der huidige Regeering in zekere persorganen heftige voorstanders alarm maakten, bleef de bevolking allerwege kalm, haalde schokkend de schouderen op, of kwam in ernstig verzet. Men had andere verwachtingen dan een aanslag op de persoonlijke vrijheid met verhoogde of nieuwe belastingen in 't verschiet. Toen doken hier en daar militairisten op om den volke te verkondigen, wat al moois in hun ideaal verscholen lag. Zij hoopten altijd nog eene spontane uiting des volks uit te lokken. &aar deze poging mislukte evenzeer. Ais men immers de verslagen van den arbeid dier ijveraars las, dan was gewoonlijk eene eerste klacht over de uiterst geringe belangstelling bij hun optreden in vergaderingen door het publiek getoond. Niettemin moesten dan moties bjj acclamatie wor den aangenomen, al was ook het aantal aanwezige personen zoo gering, dat men bet niet eens durfde noemen. Ware de zaak niet zóó ernstig ze zou zelfs kluchtig moeten heetenook school knapen spande men in het politiek ga reel. Een adres werd voor de krjjgshaltige jeugd ontworpen en, ziedaar, 1600 helden in den jongensbroek plantten hunne namen onder een verzoekschrift aan de Tweede Kamer, waarin met aandrang wordt verzocht om invoering van per soonlijken dienstplicht. De onderteeke naars had men grootendecls opgeschar reld onder de leerlingen aan Universiteiten, Polytechnische school, Rijkslandbouw school, Kweekschool voor onderwijzers, Academie voor beeldende kunsten, enz. enz,, dus bijna al te gader jongelieden, die in den Staatsdienst denken te treden, of van Staatswege op protectie hopen. Of deze ook gaarne bereid waren hunne namen te leenen, behoeft zeker geen nader betoog. Evenwel nog deze bemerking: Wanneer al de onderteekenaars van het bewuste adres nu in werkelijkheid voor zich per soonlijken dienstplicht verlangen, dan komt immers de bestaande militiewet reeds geheel aan hunne wenschen te gemoet. Niemand toch wordt ook maar in 't minst bemoeilijkt persoonlijk in dienst te treden. Integendeelhet reserve kader biedt juist voor die jongelieden, welke op de schoolbanken reeds naar het soldatenleven verlangend uitzien, eene gelegenheid voor eene militaire uitspanning van enkele weken, waarbij, gelijk onlangs een hoofdofficier verkon digde, hun rozen op de wangen komen. Wanneer dus zoo uitnemend nu alreeds door het militairisme voor die jongelieden is gezorgd en zjj zoo volkomen aan de begeerte huns harten kunnen voldoen, dan mag de vraag gesteld wat beweegt die schoolknapen toch, iets te vragen, dat zij voor zich zeiven zonder beletsel volop genieten kunnen 'i Ziedaar echter de vruchten van den ten vorigen jare zoo hartstochtelijk ge- voerden verkiezingsstrijd. Maar wreeder teleurstelling konden de kiezers kwalijk verwachten. Het volk, dat reikhalzend uitziet naar sociale hervormingen en in de dagen der verkiezingen daarmede, ja zelfs vlakweg met „goedkoop brood" in de toekomst werd gepaaid, wil men thans liever het brood voor den mond wegstootende verschillende in druk kende positie verkeerende maatschap pelijke standen werden destijds in den waan gebracht, dat lotsverbetering van staatswege bij eene overwinning der thans heerschende partij voor hen te wachten stond thans echter komen zij tot de biltere ervaring, dat men alle heil zoekt in de zonen des Lands door dienstplicht en leerplicht öf in de kazerne öf in de gevangenis te drijven, met inbegrip van eene verzwaring van iinan- cieele lasten voor de burgerij, welke ver scheidene millioenen bedragen zal. Men ziet alzoovoor de verstokte militairisten en de moderne schoolman nen zijn waarheid en gerechtigheid als in nevelen van eigenbaat gehuldzij kunnen de welvaart des lands doen kwijnen, zelfs de ellende de9 volks ver ergeren zonder eenig medelijdend gevoel. De vraag blijft echter: zal onze Volks vertegenwoordiging aan het noodlottig bedrijl, hetwelk men thans over de hoofden der kiezers heen want deze zijn bij de stembus niet in de gelegen heid gesteld hunne meening daarover te uiten met onbegrijpelijke driestheid wil afspelen, hare goedkeuring hechten Aan onze Afgevaardigden ter Tweede Kamer blijve het antwoord, maar ook de groote verantwoordelijkheid! BUITENLAND. De toestand tusschen Spanje en de Vereenigde Staten van Noord-Amerika blijft uiterst gespannen. De Boodschap van President Mc Kinley is verschenen, maar de meening, dat dn oorlog daarop zou verklaard worden, is nog niet be waarheid. Dit schijnt tengevolge van eene zwen king der Spaansche Regeering. Nadat eerst Z. H. de Paus door Mgr. Nava op het onverwijld vcrleenen van eenen wa penstilstand had aangedrongen, kwamen Zaterdag l.l. de gezamenlijke gezanten der Mogendheden te Madrid bij den minister van Buitenlandsche Zaken, Gulion, aandringen op het verleenen van eenen wapenstilstand aan de Cu- baansche opstandelingen, om tijd te winnen voor definitieve onderhandelingen met de Vereenigde Staten. Minister Gul- lon begaf zich daarop onmiddellijk naar de Koningin-Regentes, welke daarop aan den minister-president Sagasta 't bericht zond, waarop deze terstond een minis terraad belegde, welke twee volle uren duurde. Zjj waren niet ongenegen toe te geven, maar tot nu toe had men willen hebben, dat de Cubanen zelf daarom zouden verzoeken en dat de Vereenigde Stalen hunne schepen van Cuba zouden terugtrekken en in geen geval de opstandelingen gedurende den' wapenstilstand mochten steunen. Alles echter drong Spanje tot toegeven en het heeft dit gedaan, zeer tegen den zin des volks en de algemeene opinie. Aanstonds werd hiervan kennis gegeven aan Ame rika en aan maarschalk Blanco, die van zijnen kant met het Cubaanschc minis terie de noodige maatregelen beraam de, om den wapenstilstand deftnitici vast te stellen. Zondag II. overhandigde de Spaansche gezant te Washington, Polo de Barnabé, officieel aan het departement van Bui tenlandsche Zaken een document, waarin de Regentes den President der Ver eenigde Staten kennis gaf van het ver kenen van den wapenstilstand, onder ver wijzing naar al hetgeen Spanje reeds voor het verleenen van liberale instel lingen aan Cuba gedaan heeft en met vernieuwd aanbod, om de quaestie van de Maine te onderwerpen aan het scheidsrechterlijk oordeel van twee zee varende Mogendheden. In de Boodschap van Mc Kinley nu ver klaart deze zich beslist tegen het erken nen der Cubanen als oorlogspartij, wjjl het oogenblik daartoe nog niet geschikt is. Ook vraagt hij een buitengewoon krediet om de noodlijdenden op Cuba te ondersteunen, en wenscht tevens, dat leger en vloot ter beschikking van den President zullen blijven, ten einde, als hij dit noodig acht, gebruikt te worden, om de vijandelijkheden op Cuba te doen ophouden en het eiland een bestendig bestuur te verzekeren. Ten slotte verklaart de President, dat er een einde moet komen aan den oorlog op Cuba en besluit dan met te zeggen .Sedert het redigeeren van de Boodschap, heb ik van de Regentes van Spanje een offi cieel besluit ontvangen, waarbij aan maarschalk Blaneo wordt gelast den wapenstilstand af te kondigen, ten einde het sluiten van den vrede te vergemak kelijken. Ik ben overtuigd, dat dit feit zorgvuldig door U overwogen zal wor den. Wanneer de maatregel doel treft, zullen onze wenschen bevredigd worden indien hij schipbreuk ljjdt, zal hjj eene rechtvaardiging te meer zijn van de daden, welke wjj overdenken." En in Spanje én in Amerika heeft deze Boodschap een slechten indruk gemaakt. De Spanjaarden worden in hun nationalen trots gekrenkt en de Amerikaansche jingoes achten deze in veel te zachte termen gesteld; zjj drin gen dan ook met onstuimigheid op oorlog aan. Ook getuigt de boodschap niet van politiek doorzicht, volgens an deren, daar het toch den een of ande ren kant uit moet en Mc Kinley er over uit schjjnt te zijn beide partijen te be vredigen. Don Carlos heeft een manifest uitge vaardigd, waarin hjj eiken Carlist, die in opstand zou komen tjjdens eene oor log met do Vereenigde Staten, een ver rader noemt„maar ook zij zijn verraders, die niet antwoorden op de roepstem huns Konings, indien Spanje voor een oorlog terugdeinst en door hunne schuld Cuba zouden verliezen." In Amerika wordt met den dag tot oorlog aangezet, doch volgens de Katho lieke pers te Rome, heeft men nog alle vertrouwen in de bemiddeling des Pau sen en te Madrid liep dezer dagen zelfs het gerucht, dat kardinaal Rampolla aan de Spaansche Regeering een telegram zou hebben gezonden, met de verzeke- FEUILLETON. Uit de dagen der Fransche Revolutie. 3) In de richting van het schot kwamen de ruiters weder te voorschijn, die in geitrekten draf naar het dorp terugreden, daar de zwakke brug, door den stroom meegevoerd, den overtocht belette. .Vlucht, pastoor, roek snel eene schuilplaats," smeekte de bekeerde soldaat, terwjjl hjj rijnen redder smeek end aanzag. „Binnen eenige mi- noten komen de woeste mannen hier op deze plaats; zjj kennen geen medelijden en solieD a onbarmhartig grjjpeo, binden en u naar de gevangenis sieepen." „En ga?" vroeg de pastoor bezorgd. ,Ik zal de ruiters tegemoet raden en hnn 'den dood des vervolgden mededeelen. Vlug, pastoor, ving, ving. Spoedig komen de ruiters om den hoek van het wond en dan is ont vluchten onmogelijk. .Vaarwel," zeide de priester diep geroerd, terwijl hjj zich naar het struikgewas langs den oever wendde, vervolgd door de dankbare, stomme blikken des soldaats, die op zijn paard aproog en den troep tegemoet reed. Langs den rotaigeo oever gaande bemerkte de priester tot ijjne groote vreugde, onder diebt gebladerte verscholen, een schommelend bootje, dat, aan eenen boomstam gebonden, voor den overtocht gereed lag. In groote haast maakt bg en ketting los, dompelt de roeiriemen in de golven, waarop het lichte vaartuig pijlaal etroomaf- waarta op den tegenover tiggenden oever aan schiet. Op een veilig plaatsje springt de priester aan land en bevindt zich weder aan den anderen kaot, onder bescherming van bet wond. Inmiddels reed Juan, de geredde soldaat, zjjn kameraden tegemoet, om den troep op te hou den en op een verkeerden weg te brengen. .Waar is die verrader bmger-pastoor José riep de aanvoerder deo aankomenden ruiter te- ,Gjj liegt!" schreeuwde hem de woedende aanvoerder toe, terwijl hg io blinde haast op Juan luereed. ,Gjj liegt, hondsvot," brulde hjj. ,Wjj zagen u van de hoogte mol den virrader staan praten. Hij gaf je geld, en gjj, ellendeling, liet dezen landverrader loopen." .Neen, borger kapitein," antwoordde de sol daat, .ik heb noch geld noch iels anders ter belooning gekregen, maar ik liet den putoor ontsnappen uit dankbaarheid, omdat hjj mjj nit het water en van een gewissen dood redde. .Leugenaar, verrader," raude de kapitein, terwijl bjj rijn sabel trok eo our Jnao sloeg, „schandelijk verraad door dezen kloosterknecht gepleegd. Voorwaarts bnrgersoldaten, grjjpt dezen ellendigen lafaard, dezen schurk, die een volksmisdadiger liet ontsnappen." In weerwil van dapperen tegenstand werd Jnao, de soldaat, van hat paard gerukt, met louwen gebonden en onder verwenachingen en slagen naaa het dorp gesleept en voor een bg- eengeraapten krijgsraad gebracht. Zonder op de antwoorden van den aangeklaagde te letten, wordt Juao, de plichlvergelen lansier, aange klaagd van verraad aan de groote revolutie eo tot den dood door den kogel veroordeeld. Wei nige minuten later wordt de veroordeelde aan eenen baota gebonden, om den verdienden dood te sterven. Op commando van den kapiteio worden twintig geweren aangelegd door de soldaten, die in een halven cirkel om Juan •tonden, om den varrader neer te schieten. .God in den hemel," bidt de gebondene met luider stemme, terwgl hjj zijoe betraande oogen hemelwaarts helL Een woest geschreeuw, een razeo en lieren, volgde op deze woorden. ,De verrader hoont de groote revolutie en de god heid der humaniteit hjj gelooft aan en bidt tot God. Zoo'n ellendige, schurkachtige ver- .Heer, vergeef buobad de soldaat onver schrokken verder, terwgl zijoe verdere woorden door hel gegeven commando verloren gingeo. .Legt aan -- vnur!" schreeuwde de kapitein tandenknarsend, waarop een salvo de stilte verbrak. Met den uitroep: .God, mijn God, wees mjj genadig" zonk de bekeerde sol- daal, door de kogels zjjoer kameraden doodelgk getroffen, met bloed overgoten ineen. Op beest- met de sabels doorstoken, waarop de redders der revolutie op de ptsrdeo springen en onder woest gehuil uit het dorp rjjden. zijne schuilplaats had net samentreffen des lansiers en zgne terecht stelling gezien. Met betraande oogen en bloedend hart zag bjj, hoe de geredde soldaat in zgne :n zgne terecht- plaats den dood voor het geloof leed. Terwgl de putoor in stomme, weemoedige gedachten, de handeo vouwde en voor dea moedigen strijder een gebed uitstortte, klonk uil bet dorp een woest geschreeuw, geweer vuur en onheil kondigead klokgelui. Helle vuurzuilen, met zwarten rook vermengd, stegen hemelwaarts; de onde, eerbiedwaardige kerk stond in iiebte laaie en viel als offer der re volutie. Heele tranen leekten uit zgne oogen, welke ooafgewend naar de plaals blikten, waar het kerkje stond, dat in rook sn vlammen opging. Tot het aanbreken van den vallenden avond bloei putoor José in zgne schuilplaats, waarna bjj aarzelend over de rivier voer en me kiemd hart naar zgne putorie sluurdo. Een vreeseljjke aanblik vertoonde zicb aan zijne oogen. Zjjn klein buis was geplunderd, verwoest en met de kerk in een poinboop veranderd. Overvloedige tranen spiongen uit zgne oogen op bet gezicht dezer gruweldaden. Waar moest hg uu zjjo hoofd neerleggen en een onderdak vinden Zijn blijven in deze plaats war voor hem gevaarlijk en bjj besloot daarom, doch met eeo zwur bart, zijm dierbare gemeente te verlaten eo naar zijm ouders te gaan, die diep io 't gebergte een ver borgen woonplaats hadden- In eene ruime kamer io bet buis zgos vaders, den wijngaardenier Charles, lu putoor José, omgeven door de geloovigen, op ongestoorde manier, de H. Mis. Verscheidene maanden gingen op die wjjze in rust voorbij, in welken tjjd de pestoor ijverig zjjo best deed den hulpbehoevenden trahit en zegen mede te deelen en den geloovigen tot vol harding aan te sporen. Op lekeren morgen echter werd de stilte in hst dorp plotasling verstoord door woest gezang, dat uit de kelen vau ruwe revolutiemannen klonk, die gewapend door het dorp trokken, om vervolgde landverraders op te sporen, van wie er velen zich in de bergspelonken ophielden. Io de herberg vao Rochelte, die san den uitgang des dorps lag, ging het luidruchtig en rumoerig toe. Hier had de bende revolaUoaoalraa haren intrek genomm, waarbij deze ia den breede uitvaarden tegen de volksopruiers, d.w.z. tegen de priesters, die in dit departement in het verborgen werkten eu io weerwil vau da bekroning ongestraft rondliepen. Onder woeete gebaren ea vloeken trok de uatoerder eene lijst uit den zak sa lu de nemen der prieeters voor, die gevangen moesten worden, ec o.s. ook den naam van pastoor José. „De Nationale Conventie beeft van nn af 3000 francs op het hoofd gezel vso elk dezer ver raders, waarvan er joist hier in het Cevennes- departement nog verscheidene zjjo, die in het geheim weiken en het hoold bieden aan de wetten der gezegende Revolutie. Done verraders, die het volk opzetteo tegen de ideeéo der ge- lukaanbreogeode Revolutie, moeten onder de guillotine bun bloed vergieten," aldus balderde de atnvoerder onder wooet getier, .Slechte op het bloed dezer dompers, die de vrijheid tegen- werken, kan het groote gebouw der Revolutie opgetrokken en afgewerkt worden. Burgers, gjj die wellicht da schuilpleati vao zulk eenen landverrader kent, aerzell geen minuut detsn te grijpen en der valb|)l over te leveren. Ale be-

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1898 | | pagina 1