Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 6.
Zaterdag 7 Mei 1898.
Twaalfde Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn. Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland.
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs par drie maanden i
Franco per postf 0,40.
Afzonderlijke nummers f 0,05.
BureauBreedestraat, E 349. Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs der Advertentiên:
Van 1 tot 6 regelsf 0,30
Voor iederen regel meer- 0.05
Leerplicht.
i.
Het wetsontwerp van den Minister
Borgesius tot invoering van verplicht
schoolbezoek, is, gelijk men weel, bij
- de Tweede Kamer ingekomen en Ihans
5 bij de afdeelingen der Kamer in onderzoek,
i Zoelsappiger titel kon door den Minister
j voor dit wetsontwerp moeilijk gevonden,
want in waarheid kan hier alleen sprake
zijn van schooldwanghet ontwerp tot
wet verheven, zal de ouders noodzaken en
dwingen de kinderen van het zesde tot
het dertiende jaar naar school te zen
den strafbepalingen voor verzuim zullen
de uitvoering der wet verzekeren.
Algemeen is het verzet der katholieke
pers tegen dit wetsontwerp. En geen
wonder! Waar de vrijheden van het
individu en 't huisgezin worden bedreigd,
waar de Staat vooruit treedt om de
rechten van de ouders en van de Kerk
aan te randen, daar werpt zich de
katholieke pers aanstonds in het krijt,
om de vrijheden te verdedigen en de
rechten te handhavenzij treedt den
Staat te gemoet, wel geharnast, goed
gewapend met het ondoordringbaar
schild der waarheid gedekthaar zijn
de vrijheden boven alles dierbaar, de
rechten heilig.
Dat in dit wetsontwerp eene poging
ligt om wederom eene slagpen te rukken
uit de vleugels van staatsburgerlijke
vrijheid, is ieder duidelijk, die zijn aan
dacht vestigt op den in te voeren
dwang, of, om de zoetere uitdrukking
des Ministers te bezigen: .leerplicht."
Bestaat er voldoende reden voor den
wetgever om voor het N'ederlandsche
volk den leerplicht in te voeren en de
ouders te berooven van een hunner tee-
derste en dierbaarste rechten Is het
schoolverzuim zoo algemeen, dat tot
een dusdanigen dwangmaatregel moet
worden overgaan? Laat ons onderzoeken.
Vooreerst, wat leeren ons de nauw
keurige statistieken aangaande het school
verzuim Met de cijfers in de hand
kan men den Minister bewijzen, dat
vooral in de latere jaren de aanwas
van trouw schoolbezoek aanmerkelijk is
gestegen, zoodat het aantal niet school
gaande kinderen op dit oogenblik be
trekkelijk luttel mag heeten. Dit cres
cendo ten goede is gemakkelijk te
verklaren uit de tijdsomstandigheden,
die de ouders dringen in het belang
der kinderen hen trouw Ier school te
zenden. Mag nu de "Maat, die eene instelling
is tot heil van '1 algemeen, een gansche
categorie van personen van eene vrij-
heidb;rooveneneenen dwang opleggen,
oin het verzuim van slechts enkelen
Wij ontkennen dit ten zeerste blijkbaar
vergeet hier de Staat zijne roeping en
gaat de grenzen zijner bevoegdheid te
buiten. De Staat is verplicht de vrij
heden zijner burgers te ontzien en te
eerbiedigen, zoolang de noodzakelijkheid
hem niet klaarblijkelijk dwingt tot dwang
maatregelen over te gaan. Bovendien,
wat eene inconsequentie! Vroeger, toen
het schoolverzuim aanmerkelijk talrijker
voorkwam, heeft de rcgcering er niet
aan gedacht om verplicht schoolbezoek
in te voeren, enthans, nu het schoolver
zuim tot een minimum getal is geslonken,
denkt men in het Ministerie aan school
dwang 't ls duidelijk, dat de con
sequentie hier vordert, al had men er
vroeger aan gedacht, dat deze gedachte
thans moet losgelaten worden, met
het oog op den stijgenden vooruit
gang ten goede.
In de Mem. van Toelichting wordt
vervolgens door den Minister zelf de
vraag behandeld of het schoolverzuim
leerplicht noodzakelijk maakt. Het ligt
voor de hand, dat de Minister deze
vraag in bevestigenden zin beantwoordt.
Wij laten hier in volle gerustheid voor
de zaak zelve de cijfers uit de Mem.
van Toelichting des Ministers volgen
dat 1 Jan. '98 niet op school waren
59,720 kinderen. Hij voegt er echter
dadelijk bijdat deze cijfers, bij nadere
ontleding, minder onrustbarend ui/zien.
Immers 14,560 waren ingeschreven, doch
nog niet geplaatst; 7100 waren nog in
de bewaarschool5767 waren, volgens
de verklaring der ouders, nog te jong
of te min ontwikkeld2006 woonden
;r van de school274 waren over
gegaan naar het middelbaai of honger
onderwijs; 4250 waren ziek; 419 in
gestichten geplaatst1164 niet gevacci
neerd 663 verzuimden wegens gebrek
kleederen; 3293 waren schippers
kinderen; 11,536 hadden vóór het 12e
jaar de school verlaten629 bleven
weg uit zorgeloosheid der ouders, enz.
Of deze cijfers de noodzakelijkheid
in den leerplicht voldoende aanloonen
Wij danken het aan de eerlijkheid van
den Minister, die niet speelt met cijfers,
dat de conclusie niet ten zijnen vourdeele
uitvalt. Slechts 629 kinderen bezochten
de school niet, uit zorgeloosheid der
ouders zegge 629 kinderen Wij weten
niet, wat wij in den Minister 't meest
moeten bewonderen óf de naïviteit óf
wel den bescheiden eisch tot invoering
van leerplicht. Hoe het zjj, voor een
ernstig man is het verzuim der ouders
van 629 kinderen geen reden, on
ouders van alle N'ederlandsche school
gaande kinderen een hatelijk dwangjuk
op te leggen't is een getal, in
trekking tot onze bevolking, niet
menswaard.
De zorgeloosheid der Nederlandsche
ouders is zoo gering volgens de becij
fering van den Minister, dat wij, ware
hjj zelf niet aan het woord tot verde
diging z|jner eigene zaak, zouden twijfelen
aan de waarheidin waarheid geen
beter pleidooi kan geleverd worden
de onhoudbaarheid der stelling, welke
hij bewijzen ioil. Waarlijk wij kunnen
ons beroemen te behooren tot een volk,
dat slechts 629 kinderen kent, die weg
blijven van de school, uit zorgeloosheid
der ouders.
Zou het wetsontwerp, tot wet verheven,
zijn doel niet voorbij streven in betrek
king tot het niet noemenswaard getal
ouders, die in deze zaak te kort schieten
Volgens onze vaste overtuiging zal het
aantal niet schoolgaande kinderen stijgen,
als dit wetsontwerp wordt ingevoerd en
met eerlijkheid al de uil zonderingen ol
vrijstellingen worden toegepast; want
het is eenmaal een feit door de onder
vinding bewezen, dat, wanneer men
dwangmaatregelen toepast, de getrof
fenen op alle mogelijke w(jzc trachten
de wctsmacht te ontkomen, door
mazen heen te ontglippen.
BUITENLAND.
Zondagmorgen, den ten Mei, heeft het
eerste ernstige treffen tusschen de Spaan-
sche en Amerikaansche vloot plaats ge
had. Het zeegevecht werd geleverd bij
Cavite, in de baai van Manilla, de hoofd
plaats der Philippjjnen. Nadat de Spaan-
sche admiraal Montejo het Amerikaan
sche eskader eerst tegemoet gestoomd
was tol Subig, doch, om den slechten
locstand der forten dier plaats, terug
keerde naar Cavite op bevel van den
gouverneur dor Philippijnen, Senor Au-
gusti, begon een verwoed, doch geen
langdurig gevecht. In den nacht van
Zaterdag op Zondag waren de Ameri
kaansche schepen, door do duisternis
begunstigd, zelfs de forten op het eiland
Corrigedon, dat aan den ingang der
Baai van Manilla ligt, voorbijgestoomd,,
zonder dat dit op het eiland werd be
merkt; dit konden zjj des te gemakkelij
ker doen, wijl op deze forten geen zoek
lichten aanwezig waren, 't Was dan ook
geen wonder, dat admiraal Montejo door
hel Amerikaansche eskader zoo goed
als verrast werd. Ook moet het Ameri-
kaansch eskader sterker geweest zijn,
dan men in den beginnen meende, daar
het versterkt was met vijf schepen,
waardoor het aantal der Spaansche en
Amerikaansche vaartuigen bijna gelijk
stond 't voordeel was dan ook geheel
aan de zijde der Amerikanen, wier sche
pen beter gewapend waren dan die der
Spanjaarden. De uitslag kon dan ook
niet twijfelachtig zijnhel eskader
den Spaanschen admiraal Montejo werd
binnen hel half uur door de Ameri
kaansche macht grootendeels vernield.
Daarna trok de Commodore, admiraal
Dewcy, aanvoerder van het Amerikaan
sche eskader, zich terug naar een i
nabijheid liggend transportschip, om kolen
in te nemen spoedig daarop heropende
hij het gevecht met het gevolg, dat het
overblijvend deel van Montejo's eskader
bijna geheel vernield werd. Het eene
schip verbrandde, het andere vloog in
de lucht, een derde zonk, een vierde
werd opzettelijk in den grond geboord,
om het niet in handen der Amerikanen
to laten vallen. Montejo moest dan ook
spoedig de wijk nemen met zijn ellendig
overschot naar de baai van Bakor
tezelfder tijd bombardeerde admiraal
Dewey de forten van Cavite en richtte
er groote verwoesting aan. Naar luid
van opgaven zijn er van de Ameri
kanen 500 en van de Spanjaarden
1200 man gesneuveld; ook het Ameri
kaansche eskader moet veel averij be-
loopen hebben.
Na het gevecht stelde admiraal Dewey
zich in verbinding met den Engelschen
Consul te Manilla en liet door diens
lusschenkomst den gouverneur van de
Philippijnen soinmeeren tot onmiddellijke
overgave van alle kanonnen en torpedo's,
benevens de kabelkantoren, terwijl bij
weigering de stad Manilla terstond door
de Amerikaansche vloot zou gebombar
deerd worden. In allerijl riep Augusti
nu den krijgsraad bijeen en na eenige
beraadslaging werd de overgave gewei
gerd en alle gemeenschap tusschen de
kabelmaatschappij en het Amerikaansche
eskader verboden. De bevolking verliet
daarop in haast de stad en zocht een
goed heenkomen.
Dat dit slechte begin in Spanje veel
smart, maar ook veel teleurstelling en
verbittering wekt behoeft wel geen betoog,
liet Spaansche ministerie werd dan ook
dezer dagen hevig aangevallen en men
vreest voor eene ministeriecle crisis, ja
zelfs voor eene omwenteling. Vooral
maakt men den minister president Sagasta
er een verwijt van, dat hij niet tijdig
gezorgd heeft voor bondgenooten, zoonis
in geval van oorlog 't gebruik is. De
minister antwoordde, dat Spanje welis
waar geen materieelen steun van eenige
Mogendheid had ontvangen, maar zeer
veel blijken van warme sympathie. Ook
is gebleken, dat de verdedigingswerken
van Manilla niet in goeden staat waren
er waren toch geen zeemjjnen aangelegd
en de uitkjjk had zich door de Ameri
kanen laten verrassen; ook waren de
Spaansche schepen van te oud type en
niet gepantserd, van daar de spoedige en
bloedige nederlaag der Spaansche vloot.
De toestand in Spanje is van dien aard,
dat er besloten is den staat van beleg
te Madrid af te kondigenook te Va
lencia heeft de gouverneur daartoe bevel
FEUILLETON.
De onbekende Weldoener.
sa tegenoverliggende» oever. Het scheen
wel, elsof hjj rondkeek naar iemand, die hem
opheldering kon geven over dit gedenktesken
vroegere tijden. Ofschoon hjj in een halt
geen levenden ziel gezien had, zou toch
wensch spoedig vervuld worden. 8(j eeoe
kromming van deo weg zag hjj een jongen voor
zich, die dezelfde richting volgde als hjj.
.He, jongen!" riep hjj. Deze wendde zich
om, zette zjjn hoedje af en vroeg
.Wat belieft u, mjjoheer."
De oude heer kwam dichterbij en vroeg den
aardigen krullebol, uit wiens achoone oogen
vuur scheen te schieten, in vloeiend Florentjjnsch
Ilaliaanseh naar d<.n naam tl den oorsprong
der ruïne. Het antwoord,dat hjj hierop kreeg. en
de belangstelling, die de kaaap bjj het vertellen
toonde, bjj alles, wat hem gevraagd werd, en de
trots, die hjj daarbjj scheen te ondervinden in
staat te zjjn iets te weten, heel nauwkeurig
zells te weten, wat zulk een oud heer niet eens
wist, maakten zulk een indruk op dezen laatste,
dat hjj met groot geaoegen het gesprek met
den knaap voortzette.
,Je moet een weinig langzamer loopen, mjjn
jongen," zeide de onde heer. .Zeg mjj eens,
boe je heet."
,Ik? Giovanni," antwoordde de krullebol,
.maar als het aan mjj gelegen had, dan
had ik liever Jolio gebeelen dan Giovanni
Giovanni klinkt niet zoo mooi."
,En waarom klinkt Jalio dan mooier?"
.Wel," antwooidde de knaap en zijn gelaat
werd purperrood, .omdat er eens een Julias
Caesar geweest ia en dat was een grootman,
.Heb je nog niet veel geboord," vulde de
vreemdeliog lachend aanIrooal je daarmede
echter, ventje, ik heel ook alleen maar Giovanni
en ik beo er best mede tevreden. Vertel mg
nu ook eene, wie je ouders zjjn, opdat ik wat
meer te welen kom van mjjo kleinen gids.
Haar, zoo heel erg klein ben je niet meer. Zeg
eens, hoe oud ben je, Giovanni
.Dertien jaar, mijnheer, twee maanden en
zes dagen," antwoordde de knaap, .over drie
dagen ja, ovjr drie dagen reeds, word ik in
de kerk San Carlo ziet n, mijnbeer, heel
daarginds dien hoogsteo toren? dal is de kerk
van Sin Carlo op den morgeo van Pinkster
maandag met nog een paar honderd andere
jongens gevormd. Och heer!" zoo eindigde bjj
met een diepen zucht.
„En ben je dan niet bljj zooals de andere
kinderen bjj dere heilige plechtigheid, die toch
anders door kinderen met bet grootste ongednid
verwacht wordt?"
,0, zeker, mijnheer," antwoordde Giovanni,
.maar ik weet nog niet, ol ik zal toegelaten
worden, ofschoon ik reeds onder het getal ben
Wel nu, spreek vrjj op, waarom aarzel je?"
.Mjjoheer," stotterde de jonge Italiaan en
bloosde, .mjjn vader is dood, mjjne moeder is
arm eo ziek en alleen mjjne zuster is in staat
voor ons allen -- ik heb nog een jonger broer
tje te werkenmaar dat moet anders worden,
mijnheer. O, was ik maar eens groot en
sterk, dan zon it werken voor drie, veel, veel
geld verdienen en allee aan moeder geven, niets
voor mjj zelf behouden, maar ik zsl oog wel
niet gevormd worden I Alle jongens, die ge
vormd worden, mogen niet in de kerk komen
in zulk een gelapt buisje, zooals ik aanheb;
ook moeten ze geei'e schoenen hebben, niet
zulke als ik, en voor alles moeten z|j eenen
peter medebrengen. En ik. ujjnheer.ik heb van
dat alles uiets. Hoeder zei tan morgen legen
mjj, Giovanni, ga naar de stad, naar Turjjn
knap je eerst netjes op. In de fraaie Postraat
atanl het groote huis vau den rjjken heelden-
handelaar Cerisatti. Je vader heeft bjj hem lot
aan zijnen dood gewerkt, in zijnen dienst over
kwam hem het verschrikkeljjko ongeluk boven
van den steiger te tallen en spoedig den geest
te geven. Verzoek mjjnbeer Cerisatti om uw
peter te zjjn, je zult de H. Maagd bidden, dal
het bem wel moge gaan I En, mjjnbeer," ging
de knaap voort, terwjjl zjjn borst zich heftig
op en neer bewoog en hein de tranen in de
oogen kwamen, .ik ben vandaag bjj hem ge
weest en hjj gaf mjj ten antwoord, dat dit be
dekte bedelarj) was, ik moest mjjn poter maar
op deo groolen landweg zoeken en niet in de
paleizen van de Poslraat; dat mjjn vader in
zjjnen dienst van den steiger getallen was ging
hem niet aan, dan had mjjo vader maar voor
zichtiger moeten zjjo. Hjj bad toch immers 10
lire betaald voor begrafeniskoileo. Beschaamd
en weenend giog ik heen. En no weet u,mjjn
beer, waarom ik er aan twijfel op Pinkster
maandag gevormd te warden."
Getroffen door bet eenvoudige eu zonder haat
tegen den get oeüoozeo Cerisatti gegeven verbaal
bleef de vreemdeling staan, legde zjjno beide
handen op de schouders van deo knaap en
zeide: .Nu, bests GiovanDi, al hab je den raad
vtn den braven Cerisatti niet opgevolgd om ja
aeuen peter op den landweg Ie zoeken, zoo
heb je er toch een gevonden ik zal je peter
zjjn 1 Eo zeg me nu eena prsctes waar je woont
en den naam uwer brave moeder, en precies op
tjjd, als de bisschop het H. Vormsel in de kerk
zal toedienen, zal ik daar ook ijjn. Zie zoo,
loop nu maar weer vlug door eu vertel ja
moeder het nieuws van den peter van den groo-
,!s het waar, mjjnbeer, en geen grap vroeg
de knaap met stralende oogen.
.Even waar, mjjn beste jongen, even waar
als Ik Giovanni heet," aolwoordde de vriende
lijke heer, en toen deze woorden geuit werden met
diepen ernst en zulk een gocdigen blik, stond
op bet gelaat van den knaap geen twjjlelmoer
te lezen en met een jubelend .Dank, dank!"
en een luidklinkendEvtiva snelde hjj als een
pjjl uit den boog weg, links van don straatweg,
dwars door hel veld naar zjjo dorpje.
Op de zachte, ionemonde trekken van den
vreemde weerspiegelden zich innigs vreugde en
tevredenheid. Nog ongeveer duizend schreden
vervolgde hjj zjjnen weg tot hjj bjj een stil
staand eenvoudig maar elegant rjjluig kwam
nadat een bediende het portier vol eerbied ge
opend had atapte bjj in en reed weg.
Een buitengewone drukte en blijdschap heersch-
ten op den dag, volgende op dien van da mia-
lukte boodschap van Giovanni, in het armoedige
huisje van de familie Danieli, went het geeat-
driflvoUe verhaal van dan knaap vond hierin