Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 35. Zaterdag 26 November 1898. Twaalfde Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn. Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland. Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAQ. Abonnementsprijs per drie maanden i Franco per post Afzonderlijke nummers f 0,40. f 0,05. BureauBreedestraat, E 349. Amersfoort. Uitgave van de Vereenlging De Eembode. Prijs dar Advertentiin; Van 1 tot 6 regelsf 0.30 Voor iederen regel meer- 0.05 CorrespondenliSn en AdvertentiJn moilen uiterlijk Vrgdtgavond Een werk des vredes. ra. (siot). Of nu de poging van den Russischen Keizer slagen zal, is eene vraag, wier beantwoording minder gemakkelijk is. Het tegenwoordige tijdstip is wel uitermate gunstig tot het houden van bedoeld congres. Er zijn toestanden ontstaan, die het gebiedend noodig maken, dat de Staten onderling in overleg treden om andere middelen tot het behoud van den vrede te beramen, dan hel steeds uilbreiden van oorlogstoerustin gen. Nu .onerika door de kracht zjjner krijgswerktuigen Spanje als verpletterd heeft, en daardoor onweerstaanbaar tot het behalen van meer roem en ver overingen geprikkeld wordt, zal het zich eerst recht met hartstocht gaan mengen in den wedstrijd tot versterking der weerbaarheidhet zal van nu af aan onbeperkt willen heerschen over hel groote zeegebied. En bij de ontzag lijke flnanciecle draagkracht, welke dit Rijk ten dienste staat, moet zulk een mededinger in den militairen wedstrijd volken en Staten met wanhoop slaan. Een gunstig verschijnsel mag het hee- ten, dat het vredesvoorstel van het mach tige Rusland is uitgegaan. Bovendien is het niet van dien aard, om het met wantrouwen te gemoet te treden. En een onderling vertrouwen is toch wel het meest noodig, wil het congres ook slechts eenigszins leiden tot het ge- wenschte doel. Toch laat het zich aanzien, dat ter vredes-conferentie de opgeworpen moei lijkheden en bezwaren niet gering zullen zijn. Wil immers het denkbeeld des Keizers doel treffen dan zullen van ver schillende netelige quiestiën de scherpe kanten moeten worden weggenomen dan zullen vele brandstoffen, welke hier en daar op het diplomatieke erf liggen opgehoopt en die zoo gemakkelijk in vlammen kunnen uitslaan, moeten wor den weggeruimd. Dit nu zal alleen mogelijk worden, als de diplomatie zich op een christeljjken grondslag plaatsen wil. In de politiek moet het richtsnoer worden gekozen, dal op het christelijk recht berust. Deze meening schijnt, ook door den Czaar te worden gehuldigd. Aan het slot van zijn manifest zegt hij immers, dat, indien de conferentie, met Gods hulp, slagen mocht, zij der Staten samengaan zou bezegelen .door eene gezamenlijke wij ding der beginselen van recht en ge rechtigheid, waarop de veiligheid der Staten en het welzijn der volken steunen." De bedoeling des Czaren schijnt dus lel en schoon; maar zullen de moei lijkheden, die ter conferentie zullen op rijzen, niet zoo machtig worden, dat ze een goeden uitslag in gevaar brengen Het vraagstuk der Roraeinsche quaestie zal zich niet naar den achtergrond laten dringen, daarvan kan men zeker zijn. Wanneer toch het zegevieren der beginselen van recht en gerechtigheid werkelijk in de bedoeling ligt, dan zal de schandelijke roof der Kerkelijke Staten een punt ter bespreking bieden van zeer ernstigen aard. Want sinds den dag, waarop dit lage feit voltrokken werd, is geen t(jd voorbijgegaan, waarop niet tegen dit brutale schelmstuk is ge protesteerd. Door meer dan twee hon derd millioen Katholieken wordt zonder ophouden recht geëischt, waar dit zoo godvergeten geschonden werd. En die stemmen zullen niet zwijgen vooraleer de Paus-koning in al zijne rechten is hersteld. Zoolang zulks niet geschiedt, is toch iedere poging tot bevestiging van den vrede een hopeloos werk. Zal men nu ten congresse Kerk en Paus recht laten wedervaren en de woorden „Rome aan den Paus" in daden omzetten? Alleen dit netelige vraagstuk zal dus in de vredes-conferentie stof te over geven tot allergewichtigste beraadslagingen. En hoe men omtrent de quaestie van Elzas-Lotharingen, dien veelja rigen twistappel, zal beslissen, is met geen mogelijkheid te veronderstellen, tenzij men mocht goedvinden op echt diplomatieke manier dit punt terzijde te schuiven. Maar dan blijft ook de oorzaak, die wel het meest tot den gewapenden vrede aanleiding gaf, in volle kracht in wezen. En wie een oog slaat op de roof tochten in Aziö, door de Europeesche na tiën ondernomen, zal zich bezwaarlijk eene conferentie kunnen voorstellen, waarin men zoo tot eenstemmigheid komt, dat de bestaande geschillen voetstoots wor den geregeld of bijgelegd. Bovendien heeft een geest van wantrouwen in het openbaar leven, en vooral in de diplomatieke we reld, hardnekkig post gevat. De oorzaak daarvan is echter niet ver te zoeken. Immers, zonder ziel. om recht of gerech tigheid te bekommeren, diende iedere Staat zjjne eigen belangen het egoïsme drong overal door, en de slem der verdrukten werd soms maar al te ge weldig gesmoord. Zal ter conferentie daar nu naar geluisterd worden? Hoe het evenwel gaan mogehetzij het vredes-congres bijeen kome of niet, een machtige schrede zijn de voorstan ders van beperking der krijgstoerustin gen en nog meer de kampvechters voor een iuternationaal scheidsgerecht voor uitgegaan. Nu zonneklaar is geworden, dal het diep ellendig tafereel, dooi den Czaar van Rusland van den huidigen toestand gegeven in alle opzichten waar en verschrikkelijk is geene poging zelfs is gewaagd om een betere en gunstiger voorstelling ervan te geven zal de vredes-strooming zich allengs sterker doen gevoelen en ten slotte onweer staanbaar worden. Met name in Duitsch- land valt dit reeds op te merken. Ddur heeft men te verstaan gegeven, dat de militairisten zich in hunne eischen zullen moeten matigen, willen ze niet in conflict komen met de vertegenwoordi gers des volks. Ziedaar een eerste vrucht van de keizerlijke daad. Nu over het militairisme door Czaar Nicolaas een zoo eerlijk verpletterend vonnis is geveld, kan het dan ook bezwaarlijk bij een rechtschapen karakter nog op genade hopen. BUITENLAND. De Russische zaakgelastigde bij de Porte heeft den Sultan doen weten, dat prins Georg van Griekenland thans voor goed is aangesteld als Oppercommissaris van Kreta en er op dit besluit niet terug te komen is. De Groote Heer werd hierop zoo boos, dal hij voor niemand te spreken wasdoch daar zijn toorn eene afleiding noodig had, viei deze loodzwaar neer op Dheved-Pacha, den gewezen Gouverneur van Kreta. Deze werd n.l. gevangen genomen en is bij den Sultan in ongenade gevallen. Zoodra de officieele benoeming van prins Georg tot Oppercommissaris van Kreta hem zal geworden, is hij van plan zoo althans wordt uit Athene gemeld de Nationale Vergadering te Kanea bijeen te roepen. Ook bestaat het plan om eenige Moha- inedanen te begiftigen met posten in regeerings-deparlementen, indien tenmin ste onder hen daarvoor geschikte per sonen te vinden zjjn. Hel voorschot van vier millioen, dal door Rusland, Engeland, Frankrijk en Italië zal verstrekt worden, wordt gegeven tegen 4 procent. De Amerikaansche gedelegeerden ter vredesconferentie hebben Maandag 1.1. in eene te Parijs gehouden vergadering eene memorie ingediend, waarin zij uit eenzetten, waarom zij weigeren eenen scheidsrechter aan te nemen en er op staan, dat de Spanjaarden afstand doen van hunne souvereiniteit op de Philip- pijnen, zonder andere schadeloosstelling dan 20 millioen dollars. Zij gaven te verstaan, dat deze voorwaarden tot het uiterste gaan en verlangden tevens een van de Carolinen te koopen voor kolen station. Hierop antwoordden de Spaan- sche gedelegeerden, dat de Amerikanen, zoo handelend, het vredes-protocol zelf verscheurden en stelden voor hunne Regeering van de zaak in kennis te stellen. Uit Washington is door de Ameri kaansche Commissie van afgevaardigden te Parjjs bericht ontvangen, dat de Re geering der Vereenigde Staten het plan heeft opgevat de handelspolitiek der „open deur" op de Philippijnen te hand haven. Deze tnededeeling alleen acht de Daily Graphic belangrijk genoeg om de pretenties van de Unie op dezen eilandengroep billijk te noemen. Natuur lijk! Allerbedroevendst moeten de hande lingen zijn der Amerikaansche soldaten op Porto-Rico, Cuba en vooral te Ma nilla; overal heerscht de grootste an archie. De Filippinos in laatst genoemde stad hebben dan ook een memorandum aan Mac Kinley gezonden, waarin zjj zich beklagen over de handelwijze der Amerikaansche bevelhebbers en met wederwraak dreigen, indien zulks niet veranderd. Tegelijkertijd is bekend geworden, dat de 11 k 14,000 Spaansche gevangenen, die zich in Cavite Viego, Imus en Ba- cocr, in handen der Tagalen bevinden, honger Ijjden en als muizen sterven. De officieren worden gedwongen om de straat Ie vegen en keien te kloppen. Kolonel Pazos werd na een mislukte poging om te ontsnappen, afgeran seld en door het gepeupel bespot. De ongelukkige generaal Garcia Pena moet zijn verstand verloren hebben en loopt bedelend door Cavite Viego. Alle voorstellen lot uitlevering der ge vangenen, zijn door de opstandelingen geweigerd. Vooral ook met het oog hierop, eischen de bladen een spoedige beëindiging van de onderhandelingen te Parijs. Heeft in 't begin dezes jaars het obstructionisme de Oostenrijksche Ka mer in rep en roer gebracht, thans is de beurt aan de Hongaarsche. Maan dag 1.1. heerschte in deze Kamer de grootste wanorde. Baron Fejrvary, mi nister van Oorlog, die ontstemd was over den onaangenamen toon, waarop het debat gevoerd werd, antwoordde op een onbehoorlijk gezegde van een der oppositiemannen, den heer Ivon Ka „Gij, die de eer van anderen met voeten treedt, hebt over de eer niet te oordeelen." Dat was olie in het vuur gegoten! Er werd gefloten, geschreeuwd, met dikke boeken op de lessenaars gehamerd, dat hooren en zien verging, gezongen en gespeklakeld, zoodat de minister niet aan 't woord kon komen en de zitting door den vice-president Kardos te half twaalf 's avonds werd gesloten. Het verschil in gevoelen tusschen de Parle mentsleden vond zijne oorzaak eensdeels in de overeenkomst met Oostenrijk, anderdeels in de geschiedenis met het FEUILLETON. De zoon der weduwe. J) Doch (oen hg in den nazomer hoe had de goede bezorgde moeder zich daarop reeda verheugd weder met de vacantie terug kwam, schrikte zjj bijna voor hem terug. Was dat werkiyt haar zoon, haar Frons? Aan statig heid had hij weliswaar niet verloren, en in lengte had hg zelfs gewonnen, zoodat hjj bjj het intreden in de ouderlijke woning een weinig bukken .moes!. Alleen zjjn vrotger zoo bloeiende wangen waren veel smeller en bleek er gewor den ofschoon een volle board zjjn aangezicht „Mijn God, Frana", riep de Hoeder ontsteld, .zjjt gij ziek geweest, zonder mg dat te laten weten?' „Ik ziek? Heer don ik weet, babaha!' lachte hg uilgelaten. „Doch ja, dezen morgen was ik wel een weinig vin streek. Dat pret, n ia!' krachtige alscheidspret, Zjj wachtte zich aan haar gevoelen laide uitdrukking te geven. Later echter, nadat hem een geurig avondmaal had bereid eo hjj zich daaraan terdege bad tegoed gedaan, begon xjj hem van boven tot onder te beschouwen. „Hoor Frons, hoe komt ge toch waarloosd naar huis, nwe kleeding is dragen en don die wilde ingedrukte vilten hoed op nw hooid „Dat is stndontan-aode, moeder 1' ,En don die verwonderlijke slok, dien gij hebt meegebracht „fiahaha 1' ,En de overige kleedingstukken, de wasch, Frans, kofier en waschwaar is de kofier gebleven „O weest daarover niet bezorgd, moeder, de kofier met al den rommel is voortreflelgk opge borgen bjj Simpel." „Wie is dat?" ,De pandjesbeleener, de eerlijkste schoft der geheele stad. Door zjjne goedheid heelt hjj mjj de terugreis mogelijk gemaakt lig beleent tegen slechts drie percent per maand is dal et christelijk gehandeld door een jood „Dus ge hebt ook schulden gemaakt?' „Wat kon ik andera doen, au ik heelemaal op het drooge zat?" „En het prachtige gebedenboek, het geschenk van den pastoor?' „Ocb, wat, gebedenboek „En de gonden ring van nweo vader zaliger, dien ik o als een aandenken aan den vinger heb gesloken De ring zal toch niet „Bij Simpel, moeder, alles by Simpel!" gaf hg, de lange beeaen behagetgk uitstrekkend, „Acb, God!" verzuchtte de diep ontroerde Hg echter lachte bjjna medelgdend en zeide „Hoor eens, moeder, dit begrjjpl ge niet, het leven in een universiteitsstad is een geheel ander, dan in een eenvoudig Gymnaiiumsladje, of in een domperig boerendorp; daar kan de student sich niet meer in ago studeerkamer begraven. moet, wanneer hjj zich niet wil lalea uitlachen, zich bg partgen en gezelschappen aansluiten. Daaraan zjjn natuurlijk groote uit gaven verbonden. En ik zou ook niet weten, waarom ik zoo pgnlgk sparen zou. In de laatste maand stond ik meermalen op het punt u te verzoeken mjj geld te staren, doch ik kwam daarvan terng, behielp my, en, zooals ik beb gezegd, redde ik mg op eene andere bg de slu- Na dit voor de moeder grievend gesprek, over viel hem al meer eo meer de vermoeidheid der reize. Hg elond op, groette zgoe moeder bartelgk en ging naar zgn slaapkamer, alsof er geen wolkje aan den hemel zgoer toekomst was. De wednwe zuchtte diep en mompelde „Mgn God, dal ik zoo iets hooren moet! Bg tl het geld, dat ik hem heb meegegeven, beeft by bovendien nog scholden gemaakt verschrikkelijk Mogelijk heeft hg wel daarin gelgk, dat ik als eenvoudige vrouw van bet leven en gebruiken der studenten weinig v en bg zich moeilgk van beo kan verwgderd houden. Ook daarin heelt hg gelgk nn wg die erfenis gekregen hebben, behoeven wg oosnit o erg tr ook geheel anders geworden, zgn veranderd uitzicht, die lichtvaardige toon, dat ongods dienstige in zgn doen en laten in plaats het avondgebed, dat hg vroeger nooit zon na laten, neuriet hg boven bg het naar bed gaan, een lichtzinnig theater- oi studentenlied. O, mgn God!" Maar wat heeft dokter Weller niet voor lustige ea uitgelateae dingen ait zgn studenten- verteld, en toch is hy een geschikte dokter m voortrefielgk echtgenoot en huisvader geworden. Zoo zal het, wat God moge geven, mgnea Frans het geval wel wezen. De jeugd moet toch ontspanning hebben, heb oltgd gehoord." Haar voornaamste troost bestond echter erin, dat zg hoopte, dat zgne studiën in het ilgcud jaar, hoogstens binnen twee jaar zouden eindigen. „Moge tot dien Igd Gods overvloedige genade hem verder bgslaao", verzuchtte zg met diep bekommerd bart Zg nam zich voor hem dezen keer voor hel volgend studiejaar met nog grooler geldmidde- te rusten, opdat hy zgn beleende goede- i kunnen Inlossen en geen schnlden meer zon te maken hebben. De moeder voorzag den zoon van een nieuwen kofier, die onder het neuriën van een lichtzin nig lied door Frans werd volgepakt. Bg zgn vertrek, nadat hy van zgne moeder afscheid genomen bad, en zich langzaam in verte verwgderde, zag zy hem lang, zoo I mogelgk na. Haar moederhart word weder een weinig trots op hem, en zg murmelde bg zich „Welk een nette, elatige jonge manwelk een trolache en legelgk lichte gong! Hg keert zich nog eens naar my am, en zwaait den hoed adieu mgn lieve, lieve kind, keer gezond naar lichaam en ziel bg nw moedertje Had zjj kunnen vermoeden. Was lente geworden en het heerlgk Poasch- feest was nsby. sen dicht by de haven van een onzer handelsteden staande herberg boerachte op •keren dag een ongewoon luidrnchlig leven en gewoel. Matrozen giDgen zingend en zwaaiend en in. Aan een langwerpige tafel zat een onderolficier, omgeven van een aantal nieuw laogekleede recruien, lieden uil bgna alle Euro peesche landen, die van ieder tot drinken werden uitgenoodigd, breedsprakig babbelden, zongen of onderling aan het twisten raakten. Onder hen bevond zich een ia lengte boven die allen uitstekende achoone jonge man, die sprak noch zong, maar met half gesloten aogen als droo- mead in den donkeren hoek der kamer zat, dien by, sis om zich le verbergen, met bedoeling voor zich scheen le hebben uitgezocht. Na en dan liep er een zenuwachtige, «martclgke trek over zyn fijogevormd en zeer tchrander uit ziend gelaal, of omvatten zyn slanke vingers, waaraan een gaoden ring schitterde, kramp achtig hel glas, dat hg ia een teug ledigde en het weder liet vallen, om dan weder zgn som bere bonding te hernemen. Meoigmaal ook, wanneer gasten binnentraden, of als hg door een der naastbg hem zgode personen werd aan- gesprukon, zag hjj verschrokken op en keek met zoldzamen schuwen blik om zich heen. Het eene glos jenever na het ander drouk hjj leeg tol van de haven bet lniden eener scheeps klok werd vernomen, waarop de onderolficier tot het vertrek bevel gat. Bg dien stoet sloot zich mst waggelende schreden san de student Frans, de zoon van de onderwijzen-wedowa

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1898 | | pagina 1