Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 39.
Zaterdag 24 December 1898.
Twaalfde Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eenmes,u Harderwijk, Hilversum, Hoogland.
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATEBDAG.
Abcnnemaatsprija p«r drie mundent
Franco per post
Afzonderlijke nummers
f0,40.
f 0,05.
BureauBreedestraat, E 349, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging 0e Eombode.
Prije der AdvortontiAn
Van 1 tot 6 regelsf 0.30
Voor iederen regel meer- 0.05
Bij dit nummer behoort
een bijvoegsel.
Kerstmis.
Yrede, voldoening, rust voor al de
menigvuldige strevingen in den roensch.
Vrede, een woord zoo kort en tegelijk
zoo breed, eene rij van gewaarwordingen
en gedachten biedend voor geest en
hart. Vrede, met welk een heet ver
langen gezocht en hoe weinig gesmaakt
met welk een rusteloozen ijver nage
jaagd en hoe weinig gevonden.
Geen wonder, dat het Kerstfeest immer
zoet blijft en bekoorlijk; in die blijde
herinnering vindt het arme menschen-
hart, wat het zoekt en vraagt.Vrede."
Welke is die herinnering? Wij mogen
in onzen geest het onvergetelijk uur
weer levend terugroepen, waarvan de
Evangelist ons de gebeurtenis heeft
neergeschreven. Het is een nacht, gelijk
het jaargetij in hel zuidelijk Oosten
biedt. Stil gaan de sterren in onverge
lijkelijke pracht hare baan langs het
donker azuren hemelgewelf, lofzingende
de eere Gods in onnavolgbare harmo
nieën.
Daar, op het veld bjj hel stedeke
Bethlehem, bevindt zich eene grot, tot
schuilplaats dienend voor de kudden bij
storm en ontij. Nu knielen daar eene
jonge, teêre Maagd en een eerbiedwaar
dig Man van rijperen leeftijd bij eene
kribbe, die straks nog het sobere voedsel
bood aan het redelooze dier. Daar in
die kribbe ligt een kindje ter neder, nog
pasgeboreneenige schamele doeken
kunnen de tengere ledematen voor de
doordringende koelte niet beschutten
en het weinige stroo vermag de hard
heid van dit armste rustbed niet te
verzachten.
Terwijl dit plaats heeft staan buiten
enkele herders op het veld, wakende bij
hunne kudde. Zonen van het uitver
korene Godsvolk, dat de belofte des
heils ontving, peinzen zij wellicht aan
het komende oogenblik, waarvan hunne
vaderen spraken en dat hunne troost
rijke hoop was in het bange uur van
sterven; wellicht fluistert hun mond
de vaderen het verlangen na: .dat de
hemelen mogen nederdauwen en de
wolken den Rechtvaardige afregenen."
Dan wordt eensklaps het nachtelijk
duister wonderbaar verlicht. Hel stralend
slaat naast hunne zijde de gestalte van
cenenEr.gel, die hun verschijnt. Hel is
een gezant des lichts, een bode des
vredes, daarom mogen zij niet vreezen.
.Zie," spreekt de Engel, „ik verkondig
u eene groote blijdschap, welke voor
het gansche volk zal zijnheden is u
de Zaligmaker geboren, welke is Chris
tus de Heer in Davids stad, en dit zjj
u een teekengij zult een kindeke vin
den in doeken gewikkeld cn liggende in
eene kribbe." Nauw heeft de Engel ge
sproken of daar ruischt een wonder
baar lied de velden over in de nachtelijke
stilte, een lied, waarvan de aarde de
weerga nog niet mocht vernemen .Eere
aan God in den liooge en vrede op
aarde aan de raenschen van goeden wille."
Dal lied der Engelen vertolkt de ge
beurtenis, die zooeven plaats greep in
Bethleheras stal. Om eere te brengen
aan God in de hooge hemelen, om den
verwoesten vrede weer te slichten op
aarde, was de Zoon Gods mcnsch ge
worden. Daar als het zwakke wicht
nog ter neer liggend, zal Hij straks, op
gewassen tot man door lijden en dood,
volvoeren, wat het doel was van Zijne
komst op aarde dan zal weer de we
reld weten, hoe God eere moet gebracht
worden dan zal weer de wereld weten,
waar vrede is te vinden.
Door de zonde had de mensch aan
God de eere geweigerd, die Hem, den
Schepper en Heer, alleen toekomt, en
toen had de mensch in zonden ver
dwaasd gesproken: „Daar is geen God";1)
maar toen ook was uit eigen hart de
vrede geweken. In den dienst van God,
zijn einddoel, kan de mensch den vrede
(Ps. XUI).
alleen vinden. De H. Augustinus heeft
deze waarheid vastgelegd in zijn onster
felijk woord: „Gij hebt ons, God, voor
U geschapen en rusteloos is ons hart,
tot het ruste in U."
Vergeefs had de wereld nu vrede ge
zocht in alles buiten Goddaar was
alles, wat wetenschap vermag uit te
denken, wat kunst kan geven, wat rijk
dom en macht kan oproepen tot slree-
ling en voldoening. Maar arm bleef
's menschen hart, zoo leeg, zoo onvol
daan in al hun streven zijn zjj be
dorven en verwerpelijkgeworden," zegt de
Psalmist, en geen wonder, zjj konden
bjj al hun streven den verloren vrede
niet herwinnen, want God te dienen,
eere te geven aan God had de wereld
verleerd .daar is er geen, die het goede
doet, daar is er geen tot den laatste
toe." l)
De menschgeworden Zoon Gods kwam
de wereld terugvoeren lot God en daar
door den vrede hergeven. Dezen, Zijn
vrede, gaf Hij zijnen Apostelendien
vrede moest het eerste zjjn, wat zij
brachten, wanneer zij, op Zijn bevel uit
gaande, over de wereld den Christus
predikten. In het omhelzen van die ge
predikte leer werd de lang gezochte
vrede gevonden.
Weer staat de wereld gedeeltelijk
or het schouwspel van een zwoegen
de en tobbende menigte in alle klassen
rangen vertegenwoordigd, die voor
al hun leven en streven niets vinden
dan onvoldaanheid. Daar zijn er gekomen,
die spraken van vrede en daar was
geen vredezij misleidden het volk
zij ontroofden het zijn hoogste goed,
den godsdienst, en weggerukt was ook
de vrede uit de harten der velen, 't Is
dikwijls aangetoond, dat ontevredenheid
zich meester maakt van zoovelen in de
samenleving. Daar is gedacht tot het
vinden van velerlei plannen, wier ver
wezenlijking slechts teleurstelling werd
en de ontevredenheid deed stijgen. Bij
alles en in alles vrede zoekend, vergeet
(P» XUI).
men het ééne.het hart voor God ge
schapen vindt rust alleen in God."
V. t. H. Pt.
BUITENLAND.
Nu in deze dagen het.Vrede den
menschen van goeden wille" over deze
aarde klinkt, heerscht ook in de landen,
welke nog onlangs elkaar bloedig beoor
loogden, weer de zoo lang en vurig ge-
wenschte vrede. Spanje en Amerika
hebben vrede gesloten en ook op Kreta
heeft de vrede zijnen intocht gehouden.
Maandag 1.1. is prins George uit Athene
vertrokken, nadat eerst in de kapel van
het paleis een plechtig Te Deum was
gezongen, dat door alle leden der konink
lijke familie werd bijgewoond. Velen
bewogen zich langs de straten en de
Prins werd herhaaldelijk luidruchtig toe
gejuicht, toen deze, vergezeld van de
Koningin, naar de station reed, waar
do ministers en het corps diplomatique
aanwezig waren, om hem uitgeleide te
doen. Ook bij het vertrek van den trein,
die den Oppcrcommissaris naar den
Piraeus zou voeren, om van daar met
het koninklijke jacht Amphitrite naar
Milo te stevenen, werd hij uitbundig
toegejuicht. Dinsdag j.l. werd de Prins
daar ontvangen onder het donderen van
het geschut, door de admiraals der vier
Mogendheden, in wier naam hij over
Kreta het bestuur zal aanvaarden. Nog
denzelfden nacht vertrok de prins aan
boord van het pantserschip Bugeauii
naar Kreta.
Van alle kanten kwamen den Prins
bewijzen van sympathie toe, van ver
schillende Europeesche souvereinen ont
ving hjj telegrammen van gelukwenschin-
gen en van Koningin Victoria van Enge
land een langen brief, waarin wel meer
politiek dan vriendschapsbetuigingen ge
staan zullen hebben I
Door de benoeming van prins George
tot Oppercommissaris over het eiland,
is het prestige der Grieksche konings
familie aanmerkelijk gestegen vooral in
Griekenland zelf ziet men weer met
vertrouwen op tot de dynastie en den
troon.
Woensdag 1.1. is prins George te Kanea
op Kreta aangekomen. Groot was de
geestdrift onder de bevolking, bij het
vernemen van het bericht, dat het ge
bruik der autonome vlag was toegestaan.
Deze vertoont een wit kruis op een
blauw veld en in den linker bovenhoek
prjjkt als teeken der Turksche sou-
vereiniteit op een rood veld een
witte ster. Eerst na groote moeite is
men tot deze vlag gekomen, daar de
Christenen beslist weigerden genoegen
te nemen met de wassende maan, het
zinnebeeld van den Mohammedaanschen
godsdienst. Geheel Kanea was in feest-
doich. Toen dan ook de Bugeaud, geës
corteerd door het Russisch-, Engelsch-,
Fransch-, Italiaansch eskader in het
gezicht kwam en door 21 saluutschoten
werd verwelkomd, kwam er aan het
gejuich geen einde. In den loop van den
dag had er eene receptie plaats van
alle militaire en burgerlijke autoriteiten
ook de Turksche boy's waren versche
nen. Hier hield prins George eene toe
spraak en zeide, dat hij het volk met
rechtvaardigheid en onpartijdigheid zou
regeeren. Ook wees hij er op, dat Christe
nen en Mohammedanen don geloofshaat
moesten vergeten en h[j riep de mede
werking der geheele bevolking in voor
het vervullen zijner taak.
Het is te hopen, dat de nieuw be
noemde Oppercommissaris eene blijvende
verzoening tusschen Christenen en Muzel
mannen zal kunnen bewerken, en daar
het hem aan den ernstigen goeden wil
niet ontbreekt, gaat het zoo zeer ge
teisterde Kreta wellicht eene betere
toekomst tegemoet.
De verhouding tusschen Frankrijk en
Engeland, tengevolge der Fashoda-quaes-
tie, is er in den laatsten tijd niet erger
op geworden, ofschoon een medewerker
van den Figaro als zijne mcening te
kennen geeft, dat alle geschil en verschil
van opinie nog niet uit den weg geruimd
schijnt te zyn. Vlug gaat het dus niet
met het oplossen dezer quaestie, hetgeen
eveneens kan gezegd worden van de zaak
Üreyfus-Picquart. Wel heeft Maandag
1.1. du minister van Oorlog, de Freycinet,
in de Kamer verklaard, antwoordende
op eene interpellatie van den afgevaar
digde Lazies„Ik ben in het bezit van
het geheime dossier, dat stukken bevat,
waarbij de veiligheid van den Staat is
betrokken; ik zal er aan het Hof van
Cassatie geene mededeeling van doen,
tenzij het eene volkomene stilzwijgend
heid waarborgt."
Op eene interpellatie-Millerand, die
zeide, dat het Hof, onder verantwoorde
lijkheid, alle stukken moet kunnen onder
zoeken, antwoordde minister Dupuy:
„Wü wonschen een onafhankelijke justitie
FEUILLETON.
Het geM der onsehild.
Hoe plechtig klonken de di'ye tonen der
zware klokken, welke ven den toren der hoofd
kerk galmden, door de stilte dee nachts. Wat
spraken zg overtuigend tot de harten der geloo-
ir het Kindje van Bethlehem,
dat oi
>n stal,
waar de kleine Jeins,
een koning, de Schepper van hemel en aarde,
de armpjes verlangend naar n uitstrekt, Zgne
handjes opheft, om u te legenen en n Zjjne
genade te schenken!'
Voor duizenden klonk deie metalen roepstem
1 *%siet tevergeefs. Mot haastige schrcdon, in stille
aandacht, gingen de geloovigon ter kerke. De
oostenwind, welke snijdend scherp door de
straten floot, de felle vorst, welko do eneeuw
onder hunne voeten deed kraken, en wellicht
moer nog het innige verlangen, in do tegen
woordigheid van hunnen God te zjjo, wiens
glorie en majesteit de stenen lonkelend aan
den diepblauwen hemel verkondigden, versnelden
Helaas, het klokgelui was niet voor allen
^eene hemelscbe melodie, welke de aardscbe
wanklanken overstemde en lot iwijgen brtchL
J De jonge man. die ongeveer een steenworp van
da kerk zich verschool achter een boawvafligen
maar scheen geheel andere gedachten te koeste
ren. Krampachtig omklemde zgne door de konde
half verslijfde vuist een dikken knuppel, drei
gende woorden kwamen over zijne lippen, eon
onheilspellend vuur braodde in zjjn donker oog.
Slechts weinig kerkgangers kwamen langs ijjnon
schuilhoek, waar hjj reeds een half nor met
sLjjgeno ongeduld wachtte. De laatste schreden
stierven weg in de verte, de klok hield op, het
werd al stiller om hem been, slechte de wind
voerde enkele doffe orgeltonen lot hem over.
Bevend van woede en koude, bromde hjj le«-
scben de tanden: ,Hjj schijnt niet te komen,
hjj zal een anderen weg ingeslagen zjjn, de
ellendeling zal mjj weder ontgaanEen half
gesmoorde vloek ontsnapte zjjnen lippen, terwgl
hjj toornig ten hemel blikte, welke zicb vre:d-
zaam over de stad welfde.
Welk eene tegenstellingDe geheimzinnige
stilte des heerlijken kerstnachts en de toomc-
looie, wilde hartstocht Tan dezsn ongelnkkige I
Dieper dook hjj in iijnejaa,de ingevallen wan
gen waren door do konde blanw geverfd. DU
gelaat kon eens schoon en aantrekkelijk geweest
zgn; de regelmatige trokken verrieden het nog,
schoon do allesvernielende hand van den harts
tocht haren stempel er op gedrukt bad. Hot
oog, dat zjjn natuurlijken glans verloren bad,
vlamde na van het wraakvnnr, dat in zijn hart
brandde en hem onvatbaar maakte voor elk
ander gevoel, voor elkan verzachtenden ot ver-
heffonden indruk.
Hoorde hjj daar geen schreden 1 Ais een roof
dier, dat in de struiken verscholen zjjne niets
kwaads vermoedende prooi ziet naderen, zoo
ook richtte hg zich in zgne volle lengte op,
bereid tot den sprong, 1st den onverwachten
overval. ,Hg is bet!' «iste bet lueachen zgne
tanden, leiwgl hg den etok met
beide handen omknelde.
„Ik zal nog te laat komen,' sprak de een
zame kerkganger, ,en
.Nog joist op tgdt* klonk het hem plotseling
in de ocren.
.Karei, Karei,' jammerde hg, toen het zware
wapen tgns vgtnds op zgn boofd nederbonsde.
Meer kon hg niet uitbrengen. Met een lniden
schreeuw, waarnit meer afschuw en medelgden
dan angst of pgn spraken, stortte hg op den
Als versteend stond de aanvaller een oogen
blik bg zgn slachtoffer, wiens bloed nit eene
gapende wond gutste en de blanke sneeuw
rood kleurde. De stok was hem uit de hand
gevallen, bg beefde aan alle leden, het koude
zweet parelde op zgn voorhoofd. .Doodl' riep
hg uit, terwgl bg sla krankzinnig van angst
wegvlood. Also! de wrekende gerechtigheid
hem op de hielen zat, snolde hg door de ver
laten straten naar de poort en vandaar 'tYeld
in. Een tgd lang liep bg door, zonder een oogen
blik rnsl te nemen. Als een razende stormde
bg verder, voor zgn eigen schaduw vreezend
en schuw om zich heen ziend bg elk geluid,
dat zgn oor trof. Daar slond hg aan de rivier,
welke, nog niet door de vorst in boeien gesla
gen, met onstuimig geweld groote gsblokken
op zgne zwarte golven met zich voerde. Vol
vertwgfeliog staarde hg over de brngleuniDg in bet
kokenJe, woelende water, een treffend beeld
van zgne eigen gemoedsstemming. .Maak er een
eind aan I' fluisterde de boozo geest aan
zjjde; .hoe kunt gg nog op vergiffenis rekenen
Er is geene genade voor eenen booswicht, zoo
als gg I Geen ander middel, om bet gerecht te
ontgaan, dat reeds den wrekenden arm naar n
uitstrekt, dan de dood. Wal talmt gg nog Er
ia geen genade I Maak er een eind aan 1'
.Neen, geen erbarmen voor mg herbaalde
hg onwillekeurig, terwgl hg zich gereed maakte
de item van den helschen verleider te volgen
en ln de diepte te springen. De stemmen von
eenige landlieden, die uit de vroegmis kwamen,
deed hem opzien. De magnetische kracht, die
hem uil den schoot der donkere golven lot zich
scheen te trekken, was verbroken. Bevend zette
hg zgnen weg voort, met bet voornemen op
eene andere plaats, verre van de menschen, de
band aan zich zelf te slaan.
.Vrededenmenschen van goeden wille 1' klonk
het eens op Bethlohoms velden dan ontstel
den herders uit eugelenmondeu in de ooren.
Dezelfde woorden hadden de scharon gehoord,
die bg het verbleeken der sterren, bij het eerste
krieken van den fraaien winterdag uit de kerk
huiawaarts keerden. Hoe veel harten, door de
doornen des levens verwond, door aardsche
zorgen belast, ol die een onzekere toekomst
zagen, hadden balsem, troost, hoop en nienwen
moed als Kerstgeschenk ontvangen, van het
Kindje, dat der zondige wereld vrede en ver
lossing brschtl Den hopeloozo was boven bet
stalletje van Bethlehem eene ster opgegaan, die
den nevel der lasten doorbrak, wier gulden
stralen hem aan het eeuwige licht herinnerden,
dat in da wereld gekomen was, om de duister
nissen te verlichten. Door hooger kracht gestaald,
had bg met gelaleo onderwerping het kruis weder
op zgne schonden genomen, dat hem door God
was opgelegd. Zgn geloof was opnieuw verle
vendigd, niouwo hoop verblgdde zgn hart, de
eeuwige liefde zelf had in de gestalte van een
hulpeloos kind Zgne band toegestoken on hem
de troostwoorden toegefluisterd.Komt tot mg,
gg alleo, die belaat en beladen zgt tn ik zal u
verkwikken I"
O nacht, die de geboorte van den Verlosser
der wereld aanschouwd hebt, wie zal zeggen,
boevelen door uwe geheimzinnige, bovenaardsche
zoetheid in deemoed en liefde herboren zgn,
boevelen door den barmbarligen God, die dan
meer dan ooit de schatten zgner onuitputtelpe
geoade uitstort, van bet pad der zonden terug
gebracht worden I
„Goede hemel I* riepen een paar vrouwen,
die samen naar huis gingen, toon zg op de
plaats kwamen, waar de heilige nacht door
eenen broedermoord ontwgd waa, .wat is hier
gebeurd En met ontzetting op het gelaat
staarden zg op den verslagene, die, in zgn bloed
badend, roerlooa als eeo doode voor hare voeten
lag uitgestrekt. Met angstige gebaren riepen zg
een paar mannen niderbjj en spoedig stond er
een breed» kriog van nieuwsgierige en dcolne-
mende kerkbezoekers om het slachtoffer ge
schaard.
.Een dokter! Laat den dokter door,' riep
eene stem nit de menigte, en deze scheidde
zich, om den man der wetenschap, dio ook uit
de vroegmis kwam, naderbg te laten. Met een
kalm gelaat trad hg in den kring der aangedane