Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No 13. Zaterdag 24 Juni 1899. Dertiende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnomentiiprijs par drie maanden i
Franco per post
Afzonderlijke nummers
f 0,40.
f 0,05.
BureauBreedestraat, E 349. Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs dar Adrartentttui
Van 1 lot 6 regelsf 0,30
Voor iederen regel meer- 0.05
wapenen werden als zegeteekenen aan
het rek gehangen, de harnassen werden
afgelegd en opgeborgen, de landman
keerde naar 2ijne akkers en weiden, de
geleerde naar zijne studeercel, de arbei
der naar zijne werkplaats terug, en eene
weldadige rust, eene zielskalmte keerden
onder de menschelijke samenleving
weder. De geesel Gods, de oorlog, was
gelukkig voorbij en daarvoor werd aan
den Gever van alle goeds den innigsten
en warmsten dank gebracht. Gelijk de
werkman na hel volbrengen zijner zware
dagtaak, zoo hijgden de volkeren naar
rust, en zij wisten deze ook te genieten.
Want de wonden door den oorlog ge
slagen trachtten zij met vereende krachten
en liefde te heelen, gepleegd onrecht te
herstellen, en de geest van wrake, indien
deze zich hier of daar uiten mocht,
werd met alle krachl onderdrukt.
Toen kwamen er, helaas, tijden, waarop
de leer werd verkondigd, dat macht
recht is, maar ook van toen af heeft
men geen vrede in de juiste beteekenis
des woordmeer gekend. Die rampzalige
leer bracht, na menige daad van schro
melijk onrecht, den oorlog van '70,
waarbij honderdduizenden menschenle-
vens de koopprijs werden van zucht naar
grootheid, eer en roem.
Er gebeurde meer. De leer door de
wereldlijke machthebbers gepredikt, werd
ook toegepast op het Erfgoed van den
H. Petrus; de Paus-Koning werd van
zijne Stalen beroofd, zijne rechtmatige be
zittingen vielen zijnen beroovers ten deel,
omdat het recht van den sterkste, ge
steund door schandelijk verraad en diplo
matieke huichelarij en zwendelarij, had
getriomfeerd.
Sinds dien tijd is de ware vrede voor
goed gevloden, en een gewapende vrede
in diens plaats getreden, van welken
vrede de Czaar van Rusland heeft gezegd,
dat „wanneer die toestand voortduurt,
hij noodwendig zou moeten leiden juist
tot die ontknooping, welke men tracht
te vermijden en waarvan de ijselijkheden
bij voorbaat de raenschen, wanneer zij
aan denken, doen rillen."
Een vreeselijke straf dus, die gewa
pende vrede. En te vreeselijkcr omdat
de volkeren zich zeiven deze opleggen. In
bange vreeze en folterende onrust ver
beiden zij altijd den vijand, die komen
zal. Zij vermoeden schijnbaar niet eens,
dat het de wreker van geschonden
ihten is, die hun rust noch duur
vergunnen zal, vóór dal gepleegd on
recht hersteld zal zijn. Zij hebben macht
tot recht geproclameerd, de machtvoer
ders der wereld, en nu deze goddelooze
leer is toegepast blijkt het een geesel,
die vorsten en volkeren tot vertwijfeling
voert.
Voor den geloovige was dit alles te
voorzien. De slraf voor de zonde van
gepleegde ongerechtigheid moest volgen.
,an de misdaad van rechtsschennis
zijn bijna alle natiën van Europa in
mindere of meerdere mate schuldig,
hetzjj door het voltrekken van daden,
>m hare ongerechtigheid ten hemel
schreien, hetzjj door diplomulieken steun
of door stille berusting, waar een krachtig
ridderlijk woord van proleet had dienen
gehoord te worden.
Men ziet dan ook duidelijk in, dat de wan
hopige toestand, waartoe landen en volken
reeds gekomen zijn, niet kan bestendigd
worden. Hij drukt al te zwaar op de na
tiën, hy vernietigt welvaart en geluk. Er
moet dus raad geschaft. In zulk een
sombere positie toch mag de komende
eeuw niet worden begroet. Er moeten
betere vooruitzichten in het donkere
verschiet den volken vertoond worden.
BUITENLAND.
Don Albertario, de edele priester
journalist, die dezer dagen den kerker
heeft verlaten, waarin hij een vol jaar
had verzucht, enkel omdat hy met vol
harding voor de rechten der II. Kerk
die des Pausen gestreden heelt, is
particuliere audiëntie bij den H. Vader
ontvangen. Omtrent de treffende woor
den,welkeZ.H. tot den wakkeren publicist
richtte, worden door den Romeinschen
correspondent van den Courrier de Bru-
xelles, die een onderhoud met Don
Albertario gehad heeft, enkele bijzonder
heden meegedeeld. „Ik verlang, dat het
bekend worde," sprak Z. H., ,dat bij
uwe vrijlating uit de gevangenis, de
Paus u op het Vaticaan heeft geroepen,
om u te zeggen, dat hij tevreden is over
u, omdat gij hebt gestreden en veroor-
doeld zijt voor een billijke en recht
vaardige zaak, voor de Kerk en voor
den Paus, zoowel als voor de maat
schappij en het vaderland."
liet antwoord van Don Albertario
was zijner waardig. Diep bewogen ant
woordde hij, dat hij van zijn beproe
vingen geen andere herinnering had dan
de vreugde, dat alles verdragen te heb
ben voor de verdediging van den Paus
en om de getrouwe opvolging van diens
aanwijzingen.
De H. Vader zeide, dat hy nu te beter
zou kunnen gevoelen, wat hel is, van
zijn vrijheid te zijn beroofd en hoe on
houdbaar zulk een toestand is voor het
hoofd van de Kerk. Z. H. prees ook de
houding van dpn Oaservatore Cattolico, die
zich, zonder iets aan de vijanden der
Kerk toe te geven, nauwkeurig houdt aan
de gedragslijn, door den H. Stoel getrok
ken ook op sociaal gebied.
In het Consistorie van 19 Juni heeft
de Paus elf kardinalen benoemd. Ver
volgens werd de verkiezing bekrachtigd
van Mgr. Hoyek, patriarch der Maro
nieten, en werd Mgr. Macarius aange
steld tot patriarch der Copten van
Alexandria. Tevens werd Mgr. Sanmi-
niatelli Zarabella benoemd tot titulair
patriarch van Constantinopcl en Mgr.
Nocella tot titulair patriarch van An-
liochië.
Een twintigtal aartsbisschoppen en
bisschoppen werden in hetzelfde consis
torie gepreconiseerd.
Dat België zijn waarlijk groote en verdien
stelijke mannen weet te eeren, is te Aalst
weder schitterend bewezen. De heer Woes
te, die genoemd district in de Belgische
Kamer vertegenwoordigt, vierde Zon
dag den dag waarop hij vóór vijf-en-
twinlig jaren tot afgevaardigde voor dit
district gekozen werd. Dit jubelfeest is
te Aalst met grooten luister gevierd.
In de parochiekerk werd een plechtig
Te Deum gezongen, waarna receptie
werd gehouden en een feestmaal plaats
had, waaraan o. a. veel katholieke af
gevaardigden aanzaten. Aan den op
tocht, die 's middags door het stadje
trok, namen niet minder dan 90 ver-
eenigingen deel.
Die hulde was verdiend. Men herin-
nere zich slechts, dat hij sinds zijne
verkiezing is opgetreden als een der
vurigste verdediger» der katholieke zaak.
De krijgsraad, waarvoor Dreyfus te
Rennes zal terechtstaan, is thans defini
tief samengesteld. Hij bestaat uit; den
kolonel van de genie Jouaust, voorzit
ter overste Brongniart, directeur der
artillerie schooleskadronchefs ProllUet,
Merle en de Bréon, van de artillerie;
kapiteins Beauvais en Parfait, van het
zelfde wapen. Regeerings-commissaris
de gepensionneerde eskadronchef van de
gendarmerie, majoor Carrière. Rappor
teur de gepensionneerde kapitein der
infanterie Jacquier. Griffier: de offiicier
van administratie 3de klasse Papillon.
Omlrent de vrijspraak van Dreyfus zjjn
de geleerden in Frankrijk het nog lang
niets eens.
Zaterdag hield de Bond van het Fran-
sche Vaderland een vergadering onder
voorzitterschap van Francois Coppée. On
der daverend applaus hield generaal Mer-
cier, de oud-minister van Oorlog, een
redevoering, waarin hij dank zei voor de
toejuichingen, welke „voor een deel zich
richten lot den soldaat, die in 1894 zijn
plicht deed en vast besloten is dien tot
het einde te volbrengen in 1899."
Men moest het leger, waarin de disci
pline prachtig was, vertrouwen en nooit
gelooven, wat Zola of anderen ook moch
ten zeggen, dat een krjjgsraad vonnis
zou wijzen .op bevel". Men kon dus
gerust zijn wat den krijgsraad te Rennes
betreft. Dat lichaam „zou vonnis vellen
in volle onafhankelijkheid en met volle
dige kennis van zaken. Het zou alle ver
klaringen weten te eischen, noodig om
zijn onverdacht oordeel te bepalen.
Het zou getuigen vinden, doordrongen
van het gevoel van hun plicht, besloten
om zich op te offeren voor de zaak der
gerechtigheid, vastbesloten om alles
volstrekt alles te zeggen, wat zou
kunnen dienen ter openbaring der waar
heid."
Deze verklaring geeft veel te denken.
De minister-cricis in Frankrijk schijnt
eind.lijk tot een oplossing te zullen
komen. Men acht het nu althans waar
schijnlijk, dat aan Sarrien zou worden
opgedragen het kabinet samen te stel
len, van wien men aannam, dat hij de
opdracht zou aanvaarden en dat hij, op
grond van de gevoerde overleggingen,
zich reeds verzekerd had van de mede
werking vanWaldeck-Rousseau voor
Vredes-conferentie.
Wel een opmerkelijk teeken, dat aan
hel einde dezer zoo hooggeroemde ver
lichte eeuw eene zoo onrustige spanning
bjj schier alle natiën, inzonderheid in
Europa, wordt aangetroffen. Er bestaat
vrede onder de volkeren, immers de
wapenen kletteren niet op de schilden
der vijandende lucht wordt niet door
de kruitdampen van de slagvelden
beneveld de oogst wordt niet onder de
hoeven der krijgspaarden vertreden
steden noch dorpen worden verwoest
en ontvolkt, en toch heerscht overal
eene angstige vreeze. De bestaande vrede
brengt niet die zoete kalmte, die rust des
harten, welke de ware vrede onder volkeren
stichtdat ontwaart men aan de luid
ruchtige bewegingen, welke ten gunste van
den vrede ontstaanaan het oprichten van
vredebonden, aan het houden van vredes
congressen en ondanks die uitingen der
volkeren blijft toch onrust en spanning
onder hen voortbestaan.
De oorzaak hiervan is niet verre te
zoeken. De vredestoestand, dien de natiën
thans doorleven, is onhoudbaar gebleken.
Wie daaraan ook maar eenigszius mocht
getwijfeld hebben, zal door het optreden
des C'zaren van Rusland van dien twijfel
wel genezen zijn. Geheel onverwacht
klonk van de lippen dezes machtigen
Monarchs hel waarschuwend woord, dat
de bestaande vredesverhouding den on
dergang van volkeren en landen in haren
schoot verbergt.
De lijden zijn ontzettend veranderd,
sinds het morgenrood dezer eeuw Europa
bescheen. Toen zuchtten de volkeren
onder de ondragelijke dwingelandij van
den geweldigen Corsicaan. Als in bloe
dige lijnen schreef deze zijne wetten
voor aan de landen van Europa en
alles moest bukken voor dezen tiran.
Doch nauw sloeg de ure, waarop
de volkeren het barbaarsche juk van
dien geweldenaar konden afschudden,
nauw was de oorlog geëindigd, of de
FEUILLETON.
De Anarchist.
3) De oude mompelde iets binnensmonds
bet scheen wel alsof het hem speel, dat zjjn
jongen geen gedachtenis by de kloppartij luid
opgeloopen. En loch was hij, toen de tijding
van de groote vechtpartij aan de labriek tot
hem gekomen was, aanstonds met zyn ondsten
xoon Willem uitgegaan, om Max te zoeken, en
was niet naar bnis gekeerd, voordat bem een
bekend politie-agent de dnre verzekering gegeven
had, dat zjjn zooo niets overkomen was. Niet
tegenstaande dat had hg hel thuis bjjna niet
kunnen honden van angst; onophoudelijk had
hg, lot op dit oogenblik, de kamer op-en neer-
geloopen, zijne vrouw telkens opmerkingen
makend en do wederlegging er van verwach
tend.
,Heb ik u niet gezegd, dat hjj zich niet
moedwillig in gevaar begeven zou?" riep zijne
moeder bl|jdo uit. .Laat jjj je vader en Willem
maar pralen, Max, ik zeg je, beiden zgn zielsblij,
dal bet je niet zoo gegaan is als Paul Drager.
En Kloarlje beeft o, zoo bitter geschreid.
Ga uu maar gauw wat eten, kind; ik
kon me zoo voorstellen, dat het je meer plei-
zier zon doen als ik je een beetje warm eten
bewaarde, in plaats van in een hoek te gaan
Gehoorzamend aan een plotaelingen inwon-
dig cd drang, welke hem zeil niet minder dia
zjjne oaders verbaasde, liep hjj naar zjjne
moeder toe en omhelsde baar.
,0, ik wou, dat je nooit om mjj hadl behoeven
te schreien," stotterde hg en spoedde zich
daarop naar de keuken. Zijn vader zag hem
hooldscbuddend na. ,Wat scheelt die uu?"
mompelde hjj. Zjjoe moeder wischtu een traan
af en riep met luider stem naar do keuken
.Max, Klaro heeft de kleine Otto bier gelaten.
De kleine was heel bang, hjj won met alle
geweld bjj je slapenik dacht, dal je daarop
wel niets zondt tegen hebben. Pas dus op als
je naar bed gaal!"
.Dat is aardig van hem,1' antwoordde Mn
verheugd. Zijne stem klonk dieper dan anders.
Otto was het kreupele, zevenjarig zoontje
van zjjne zoster Klara, die gehuwd was met
deo groentenverkooper op den hoek. In 't
geheel bad Max reeds vier neeljes en nichtjes;
van dit knaapje hield hjj echter het meesL
Zjjne moeder dacht hierover 'tharc. De oude
Thomas vergiste zich zeer als bjj zjjne vrouw
voor blind hield. Zg wist meer van de gebre-
ken en tekortkomingen van haren jongste dan
haar man. In de uren van diepe neerslachtig
heid rond zjj opbeuring, als zjj Max zag omgaan
met den kleinen krenpele. .Zjjn hart ia niet
bedorven," zeide zjj dan, „anders kon hjj niet
zooveel van dat kind houden. De goede Vader
in deu Hemel zal bem niet verloren laten
Nog lang nadat de vader en Max ter roste
gegaan waren, atond zjj aan het venster en
keek naar bniten. Haar liethebbend hart was
vol zorgen om Max en toch niet hopeloos.
Had zjj eens kunnen zien, hoe baar zoon zjjn
gelaat drukte legen deu krullebol van het knaapje,
tot deze half wakker werd en stamelde.Oom
Max, ben je daar? Hebben ze je niet doodge
slagen?" en had zjj het doffe, sidderende ant
woord gehoord,lk ban bg jo, Ottoljezul je
altijd vflBl van mjj houden, wat de mensdien
ook later van mij mogen zeggen?" dan was
zjj waarschijnlijk nog onrustig geworden uu
eene bange vrees zon baar bekropeu hebben.
Den volgenden morgen zocht en vond bij weer
werk op de fabriek. Eerst had hjj zjj no moedor
nog in de hoisboading bijgestaan. Zaterdags
avonds, den uitbetalingsdag, koebt bjj een mooi
pholographieljjatje, plaatste er bet portretje vao
OUo in en gal bet aan zjjne moeder. Deze kon
van hare verbazing bijna niet bekomen.
,Kjjk na eens!" herbaalde zjj verscheiden
malen. ,De jongen moet iets bijzonders op
zjjn hart hebbent Hg is heel onnatuurlijk!"
.Dan hoop ik, dat hjj onnatuurlijk bljjft,"
antwoordde Thomas. .Zoo lang ik hem kon,
is bjj nog niet zoo ijverig en solide gowoost,
als in de laalsle dagen."
En dat was zoo. Max werkte met vljjl en
volharding. Hjj bad de los ontvangen, dal bij
zich vljjlig en tevreden bad te toooeo. Bjj den
knagenden worm in zijn hart was de arbeid
bem eene uitspanning en afleiding, doch met
de schijnbare tevredenheid waa het anders.
Een zekere donkere geestdrift voor de „goede
zaak" bezielde bem nog, maar de praatjes zjjoer
makkers boezemden bem geen belang meer in
en evenmin het geloop in de kroeg na werktijd.
Na volbrachte dagtaak giog hij tbans steeds
zonder verwjjl naar huis, waar hjj zich beijverde
tegen vador en broeder zoo minzaam mogelijk
te zjjn. Wel verwonderde de oude Thomas
zich over het veranderde doen en laten van
zijnen zoou, maar hjj was er in den grond
zijns harten dankbaar voor. Hjj vond hot nog
geen tjjd zjjne tevredenheid openljjk te doen
blykcn, maar bjj spotte en bromde niet meer
en bepaalde zich tot zwjjgen en toezien. Willem
gaf echter zjjne blijdschap onverholen lucht.
.Max heeft een voorbeeld genomen aan Paul
Drlger," zeide hjj lot zgne jonge vrouw. ,Nu
heeft bg iels om na te denkenhet voornaamste
is wel, dat hg met de bende van Necker niet
meer verkeert. We zullen hem no wat meer
bjj ods noodigen en gjj moet hem ook zoo nn
en dan een stichtend boek leenen."
Zelfs de man zjjner zuster Klara, de groenten-
handelaar, die tot on toe zjjnon zwager hard
had beoordeeld, werd eveneens aangestoken
door de algemeene hoopvolle vreugdehjj ging
en kocht een hall pond Hollandscho tabak en
overhandigde hem eigenhandig bel pakje, Max
bedankte hem, rookte do tabak en vorzonk
in dieper gepeins en verviel in groolor onge
rustheid. Zjjn zielstoestand werd steeds pjjnigen-
der. Bjj zjjne makkers vond hjj geen opbeuring.
AU Necker goed gemutst was, maakte hjj llauwo
grappen over moord en doodslagals bjj kwaad
was stiel hjj de wildste bedreigiogen nit. De
ondere makkers vermeden zorgvuldig te spre
ken over wat nog moest gebeuren, en daarpm
noemde Max hen in zjjn hart lafaarda. De jon
geren gaven eene cynische vroolgkbeid voor,
welke hem tegen de borat stuitte en boos maakte.
Hjj zeide bg zich zelf, dat hel er geheel anders
met hunne vrooljjkheid zon uitzien, als hunne
hoofden, in plaats van het zjjne, in gevaar
waren. Langzamerhand namen zjjne gedachten
een anderen keer. Nieuwe twjjfel kwam bij hem
0(igeen twjjfel aan de rechtvaardigheid der
zaak, noch aan het recht der arbeidendo klasse,
om bare onderdrukkers te straffen, wel echter
aan de grootte der schnld van don hier in
aanmerking komenden „onderdrukker", van den
directeur Arthur Doorn. Zjjne aanvankelijke
vaste overtuiging begon immor meer te wan
kelen. Dagelijks zag hjj den jongen directeur;
hjj moest zich zelf, met het onbedriegeljjke
oordeel eens knappen nerkmans, bekennen, dat
deze zjjn werk in de pontjes konde; ook was
bet niet te loochenen, dat Doom xjjoe onder
geschikten met welwillendheid behandelde en
gaarne prees, waar te prijzen vioL Hjj ook be
gon de toovermacht te gevoelen, welke reeds
van zjjnen broeder Willem deo onderdanlgaten
volger had gemaakt van dan jongen directeur.
Steeds opnieuw vroeg hjj zich af of dezo nlot
te voorbarig was veroordeeld. Hjj besloot zijn
verdwijnende wilskracht weer wat te versterken
door een bezoek aan Paul DrAgers moeder
sedert acht dagen, na den dag der begrafenis,
had hjj haar niet meer gezien. De door smart
gebogen vrouw beantwoordde echter zjjnronw-
beklag op een geheel onverwachte wjjze.
,3e znlt toch den heer Doom de schold niet
willen geven riep xg boos. Die heeft niets
uitstaan met don dood mgns zoons ja, loet»