Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No 35. Zaterdag 25 November 1899. Dertiende Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnementsprijs yer drie n Franco per post Afzonderlijke nummer» f 0,40. f 0,05. BureauBreedestraat, E 349, Amersfoort. Uitgave van de Vereeniging De Eembode. Prijs der Advertenties: Van 1 tot G regelsf 0.30 Voor iederen regel meer- 0.05 Kroger en CMerlein. Tot schetsing van Krügers beeld, den president der Transvaalsche Repu bliek, behoeft men niet te zoeken naar een achtergrond donker en zwart wordt hij geleverd door Chamberlain, den minis ter van Engelands koloniën -, de onedele rol door dezen tegenover Transvaal ge speeld werpt rondom Krügers figuur en deszei fs onderdanen de donkerste schaduwen, zoodat zijn beeld, scherp omlijnd, krachtiger in zijn edelste vor men op den voorgrond treedt. Krüger tegenover Chamberlain, zijn tegenstander, wat al licht, van de eene, wat al donkerheid van de andere zijde Krüger, een christen met vaste en on wankelbare beginselen, Chamberlain, die alsongeloovigegeenandere beginselen kent dan die zjjner eigen porlemonnaie Krüger, open en lier, Chamberlain zich wikkelend in de duisternissen van logen en bedrog -. Krüger, die als vader zijns vaderlands onbaatzuchtig het geluk en het heil zijns volks zocht, Cham berlain, die, misbruik makend van zijn departement, het Engelsche volk op zweept tot een kostbaren en wisselvalli- gen oorlog om zijn aandeelen in de Afrikaansche mijnfondsen voor de toe komst lucratiever te maken; Krüger, die, begaan met zjjn volk, tot behoud des vredes de verst mogelijke concessiën doet, Chamberlain, die telkens de con cessiën beantwoordt met nieuwe eischen; Krüger, die, om de ontzettende rampen van den oorlog te voorkomen, de ge schillen door een arbitrage wil opgelost, Chamberlain, die, uit vrees voor echec zijn Judasrol daaraan niet durvende bloot stellen, van geen scheidsgerecht wil hoo- renKrüger, die, gedrongen voor de keuze gesteld of oorlog, óf prijsgeving van 's volkszelfstandigheid, het eerste verkiest met een volk achter zich, dat tot den laatsten man de door hem rechtmatig gehandhaafde onafhankelijkheid zal ver dedigen, Chamberlain, die, onder veel vuldige protesten van het eigen volk, vloot en soldaten naar Afrika zendt om over Transvaal de ramp te storten van een onrecht vaardigen strijd; Krüger en Chamberlain, welk eene tegenstelling Beiden zijn met de hoogste geestes gaven door de natuur begunstigd. Van uit het volk langs de politieke ladder opgeklommen tot de hoogste macht, tot regeerders over het volk, de een tot president, de ander lot minister van koloniën, het geheel ministerie beheer- schend. Beiden hebben in hun verhe ven positie hunne groote gaven en talen ten gebruikt, maar geheel verschillend, in tegenovergestelde richting. Chamber lain is, wat hij was, gebleven, industri eel, een man voor eigen zaken, en werd, als burger onschuldig, als minister mis dadig. Eigenbaat beheerscht hem eigen zaken uilbreiden, zijn kapitaal ver- grooten, ziedaar het doel, waarnaar hij streeft. In de keuze der middelen is deze ongeloovige staatsman alles behalve kieskeurig, de godsdienst legt hem geen band aan hij waant zich vrij om het modern beginsel voor zich toe te passen het doel heiligt de middelen. De dia mantvelden en goudgronden van Trans vaal trekken hem, en om ten volle zijne hebzucht te kunnen botvieren, moest de onafhankelijkheid der Boercn-republiek worden vernietigd en de suzerciniteit van Engeland erkend. Een eerste poging werd aangewend door den verraderlijken inval en strooptocht van Jameson, en ofschoon deze aanslag deerlijk mislukte, liet hij zijn plan niet los. Het volk moest daartoe bewerkt, parlement en ministerie gewonnen. Het eenige middel daartoe waren laster en logen. De Jingo-bladen verhieven in koor hun slem op commando van Cham berlain over den onhoudbaren toestand der vreemdelingenmiddelen moesten beraamd, voorstellen door de regcering gedaan, desnoods met geweld doorge dreven om de regeering te Pretoria te dwingen, daaraan een einde te maken. Het ellendig spel, waarin Chamberlain al zijn listige sluwheid en gewetenlooze berekening aan den dag legde, zich ver toonde in al zjjn cynisch en laag egoïsme tegenover de openbare meening in Europa, is bekend; 'l was bieden en loven zon der oprechte bedoeling, 't was conces siën afdwingen tot het uiterste en daarna de geschillon hangende houden om lijd te winnen voor de landing vun leger en vloot, Zoo werd een oorlog, door het geweten der volkeren veroordeeld, voor bereid zoo werd Transvaal gedwongen tot den strijd tegen het perlldc Albion om de vrijheid en onafhankelijkheid des Vaderlands te verdedigen. Met afschuw 'n walging wondt men zijn blik van dezen gewetenloozen hoofd bewerker van den onrechlvaardigen oorlog af en verlustigt zich liever in het schouwspel, dat de President der Trans vaalsche Republiek ons te genieten geeft. Tegenover de intriges van zjju tegenstan der stelt hij de ridderlijke lierheid en beproeft liet uiterste om do rampen van een moorddadigen strijd te voorkomen. Eene zaak echter kan en wil hij niet prijs geven, de onafhankelijkheid des.Lands. Den toeleg doorschouwend maakte hij zich, toen de oorlog onvermijdbaar scheen, voor den strijd gereed en zond Engeland, alvorens dit geheel was uitgerust, zijn bekend Ultimatum, In het volle bewust zijn van recht en plicht spreekt hij in den Volksraad eene taal door zijn volk verstaan en begrepen, openbaart hij zich als een innig geloovige, die in den hem onrechtvaardig opgedrongen kamp zijn gansche vertrouwen stelt op den Heer der Heerscharen, die als Wreker des onrechts hun geringe macht tegenover het machtige Albion moge zegenen en hen voeren tot de overwinning. Zoo staat thans Krüger te midden van het wapengekletter, oiugeven door de hoogste sympathie der volkeren, ten zeer ste bemind en vereerd door ijn volk, trouw bijgestaan en geholpen door de Zuster- Republiek Oranje-Vrijstaat. Van alle zijden stroomen hem de mildste offers toe om de nooden te lenigen dergenen, die op zijne roepstem tot den laatsten man den heiligen strijd hebben aan vaard voor vrjjheid en recht. Vreem delingen sluiten zich bij hen aan, vrouwen zullen met de wapens in de hand zijn lijfwacht vormen. Zijn vertrouwen op God werd niet beschaamd, tot op den huidigen dag leed Engeland nederlaag op nederlaag, ramp- op rampspoed, ter wijl onder geestdriftige sympathie en toe- juichingder volkeren, door Transvaals wel geoefend en dapper leger de eene over winning na de andere werd bevochten. Het rechtsgevoel der volkeren heeft geoordeeld, het openbare geweten ge sproken Chamberlain werd der ver achting prijs gegeven, Krüger tot een Godgcloovig ridder gestempeld zonder smet en zonder blaam I BUITENLAND. Dal in Frankrijk de revolutionnaire geest onder hel volk steeds voortwoekert is Zondag weder gebleken bij de ont hulling van hel monument „de zegepraal der Republiek" op de Place de la Nation te Parijs. Een ontzaglijke menschenmenigle was bijeen en ook president Loubet met Waldeck-Rousseau en vier ministers, de bureau's van Senaat en Kamer waren aanwezig, 0111 de huldiging hunner repu- blikeinsche beginselen te aanschouwen. Maar opeens bleef bij het voorbijtrek ken der vcrcenigingcn een der groepen voor den president slaan en ontrolde een zwarte vlag met de woorden „aan de slachtoffers van 1871." Tegelijk werd de Carmagnole aange heven, terwijl overal de roode vlaggen en vaandels omhoog gestoken werden de kreten „Weg met het nationalisme I Weg met het clericalisme 1" overstemden de kreten: „Leve de RepubliekI" Loubet stond op, stapte in zijn rijtuig en reed weg, terwijl de politie zich meester maakte van de vlag en haar verscheurde. Waldeck-Rousseau, die op 't stadhuis een redevoering zou houden, liet weten, dat hij niet kwam. Maar daarmede was de zaak niet afge daan. Maandag werd de Regeering over deze socialistische en anarchistische be tooging dadelijk geïnterpelleerd. Onder geraas en gebrul van de uiterste linker zijde ontwikkelde de heer Alicol zijn redenen tot ontevredenheid en vroeg of de minister-president de ontplooiing der roode vlag goedkeurde en hoe hij oor deelde over de vereenigingen, die met oproerige symbolen rondtrokken. De minister-president Waldeck-Rous seau antwoordde, dat de Regeering geen machtiging had gegeven 0111 de roode vlag te ontplooien, maar de orde werd niet verstoord. Verder zeide hij; Maak de openbare meening niet zonder noodzaak bang. De Republiek en de President werden immers met toejuichingen ontvangen. Met dit nuchtere bescheid moest de Kamer zich tevreden stellen. De eenvoudige orde van den dag, door den heer Wuldeck-Rousseau gevraagd, werd met 329 tegen 230 stemmen aan genomen. Maandag is keizer Wilhelm met zjjn jacht de Jlolienzollern te Porthsmouth aangekomen. De oorlogsschepen van het Engelsche eskader losten saluutschoten, die werden beantwoord door de kanon nen van het Duitsche pantserschip Kai ser Fried rich, dat het keizerlijk jacht begeleidde. Toen de Bohenzullern gean kerd was begaf zich de hertog van Con- naught in de uniform van kolonel der Duitsche huzaren met den zwarten ade laar aan boord om de Duitsche vorsten welkom te heelen. De hertog was verge zeld van admiraal Seymour, generaal Russell en een schitterenden staf. Terwjjl de keizer de uniform van Engelsch ad miraal droeg, waren zijne twee zoontjes in matrozen-kostuum gekleed, Op de kade presenteerden 2500 soldaten en matrozen de wapenen. Te 11 ure onge veer debarkeerden de keizer en de kei zerin en werden aan wal ontvangen door de autoriteiten van leger en vloot. Aan de keizerin werd een prachtige bloem ruiker aangeboden. De keizer inspecteer de de landtroepen en de matrozen. Ont zaggelijk was de menigte, die op de been was om de ontvangst der vorste lijke personen bij te wonen. Alle Engelsche bladen hebben aan dit bezoek artikelen gewijd, waarin zij den Duitscben keizer hartelijk begroetten, doch tevens hun leedwezen uitdrukten, dat de korte tijd, dien hij op Engelschen bodem vertoeven zou, niet toeliet den gast ook in de hoofdstad te begroeten, en het bewijs te leveren hoe het geheole Engel sche volk met dit bezoek is ingenomen. En onderwijl de Duitsche keizer zich in Engeland amuseerde, heeft de Duitsche Rijksdag een wet verworpen op welks aanneming Wilhelm zeer gesteld scheen FEUILLETON. Kei sliehtoffer van het spel. Generaal C. bad een koetsier noodig en lies er een vragen aan ceo darao van SL Do mingo, die een logement hield en tegelijk rij tuigen verhuurde. Eerst betuigde deze dame, dat zij er gei etond, want b loonere. die n die over al de anderen gealeld as, zoune wel licht goed geweest zjjn voor don generaal, maar juist dozen wilde ijj wegens zjjn goede hoe danigheden bonden. Zulks was echter voor den generaal een dubbele reden om er op aan te dringen, zoodal zjj hem eindeljjk toch afstond. Toen deze man in dienst van don generaal was gokomen, merkte men nieta bijzonders in hem op; zjjn heer echter schatte hem op prjja, omdat hjj buitengewoon beleefd was, zich nooit met de grappen der andere bedien den inliet en zeer nauwkeurig zijn plichten ver vulde. De andere bedienden achtten hem: zjj merkten voortdurend zulk een droefgeestig heid in hem op, dat zg niet konden gelooven, dat hjj zich uit hoogmoed steeds afzonderde. Als het etensuur sloeg plaatste bjj zich zwijgend aan de algomoene tafel, at zeer matig en ver wijderde rich dadeljjk weder in don stal. Zyn Iodine of vrjjo uren besteedde bjj niet om in de herberg te gaan of te spelen, zooals de an deren, hjj plaatste zich onder een boom in dan tuin en zat urenlang te lezen. Mest ver den bijnaam van .steiloor". Twee jarsc gingen aldos voorbij; Huiler, zoo heette de koetsier, volgde den generaal overal, waar de oorlog hem bracht(liet was omstreeks hot jaar 1807, dat dit voorviol) en zoo had hjj den generaal ook in Dslmatig ver gezeld, terwijl deze te Ragusa woonde, waar over de keizer hem liet boheer had toever trouwd bier bad bel volgende voorval plaats. Op zekeren dag, dat de gouverneur-geoeraal aan een menigte olficioreu vao zjjn staf en de voornaamste officieren van het Oostenrjlkscbo legerkorps, dal in den omtrek gelegerd was, een diner moest geven, was hjj verplicht ai zjjn bedienden voor de bcdieoiog der talel in beslag te nemen. Ooi Muller was hieroodor begrepen en op den bepaalden lyd verseheoD bjj in de eolzaal met een servet op den arm. tiet groot aantal der aanwezige diachgcnoolen belette Maller gewis elk in het bjjzonder op le merken, waal een grool gedeelte van den maalljjd ging voorbjj zonder dat er iets voorviel; maar toen bet tweede gerecht werd opgediend en hjj juist een schotel op de tafel wilde zetten, draaide ruimte te maken, en gal zjjn toen bij hem herkende, door eeD luiden gil kennen. Muller op zijn bonrt zag den olficier aan, werd bleek, liet de schotel nil zijn handen vallen en verliet de eetzaal met een verlegen- beid, die alle aanwezigen verwonderd deed opzien. Dit alles was zöo snel geschied, dat de meosten niet wisten of Bchrik dan wel zjjn onhandigheid aanleiding tot zjjn ontsteltenis had gegeven, en hel diner werd dus voortgezet zonder dal Muller terug kwam. Evenwel had de generaal zeer goed opgemerkt, dat de Oostenrjjksche olficier en de koetsier ^alkander sedert lang ouden knecht terug riet of omgekeerd, van een knecht, die zjjn onden meester weder ontmoet. Eeo zonderlinge ontroering, een plotselinge schrik wss op beider gelaatstrekken te lezen geweest «n de ongerustheid van dsn offieter gedorende bet eindo via den maaltijd ontging hem niou Indien er op dat tjjdstip tussclien Frankrijk en Ooalenrjjlt een oorlog had beslaan, had de gene raal kuoeen denken, dat deze Muller oen spion was, die, in de hoop eeaer rjjke belooniug, deze op zinh had genomen maar hjj de plaats heb bende omstandigheden had zulks geen waar- scbijoljjklieid en het was dus verstandiger te deuken, dat Muller vroeger bjj dezen üosten- rjjkschen officier gediend en io zjjn dienst eenige misdaad begaan had, voor welker ontdekking by thans vreesde. Hoezeer do generaal nu ook reden had om over Muller ia nlle opzichten tevreden te zjju, wilde hjj echter weten ol bjj ook te doeu bud met een van die huioholaars, die jarenlang het vertrouwen hunner meesters trachten te winnen, om er naderhand misbruik van te kunnen inakeu. Toen de maalljjd geüindigd was zocht de generaal dus overal deu Oostenrjjluchen olfi cier, ten eiode hem '.0 ondervragendoch deze was evenals de koetsier nit de zaal verdwenen en noch de oen noch de ander werd den gan- schen avond meer gezien. Toen het nacht werd onderzocht de generaal bij do andere be dienden wat er van Muller «as geworden en vernam, dat bij, na bet ongeluk aan talel, dade ljjk in den stal was gevlucht; dat do vreemde officier hem na den maaltjjd had gezocht; dat zjj gernimon tjjd bjj elkander waren gebleven en een gesprek gevoerd en daarna voortpralende rich van bet hotel verwijderd hadden. Den volgenden morgen Uet de generaal opnieuw zjjn bedienden ondorvragen en vernam, dat Maller weder in den stal was en zeer bedaard de paarden roskamde. Dadeljjk begal hjj zich daar- ondervrugeo; maar zoodra Muller zjjn meester zag, kwam hjj zeli hem tegemoet en over handigde hem een brief van den volgenden ,Op mjjn woord van eer bljjf ik borg voor de getrouwheid en het goede gedrag van den koetsier Muller en graaf C. zal mjj zeer verplichten, als hjj rich geen moeite geeft om .En als ik zulks eens wilde onderzoek zei de generaal. .Dan zou ik genoodzaakt zjjn uw dien verlaten," antwoordde de koetsier; .het mjj Wtl onaangenaam zjjn, maar zeker zc u oogcuhükk.-ljjk moeten verlaleu." Zjjn goed gedrag en de aanbeveling var Ooalenrjjkschen olficier deden den gr eenige ra Muller bleef ia ;o ge sluiten om niet ve beurleais geheel vergeten -, waarschijnlijk de generaal er nooit weder aan gedacht heb ben, indien een verschrikkelijk voorval hem zulks niet herinnerd had. Op zekeren morgen, dal Muller de paarden naar hel wed bracht, werd bjj door een dezer dieren op den grond geworpen en met oen verpletterd hoold naar buis gedragen, zoodat er geen hoop meer op zjjn behoud was. inder daad stierf bjj dienselfden dag, zonder nog bjj zjjn kennis geweest te zjjnden volgendcD dag belastte do generaal een adjudant, om zich in de kamor van Muller te begeven en alles op te schrijven, wal er zich bevond. Muller was immers eeu stil en ordonteljjk gowoesl, die gewis wel iets overge- wpze door Muller verkregen wasdoch toen hjj den generaal verslag bracht, herinnerde dezj zich hot goval en wilde zelf de gooderen van den overledene onderzoeken, hopende er tevens eenige papieren onder te vinden, welke hem deze duistere zaak zouden oplossenbjj vond echter niets dan de gemelde hroveu, welke allen op naam van graaf V. en kolo nel in Oostenrjjkschen dienst geteekend waren. Zoo verliepen er oog verscheidene weken, zon der dat de generaal eenige opheldering nopens deze vreemde geschiedenis kon machtig wor den, totdat op zekoren dag de Oostonrjiker, die zulk een zonderlinge ontmoeting met Mul ler had gehad, doch dien hjj sedert niet moer le Ragusa gezien bad, ofschoon hjj in de na- bunrschap woonde, rich bjj hem liet aan- Toevallig had deze den dood van den koet- welke hjj op Mullere nalatenschap had, 1 echter meende do generaal hem eon on ander le .moeten vragen, waarop de oifieier aldus n gou- horloge vao zeer veel waarde bezat, welke voorwerpen hjj beide aan zjjn familie wilde doeu toekomen, indieu deze ontdekt mocht worden. De olficier, met deze taak belast, begaf zich dan in Mallere kamersmaar hue verwonderd was hjj, toen hg den koffer van den koetsier opondo on er een Ooslenrijksche uniform in vond, kolonels- epauletten, oen brovet van dien rang en diplo- ridderorden - it alles op geen oerljjko geen gij verlangt te weten, wyl gjj in een een voudige verklaring van mjj genoeg vortronwen gesteld hebt, om deu ongelokkigen Muller bij u t« houden, io weerwil van het geheimzinnige, dat op zjjn omstandigheden rustte. Do uniform, die epauletten, die ridderorden kwamen hem rechtens toshij heeft ze als braaf soldaat ver kregen. Eón misstap echter heeft ze hem doen verliezendoch hjj heeft voor deze misdaad op zulk oen wjjzo geboet, dat ik geloof meer hulde aan zjjn nagedachtenis te doen, door n tojjn oudste broeder; zjjn geschiedenis b. dan hetgeen gjj

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1899 | | pagina 1