GEBROEDERS LEVY.
DE EEMBDDE.
and
S HEIJN.
ollenhoven
:elen,
II" h/il Langstraat.
ii en den boerenstand,
;n Varkensslachterij,
l PI
■.ml
toO|T 08 ?t|
Voor ie ZAAI ontvangen
Inboedel,
Van Lieshout Thien.
LANGESTRAAT 40,
Bijvoegsel.
AMERSFOORT.
10 Maart 1900.
Een leeuwenjacht.
Ik bevond mij op rein door hol uoordou
van Afrika in het zuiden van Algerlt', waar
ik do gastvrijheid genoot van don Frauechcn
kolonel, die met zijn trocpenafdocling do
stammen van het gebergte in bedwang moest
houden. Alles was echter rustig, en aange
naam waren do dagen, die ik daar sleet. Zoo
hadden wij op zekeren avond voor onze
tenten gozcllig zitten pratendo lucht was
don donkeren hemel. In liet westen toonde
een roode gloed, waar achter de bergtoppen
de zon was ondergegaan, en slechts hooi uit
do verte wordon llauwo goluidon gehoord.
Do olllcioron bespraken roods liet plan om
don volgendon dag hot kamp op te lirckon
en het meer naar de kust te vcrlcggon, toon
stappen op den rotsachtigcn grond wordon
gehoord on even later een Algerijn in zijn
schilderachtige kleeding, doch geheel onge
wapend, voor ons stond, diep ter aarde boog
en zich bekend maakte als een bode van
sjeik Sidi Mohammed cl Sedik, uit wions
naam hij ons kwam uituoodigon tot een
leeuwenjacht. Een groote oudo leeuw, zoo
vertelde hij, kwam eiken nacht in do kam
pen van den stam, roofde veel vee en viel
soms ook mcnschon aan. Alleen do dapper
heid der Fransehen, zoo voegde hij er met
een lijnen glimlach hij, was groot genoeg
om zulk een dier tc bestrijden.
Ofschoon do kolonel bij liet hooron van
den naam van Mohammed el Scdik en nog
mcor bij het vernemen van de uitnoodlging
tot do jacht zeker wantrouwen had opgevat,
liet hij daarvan niets bemerken en in oven
belecfdo bewoordingen nam ldj de ultimo-
diging aan, zeggende, dat zoker oen paar
Franache officieren en misschien wol do nan-
wozigc gast zouden komen, om lien van don
leeuw to licvrijdon.
Nauwolljks was do bode echter mot veel
buigingen en plichtplegingen vertrokken en
bewezen de ver in 't rond klitikondo voet
stappen, dat hij op eenigen nfstaud was, of
onze hoogste officier sprong met een luid
uitgesproken verwensching op. „Die schurk
wil ons vangen; die leeuw zal er wel zijn,
daarvan heb ik al meer golioord, maar dien
kunnen zo zelf heel goed doodscbioten en
n ging 's morgens
nan don helderen
ap weg begaven,
't landschap, dio
Een lichte nevel hing
ons verhinderde ver van ons af te zien, zoo-
dat ik mijn vriend, kapitein Laeomhe, die
den weg kendo, liet voorgaan on zwijgend
achter hem ging.
Het was stil, alleen hot gezang van vogels
werd gehoord, soms door liet geschreeuw
van een roofvogel plotseling tot zwijgon go-
bracht, toen mon uit do verte con dol ge
rommel vernam. liet kwam nader en nader
met een schreeuw sprongen wij op zijde;
een rotsblok van de grootte van een huis
rolde van dc borgen af, ging vlak voor ons
dwns ovor don weg on vordwoou in de
diepte, waar liet mot een slag uit elkaar
spatte. Wij zagen elkaar aan was dat tooval
oen ongeluk of...? Oeen tweo minuten later
kwam ons do sjeik zelf mot twiutig zyncr
ruiters tegemoet. Hij scheen eonigszins ver
wonderd, dnt hij ons heelhuids zag, manr
spoedig trok hij zijn gozicht weer iu dc plooi
en vroeg uaar onzen wolstand.
„Waarom komt de kolonel niot zelf?"
vroeg hij even later, „ttooit is or nog zoo'n
prachtige gelegenheid gowoest om con leeuw
te schieten ais nuik heb mijn tuuiischnppon
don leeuw laten nagaan oil zijlweten nu
procies, waar hij vanmiddag moet uitkomen,
zoodat u hem gomakkolljk kunt schieten. U
weel, ons outbrcokt diutrtoo do moed, maar
de Frauschcn zijn niet bevreesd," zei hij op
zeer beleefden toon. Maar daarbij lachte hij
zóo in-gcmccn, zóó grijnzend valsch, dat ik
moeite had bedaard te blijven. Nu geloofde
ik liet ook, do Icouw was hot lokaas on wij
waren de uitgekozen slachtoffers.
Manr wij lieten niets blijken, gingen met
den Hjeik naar zijn tont on lioton ons hotgoon
ons daar word voorgezet goed smaken. Alleen
lijn vriend liet uoodlg, onzen gast-
t wij d
1. Dnt bi
n do
voudlg dionst doen
val tc krijgonmaar we zullen oppnsson. Het
beste zal toch wel zijn, dat er con paar van
u heengaan, maar dat we u door pntrouillea
doen bewaken, die onmiddellijk tc hulp kun
nen komen als iets kwaads wordt begonnen.
Zijn er hceren, die willen gaan
Onmiddellijk sprongen een paar officieren
op en ook ik verzocht van de partij te inogen
zijn, daar ik van mijn Afrika reis niot gaarne
wildo terugkeeren zonder een leeuwenjacht
aakt.
Ecu kapitein, mijn vriend Lacombc, on ik
kregen verlof om mee te gaan en nog den-
zolfdon avond brachten wij onzo wapenen en
kleeding in orde, terwijl de kolonel oen
patrouille koos, die ons in stilte
a wij o:
bezoek verwachten van oen patrouille, waarop
dc sjeik zich op do lippen beet, oven daarna
opstond en zich verontschuldigde, dat hij aan
de jacht geen deel kon nemen, waarna hij
afscheid van ons nam cn ons goed succes
Met de heide Algorijnon, familieleden van
den sjeik, die ons den wog zouden wijzen,
spraken wij nog oen uur en begaven ons toon
op weg naar do plaats, waar do leeuw, zoo
als zij beweerden, olkon middag kwam drin
ken. In do brandondo zon liopon wij een
poosje voort en niet lang duurde liet, of wjj
zagen de sporen van don locuw in het leem,
dat de rotsen bedekte Deze sporen volgende,
kwamen wij aan een diep ravijn, waarin do
leenw blijkbaar was afgedaald; aan don ingang
daarvan moesten wij wachten, dan zou hij
spoedig komen.
Maar er was bijna gcon plaats, waar wy
konden staan of zittonhot eonigo plokjo,
dat zich aanbood, was oon paar viorkanto
meters groot en mot zand on bladeren be
dekt. Dat word ons aangewezen, en hoewol
wij het nogal vreemd vonden, dat hier op dc
kale rotsen, waar gcon boom of struik groeide,
boombladeren tc vindon waren, vleiden wij
ons daar neer, onze goworen geladen in do
De Algorijnon gingen wog, daar zij, zooals
ZO zeidon, bang waren voor don loouw, en
wij bleven alioon achter.
,Ik vortrouw hot niot," begon mijn vriond
de kapitein, „dio kerels zijn nooit hnug on nu
zijn zo hot weldat rotsblok van dozen
morgen lijkt mij verdacht en ook, dat do
ifjeik is weggegaan cn do patrouillo maar
niot komtik durt haast wedden, dat hij zo
tegemoet is gegaan en zo hoctt misleid, maar
wat is dat
De grond, waarop wy xatcn, schcon to
buigonook liot zich oon licht gekraak hooron.
„Ja, wat is dat?" zei ik. nu ook ongerust
„Weet jo wilt, Ik zal oen ander plnaltyo
gaan opzoeken on als ik er oon gevonden
heb, zal ik je roopon."
Kapitein I.aco ging weg.
Nnuwolijks was hij dertig meter van mij
vorwijdord, loon ik in de kloot oon goritsol
hoorde. Zou hot do leeuw zijn Maar ik had
altijd golioord, dat eon leenw brullend uit
zijn leger kwam. Alios was nu weor stil,
uinar met nngstigo blikken stiuirdo ik onaf-
gchrokan nnnr don ingang der kloof: nu
zou ik mot don koning dor woestijn kennis
Of was hot lots nndors geweest?
Duur op oeniuaal schalde vlak voor mij dnt
nllesdoordriiigond gebrul, dnt niomnud ver
geet, die hot ooit heeft gehoord. Eon paar
witte vlokjes schuim stoven in do lucht; hij
was vlak bij mij, hoewel ik hom nog niet
kon zion.
In dc lucht klapten de vlcugois van oon
grootcn gior, die op het overschot wnchllo,
wnnnoor de. leeuw zijn buit zou hebben ver
slonden. Zou ik die buit zijn, of mijn vriond?
Ik zng oven omwaar was do kapitein
Mnar noun, ik moest nu alloon op don loouw
lotton. Woor zag ik voor mijin||it adem
blcof steken. In do majosteit van zijn knnlnk-
lijko verschijning, mot in don wind golvondo
manen, met bliksemende oogen en grijnzen-
den muil stond hij daar, gereed tot eon sprong.
Zijn staart ging haastig heen cn woornog
één oogonblik, ik legde aan op zijn muil, ik
hnnldo don trekker ovor, een schot, oon
schroauw ik vooide zijn adem in mijn gezicht,
ik trok mijn revolvor, mnar alles iluizoldo
mij voor do oogen, hot was, of Ik hals over
kop naar bonodon viol en do loouw mot mij.
Ik kwam weer bij, hot stol, door mijn val
veroorzaakt, dwarrelde nog in de lucht; ik
was dus maar een oogenblik buiten kennis
geweest. Naast mij lag de leeuw, bloodond
uit zijn hok cn met gebroken oogen alleen
lu zijn poot was een laatste stuiptrekking te
zien. Kondorn mij waren loodrechte rots
wanden en boven in do opening zag ik hot
grijnslachend gezicht van den sjeik, duivel-
schor dan ooit.
„Dio daar is dood," hoorde ik hom zoggon
„die gaat niet meer op de leouwonjachtvoor
nllo zekerheid zullen we straks nog oen paar
kogclB naar beneden sturen, manr gooi eerst
dien anderen er bij in." Die andero, datbo-
groep ik al dadelijk, was do kapitein. Ik
hoordo, hoe hij zich verweerde. Ik zag al
LANGESTRAAT 40.
•nituren, Chemises,
usen, enz. enz.
'm, Tricot goederen enz.
orten
art en wit,
esten, Laken Paletots.
en blauwe KIELEN, HEMDROKKEN,
"ÏEN, MANS en VROUWENHEMDEN,
don verkiezing van een lid voor den
alure Mr. F. D. GRAAF SCH1MMEL-
mdislrict, op Dinsdag 13 Maart
aiging „RECHT EN ORDE" by accla-
ld den heer
lezers beleefd maar met den meesten
en op dezen zeer aanbevelenswaardigen
HET BESTUUR.
SFOORT.
gegarandeerd 96
ZAAIGERST.
wwvvvvvvvww
-g j* i R
aa e CQ S II®
05 I Ml.'
g m °c M
od J g.&£
ro s -r-v;:
S |ea
si o=s
es
öQ
o
Oil
II
gelegen in den Middelwijkschen Polder,
op conditiën als vorig jaar.
Alles nader aan te wijzen door
C. VELDHUIZEN op de kapel van Dam
van Isseit te Soest.
Dikke en PROBSTEJER HAVER,
Zomergarst, Boekweit.
Pijn en grof Graszaad,
Klaverzaad, Seradella
en Spurriezaad.
Tot de meest concurreerende prijzen bij
A. Stoeker, Hot, Amersfoort.
Koolzaad te koop gevraagd.
bestaarde voornamelijk in Kabinet, Se
cretaire, Ladetafel, Stoelen met zitting,
Spiegels, Schilderijen, Veerenbed met
toebehooren, Tafels, Kasten, Linnengoed,
Dekens, Lakens, diverse antieke Borden,
Schotele, Kommen, enz., diverse Boek
werken, waaronder een zeer prachtigen
Bijbel (zeldzaam) gedrukt in het jaar
1663 bij de firma weduwe Johannes
Elzevier te Leiden, en Glas-, Blik-, Tin
en Aardewerk, voorts den voorraad
Schoenen en Touwwerken en Schoen
makers- en Touwslager8Qereed8Chappen,
Hennip en eindelijk Bloemen, Kuipen
en Brandhout en hetgeen verder te
voorschijn zal worden gebracht.
Daags te voren te bezichtigen van
9—12 en van 2—4 ure.
X IjIKNIIOUT en J. P. B. TUIEN,
van Amersfoort en Omstreken te berichten,
nen de VLEESCHHOUWERIJ en VARKENS
SLACHTERIJ voor gezamenlijke rekening uit te oefenen onder
de firma
De zaak zal zijn gevestigd in de van ouds bekende vleeschhouwerij aan
de Lavendelztraat No. 4, waarheen de vleeschhouwerij door den vennoot
Thien, thans gedreven wordende aan de Appelmarkt No. 7, naast den heer A.
van den Hoek, wordt overgebracht, terwijl de prijzen evenals daar sterk con-
curreerend blijven.
Z(j bevelen zich minzaamst aan en hopen het algemeen vertrouwen te
winnen door de levering van le kwaliteit puike waar cn door eene nette
prompte bediening. UEd. Dio. Dienaren,
A. VAN LIESHOUT,
J. P. B. THIEN.
Eenig adres voor fijne, delicieuse Worst en gerookte vleesch-
waren, gezuurde Rolpens, enz.