Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
l'Jri i
LBO m
No. 45.
Zaterdag 9 Februari 1901.
Veertiende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
TWEEDE BLAD.
te
ENCYCLIEK
VAK
onzrn AllerhviligNten Vader
door de Goddelijke Voorzienigheid Paus.
Aan Oma Eerwaardige Broeder» de
patriarchen, primaten, aart bie-
achoppen, bieBchoppen en andere
ordinariaaen, in vrede en gemeen
schap met den H. Stoel
LEO XIII, PAUS.
Eerwaardige Broeders, heil en
apostolischen negen.
De zwaarwichtige geschillen op
economisch gebied, welke in meerdere
landen reeds lang de eendracht in
gevaar brengen, nemen met den dag
toe in getal en vinnigheid, en wel
zóó, dat zy terecht de bezorgdheid
gaande maken van hen, wier taak
het is door hun wijsheid anderen voor
te lichten. Die geschillen werden het
eerst in het leven geroepen door de
bedriegelïjke leeringen, welke zich, in
betrekking tot het leven der gedachte
en het richten van den wil, alom
wisten baan te breken. Vervolgens
hebben de nieuwe hulpmiddelen, door
onzen tijd aan het handwerk geboden,
de verhoogde snelheid van het verkeer
en de velerlei werktuigen, die te hulp
werden geroepen om den arbeid te
verlichten en de winsten te vermeer
deren, den strijd heviger doen ont
branden. Eindelijk heeR de oneenig-
heid, door den verfoeilijken toeleg van
de mannen der revolutie tusschen rijk
en arm aangestookt, ertoe geleid, dat
verschillende Staten herhaaldelijk door
beroeringen bezocht en door zware
onheilen met ondergang bedreigd
worden.
Reeds in den aanvang van Ons
Pausschap hebben Wij, inziende welk
gevaar de maatschappij deswege boven
het hoofd hiDg, het Onzen plicht ge
rekend, de kinderen der Kerk openlijk
te waarschuwen tegen de dwaling
van het socialisme en tegen de nood
lottige gevolgen, die er uit zouden
voortspruiten, niet enkel wat aangaat
de uiterlijke goederen des levens, maar
ook voor de zedelijke welvaart der
samenleving en voor den bloei van
den godsdienst. Hierop had betrek
king de Encycliek Quod Apostolici
numeris, welke Wij den 28sten Decem
ber 1878 hebben uitgevaardigd.
Toen evenwel de gevaren met den
dag grooter werden en al meer en
meer huisgezin en maatschappij be
dreigden, beijverden Wij Ons tot
krachtiger voorziening. In Onze Ency
cliek Rerum novarum van den löen
Mei 1891 spraken Wij uitvoerig over
de rechten en verplichtingen, waardoor
de beide klassen van burgers-zij die
het kapitaal en z« die den arbeid
leveren met elkander in verband
moeten staan, en tevens gaven Wy,
in het licht van de voorschriften des
Evangelies, de middelen aan, door welke
de van gerechtigheid en gods
dienst beveiligd en aan allen strijd
tusschen de klassen van burgers
onderling een eind gemaakt moet
worden.
Veruüng TUI De Tijd.
Door Gods goedheid bleek Ons ver
trouwen ten deze niet ijdel. Immers
zelfs degenen, die van hot katholiek
gelool afweken, zap"ti zich door de
kracht der waarheid tot de erkentenis
gedwongen, dat de Kerk voor alle
rangen in den Staat heilmiddelen ter
beschikking heeft en die aanwendt
allermeest ter gunste van beu, die
zich in ongeliikkigen toestand bevin
den. De Katholiekeu-zclvon oogstten
uit Onze verhandelingen overvloedige
vruchten. Want niet enkel vonden zij
daarin opwekking en krocht teneinde
heilzame plannen te beramen en ten
uitvoer te leggenmaar zij ontleenden
daaraan tevens de gewinschte voor
lichting, die hun noudig was, wilden
zij op veilige en doeltreffende wijze
zich kwijten van de taak, die in deze
op hen rustte. Ten gevolge ervan werd
onder hen menig .verschil van inzicht
deels opgelost, deels teruggebracht tot
verhoudingen, die veroorloven het gis
niet langer bestaande te beschouwen.
Op het gebied van de daad werd be
reikt, dat, ter behartiging van liet lol
der behoeftigen, daar vooral, waar do
nood zich het dringendst deed gevoe
len, meerdere nuttige inrichtingen tot
stand kwamen of tot grooter uitbrei
ding geraakten. Als zoodanig noemen
Wij de zoogenaamde volks-secretari-
aten, die ten doel hebben den onbe
dreven werkman met voorlichting ter
zijde te staan, de landbouwleen-
banken, du genootschappen tot
wederkeerigeu onderlingon steun, tot
voorziening in nood of ongeval, de
werklieden-bonden en andere vereeni-
gingen en liefdewerken van denzelf-
den aard.
Zoo derhalve werd door de Katho
lieken onder de leiding der Kerk zoo
wel een gezamenlijk optreden als een
verscheidenheid van liefdebetoon aan
gevangen ter bescherming van de
volksklasse, die vaak niet minder zich
door list en gevaar omringd als door
ontbering en arbeid gedrukt ziet.
Aanvankelijk bestond er geen afzon
derlijke benaming, om deze beharti
ging van het lot der volksklasse aan
te duiden de uitdrukking christe
lijk socialisme, door sommigen inge
voerd, en andere uitdrukkingen, daar
van afgeleid, kwamen, en niet ten
onrechte, in onbruik. Velen noemden
haar bij voorkeur en terecht christe
lijke actie voor het volk. Hier en daar
worden zü, die er zicb meê bezig
houden, christelijke socialen genoemd;
elders wordt de zaak christelijke demo
cratie geheeten, en de naam van
christelijlc-democraten wordt dan toe
gekend aan degenen, die er zich aan
toewijden, in tegenstelling met dat
gene waarnaar de socialisten trachten,
namelijk de sociaal-democratie. Nu
evenwel doet zich het geval voor, dat
van deze beide laatstgenoemde wijzen
om de dingen aan te duiden, zoo al
niet de eerste, christelpk-sociale, dan
zeker de laatste, christelijke democratie
bij veel goedgezinden aanstoot vindt,
wijl zij meenen, dat daarin dubbelzin
nigheid en gevaar liggen opgesloten.
Voor deze benaming toch koesteren
zij vrees, en dat wel om meer dan
êén richting, namelijkdat zij een
geheimen toeleg verraadt in een volks-
regeering te begunstigen of te ver
kiezen boven eiken anderen regeerings-
vormdat zjj de kracht van den
christelijken godsdienst, met uitslui
ting als ware het van alle andere
standen in het gemeenebest, enkel
tot gerief der volksklasse schijnt te
monopoliseeren dat eindelijk onder
een schijnschoonen naam een aanslag
verborgen ligt tegen elk gezag, tegen
dat van de burgerlijke en van de
geestelijke overheid. Daar over
deze aangelegenheid in breeden kring
meer dan wenschelyk is en niet zel
den op vinnige wijze van gedachten
wordt gewisseld, vermaant Ons het
besef van Onzen plicht aan dezen
redetwist een einde te maken, door
aar. te geven, wat te dezen opzichte
van katholiek standpunt moet worden
aangenomen. Tevens bedoelen Wij hier
een en ander voor te schrijven, door
hetwelk do katholieke actie in omvang
loenemen en in heilrijke uitkomsten
voor de samenleving overvloediger
worden kan.
Wat de sociaal-democratie zich ten
doel stolt, wat de christelijke democratie
zich ten doel stellen moet, kan aan
twijfel onderhevig zijn. l)o eerst
genoemde, zij inoge op moer of min
gematigde wijze liet belijden, wordt
door velen tot zulk een goddeloosheid
lieengedreven, dat zij de mensohelijke
dingen als boven alles verheven be
schouwt, de stoffelijke en uitwendige
goederen vóór alles nastreeft en in
liet bemachtigen en geuieten daarvan
de zaligheid des meuschen stelt. Hier
uit volgt, dat zij voor de volksklasse
den Staat liet oppergezag opvordert,
dien zin, dat na hot verdwijnen
van nlle verschil in stand en na allen
bnrgere gelijke rechten te hebben ver
zekerd, ook ilo gelijkheid in stoffelijk
bezit wordt verwezenlijkt. In verhand
daarmede wil zy liet recht van eigen
dom zien afgeschaft en beweert zjj,
dat de goederen der fortuin, wolkein
het bezit van enkele personen zyu,
ja, al hetgeen tot het leven noodig is,
in gemeenschap beboeren te worden
bezeten. De christelijke democratie
ecliter, en wel juist omdat zij chris
telijk heet, moet als op haar grond
slag berusten op de beginselen, gesteld
door het goddelijk geloof, en zoo zich
de belangen der gcringon aantrekken,
dat zy op doelmatige wijze de vol
making zoekt der zielen, die voor het
eeuwige geschapen zyn. Daarom moet
haar niets heiliger zyn dan de recht
vaardigheid moet liet recht tot ver
werven, liet recht van bezit haar
onaantastbaar wezen moet de hand
having van ongelijke standen, nood
wendig voor een welgeordenden Staat,
door haar worden voorgestaan, einde- 1
lyk, zy moot voor de menschelijke
samenleving den vorm en hot karakter j
oischen, welke door God, den Schepper
der wereldorde, worden gewild. Der
halve blijkt dat sociale en christelijke
democratie niets met elkander hebben
uitstaanimmers zij verschillen van
elkander in dezelfde mate als waarin
de socialistische secte en de belijdenis
van het christelijk geloof uiteenloopen.
Men wachte zich evenwol de be
naming christelijke, democratie tol een
staatkundige beteekeuiste verwringen.
Immers, ofschoon het woord democratie
naur de letter en in de taal der wjjs-
geeren een volksregeering aanduidt,
moet in het onderhavige geval dit
woord zóó gebezigd wordeD, dat af
gezien wordt van elke staatkundige
bedoeling en niets anders daarmee
wordt te kennen gegeven dan de
boven vermelde weldadige christelijke
actie op het volk. Daar toch de
voorschriften der natuur en des Evan
gelies uit hun aard verheven zyn
boven de menschelijke lotgevallen,
moeten zij noodwendig ook onafhan
kelijk biyven van de wijze, waarop
het staatsbestuur is geregeld, maar
zicb kunnen verdragen met eiken
regeeringsvorm, zoo lang die niet in
stryd komt met de goede zeden en
de rechtvaardigheid. Derhalve zijn
en blijven zy vreemd aan alle stre
vingen en lotgevallen der staatspar
tijen zóó dat bij elke inrichting, die
ook aan het gemeenebest zou worden
gegeven, de burgers van den Staat
zich kunnen en moeten houden aan
dezelfde geboden, die hun voorschrij
ven God boven alles te beminnen en
hunne naasten als zichzelven. Dit
was altijd de stelregel der Kerk, en
dezen volgend, vermochten steeds de
roomsche Opperpriesters zich te ver
staan met de Regeeringen der Staten,
op welke wijze deze ook hun staat
huishouding lalden ingericht. En
gevolgelijk mag bij de katholieke
actie, welke tracht de belangen der
lagere klassen te behartigen, op
geenerlei wijze de bedoeling voorzit
ten, de eene staatsregeling boven de
andere te begunstigen of ingang te
doen vinden.
Eveneens dient van de christelijke
democratie verre to worden gehouden,
wat eon ander voorwerp van aanstoot
wezen zoude rechtmatigheid name
lijk van het verwijt, dat zy zoozeer
haar zorgen wydt aan de belangen
der lagere klassen, dat zy do hoogcre
standen schijnt voorliy te zien. Deze
liuitsten toch zyn werkelijk nuttigen
noodig tot behoud en vooruitgang
vau den Slaat. De christelijke wet dor
liefde, van welke wy boven hebben
gesproken, doet hier haar gezag gel
den, Zy verplicht tot liet omvatten
van alle mensclien van wat stand
ookals leden van êén huisgezin, als
kinderen van één Vilder, als verlosten
door één Zaligmaker, als geroepen
tot éénzelfde eeuwige erfonis. Zoo
luidt de leer en do vermaning van
den ApostelE/n lichaam en één
geest, gelijk gij in ééne hoop van uwen
roep giroepen zijl. Eén Heer, één ge
loof, éfn doopsel. Mn God en Vader
vim allen, die hoven allen en door alles
en in ons allen is. Daarom, wegens
den aangeboren band, welke tusschen
de volksklasse en de andere standen
bestaat, en versterkt wordt door de
christelijke broedorschap, blyft voor-
zokor elke poging ont de volksklasse
te helpen niet zonder invloed op de
lioogere klassen. En dit is te meer
nog hot gevai, waar de hulp dezer
laatsten dient te worden ingeroepen,
ja zelis die hulp, gelyk wij later
zullen uuutoonen, tot een gewonscht
welslagen in de aanvaarde taak on
misbaar is.
Men vermyde ook in de benaming
christelijke democratie den toeleg te
zoeken tot bet afwerpen van alle
onderdanigheid en vau verzet tegon
hen, die wettiglyk in overheid zyn
gesteld. Zoowel do natuurwet als de
christelijke zedenwet schrijven voor,
dat zij, die, in welken rang ook, in
den Staat gezag bekleeden, moeten
geëerbiedigd en, wanneer zij rechtmatig
bevelen, moeten gehoorzaamd worden.
Die eerbied en die gehoorzaamheid
voorts, ten einde den mensch en den
Christen waardig to zijn, behooren te
worden betoond uit der harte en uit
plichtsbesef, namelijk om des gewetens
wille, zooals do A posLel zelf vermaant
in zijn woordAlle ziet zij aan de
hoog ere machten onderdanig. In
tegenspraak met de belijdenis van bet
christelijk geloof is het, niet te willen
buigen voor en gehoorzamen aan de
genen, die in de Kerk gezag oefenen:
aan de Bisschoppen op de eerste plaats,
die, met voorbehoud van het gezag
van den Roomschen Paus over allen,
de Heilige Geest gesteld heeft om de
Kerk Gods te besturen, welke Hij Zich
heeft verworven door Zijn Bloed. *1
Hy, die anders denken zou of hande
len, blijkt dit zwaarwichtig voorschrift
van denzelfden Apostel te zyn ver
geten Gehoorzaamt aan uwe oversten
en wcest hun onderdanig. Wanl zij
waken, als zullende eenmaal rekenschap
geven van uwe zielen. Van het
grootste belang is het, dat alle geloo-
vigen zich deze uitspraken diep in
de ziel prenten en tot regel zoekeu
te maken van hun gansche levensge
drag; terwijl de bedienaren van het
heiligdom, zieh daaraan met ijver her
innerend, niet enkel door vermaning,
maar vooral door hun voorbeeld, ande
ren van bet gewicht dier uitspraken
behooren te doordringen.
Terwijl Wy aldus in het kort nog
maals herinnerden aan dingen, die Wy
voorheen meer uitvoerig hebben be
handeld, koesteren Wy de hoop, dat
in de toekomst elke twistrede in be
trekking tot de benaming christelijke
democratie achterwege blyve, en alle
vrees voor gevaar aan de daardoor
aangeduide zaak verbonden, worde
afgelegd, En Wy hopen het met
reden. Immers, daargelaten sommigen,
die met overdrijving of uit eenigerlei
dwaalbegrip over de kracht en de
deugdelijkheid der christelijke demo
cratie onjuiste uitspraken hebben ver
kondigd, zeker kan niemand een
toeleg wraken, die, in overeenstem
ming met de natuurwet en de godde
lijke voorschriften, enkel ernaar streeft
om aan dengene, die zyn leven door
handenarbeid moet onderhouden, een
meer dragelijk lot te verzekeren en
hem langzamerhand voor zich-zelven
te doen zorgen in zyn gezin en in
het openbaar vrijelijk zich te kwijten
van de plichten van zedelijkheid en
godsdienst; hem het besef in te
prenten, dat hij geen dier ia maar
een mensch, geen heiden maar een
Christen en zoodoende met meer vaar
digheid en ijver streve naar dat éènig
noodige, het hoogste goed, waarvoor
wy geschapen zijn. Welnu, ziedaar
het doel, ziedaar den arbeid van beD,
die ernaar streven de volksklasse met
een christelijken geest te bezielen, op
betamelijke wjjze op te heffen en baar
te vrijwaren tegen het bederf van het
socialisme.
Wy maakten zooeven opzettelijk
gewag van de verplichtingen, door
zedelijkheid en godsdienst den mensch
opgelegd. Immers, sommigen meenen,
en hun gevoelen vindt bij de lagere
klassen ingang, dat de Sociale Quaestie,
gelijk zij haar noemen, enkel en alleen
een oeconomische quaestie is terwijl
integendeel vaststaat, dat zjj allereerst
een zedelijke en godsdienstige quaestie
is en daarom vooral haar oplossing
moet vinden uit de zedelijke wetgeving
en de leeringen van den godsdienst.
Stel immers, dat een werkman een
dubbel dagloon verdient; stel dat de
duur var. zyn arbeidstijd wordt ver
kort dat het brood goedkoop is j
luistert die werkman, gelijk zoo vaak
gebeurt, naar de leeringen, volgt hjj
de voorbeelden, die hem aansporen tot
ongodsdienstigheid en zedeloosheid,
dan kan het niet anders of zyn arbeid
en welvaart gaan ten gronde. Door
menige ervaring is overduidelijk ge
bleken dat zeer veel werklieden in
ontberingen ellende leven,die ofschoon
zij een korten werktijd hebben, en een
overvloedig loon, in onzedelijkheid
leven en vervreemd van eiken teugel
door den godsdienst aangelegd. Neem
uit de zielen de gevoelens weg, die
door de christelijke wijsheid daarin
werden neergelegd en gekweektneem
de voorzichtigheid weg, de zedigheid,
de spaarzaamheid, de lijdzaamheid en
andere deugdelijke hoedanigheden van
dergelyken aard, - al wordt door u
al het mogelijke gedaan om welvaart
aan zulke menachen te verschaffen,
uw arbeid is vergeefsch. Daarom heb
ben Wij nimmer de katholieke mannen
opgewekt om vereenigingen te stichten
tot verhooging der volkswelvp-.rt,
zonder tevens erop te wjjzen, dat zulke
vereenigingen tot stand moeten komen
onder leiding, onder bijstand van en
in innig verband met den godsdienst.
Te booger lof schijnt aan de jegens
de noodlijdenden zich betoonende be
zorgdheid der Katholieken te moeten
worden toegekend, wjjl zij zich open
baart in hetzelfde strijdperk, waar,
met onbezweken kracht en heilzame
vrucht, de werkdadige liefde, onder
den weldadigen invloed der Kerk, zich
naar de eischen van den tijd baar
zegepralen weet te bevechten. Door
de wetgeving dier onderlinge liefde,
welke aan de wet der rechtvaardigheid
eenigermate haar volkomenheid mede
deelt, worden wjj niet alleen vermaand,
aan ieder het zijne te geven en nie
mand in de uitoefening van zyn recht
te belemmeren, maar tevenB jegens
elkander ons liefderijk te betoonen,
niet door woord of met de tong, maar
met de daad en in waarheid jndach-
dig aan de vermaning, "door Christus
tot de zijnen gerichtIk geef u een
nieuw gebod: dat gij elkander bemint,
gelijk Ik u heb liefgehad, dat gij ook
zóó elkander lief hebt. Daarin zullen
alten erkennen dat gij Mijne leerlingen
zijt, wanneer gij liefde zult gehad
hebben voor elkander.
Een zoodanige onderlinge liefde,
ofschoon zij op de eerste plaats zich
heeft te openbaren in de zorg voor
het onvergankelijke goed der zielen,
mag zich niet onverschillig toonen'
omtrent datgene, wat meer in het