Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 47.
Zaterdag 23 Februari 1901.
Veertiende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
A.1)Onn«montoprijD par drio masadsai
Franco per posto,40.
Afzonderlijke nummer*f 0,05.
BureauBreedestraat, 18 Amersfoort
Uitgave van de Vereenlging De Eembode.
Frija der AdrertentMn i
Van 1 tot 6 regel*f0.30
Voor iederen regel meer-6.05
Correspondenten e
HENRICUS VAN DE WETERING
door de genade Gods en de gunst van
den Apostollschen Stoel
Huisp-elaat van Z. H. Paus Leo XIII,
Assistent-Bisschop bij den Pause
lijken Troon,
Aartsbisschop van Utrecht
Aan de Geestelijkheid en de Geloovigen
van Ons Aartsbisdom
Zaligheid in den Heer.
Op hel Hoogfeest van Paschen vieren
wij B. G. de opstanding van Jesus
Christus uit het graf. Deze waarheid
is de grondwaarheid van ons geloof,
zooals de H. Apostel Paulus getuigt:
indien Christus niet rerrezen is, dan is
ijdel uw geloof en zijl gij nog in uwe
zonden. Maar is Christus verrezen, dan
is Hij wezenlijk en waarachtig God, dan
heeft een Godmensch voor ons geleden,
zijn wij vrijgekocht door het Goddelijk
zoenbloed van Jesus Christus. Zoo is
het Paaschfeest het hoogste en voor
naamste der kerkelijke feesten. Daarom
wil de Kerk, dat wij ons telken jare met
groote zorg, door gebed, vasten, ver
sterving en andere goede werken voor
bereiden om dit feest zoo waardig mo
gelijk te vieren en heeft zij mitsdien
voorgeschreven, dat aan het Paaschfeest
de veertigdaagsche vasten moet voor
afgaan.
Dat feest moet onze harten met liefde
en dankbaarheid vervullen. Liefde en
dankbaarheid voor den Verlosser, die
Zijn leven voor onze zaligheid heeft
gegeven, ons heeft vrijgekocht dnor
Zijn zoendood aan het kruis. Maar ook
B. G. moet het in onze harten moed
en vertrouwen wekken. Moed en ver
trouwen op Hem, die ons op den weg
van vernedering en lijden is voorgegaan,
ons geleerd heeft door Zijn voorbeeld,
dat geen andere weg dan deze tot de
zaligheid leidt, en die ons bemoedigend
toeroeptvertrouw/, Ik heb de wereld
overwonnen.
Aan het einde van het vorig jaar,
heeft de roemrijk regeerende Paus, Z. H.
Leo XIII, de verheven Encycliek uitge
vaardigd, waarin hij klaar en helder
uiteenzet, dat Jesus Christus de Ver
losser der wereld is voor alle tijden,
dat van Hem, Wiens rijk geen einde
zal hebben, alle heil moet komen en
dat bijgevolg het grootste ongeluk voor
den mensch en voor de maatschappij
steeds geweest is en altijd zijn zal, niet
te gelooven in hem, die de redder der
wereld is. Geen zaligheid voor den
mensch, geen geluk voor de maatschappij,
geen heil voor de wereld is mogelijk
zonder Hem, die voor het heil der we
reld en voor aller heil gestorven is,
Want er is onder den hemel geen an
dere naam den menschen gegeven, door
toelken wij moeten zalig worden, dan de
naam van den Verlosser, Jesus Christus,
en de zaligheid is i» geen ander.
Bij het begin der vorige eeuw werd
door eene aan God vijandige wereld
als eisch gesteld, dat de rechten van
den mensch zich moesten laten gelden
en dat daarvan het heil voor de wereld
moest komen. En, treffende tegenstelling
B. G., aan het einde dier eeuw treedt
de Paus op, die de geschiedenis
der geheele eeuw nagenoeg heeft mee
geleefd, om aan de wereld te beteeke-
nen, dat het erkennen der rechten van
den mensch, zonder meer, noodzakelijk
ten rerderve leiden moet en dat het
heil alleen te vinden is in het erkennen
en eerbiedigen der rechten van Jesus
Christus. Onder de leuze: vrijheid, ge-
lijkheid en broederschap, heeft de we
reld bg het begin der vorige eeuw de
toekomst voor zich opgeëischt En de
Paus, aan de wereld toonend, wat die
leuze heeft gebracht, stelt daartegenover
het woord van den VerlosserHe ben
de weg, de waarheid en hel leven. Vrij
heid heeft men geöischt, en in naam
der vrgheid de grofste dwalingen ver
kondigend, heelt men ten slotte de
grootste verwarring van begrippen op
godsdienstig, zedelijk en sociaal gebied
doen heerschen. In naam der vrijheid
het gezag van God en Zijne Kerk mis
kennend, heeft men alle gezag onder
mijnd. Want nog altijd is het waar
omnis potestas a Deo, alle gezag ont
leend zijn kracht aan God. Is er geen
God, die liet gezag gewild en gesteld
heelt, dan is alle gezag overheersehing
en geldt alleen het beginselmacht is
recht. Gelijkheid en broederschap werd
voorspeld. En nooit wellicht stonden de
verschillende standen in de maatschappij
zoo scherp en vijandig tegenover elkan
der. De klassenstrijd is er, en met schrik
en angst ziet de wereld de sociale re
volutie naderen. En nu herhaalt de Paus,
wat weleer de eerste Paus, de II. Petrus,
voor het .Sanhedrin verklaarde, dal de
Verlosser der wereld, dien zij hebben
uitgestoolen, de hoeksteen is, op Wien
alles rust, zonder Wien noch vrijheid,
noch gelijkheid, noch broederschap be
staan kan, omdat alle ware vrijheid be
rust op Zjjn waarheid, en gelijkheid en
broederschap alleen mogelijk zijn door
het gelooven en beljjden van Zijn leer.
Dat B. G. heelt het verleden geleerd.
De voorchristelijke wereld geeft te zien,
wat er wordt van den mensch zonder
God. De diep bedorven, de verdierlijkte
heidensche wereld bewijst, hoe diep de
mensch zinkt, die zich van God verwij
dert. En loen de wereld zoo diep ge
zonken was, dat geen menschelijke
macht meer in staat was den mensch
uit zjjn diep verval op te heffen, toen
is de lang verwachte, de Verlosser der
wereld gekomen, Jesus Christus, Gods
eenig geboren Zoon en heeft die wereld
door Zijn bloed verlost. Hij heeft den
mensch met God verzoend, bevrijd van
het slavenjuk der zonde en hem de
genade verdiend, waardoor hij langs
den weg, door Zijn leer en geboden
aangewezen, weer kan opgaan tot God.
En de mensch, door Gods waarheid
voorgelicht, heeft weer begrepen, dat
hij een ander doel op deze wereld heeft
na te streven, dan zooveel mogelijk
van het aardsche genieten, dal hij, uit
Gods hand voortgekomen, bestemd is
om tol God terug te keeren. De waar
heid, door Christus geopenbaard, heeft
den mensch geleerd zich zeiven te eer
biedigen, maar ook eerbied en liefde te
hebben voor den evenmensch, die door
eenzelfden God geschapen, door een
zelfden Godmensch vrijgekocht, bestemd
is om in eenzelfde zaligheid te deelen.
Zij heeft hom geleerd, op het voorbeeld
van den Verlosser naar volmaaktheid
te slreven en deugden te beoefenen,
van welke de heidensche wereld zelfs
geen flauw denkbeeld had. De heiden
sche wereld is in eene christelijke her
schapen. De christelijke godsdienst heeft
hel aanschijn der aarde vernieuwd.
Wanneer wij ons zoo herinneren, wat
de wereld geweest is en wat zij door
het christendom is geworden, dan, zegt
Z. H. de Paus, is dit voor ons eene
reden tot groote dankbaarheid aan God,
die ons door Zijn eeniggeboren Zoon
verlost heeft maar ook eene waarschu
wende vermaning om de genade van
bet christelijk geloot met alle zorg te
bewaren, als de kracht, die ons leiden
en behoeden moet. Want eeuwig blijft
de weldaad Jer verlossing door Hem,
die Zich Zeiven gegeven heeft als zoen
offer voor allen, aan Wiens rijk geen
einde zal zijn.
En moet, B. G., volgens hel eeuwig
raadsbesluit van God, het heil en de
zaligheid voor ieder en voor allen van
Jesus Christus komen, dan volgt hieruit,
dat zij, die Hem verlaten, hun verderf
te gemoet gaan en medewerken om
het menschdom weer terug te werpen
in de ellende, waaruit de Verlosser het
heeft gered.
Die afwijken van den rechten weg,
raken, door de dwaling meegesleept,
meer en meer het rechte spoor bjjster.
Wordt het zuivere en onvervalschte
licht der waarheid versmaad, dan moet
noodzakelijk duisternis over dc geesten
komen. En kan er hoop zijn op behoud
voor hen, die de bron en den oorsprong
des levens verlaten Welnu, de weg,
de waarheid en liet leven is Christus
illcen. Ik ben de weg, de waarheid en
het leven, en zij, die Hem verstoeten,
verwerpen daardoor de drie middelen
noodzakelijk tot alle heil.
Hel behoeft geen betoog B. G. dat
God en God alleen, bet hart van den
mensch kan bevredigen. Al het overige,
wisselvallig en vergankelijk als het is,
laat ons onvoldaan, en te midden van
den overvloed blijft ons hart onbevre
digd, wanneer het geen rust vindt bij
God. De weg nu tol God is Christus.
Hiemand, zegt Hij, komt tot den rader
dan door Mij. Hij is de weg door Zijn
genade, door Zijn leer, door Zijn gebo
den, door zijn voorbeeld. Wij moeten,
0111 tol God te komen, Zijn leer aun-
nemen, Zjjn geboden onderhouden, Zijn
voorbeeld volgen. Verlaat den mensch
dien weg en gaat hij van het beginsel
uil, dal hij zich aan geen leer of ge
boden van God te storen heelt, dat hij
zelf moet weten, wat goed of kwaad is,
dan, het ligt in de natuur va.i den
mensch, zal zelfzucht en eigenliefde de
regel en drijfveer van zijn leven zijn.
Hij is de waarheid. In het licht der
waarheid, door Hem geopenbaard, wordt
ons veel duidelijk en verklaarbaar, wat
zonder deze den menscheljjken geest
raadselachtig en onverklaarbaar moet
voorkomen, De waarheid moet onze
schreden luiden, En in het onderwerpen
van ons verstand aan het Goddelijk
gezag door het aannemen van de waar
heden des geloofs, is niets onredelijks,
niets verlagends voor den mensch ge
legen. Is er reeds zooveel in de natuur,
dal niemand kan verklaren en toch
niemand zal ontkennen, dan is het on
zinnig te beweren, dat in het bovenna
tuurlijke geen geheimen mogen zijn.
Wjj zien dan ook, dat zij, die de ge
openbaarde waarheid niet willen aanne
men op Goddelijk gezag, niel zelden de
onzinnigste theorieën aannemen op
tnenschelijk gezag.
God alleen is het leven. Alle andere
wezens deelen in het leven, zij zijn het
leven niet. Christus is het leven van alle
eeuwigheid, omdat Hij is God uit God.
Alles wat leeft, leeft door Hem, oindat
het van Hem, de bron des levens, het
leven heelt ontvangen. Zoo is het B. G.
in de natuurlijke orde, maar nog veel
meer in de orde der genade. Christus,
van Wien wij het geloof ontvangen
hebben, is ook de bewaarder en onder
houder van het zedelijk leven in ons.
De zedeleer toch steunt op het geloof.
Wat het begrip van zedelijkheid zonder
het geloof beteekent, zien wij in onze
dagen, Is er geen God, die bepaald heeft,
wat goed of kwaad is, dan mist de
wetgeving alle zedelijke kracht en blijft
alleen de dwang. En niets natuurlijker
dan dat de mensch, die niets verwacht
van de eeuwige goederen, zooveel mo
gelijk tijdelijke goederen tracht te ver
werven om daarvan zooveel mogelijk te
genieten. De toekomst B. G. zal dan
ook bevestigen, wat het verleden geleerd
heeft, dat het heil, het geluk van vol
ken en staten, zoowel als van den en
kelen mensch, gebonden is aan den
Godsdienst. Daarom vermaant Z. H. de
Paus ons, het godsdienslig leven in
ons te bewaren en te bevorderen en
alle zorg te besteden aan de godsdiens
tige opvoeding der jeugd, opdat deze
diep doordrongen worde van de waar
heden des geloofs. Genoeg, zegt hij, is
er gesproken over de rechten van den
inenscb, dat de scharen nu ook verne
men de rechten van God. Ten slotte
wekt Z, H. ons op, daar God door Zjjn
genade het geloof moet geven, Hem te
smeeken, dat Hij hel geloof in ons
ware en dat Hij aan allen de genade
schenke Hem te kennen en in Hem te
gelooven, die Zijn bloed voor allen ver
goten hoeft, den Verlosser der wereld,
Jesus Christus.
Wij vermanen u, B. G. in dezen Vas
tentijd veel te bidden voor de II. Kerk
en haar zichtbaar Opperhoofd, onzen II.
Vader den Paus, voor Hare Majesteit
onze geëerbiedigde en beminde Konin
gin, voor haar Koninklijke Moeder en
haar doorluchtigen Gemaal en voor alle
overheden.
Krachtens Apostolische volmacht
verleenen Wij bij dezen aan de geloo
vigen van Ons Aartsbisdom, voor dit
jaar, dispensatie in de onlhoudingswet
op alle Zaterdagen, uitgenomen die
Zaterdagen, welke geboden vastendagen
zijn.
De geloovigen blijven derhalve ver
plicht zich van vleeschspijzen te onthou
den op dc Zaterdagen van de Vasten,
de Quatertemper-Zaterdagen en de
Vigilie Zaterdagen, waarop moet gevast
worden om het hooge feest, dat zij
voorafgaan. Deze dispensatie geldt tot
de veertigdaagsche Vasten van het vol
gende jaar.
Wij vermanen u B. G. door aalmoe
zen en andere goede werken aan te
vullen, wat door het gebruik maken van
deze dipensatie aan uwe boetedoening
ontbreekt.
Overeenkomstig de Ons daartoe door
den Apostolischen Stoel verleende vol
macht, geven wij dit jaar de gewone
dispensaties in de vastenwet onder de
gewone voorwaarden,
En zal dit ons herderlijk schrijven ii
alle tot Ons Aartsbisdom behoorende
Kerken, alsmede de Kapellen, waar
een Rector is aangesteld, op Zondag
Quinquagesima op de gebruikelijke wijze
worden voorgelezen. Gegeven te Utrecht,
den lün Febr. 1901.
1- H. van de WETERING,
Aartsbisschop van Utrecht.
Op last van Z. D. Hoogwaardigheid,
J. A. S. van Sciiaik,
Secretaris.
BUITENLAND.
Ten gevolge der oproerige bewoging
is, zooals men weet, te Madrid de staat
van beleg afgekondigd, doch sedert dien
is het daar tamelijk rustig gebleven.
Ook in de carnavalsdagen hebben geen
noemenswaardige incidenten plaats ge
had. Het krachtig optreden der Regee
ring, vooral dat van generaal Weyler,
heeft de gevaarlijke agitatie der laatste
dagen doen bedaren. Voorloopig is de
censuur opgeheven, doch de bladen
mogen niet schrijven over de jongste
huwelijksplechtigheden en de daarmee
verbonden gebeurtenissen.
Naar uit Madrid gemeld wordt zjjn
alle redacteuren vau het republikeinsche
dagblad Progresso gearresteerd en is de
drukkerij verzegeld.
De ministerieele crisis is verdaagd.
De verstandhouding tusschen Rusland
en Duitscbland schijnt in den laatsten
tijd te wenschen over te laten. Dit wordt
afgeleid uit de omstandigheid, dat de
oude generaal v. Werder, die reeds ten
tijde van Czaar Alexander II Duitsch
militair-attaché, en later gedurende drie
jaar Duitsch gezant in Petersburg
met een bizondere opdracht naar de
Russische hoofdstad gaat. Hij is her
haaldelijk belast geweest met een der
gelijke buitengewone taak, en wel altijd,
wanneer ontstemdheden tnsschen de
beide hoven uit den weg geruimd moes
ten worden, omdat hij bij het Czarenhof
sedert jaren persona gratissima is. Ook
ditmaal moet zijn Petersburgsche reis
dit doel hebben. Die ontstemdheid
reeds dateeren van de houding, die
Rusland in China ten opzichte van de
coramandomacht van graaf Waldersee
innam, en zou toen nog door het afzon
derlijke Engelsch-Duitsche verdrag, etc.
versterkt zjjn. Het hierdoor en door het
bezoek van den Keizer aan Engeland
gewekte wantrouwen zou nu generaal
i. Werden moeten verstrooien.
Onmiddellijk na den terugkeer van den
Keizer uit Engeland heeft de Rijkskan
selier, graaf v. Bülow een onderhoud
met hem gehad. Geljjktjjdig met graaf
v. Bülow meldden zich bij den Keizer
in Homburg de ambassadeurs vorst
Radolin en graaf Alvensleben de eerste
is van Petersburg naar Parijs, de tweede
van Brussel naar Peteraburg onderweg.
Dat niet aan graaf Alvensleben opge
dragen werd de ontstemdheid aan 't
Czarenhof te doen verdwijnen, doch dat
men generaal v. Werder daarvoor uit
koos, zou wijzen op een vrjj sterken
graad van spanning.
Onder een ontzagljjke toeloop van
menschen, is Paul Deschanel, voorzitter
der Fransche Kamer, dezer dagen in
het huwelijk getreden, en kerkelijk ge
huwd in de kerk Saint Germain-des-Prés
te Parjjs. Aanwezig waren de leden van
hel corps diplomatique, de ministers,
met uilzondering van Waldeck-Rousseau,
de afgevaardigden, senatoren en tal van
genoodigdenook president Loubet
woonde de plechtigheid by.
Tot op het laatste oogenblik hadden
de anti-clericalen gehoopt en verwacht,
dat Deschanel at zou zien van de ker
kelijke inzegeningnu dit niet gebeurd
is, begrijpt men licht, dat de heeren
Kerkvervolgers zeer op den voorzitter
der Kamer gebeten zjjn.
Naar aanleiding van de waarschijn
lijke aanneming der wet op de congre
gaties, is er eenigen tjjd geleden eene
vergadering gehouden van kardinalen, om
over den toestand der Fransche missies
te beslissen. Dat de invloed der Fran-
schen in het Oosten, tengevolge van
het drijven van het tegenwoordig ministe
rie, ernstig bedreigd wordt, ljjdt geen
twijfel, eo men kan bijna als zeker aan
nemen, dat die invloed weldra zal hebben
opgehouden.
Volgens den Parijschen Liberté moet
Waldeck-Rousseau het plan hebben
opgevat, een bemiddelingsvoorstel in
zake de Wel op de Vereenigingen te
ontwerpen, welk voorstel voor de meer
derheid aannemelijk zou zjjn.
Graaf Waldersee schijnt niet tevreden
over den gang van zaken in China.
De „Külnische Ztg." van 16 dezer
verneemt althans het volgende uit Pe
king Met het oog op den onzekeren
en sleependen loop der vredesonderhan
delingen verzocht graaf Waldersee alle
commandanten der verbonden Euro-
peesche troepen voor het einde van
Februari nieuwe expedities van grooteren
omvang voor te bereiden, om de pro
vincie Tsjili te zuiveren van Chineesche
soldaten.
Verder werd 17 dezer uit Peking
aan de „Kölnische Ztg." gemeld, dat het
Duitsche commissariaat last gaf binnen
18 dagen duizend transportwagens
gereed te houden voor een voorjaars
expeditie. Naar het schijnt hebben al
deze bevelen voornamelijk ten doel bjj
de Chineezen een heilzame schrik te
doen ontstaan.
Dit doel sehjjnl al gelukt. De corres
pondent van de „Agence Havas" zond
uit Peking reeds een bericht onder
datum 19 dezer, dat de Keizer van
China bereid is de geëischte straffen
toe te passen.
In den Franschen ministerraad deelde
de minister van Buitenlandsche Zaken,
Delcassé, Dinsdag mee, dat de gezant
in China, Pichon, China heeft verwittigd
van den terugkeer van de Fransche agen
ten te Mong-Tsé en Joennan-sen, daar
bij aan den onderkoning van Joennan
vragende, een hooggeplaatsten manda
rijn te zenden om de Fransche agenten
te ontvangen en hun leedwezen uit te
spreken over de gebeurtenissen, welke
in Mei en Juni plaat* hadden. De
Chineesche regeering stemde in den.
eisch toe.