Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 21.
Zaterdag 23 Augustus 1902.
Zestiende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn. Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden. Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnementsprijs per drie
Franco per poit
Afzonderlijke
I 0,40.
f 0,05.
Bureau Br eedestraat, 18 Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs dar AdvortontiAn t
Van 1 tot 6 regel*fo.30
Voor icderen regel racer-0.06
Correapondenlifta mi Advertentie moeten nitertjjk Vrijdagavond
Kerkvervolging.
I.
In Frankrijk zal do kerkvervolging tol
het uiterste worden voortgezetaldus
luidt de verzekering van Regecringswege
gegeven- Hierin komen de nieuwe ver
volgers der H. Moederkerk dus volkomen
overeen met voorgaande soortgelijke
tyrannen, die ook steeds tot het uiterste
den slrjjd tegen de Kerk wilden aanbin
den. Maar als die strijd het uiterste
bereikte, d. w. z. het punt, waar haar
Goddelijke Stichter het woord sprak:
„Tot hiertoe en niet verder I" dan ont
waarde men spoedig, dat hare bestrijders
alleen hadden geijverd tot verhoogden
bloei, tot nieuwe glorie en luister van
Haar, die zij zoo schandelijk hadden
vervolgd en belaagd.
Men raadplege slechts de geschiedenis
en op schier elke bladzijde, waar van
Kerkvervolging sprake komt, ontwaart
men de wondervolle leiding der Voor
zienigheid, die uit het kwade, dat strijd
tegen de Moederkerk brengt, het goede
doet geboren worden.
Slechts één voorbeeld, nog van jonge
dagteekening, moge hier in herinnering
gebracht.
En dan richten we onzen blik in 't
verleden naar den Pruisischen staatsman,
die onder den naam Von Bismarck in
de historie als stichter van het Duitsche
Keizerrijk staat geboekt. Om echter
daartoe te komen moesten bloedige
oorlogen voorafgaan; doch deze gewel
denaar deinsde voor niets en niemand
terug. Toen dan ook in 1864Sleeswijk-
Holstein na verwoeden krijg genomen,
Oostenrijk op Sadowa's velden in 18GG
overwonnen, Frankrijk in 1870—71 na
een ontzettend bloedigen strijd totaal
verslagen, en vervolgens zijn Koning
tot Keizer was gecreëerd, kende de
eerzucht van dien Staatsman geen gren
zen meer. Ook aan de Kerk
gebeurtenis ligt nog zoo versch in 't
geheugen moest toen de oorlog ver
klaard. Met een wet, die de Jesuïeten
ballingschap dreef, werd de strijd
voorgoed aangevangen. En dra werden
alle ordes-geestelijken staatsgevaarlijk
verklaard, en over dc grenzen of in
de gevangenis gebrachtde diensten
door de religieusen op hel slagveld
bewezen en waarvoor menige borst mot
ccreteeken prijkte, werden met een
enkelen penneslreek doorgehaald. En z.ou-
wel in den Pruisischen Landdag als in
den Diiilschen Rijksdag werd eene meer
derheid van reptielen gevonden, die de
schandelijkste wetten legen de Kerk
hielpen verdedigen en daardoor den god-
deloozen toeleg van Von Bismarck sanc-
tionneerden.
Op de wet tegen de Jesuïeten volgden
snel de Mei-wetten, welke in het hart
der katholieke bevolking van hel mach
tige Duitschland diepe, schrijnende won
den sloegen. Bisschoppen werden naar
den kerker gesleurd, of moesten hel brood
der ballingschap uien; priesters werden
aan hunne bediening ontrukt en naar
de gevangenis verwezenparochiën ston
den verweesd, zoodat zelfs stervenden
de laatste Troostmiddelen van onzen
H. Godsdienst bij dc intrede in de
eeuwigheid moesten missen.
En wat is nu het gevolg geweest van
al dat biltere lijden en de wrecde ver
volging der Katholieke Kerk in Duitsch
land? Een krachtig hernieuwd leven
onder de Katholieken des lands open
baarde zich en wel in die mate, dat
de machtige Rijkskanselier van het
Duitsche Rijk gedwongen werd den weg
naar „Ganossa" in te slaan, een weg,
hij driest verklaard had. dezen
te zullen betreden. Zoowel
in den Pruisischen Landdag als in den
Duitschen Rijksdag trad een fractie op,
die zich het .Centrum" noemde, waar
aan Von Bismarck niet kon weer
staan. Waar de taal, zelfs van waardig
verzet tegen do verdrukkers in de pers
of op de tribune werd gesmoord door
toepassing van boete ol kerkerstraf, werd
deze gehoord in het Parlement, waar
haar den mond niet kon worden ge-
M'd. Van uit het Parlement werd
lid verdrukte volk geleid en onder
richt en strijders voor de Kerk van Chris
tus gevormd, als zelden was aanschouwd.
En de geheele wereld luisterde met
•bied cn spanning. Verre over Duitsch-
lnnds grenzen, waar de Kerk de noodige
vrijheid wordt gelaten, en haar stre-
en werken geëerbiedigd, sloegen
de kinderen der Kerk met popelende
harten de worsteling gad'-, die zoo man-
jedig, z.oo onverschrokken gestreden
tt'ii. Helden Iraden np, die dc wereld
■net verbazing sloegen, want z.ij doden
zelfs een Bismarck en zijn aanhang zwicli-
11 voor hun geweldigen tegenstand.
Treffend cn eervol is hul getuigenis
door den Aartsbisschop van Keulen iri
die bange dagen over het .Centrum"
gegeven. Na over de wetten in zijn
vaderland, legen dc Kerk uitgevaardigd,
te hehheri geklaagd als een beproeving
door God den gcloovigen opgelegd,
schreef de roemrijke Kerkvoogd:
,l)e zoogenaamde Culturkampf echter,
welke deze der Kerk vijandige wetten
in hel leven riep, heeft dan ook daartoe
moeten dienen, 0111 de waarheid in immer
helderder en klaarder daglicht te bren
gen. Want voor de Centrum-fractie van
den Pruisischen Landdag zoowel als den
Duitschen Rijksdag, welke zich de ver
dediging der waarheid, des rechts cn
der vrijheid tot doel gesteld heeft, en
in haren strijd tegen de liberale meer
derheid van beide politieke corporation
op roemwaardige wijze voor de
zwaar gekrenkte rechten der Katholieke
Kerk opkomt, is juist in de hoofdstad
van den Duitschen Cultuur-Slaat een
leerstoel opgericht geworden, van 1
al de groote waarheden, voor welke
thans de Kerk strijdt en lijdt, met een
bijna voorbeeldetooze geesteskracht en
grondigheid, beslistheid en welsprekend
heid voor de gehee'e v.creld ontwikkeld
en verdedigd worden. Van daar zullen
zij dan door de talrijke kanalen, de
openbare pers, in alle kringen, alle steden
en dorpen van het Duitsche Rijk verder
rhreid worden, zoo dat bijna ieder
katholieke landmun, die gcloolt en een
hart voor de Kerk heeft, beter weel
recht is in den tegonwoordigen
grooten strijd tusschen Kerk en Staal,
vóór veertig jaren een professor der
rechtsgeleerdheid geweten heeft."
00 was hel. En het katholieke volk
Duitschland, dat vut bewondering
gadesloeg de fierheid en onverschrokken
heid, waarmede het „Centrum" den
handschoen, hun door Bismarck in het
gelaat geslingerd, opnam, schaarde zich
als één man onder de banier van
.waarheid, vrijheid, recht" door liet
.Centrum" opgestoken. Dit nu schonk
juist aan die fractie dc onmisbare kracht,
0111 in gesloten gelederen zelfs den ver-
woedsluu schok te weerstaan en den
vfjand tol den terugtocht te dwingen.
Want nog was het .uiterste" geenszins
bereikt, ol do weg naar Canossa
met reuzenschreden ingeslagen. Zelfs
mochten de Katholieken van Duitschland
de voldoening smaken, dat, locn Duitsch
land in verwikkeling kwam mol Spanje,
de voorheen zoo geweldige Kerk vervolger,
Z. II. den Paus verzocht als bemidde
laar in het hangende verschil op te
treden.
Van de heftige cultuurkamp in Duitsch
land. die met bange vreeze door ieder
rechtgeaard kind der Katholieke Kerk
werd gevolgd, is de uilkomst geweest
een zuivering iu eigen boezem schijn-
katholieken, die verwarring poogden te
stichten, plaatsten zich onder de hoede
van Von Bismarck en keerden npenljjk
Kerk en Paus den rug; en het katho
lieke Duitschland vertoonde nadien een
Katholicisme, dat ten voorbeeld mag
strekken aan de geheele wereld.
Jn, liet katholieke Duitschland trad
blijmoedig uit den strijd, terwijl Von
Bismarck, na voor de inacht der H. Kerk
te hebben gebogen, ten slotte uit zijn
ambt als Rijkskanselier ontzet, in de
stille wouden van Friedrichsruhe in
somberheid zijn laatste dagen sleet, en
bijna, althans voor een zoo roemrijk
lan als hy, in vergetelheid gestorven is.
Dat verhaalt ons de geschiedenis.
BUITENLAND.
Do overweldiging en ontruiming der
scholen te Ploudaniël, St. Méun cn Fol
goët in Bretagne is gelukkig zonder
incidenten met doodelijken alloop ge
schied. Maar de tegenstand der bevolking
was krachtdadig en vastberaden. Zonder
de lusschenkomst van den abbé Guyruud
te St. Méén, van admiraal Cuvervillete
Folgoët en van den senator Pichon te
Ploudaniël zou het veroveren der scholen
niet zonder ernstige ongevallen zijn afge-
loopen. Vooral Ie Ploudaniël was het
verzet hevig. Een luitenant, Lenormand
genaamd, sprak de opgewonden bevol
king toe en zeide
.Ik begryp uwe ontroering, vooral,
omdat ik een broeder heb, die priester
cn eene zuster, die religieuse is. Weest
kalm. Men zal u geen kwaad doen.
Protesteert, maar slaat niet, anders sta
ik niet in voor mijne mannen. Ik Jien
officier en ik inoel mijn plicht doen."
Toen daarop de commissaris van
politie cischte, dat de school geopend
moest worden, werd dit geweigerd,
waarop een slotenmaker aanstalten
maakte oin het slot open te steken
deze werd echter overstroomd met em
mers water en drek. De boeren zongen
geestelijke liederen. Toen luitenant Lenor
mand, de commissaris en een gendarme
trachtten over een muur te klauteren,
werden zij inet stokslagen ontvangen,
zoodat zij op den grond vielen, bedekt
met modder en vuil. De boeren wierpen
met bossen slroo, die met petroleum
begoten cn daarna aangestoken waren.
Na herhaald en krachtig aandringen
der heeren Pichon, senator, en Soubi-
gou, lid van den Conseil général, hebben
de boeren echter ten slotte de school
vrijwillig geopend. De zusters vertrokken
onder het geroep van „Leve dc vryheid!"
De overste steunde op den arin van
den heer Pichon.
Te Folgoët kwamen om 11 uur aan
drie commissarissen van politie, bijge
staan door gendarmerie en twee com
pagnieën infanterie. Toen de commis
sarissen de gebruikelijke soinmatiën had
den gedaan, en de deur niettemin gesloten
bleef, werd deze door sappeurs open
gebroken. De betoogers wierpen de
soldaten met water, en verscheiden
soldaten werden door stokslagen ge-
FEUILLETON.
Geloof en Liefde.
4) Weinige weken later had de bruiloft plaats
van Kalistos en Julia. Zg werd met bnitenge-
wone pracht en haast eiodeiooze feesten gevierd.
Geheel Anliochia vierde feest, want men eerde
zoodoende de dochter van een keizerlijk stad
houder en tevens een koninklgken prins.
Oeze feesten waren nauwlgks voorbij, toea
Servins een bericht kreeg, dat hem als een
donderslag trof. Sidderend en zuchtend ging bij
op zekeren avond tot Niger, in znlk een haast
en verwarring, dat de onde man schrok en hem
toeriep.Wat scheelt er aao, Servins, gü ziet
*00 bleek, gil schpnl koorts te hebben
.0, was dat maar waar," antwoordde Servius
ten hoogste opgewondeo, .veel liever dan dit
bericht, dat mij vernietigt. Lucius is niet
dood, hg leeft 1"
.Lucius, de redder des keizers, de zoo lang
doodgewaande Onmogelijk 1"
.En toch is bet zoo, ik heb een onweerleg
baar ambtelgk bericht nit Armenië. Lucius viel
>n den slag zwaar gewond van het paard men
daeht niet anders dan dal hjj dood was. De
koning der Perzen liet hem, toen men hem zeide,
dat de gewonde nog leefde, uit het gevecht dragen
en goed verplegen. Uit bewondering voor zijne
dapperheid wilde hg den herstelde aan zgn hol
houden. Wjjl Lucius daartoe niet geneigd was,
schonk hjj h
Niger,
1 de vrijheid en zond hem
s Melitene."
wonderbaar," antwoordde
l Lucii
leeft. 1
kelgks i
Nu zal hjj niet mee
Julia's hand aanhouden."
Servins vatte de zaak echter geheel ande
.0, ik dwaas! Haar wie kon dat ook
Thans is Lncius de alles vermogende guns
des keizers. Was Julia nu zjjoe echtgenoo'.e,
dan stond zjj met Lucius 't dichtst naas
troon en wjj met hen
.Maar Servins," viel de oude Niger h<
Niger niet zonder een z-
I zjjn bei
redenei
dat h
'k zeg,
in verzoeken is, doe
spreken. Heeft Julia niet de hoogste echtver
bintenis gesloten? Is Kalistos niet van konink-
ljjke afkomst? Is hjj niet rjjk? En is h(j niet
goed Ik geloot, dat Kalistos tegen een Lucius
.Ja, maar on is Lucius almachtig bjj den
keizer, zoo schrijft mjj de stadhouder
„De keizerlijke gunst is als een smal, ge
ijjk pad, wie valt, valt diep. Neeo, dan s
toch liever met Kalistos op vasten bodem van
eigeo, onaibankeijjk bezit."
.Lucius kan mij vernietigen,
voort, ,en hjj zal het doen; tweemaal heb ik
hem afgewezen en vooral Jen tweeden keen
zeer beleedigende mauier. Hjj zal zich wreken.
Een enkel woord bjj den keizer
hebben. Welke? Dat is moeilijk, onmogelijk
te zeggen. We moeten afwachten. Wat gebeurd
is, is gebeurd en de luekomst kennen alleen
de goden. Wie zich beangst maakt om wat
eenmaal gebeurd is, cn alles, wal in de toe
komst zou kunnen gebeuren, vreest, die kent geen
oogenbiik van vrooljjkheid. Laten wjj alwaebten
en tracht gjj iets naders Ie weten te komen.
Daags na dit gesprek meldde zich bjj den
stadhouder een Itomeio aan. H(j werd toege
laten. De vreemdeling groette Servius zig hem
verwonderd aan, zooals men iemand aanziet,
.Jaisi, Lucius," antwoordde deze kalm. .Het
la te begrijpen, dat gjj mij iu mijne vermom-
uiog niel zoo aanstonds herkent."
Servius herstelde ziclt snel en om zjjn eerste
'urwoodering te verklaren, voegde hjj er bjj:
,Men berichtte mjj, dat gjj Ie Melitene bjj den
.Men gelooft, dat ik daar vertoef; heden
nisschien voor Julia.'.."
„Laten wjj kort zjjn en open kaartspelen.
Ik wierf om Je hand van Julia, uw kind, g(j
weest mij af en liadt gelijk, toen gjj zeidel,
dat ik een arm ridder zander naam, zonder
aanzien, zonder have of goed, en daarom Julia
niet waard was. Gjj raeendot ook, dat ik han
delde nit kinderachtigheid en niel den moed
had, den dood in 't gelaat Ie zien. De dood
ontvlood mjj en het gelnk diende m(j
Thans hernieuw ik injja verzoek ten derden
maleIk ben dezelfde gebleven, maar mis
schien vind ik eerder genade en verhooring,
sedert ik heb trachten te bewijzen, dat ik den
dood niet vrees en des keizers gonst mjj be
straalt. Wat beslist gg?"
Lncius sprak deze woorden met zooveel be
scheidenheid, met zooveel gevoel, dat hjj on
willekeurig voor zich innam. Toeb klonk elk
woord Servius als een vcrwjjt. Hjj had zeker
'l best gedaan, als hjj Lucius meegedeeld had,
hoe de zaken stonden, maar de politiek, die
politiek I Servius was er trotich op eeu gesle
pen politicus ta zijn, ook nu kreeg hjj de lieil-
looze gedachte, zich te behelpen met de kron
kelpaden der politiek.
.Sedert Lucius," zoo begon hj) met zekere
plechtigheid, „de gevierdste naam ia na dien dea
keizer», dien de Homeinache tang overal uit
spreekt, staat hjj veel Ie hoog voor de dochter
van ServiusLucius heeft hoogere rechten
waarop hjj aanspraak kan maken...."
het woord af, .mjj de hand zjjner dochter aan
bieden, ik sou die en de gonst des keizers
afwijzen, om Julia te winnen. Ik moet zeker
heid hebben, daarom had ik geen rost Ie Meli
tene. Maak het kort, want nog heden keer lk
terng, opdat ik binnen enkele degen voor bel
feestnITer weer hier kan zjjn."
Nu bevond Servius zich op heela kolenhy
stotterde 't een en aodor, lot by plotseling
sprak: „Julia is reeds gehuwd, sedert twee
maanden
Ale van den bliksem getroffen stood Lucius
daar en herhaalde werktnigelgk„is reeda
sedert twee maanden getrouwdmet
„Met Kalislos."
„Met Kalistoade keuze is oiet alechl
nu heb ik hier niets meer Ie doen." Zoo sprak
Lucius, maakte eene buiging en ging heen.
Thans vreasda Servius voor zich en de zynen
hel ergole van den gunsteling des keizere.
(Word/ vervolgdj.