Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 38.
Zaterdag 20 December 1902.
Zestiende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricnm, Bussum, Driebergen, Eeinnes, Harderwijk, Hilversum,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Abonnemontsprija par dria maanden
Franco per poat10,40.
Afzonderlijke nummersf 0,05.
BureauBreedestraat, 18 Amersfoort
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs der Advertentiini
Van 1 tot Oregel*f0.30
Voor iederea regel meer0.05
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
Wegen* hel fee*l
van Kerilnla zal
„De Eembode" op Zaterdag
27 December a.w. teta later
versch Ij nen.
GIFTEN
voor het Nederlandech College te Rome.
Vorig bedragf J85.—
„De Koning komt!"
Na den betreurertswaardigen zonden val
van den eersten mensch had de recht
vaardigheid Gods het vonnis voltrokken,
de straffen aangekondigd, de aarde van
een Paradijshof van geneugten gemaakt
tot een dal van tranen, maar niet zonder
belofte op eene toekomstige redding en
verlossing. Te midden dezer hopelooze
duisternissen gaat er een lichtstraal op
in het woord van Gcds barmhartigheid,
dat de hoop doet herleven, het blijde
uitzicht opent op een luistervollen dag:
,lk zal vijandschap stellen tusschen U
en de Vrouw, tusschen Uw zaad en haar
zaad en Zij zal U den kop verpletteren."
Hiermede werd de eerste heilsbelofte ge
geven, is de eerste lichtstraal der rjjzende
zon verschenen. Vierduizend jaren waren
noodig, alvorens de aangekondigde zon
komen zou voor de komst des Verlossers
moest de weg gebaand. Deze lijd draagt
derhalve het karakter van voorbereiding
in boete, in hartverheffende hope en
smachtend verlangen. Gelük hel morgen
rood verheldert, luistervoller opschiet
naarmate de zon klimt, de dag nadert,
zoo ook in de geschiedenis des Ouden
''erbonds. Godsopenbaring, in het Para
dijs begonnen, zet zich voortduidelijker
wordt de heilsbelofte herhaald en bree
der aan de Patriarchenbij deze belof
ten voegen zich de voorspellingen der
Profeten en hoe meer de volheid der
tijden nadert, hoe schitterender de licht
stralen opschieten, hoe nader kondigen
an het Licht der wereld, de Zon
gerechtigheid, waarheid en leven.
De wel zelf door God op Sinai gege-
wijst evenzeer op Hem, Die komen
moet; zij is voorafbeelding, voorspelling
vooral in de voorschriften van Zijn
eeredienst. De Ark, de tempel, de offers,
plechtigheden en feesten enz. zijn de
treffendste trekken, de bewonderens
waardige voorafschaduwing van het Rijk,
dat de toekomstige Verlosser van 't
raenschdom stichten zou.
Niet zonder diepen zin en hooge be-
teekenis voert de H. Kerk ons terug
naar die tijden van voorbereiding en
smachtend verlangen. De vier weken van
den Advent zijn voor ons hel sprekend
beeld van de vier duizend jaren, die
aan de komst des Verlossers vooraf
gingen de Kerk kleedt zich in half
rouwgewaad, zij roept hare kinderen
op om door berouw uit den doodslaap
der zonden te ontwaken, tot het gebed
als middel tol boete, om God tot barm
hartigheid te stemmen. Daarom verbiedt
zij alle luidruchtige vermakelijkheden,
het plechlig vieren van bruiloften, zij
verplicht hare onderhoorigen tot het
onderhouden van haar streng voorge
schreven vasten zij legt de srneekingen
en verzuchtingen der Oudvaders in hun
mond, zij laat hun de hoopvolle voor
spellingen der profeten hooren, ja zelfs,
zij laat in deze dagen den Boetgezant,
den onmiddellijken Wegbereider des
Heeren voor hun blikken optreden.
De Koning der koningen komt; Hij
zendt ons Zjjn heraut „den groolsten
onder de kinderen der menschen." In
de woestijn vernemen wjj zijne stem
„maakt recht den weg des Heeren
Bij den Jordaan vangen wij zijn woord
op „predikend het doopsel van boet
vaardigheid tot vergiffenis der zonden."
In den Jordaan zien wij hein afdalen
met de menigte om de rouwinoedigen
met water te doopen, hen voorbereidende
Dengene, die niet met water alleen,
ook met den II. Geest doopen
zal, en bemoedigend en zaligend klinkt
de belofte der vervulling ,en alle vleesch
zal het heil Gods aanschouwen."
De Koning komt I Binnen weinige
dagen zullen onze beden verhoord wor-
onze verzuchtingen vervuld, ons
'hlend verlangen voldaan jubelend
zullen wij herhalen,de nacht is voor
bij, de dag aangebroken, de Zon is op
gegaan, het Licht der volkeren verscho-
Op de roepstem des Engels zullen
wij met de herders ons heenspoeden
naar Bethlehem, binnentreden in den stal,
nederknielcn voor de kribbe om Hem
Ie aanbidden den voor ons menschgewor
den God, wanneer wij nl. zuilen voldaan
hebben aan den eiseh ons gesteld, ge
luisterd naar de stem des roependen in
de woestijn, de dalen gevuld, de heuvelen
geslecht, den weg ellen gemaakt door
onze harten te zuiveren in het doopsel
van boelvaardigheid.
Vandaar, helaas, niet allen zullen hel
Ileil der wereld aanschouwenDe Koning
komt, maar Zijn komst blijft voor velen
verborgen. Het Licht schijnt wel in de
duisternissen, maar de duisternissen
hebben Het niet begrepen Hij komt in
Zijn eigendom en de Zijnen hebben Hem
niet aangenomen dit is de diepgevoelde
klacht van den Apostel der liefde, die
telken jare bij het Kerstfeest kan worden
herhaald. Hoevclen onder de Zijnen, die
te jrool zijn voor de kleinheid van liet
Kind, te hoog voor de geringheid van
Bethlehem's stal, te rijk om het vleeseh-
geworden Woord des Vaders in Zijne
armoede, in schamele doeken gewonden,
te huldigen, te verheven, te
om hun knieën te buigen
sprakeloos, machteloos wichtneerliggend
op een handvol stroo in eene kribbe I
En zij begrijpen niet, dat dit Kind hel
oordeel Zijner rechtvaardigheid aan hen
voltrekt, dat Het, het eenige Heil, zich
voor hun blik verbergt om zich te open
baren aan de kinderen en de eenvoudigen
van harte.
En als wij onze blikken laten rond
gaan over hen, die staan buiten de
Katholieke Kerk, wie onzer gevoelt niet
diep medelijden met zoovelcn, die in
duisternissen rondtasten, rusteloos de
waarheid zoeken, in opvolgende en el
kander verdringende stelsels hun hoop
stellen, maar zoekende buiten de lichl-
zuil der Katholieke Kerk zich, teleur
gesteld, eindelijk werpen in den afgrond
der vertwijfeling en der bilterslc wanhoop.
Laat onze deernis met hun treurig
beklagenswaardig lot in de heerlijke
dagen van Kerstmis niet werkeloos
blijven zenden wij, voor de kribbe neer
geknield, tot het Kind, Onzen God en
Zaligmaker, onze vurigste"gebcden op,
opdat ook onze „groote vreugde" (je
hunne moge worden, opdat zij, de waar-
he.d zoekende daar, waar zij alleen te
vinden is, mogen gevoerd worden tot
Bethlehem's Koning, Hem mogen erken
nen als hun Heil, Hem huldigen als hun
Heer. Hem aanbidden als hun God.
BUITENLAND.
Zondag werd in Brussel hel gerucht
verspreid dal een nieuwe aanslag op
het leven des Konings was beproefd,
hetwelk echter aanstonds door den Bel
gischen ministerpresident, graaf de Smet
de Nacyer, werd tegengesproken. Die
logenstraffing is nader bevestigd.
Uil een verklaring van de administratie
van de spoorwegen blijkt, dat de koning
aan hel kasteel te Laeken zelf uit den
trein is gestapt. Hjj is den openbaren
weg niet ingeslagen. Het dramatisch
verhaal van het geheimzinnige rijtuig,
waaruit een schot zou gelost zijn, valt
daarmee van zelf. Dat geheimzinnige
rijtuig zou overigens gemakkelijk inge
haald zijn door hel geleide, dat de konink
lijke rijtuigen 's avonds altijd vergezeld.
De National Bruxellois zegt, ondanks
de tegenspraak van twee ministers, in
lichtingen te bezitten, die bevestigen,
dat er een schot is gelost toen hel rijtuig
van den koning voorbijging.
Volgens een andere lezing is wel
schot gelost, doch niet op den koning;
men zou hier gewoon te doen hebben
met een geval van nachtelijke sirooperij
m een dicht begroeide plek van het bosch
om het koninklijk paleis, waar zich veel
wild ophoudt.
Op zijn reis naar Zuid-Afrika heeft
Chamberlain eenige vertraging onder
vonden door een klein ongeluk aan
boord van de Good Hopeeerst 26
December wordt hij nu te Durban ver
wacht. Zijn plan om het Kerstfeest te
vieren te Pretoria is dus in duigen ge
vallen.
Nog een andere tegenvaller is, geijjk
de Standaard meldt, dat er wrijving is
ontstaan met het Zoeloe-opperhoofd Dini-
roeloc, wiens volk gedurende den oorlog
geweren en patronen van de Boeren
heeft buit gemaakt. Uitgenoodigd door
de Engelsche regeering om den buit uit
te leveren, gaf Diniroeloe een weigerend
antwoord. Deze quaestie kan aan Cham
berlain nog heel wat hoofdbrekens kosten,
en zijn reis nog wel eenigszins vergallen.
De Boerengeneraals Botha en De La
Rcy zijn Zaterdag ook naar Zuid-Afrika
vertrokken geruimen tijd voor het ver
trek van den trein uit Londen bevonden
zij zieh reeds aan het slation, waar een
groot aantal vrienden zich aangemeld
had om de sympathieke Afrikaner* vaar
wel te zeggen. Het viel op, dat generaal
Botha er nog slecht uitzag en blijkbaar
nog niet geheel hersteld was van zijn
jongste ziekte; mevrouw Botha verge
zelde haar man tot Southampton, doch
ging niet mede naar Zuid-Afrika, daar
zij met liet oog op de opvoeding van
haar kinderen voorloopig in Europa blijft.
De Duilsche Rijksdag heeft wel ver
diend eenige dagen rust te nemenzjjn
laatste zitling duurde onafgebroken 18'/4
uur. Maar de lariefwet is in die zitting
in derde lezing aangenomen. De dolle
oppositie en de schandelijke tooneelen,
door socialisten bjj de behandeling van
dit wetsontwerp uitgehaald, hebben dus
dezen uilslag niet langer kunnen keeren.
In die langdurige, gedenkwaardige zitting
heeft een socialist, om de kroon op het
oppositie-werk te zetten, acht volle uren
het woord gevoerd-
De man is een gewoon sigarenmaker,
naar een particulier bericht mededeelt,
en heeft op het oogenblik een sigaren
winkeltje te Berlijn, waar hij een gedeelte
van zijn waar nog zelf vervaardigt.
Toen Anlrick zijn langdurige redevoe
ring had geëindigd, was hij nog altoos
niet uitgeput, maar bleef hij in de
vergaderzaal deelnemen aan de verdere
beraadslagingen en stemmingen.
Naar men zegt heeft Antrick overigens
het woord enkel bij vergissing van den
voorzitter gekregen, daar deze het woord
FEUILLETtS „„c
Gered door de eoupant.
1) Het een stuurse!» gelicht daalde de Decem-
bernaebtuil zga lokkeo woei de storm, koude
etiet zijn adem uit, en diepe duisternis ver
spreidde zich uit zjjn barsche oogeo. Den
beelen dag had hjj al op den loer gelegen,
tot sjjn nor was gekomendocb jij) bad dit
niet algewaebt en ten minste twee nnr Ie rroeg
zijne heerschappij doen geroelen. Hjj spotte
met de bemoeiingen der stadsbewoners, die
met tonatfc lantarens eo gasvlammen zjjne
macht wachtten te breken.
Ongeveer om dezen tjjd Irtd Willem Mahrhorst,
eigenaar in een goed beklante zaak in witte
goederen en kleedingstukkeo, op bet eenigazina
verwonderd klinkend „binnen", snel en zenuwach
tig bjj den Commissaris vso politie LOber binnen.
„Hag ik n even komen lastig vallen in zaken,
die den dienst betreden sprak deze op eenen
toon, die een buitengewone opwinding te kennen
gaf. Snel stond de Commissaris op en legde
bet boek, waarin hg zat te lezeo, nit de band.
„De dienst gaat voor alles, mijnheer Mahr
horst", antwoordde hg beleeid. „Niets onaan
genaams, boop ik?"
„Een zeer ongelukkige geschiedenis, en voor
mg te ongelukkiger, als bet u niet gelukt, bet
gestolene terug te vinden
„Een diefstal derhalve? Neem plaats, mgn-
beer, en laat eens hooren,"
n doel t
„teo.(f „JTfiier namelgk over een persoon,
it'/-™
die tot
Gjj kent immers mgne winkeldochter, Truda
Heil wig
De Commissaris was zichtbaar gctioffen.
„Trnda Hellwig? Wal van haar? Een braaf,
mijner beste vrieoden, doch er is in dit
alles toch van haar geen sprake?"
„Meiaas," znchtte de winkelier, „zg heelt
zich als een volleerde commediante ontpopt.
Lnister. Het meisje is nu drie jaar hg mg;
steeds was zg overig, flink bg de band en de
klanten mochten haar gaarne. Dikwgls stelde
ik bare eerlgkbeid op de proef; zg was met
alles op de boogte en lot voor een balf jaar
heb ik niet bet minste gemist uit winkel noch
„Ja, juist Sedert eeuigen tgd word ik i
en onbeschaamde manier bestolen. Den eersti
eer waren er een dozgn hemden zoek.
acht dl
de juffrouw, die opvallend ongerust
vermiste zocht, zelf nog den raad zich niet
zoo op te vrinden. Haar ontroeriog kwam mg
toen zeer natonrlgk voor. Nadien ecliter, toen
deze onverklaarbare diefstallen herhaald wer
den, kwam mg de opvallende bandelwgze van
het meisje verdacht voor."
„De diefstallen werden herhaald?"
„Ja, en steeds werden er kostbaarder voor
werpen gestolen. Terzelfder lijd deelde men
mg mede, dal Truda verkeering had rael een
jongen koperslager, die zich als baas zelte en
dan met haar huwen wilde. Ook moet zg,
met bet oog op haar huwelgk, iu verschillende
winkels iokoopen gedaan hebben lot een tame-
Igk hoog bedrag. Dit laatste viel mg des te
op, daar het meisje van zich zeil geen
middelen heeft en niets kan bespaard hebben,
wgl zg van haar maandgeld nog hare moeder
en twee jongere kinderen moet onderhouden."
„Maar waarom verdeni' gg jnist Truda Hell
wig Gg hebt toch, naar ik meen, nog meer
personeel
,Nog slechts een boekhouder en een loop
knecht. De laatste, de oude Neubert, is boven
allen twgfel verheven."
De Commissaris begon te lachen.
„En Lander, mgn boekhouder," vervolgde de
winkelier, „is een zeer solied jongmensch van
nette familie. Zgn vader is een rgk man en
„Jawel, en vreemde handen kunnen den
diefstal niet gepleegd hebben
Mahrhorst schudde het hoofd.
„Neen, dat ia geheel buitengesloten, zooals
n een geval bewgzen zal, dat mg gisteren en
heden is overkomen en dat mgne verdeokiog
tot zekerheid heelt gemaakt.
Eenige dagen geleden bestelde de barones
von Herbet bg mg een elegant toilet uit goud
brokaat. Het igfje moeal met een bloemengar-
nituur worden opgemaakt en Inaschen de bloe-
meo moesten briljanten als dauwdroppels worden
aangebracht. Tot dit doel overhandigde de
barones mij gistermiddag een doosje, dat de
bedoelde edelsteenen bevatte Zulke bestellingen
zjjn bg ons niets zeldzaams en daarom nam ik
do steenen in ontvangst en sloot het étui in
mgn lesseoaar, die in hel naast den winkel
gelegen kantoor staat. Heden, Zondig, ie mgn
winkel gesloten. De winkelzalen liggen gelgk-
vioers, mgne woning op de eerste verdieping.
In den regel komt Zondags niemand in de
zaak, doch heden middag tegen drie uur ging
ik toevallig naar mgn kantoor om een paar
brieven te schrgven. Daar kwam mg plotse
ling, wie beschrijft mgoe verwondering, juffrouw
Hellwig tegemoet."
„Oomogelgk t"
„Ook ik vertrouwde mgne oogen niet, maar
zg was hel ik vroeg baar kortaf, wat zg hier
kwam doen. Heel kalm zeide zg mg, dt
dag iu
:l kan
toor bad ootbodeo. Toen ik haar toeriep,
bel niet waar was, verschrok zg zichtbaar en
brak in tranen nit. Wie heeft o dan hier ont
boden? vroeg ik. Een jongen, antwoordde zg.
Hg kwam, oDgeveer twee unr geleden bg mg,
eo brach' mg de boodschap over. Ik wsb zeer
verbaasd, daar zoo iels nog nooit was voorge
komen nog zeide zg mg, dat zg reeds ruim
een kwartier gewacht had en jnist van plan
geweest was naar mg toe te gaan en te
vragen, wat zg moest doen. Ergerigk beval ik
haar, zich te verwgderen, waarop zg, naar het
mg voorkwam, buitengewoon haastig heeogiog.
In 't eerste oogenblik speet bet mg, zoobarsch
étui met briljanten was verdwenen I"
„Dat dacht ik wel," antwoordde deCommis-
aaria met een smartelgken blik. „Was de les
senaar gesloten?"
„Zeker, ik sluit hem eiken avond, on hg
was nog gesloten, toen ik den diefstal ontdekte.
Hg moet met een valscben sleutel geopend
zgn."
„Maar hoe zou Truda aan een valschen
sleutel gekomen zgn?"
De koopman trok de schonden op.
„Ik weet het niet. Hsar bruidegom is koper-
„Ik ken hem eveneens, hg ia een degelgk
en gverig jonkman, van wien niets onbeboor-
lgka bekend is. En toch vreemd, zeer
king zal gedaan worden
„Ja, terstond," riep Mahrhorst zenuwachtig.
„Daarom kwam ik bier. Ik zoo volstrekt geen
aanklacht ingediend hebben, als bet niet om
de briljaolen was te doen geweestdeza moet
ik op zgn laatst morgen terugheoben, anders
is de goede naam van mgoe zaak weg."
„Dat begrgp ik wel," antwoordde LOber
nadenkend. „Ik kan het mg niet voorstellen,"
mompelde hg, in diepe gedachten op en neer
loopend.
„Wilt gg niet beproeven persooolgk op Trnda
te werken?"
„Ik ben overtuigd, dat dat doelloos is. Zg
schgnt bedrogen te zgn en zon zeker niet