DEEEMBODE. a ZEUGEN. Kruidenierswinkels," courant. Meubilaire goederen, Hikrnkk limit HAKHOUT. 25 drachtige H MMEL, LWERK WEILAND KOPERSLAGERIJ. Wed. A. Smink, s DANK aan allen, die bij de wisseling desjaars mij hunne heilwenschen'hebben aange boden. Wederkeerig: Zalig Nieuwjaar. C. J. VASTERT, Pastoor. Amersfoort, 3 Jan. 1903. EEN GELUKZALIG NIEUWJAAR zij den heer J. VAN ELTEN als O.nokr- wuzer toegewenscht door de gezamenlijke leerlingen der Bouwkundige Teeken- De Notaris A. N. J. VOS le Amersfoort, zal op WoenadAg 7 Januari 1903, des voorniiddags v"ur' 'en huize van den Heer A. H. van KALKEN aan de Langcstraat te geld8 pnbllek om contant verkoopen beslaande voornamelijk in: ronde en vierkante tafels, antieke chiffonnière, stoelen, kasten, canape's, pendules,eiken houten pers met bladen en kast. antiek IJs en Wedep voerbeboeden. zal de geregelde dienst der STOOMBOOT den 5*" Januari a s hervat worden. INLADINGte Amsterdam lederen Maandag en Donderdag tot 's avonds De Notaris «Tohs. Knoppers te Amersfoort, zal op WOENSDAG 21 JANUARI 1903, 's voorin. II uur, in het hotel op don Amersfoortschen berg te Amersfoort, publiek verkoopen IN DE GEMEENTE AMERSFOORT. Voor mevrouw de weduwe. C. L. ROOS VLASMAN. 14 perreHen Bii voegsel. Zaterdag 3 Januari 1903. Een hachelijk oogenblik. Genoodzaakt zijnde op reis te gaan, had ik naar mijn vriend F. geschreven, want wij hadden elkander in geen jaren meer]!'gezien, en door aan een der stations, die ik passeeren moest, af te stappen, zou ik gelegenheid hebben hem een bezoek te brengen. Hij was direc teur van een dier huizen, waar de naastenliefde op bijzondere wij, wordt beoefend, en de lijdende mcnschheid, onder den vorm van zieken, ouden van dagen en krankzinnigen, eene schuil plaats vindt. Reeds had ik eenige dagen tevergeefs op antwoord gewacht. Zelfs den dag van mijn vertrek kwam hot nog niet. Toch besloot ik naar hem toe le gaan, want ik kende hem te goed, dan dat ik mocht veronderstellen, dat hij met opzet mijn brief onbeantwoord liet in de hoop, dat ik, dit kwalijk nemende, het stadje G., waar hij woonde, voorbij zou sporen. Nog voor dat ik hem gehoord ot gezien had, was het raadsel reeds opge lost, want de portier vertelde mij bij mijne aankomst in het gesticht, dat de directeur reeds eenige dagen afwezig was, omdat hij zijne moeder was gaan bezoeken, die, op verren afstand wonende, gevaarlijk ziek was geworden. Wijl hij reeds was vertrokken, alvorens mijne kennisgeving het stadje G. had bereikt, en men den brief niet verder had gezon den, had ik natuurlijk geen antwoord van hem kunnen ontvangen, ik had er gelukkig echter niet alles bij verloren, want binnen een uur zou hij weer thuis zijn, volgens het telegram, 's morgens door hem verzonden. Op mijn zeggen, dat ik op de komst van den directeur zou wachten, leidde mij de portier in een kamertje, waar ik mij, onder het nemen van eene ver- versching, onledig hield met eenige gra vures te bezien, die op tafel lagen. Ik had er omtrent een kwartier gezeten en begon mij al braaf te vervelen, toen er iemand binnen kwam, die vroeg, of ik onderwijl het gesticht eens wenschte te bezichtigen. Natuurlijk werd dit voorstel gretig aanvaard, en op mijn vraag met wien ik de eer had te spreken, kreeg ik tot antwoord: „lk ben de onderdirecteur, mijnheer." Het was een deftig man, mijn mentor, netjes gekleed, ik zou haast zeggen „a Ia mode de Paris" hij bracht mij zoowat o'eral, en wist mij op een zeer aange name wijze te onderhouden hij sprak nu en dan met blijkbare kennis van zaken. Hij scheen van een aangenaam karakter, dan zelfs als hij mij nu en dan wat te gestreng voorkwam in 't terechtwijzen van een ot ander idioot, die ons hier of daar ontmoette, ons half lachende voorbijging en mij meestal een teeken gaf, als wilde hij zeggen, dat mijn geleider ze „alle vijf' niet bij elkander had, bij welke gelegenheid de onderdirecteur gewoonlijk dan eene ver zuchting liet hooren als 't Is wat, mijn heer, met die zotten." Toen beneden alles was afgezien, gingen wij naar boven, en bij het klim men vroeg ik m(jn gezel, of hij ann de linkerhand iels mankeerde, want ik had opgemerkt, dat hij deze gestadig voor de borst tusschcn do kleodcren hield. Hij antwoordde mij, dat hij haar erg had bezeerd en ze moeielijk kon go- bruiken. Roven gekomen, sloot hij de deur achter onseveneens zoo bij de tweede en derde verdieping. Wijl hij dal niet had gedaan, zoo lang wij nog beneden en gelijkvloers waren, vroeg ik hem, waarom hij dat nu deed, waarop hij mij antwoordde, dat het reglement van het huis zulks voorschreef, mot het oog op de krankzinnigen. Op het hoogste gedeelte van het huis gekomen, stelde de onderdirecteur mij voor, ook eons een kijkje te nomen op het balkon, zeggende dat men van daar een allerprachtigst gezicht had op het stadje en de omstreken. Toen ik ook dit voorstel had aangenomen, slool hij ook daar de deur op slot. Op mijne bemerking dat tot daar de krankzinni gen toch wel niet zouden komen, ant woordde hij half lachende„kan nooit weten, kan nooit weten, mijnheer," En zich omkeerende, sprak hij„En wal zegt mijnheer nu van dat prachtig ge zicht Ik wilde zeggen, dat ik het allerschoonst vond, maar de woorden bleven mij in de keel «teken, want de onder-directeur veranderde op eens van kleur, het bloed scheen hem blijkbaar naar hot hoold te stijgen, en zijn oogen begonnen te draaien. „Zie mijnheer", «prak hij op plccht- statigen toon, terwijl hij met de eene hand naar de stad en hare omgeving wees, en met de andere, de bezeerde, een revolver (de hemel mag weten, hoe hij er aan was gekomen) voor den dag haalde. „Zie, mijnheer, ik ben de vorst van zon, maan en sterren; hier boven is mijn rijk. Onder, ziet u, heb ik niets te zeggen, maar hier ben ik meester, en ieder sterveling, die in mjjn rijk komt, moet sterven I" Doch, voegde hij er bij, „gij schijnt mij toe een goede man te zijn, daarom laat ik u kiezen ofwel gij zult van het balkon springen, ofwel(en hier deed hij als wilde hij mij schieten.) Daar hij veel grooter en ook veel sterker was dan ik, had ik de gedachte laten varen op eens naar hem toe te springen en een strijd op leven of dood te beginnen doch terwijl hij zijne zot heden aan het uitkramen was, had ik, bij zijn voorstel om van het balkon te springen, een gelukkig idee gekregen. Schoon verbleekt van schrik, zeide ik hem zoo bedaard mogelyk „Och, mynheer de onderdirecteur," (ik dacld, die titel mag hem misschien weer tot bezinning brengen) „Wal!" snauwde hij mij tegen, „wat onderdirecteur. Heb ik je niet gezegd, dat ik koning ben, en dal de hemel lichamen mij toebehooren „Ja, Sire", hernam ik, „nu zie ik hetgij zijt een groot koning, maar nu, luister eens. Uwe Majesteit stelt mij voor om van het halkon te springen. Dat echter beteekent niets, dat kan ik, dat kunt gjj, dat kan iedereen, men laat zich maar eenvoudig vallenmaar om van beneden naar boven te sprin gen en juist hier op hot balkon, zie dat is iets anders, dat kan iedereen niet." „Kunt gij dat dan vroeg hij, terw(jl hij mij half ongeloovig, zoo strak moge lijk in het gelaal zag. „Natuurlijk", zei ik hem, „dat is voor mij zeer gemakkelijk. Ik heb het dik wijls gedaan, zelfs op zeer hoogc torens." „Dat wil ik zien", riep de krankzin nige uit en deed tegelijk de deur opeu om naar beneden te gaan, en daar gokomen, van mijn kunststuk ooggetuige te zijn I ik bleef natuurlijk niet achter, docli ik liet hem voor gaan, want hjj had niet willen voldoen aan mijn ver zoek, om den revolver op het balkon te laten liggen, wantdan was hjj geen koning meer en zou onderwijl het zonnetje in overleg met maan en stor- ren misschien een ander tot vorst uit roepen Nog voor dat wij echter beneden waren, was hem zijn scepter gelukkig al ontnomen, want op een door mij gegeven toeken kwamen eenige bedien den toegeschoten, voor wier vereenigde krachten de vorst van 't iirmament moest bukken. Terwijl men hem weg bracht, hoorde ik den ongelukkige nog herhaalde malen roepen„dat wil ik zien, dat wil ik zien." Ondcrwyl was de directeur thuis gekomen. Ik vertelde hem natuurlijk mijn wedervaren, en toen de bedienden hein kwamen vertellen, wie mijn geleider was geweest, vernam ik, dat hjj ruim drie maanden daar zijnde, tot nog toe onder de zoogenaamde stille waanzin nigen was gerekend, wijl hij nog nooit iemand zelfs met geen woorden had beleedigd, veel minder bedreigd, en dus eene betrekkelijke vrijheid genoot, ja somwijlen zelfs voor eenvoudige diensten werd gebruikt, en niet geheel van de bezoekers verwijderd werd gehouden, in de hoop, dat het verkeer met ver standige menschen een heilzamen invloed op zijn eerst slechts licht gekrenkt ver stand zou uitoefenen. Thans bleek het, dat hij tot de categorie der ergsten behoorde en van dien dag af werd hjj onder een streng toezicht gesteld. 'EN bij den BAR. De Notaris Johs. Knoppers te Amersfoort, zal op Donderdag 9 JANUARI 1903 s'voorm. 10 uur precies op de hofstede ,dk Korts Nijp" te Stou- I tenburg, publiek verkoopen I Op de Ambachtsheerlijkheid „Stouten- burg" eif bljbehoorende boerderijen, H2 PERC. zwaar eiken, elzen en onder 20 PERC. I EIKEN en IEPENBOOMEN, een NOTEN BOOM en SPARREN Betaaldag I September. 1903. Breeder bjj biljetten. De Notaris A. N. J. VOS llf te Amersfoort, zal op Vrijdag 9 Januari Knmn. '9®3' tie' voor'i>id(lags 11 uur precies, in hei koffiehuis bewoond door den Hoer B. J. JENS aan de Ulrcchtsche- i'r. J. straat le Amersfoort, er publiek verkoopen Uitgenunimord te bezichtigen op den D. van 'laK van l,en vor'tooP van 9 10 uur. j Betaling kooppenningen op 1 OCTO- BER 1903, mils solide den notaris 1 bekende borgen stellende. 3.1 BRUINE BOONEN 10 et. per kop GROENE ERWTEN .11 NIEUWE APPELEN17' pd. PRUIMEN 9 KRENTEN8 ROZIJNEN. 9 VIJGEN. 8'/, MARGARINE 24 BESTE STROOP 7 GROENE ZEEP 8 SODA2 STUIVERSZEEP 31/, stuk. i'OEDERZEEP (Pleines) 5 pakje. SODEX3 ZOUT3 pd. RAAPOLIE 27 liter. PALMOLIE29 Oudewater. ffi (B ft )RDIGT DE ZAAK OF FIRMA, ce :rk IS VOOR ELKE ZAAK DE ME. c8a®a©a«>ffl®iB IttK GEEFT STEEDS EN AAN f AANGENAMEN INDRUK, ob a ee RK WORDT DOOR IEDERE GEBRUIKT is a a a a a as J A. J. MICHIELSEN, ersfoort, levert steeds in den gen scherp concurreerende DRUKWERK. en I perceel Haar van Knootwilgen op de eigendommen van den HoogEdelG. Heer J. J. SCHLUITER nabij de Koper- steeg onder Hoogland. Voor L. J. HONTELÉ. 7 vim TAKKENBOSSEN a/d Liendertschen weg buiten Bloemen dal te Amersfoort. Betsding kooppenningen op 1 Septem ber 1903. Breeder bjj biljetten. 3.1 onder Hoogland in den polder „Neer- zeldert" van af de eerste Wetering tot nabjj den Looydijk, samen groot 4.86.10 hectaren in 2 perceelen. Voor den Heer Mr. W. H. DE BEAUFORT te Leusden. onder Amersfoort, achter de Verffabriek groot 1.30.03 hectare in 2 perceelenen in massa. Betaling pachtpenningen 24 December van eik jaar. Breeder bij biljetten. 3.1 Drooge Takkenbossen gelegen op het erf bjj „de Faam" Voor P. BOTTERBLOM. 1 perc. Eikenboomen op de hofstede „Hel Lagerhuis." Voor W. VAN DEN HEUVEL. 5 perceelen EIKENBOOMEN en een Iep9nboom op Winsenburg. Betaaldag 24 JUNI 1903. BREEDER BIJ BILJETTEN. De ondergeteekende beveelt zioh beleefd aan q* voor alle werkzaamheden tot het vak behoorende. q, Reparation worden deaverlangd gehaald enapoe- 12. dig zeer netjes tegen billeken prijs thuis bezorgd. g- Ueve Vronwe Kerkhof 34.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1903 | | pagina 3