Katholiek Nieuws- en Advertentieblad No. 41. Zaterdag 10 Januari 1903. Zestiende Jaargang. DE EEMBODE voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveid, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland, Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist. Verschijnt eiken ZATERDAG. Abonnementsprijs par drie maanden Franco per post Afzonderlijke nummer» f 0,40. f 0,05. Bureau Br eedsstraat18 Amersfoort Uitgave van de Vereenlging De Eembode. Frijn der Advertoutiir i Vaa 1 tot 6 regel»fo.30 Voor iederen regel meer-0.05 Correspondenten es» Advertentie moeien niteriyk Vrijdagavond voor 4 ure aan hot hureau bezorgd zjjn. GIFTEN voor liet Nederlandsch College te Rome. Vorig bedragf 805.45 Parochie Si. Fraocisrus Xaverins vao lets over I. Geen sympathiek onderwerp, tuaar wel een onderwerp, dat veler gemoederen in spanning houdt. Toch is dit geenszins le verwonderen. Immers de klachten over financieele nooden komen van Iwce kanten te gelijk. De Staat en onder scheidene gemeenten schijnen hierin een wedstrijd aan te gaan, maar de gemeente klachten overstemmen in den laatsten lijd nog die van den Staat. En de oor zaak ervan schuilt hierin, dat er ge meenten zijn, vooral de groote, wier toestand op financieel gebied steeds njjpender wordt, en die ondanks deze hachlijke positie, toch zoo gaarne willen voortleven op ecncn voet, die nog groo- ter uitgaven vorderen zal. Met het oog op deze sociale weder waardigheid steken thans, naar gewoonte, sommige wijzen en geleerden de hoofden bijeen en geven raad, schenken gratis adviezen enz., maar of daarmee een goede oplossing zal gevonden worden, is een andere vraag. Door deze raadslieden wordt vooropgezet, dat iedere gemeente hare taak naar behooren moet kunnen vervullen. Gemeenteraden moeten in de gelegenheid worden gesteld om op sociaal gebied met vrucht werkzaam te kunnen zgn. Zjj moeten door niets worden be lemmerd, indien zij bereid zijn den socialen arbeid in hun kring ter hand te nemen, volgens de eischen van den tegenwoordigen tijd. Want juist deze gemeenteraden toonen te beschikken over een ruimen blik en durven op het gemeente-gebied, in vergelijking van den Staat, meestal veel stouter inwerken op den economischen toestand der burgerij. Derhalve moeten deze geholpen worden en spoedig ook. Met deze en dergelijke argumenten hoorde men reeds herhaaldelijk een aan val doen op de schatkist van het Rijk vooral op liet gemoed der Regecring, omdat de laatstgenoemde de belasting- schroei beter kan aanzetten, dan de ge meenteraden. De ondervinding heeft ge leerd en onderricht in dien zin nog steeds voort, dat, waar gemeenteraden de belastingplichtigen uitknijpen, demeer- gegocden op de vlucht gaan en zich neerzetten, waar de belastingdruk niet hel leven te veel komt verontrusten. nu, aldus wordt geredeneerd, de Regeering dit werk aan de gemeente raden uit de hand wilde neinett, dan eerst werd de zaak gezond. Uit 's Rijks 'hatkist moet de gemeentekas gestijfd worden, en de Rijks-financiën moeten door verhooging van beslaande, en in- ng van nieuwe belastingen de Staats kas op peil houden. En de brave geesten, die met dat voorstel komen aanlorsen, zijn wel zoo goed den Staal den weg aan te wijzen, in deze te volgen. De directe belastingen, in de eerste plaats de vermogens- en bedrijfsbelastingen, inoeten verhoogd wor den de inkomsten uil de successierech ten moeten aanzienlijk stijgen zoowel door een progressie in te voeren, als door de heffing in de zijlijnen aanmerkelijk te verzwaren. Hierbij wordt de vernuf tige verzekering gegeven, dat er geen sprake kan zijn van te zwaren druk bij bet aanzetten derdirecte-belaslingschroef noch van vrees, dat vermogende inge zetenen een toevluchtsoord builen de grenzen des Rijks zullen zoeken, noch dat met verhooging van successierecht enz., het maatschappelijk kapitaal met ver mindering of ondergang wordt bedreigd. Tegen deze zienswijze kwam dezer dagen ook „De Standaard" krachtig verzet. Het blad schreef „Tegen ons wordt opgemerkt, dat, als te hooge directe heffing gemeentelijk is, de kapitalisten, die vrjj zijn, Amsterdam verlaten, maar dal, zoo die heffing van het Rijk uitgaat men nog zoo gauw niet expatrieert. „Wat weet men daarvan In Brussel is reeds een wjjk met Nederlandsclte fantiliën, en Parijs is kosmopolitisch. Wie, rijk in kapitaal, om een paar duizend gulden 'sjaars meer, zijn stad uittrekt, vindt den afstand naar Brussel niet zóóver, deswege tegen een wat verdere ver huizing op te zien. n men vergete niet, dat kapitaal, dat liet land verlaat, nog heel ander verlies oplevert dan kapitaal, dat van stad ver wisselt. Dan toch dertl men ook het bedrag, dat in het personeel betaald werd, en straks do successierechten. „Dat de toestand te Amsterdam on houdbaar wordt, weerspreken we daarom niet; maar lichter zou het geroep om hulp toch allicht ingang vinden, als men begonnen was met zelf het snoeimes iets sterker te hanteoren, en zoo men de poging niet voorop had geschoven, om het odium van de directe heffing voor het Rijk te vergroolen, met bij komend gevaar, dat hel nationale vermo gen schade leed. „Hoe men toch de schijven voor elkander schuivo, als de gemeenten grooteie uitgaven dan dusver doen, en inmiddels blijven de Rijksuitgaven geljjk, dan moet er meer geld uit de zakken der belastingbetalers geklopt; en waar dit anders de gemeenten zeiven zouden hebben te doen, wil nten thans deze onaangename besogne aan het Rijk op- „lets waar dan nog bij komt, dat, men de elaslieke indirecte heffingen voor een aanmerkelijk deel ten bate der ge meente doet strekken, het tekort komt voor de betaling van liet gewone ai der uitgaven, dat bij de toeneming der bevolking geen jaar uitblijft. Ook dit meerdere zou dan voor een deel door verhooging der directe heffingen moeien gedekt worden." Aan de juistheid van dit betoog zal wel niet veel le tornen vallen. Enkele punten, erin besproken, wenschen we echter in een volgend artikel o. m eenigszins nader te ontwikkelen. BUITENLAND. De bekende Spaansche Staatsman, Sagasla, die voor enkele weken als minister-president altrad, is Maandag, tengevolge eener longaandoening, ver gezeld van hartziekte, in den ouderdom n 75 jaar overleden. Sagasla, die een veel bewogen leven achter zich had, is als gelo"vig Katholiek gestorven. Op zijn verzoek om geeste lijken bijstand, begaf de bisschop van Madrid zich persoonljjk naar zijn sponde, en heelt hem de laatste II. Sacramenten toegediend. Zijn stoffelijk overschot rust in oen prachtige kist, die gedeeltelijk slechts gedekt was door een zwart lijkkleed, waarop geen enkel ordeteeken was aan gebracht. De doode lag met op de borst gevouwen handen, die een rozenkrans vasthielden. Koning Alfonso heelt de hoogste eerbetuiging voor wijlen Sagasta bevolen, nl. drie dagen staatsrou-.v en Re>|uiem-misscn in alle kathedralen van Spanjo. Omtrent den overledene wordt gemeld, dat hij in zijn jeugd ingenieur was, maar zijne welsprekendheid dreef hem in de politiek, en reeds op 27-jarigen leeftijd was hij volksvertegenwoordiger. Met allerlei revolutionnaire denkbeelden des tijds behept, nam hij deel aan den op stand van 1856 en dit was oorzaak, dat hij naar Frankrijk moest vluchten. Later teruggekeerd, werd hij directeur van een vrijzinnig dagblad en gedroeg zich zoo, dat hjj ten tweeden male ver bannen werd. Na de revolutie, die konin gin Isabella verdreef, keerde hij terug en werd minister onder maarschalk Prim. Maar zijne denkbeelden waren reeds grootendcels gewijzigd; de repu blikeinen, die hem een der hunnen waanden, werden lel door hem bestre den. Hij werd minister onder koning Amadcus, later onder maarschalk Serrano, en in 1875 sloot hij zich beslist bij de monarchie aan als leider eener grond- wettelijk-liberale partij. Zijn hervormingen bepaalden zich meer tot woorden dan tot daden, en in de Spaansche geschie denis zal hij vooral le boek staan als de man, onder wien Spanje zijne Oost en West-Indische koloniën verloor. Zondag hebben in Frankrijk de ver kiezingen voor den Senaat plaats gehad, omdat eer derde der leden periodiek moest aftreden. De uitslag dezer verkiezing heeft echter geleerd, dat de kiezers daar nog altijd de kerkvervolgers de hand werken. De Senaat beslaat uit 300 leden en wijl van de 100 leden er twee levens lang zitting hebben, moest om 98 zetels gestreden worden. Van die 98 zetels n 50 in handen der republikeinen, in handen der anli-ministerieele partijen. De uitslag der stemming was als volgt Van de conservatieve senatoren zijn 7 herkozen, verder werden herkozen 21 progressisten en gekozen 4; herkozen 11 republikeinen en gekozen 7herkozen 22 radicalen en gekozen 12; herkozen 7 radicaal-socialisten. Er inoeten 23 her- itemmingon plaats hebben. Dc ininistcrieelen wonnen zetelsin Allier twee, Alpes Maritimes één, Arden nen waarschijnlijk één, Charente twee, Cbarente-lnférieurc één, Corsica, drie, Cóle-d'or één, Gard één, en Nord één. De anti-ministerieclen wonnen zetels in de Alpes Basses één, Aveyron één. De minister-president Combes werd herkozen in Charente-inférieure met 723 van de 1004 stemmen, en werd gekozen op Corsica met 600 van de 774 stem men. Dit eiland is geheel van politieke kleur veranderd. Rouvier, afgevaardigde en minister van Financiën, verkreeg in de Alpes Maritimes 267 van de 395 stemmen en is dus gekozen. Minister Delcassé, die niet gecandideord was, kreeg te Ariège, waarvan hij afgevaardigde is, 197 simmen. Hij is niet gekozen. Het anti-clericale ministerie is dus niet alleen bevestigd, maar zelfs aan zienlijk versterkt geworden. De gruwelen, thans door de Turken in Macedonië bedreven, zijn ontzettend. De districts-prefect van Dubnicza (Bul garije) heelt den Bulgaarschen Minister van Binnenlandsclie Zaken een lang rapport gezonden van wreedheden, door Turksche soldaten gepleegd op Bulgaar- sche landlieden in Macedonië. Een tweehonderdtal vluchtelingen, waaronder vier priesters uit het Djuma- district, rapporteerden bijzonderheden van de wreedheden der Turken. Een bende van 200 Turksche soldaten en met hen een groot aantal Bashi-Bazoeks, kwamen te Zelenznita, om in de wonin gen der inwoners naar wapenen te zoeken. Veertig van de voornaamste inwoners werden gevangen genomen en verschrikkelijk mishandeld. Twee kinde- FEUILLETON. door ie eoupaot. 4) Op zekereo namiddag, toen hg juist >rjj van dienst was, begif hjj zich naar een.bekend uurtje doorbracht,"om conranten of Ijjds te lezen. Verscheidene bladen bad bjj at door- loopeo, toen hem ook de KSlnische in banden kwam. De Commissaris bladerde meer dan hjj las, daar viel hem plotseling in, dat in deze courant bet gedicht op de Boeren moest staan dat bji onlangs begonnen was, en bp sloeg eet) san lal der in den hondsr zich te ring geweest, het gedicht moest h snapt zgn-, nogmaals herbaalde hg dezelfde beweging, doch on met grooter oplettendheid. Kjjk, dat moest het zfio, 'msar, jammer, van bet bewuste nummer was bet grootste deel afgescheurd eo maar een kleine rand over! In gedachten, las bg he» gedicht, waar» bet begin ontbrak, plotseling vertoonde zich een uitdrukk ig van spanniog op zgn g'laa' Hg vestigde de oogen op bet gedicbl r'*. o oen voorwerp, dat hem byzooder belang schee ia U boezemen. Het scheen hem toe, dat hit juist ontbrak, wat by enkele dagen gelede geleien bad, en dat bet stok papier thuis neut keurig aan dit gedeelte moest passen. Het begin .toeh van bet gedicht stond op bel stnk papier, waarin bet doosje tvzs gevat geweest. Terstond riep bg den caféhouder. „Mgoheer Ahlinger, een woordje, mag ik dit oummer van de KOlnische modenemen?" „Zeker, mgoheer de Commissaris, neem het maar uit, bet is toch al een paar dagen „Wordt de Kiilniscbe veel bg u gelezen V' vroeg de Commissaris, lerwyl hg snel beproetde ;l bewuste nummer uil den bonder te lichten. „Nog al." ,U kunt mjj echter niet zeggen, wie zooal lezen?" De caléboudcr dacbt even na. „Elke courant •ell zgn eigen lezers," antwoordde hij. „Wacht ns daar heb je prolessor Faber dokter Scbiermeister advocaat von Hollei mgn beer Linder „Mijnheer Lander, wie is dat?' vroeg L4ber, wien de naam bekend voorkwam. „De boekhouder van Mahrhorst ik geloof, dat hg nit Keulen komt en interesseert zich daarom vooral voor de Kölnische.' „Zoo, zoo," sprak de Commissaris met ge huichelde onverschilligheid, waarop bg uitdronk co betaalde. Doch bg was allesbehalve kalm. Lander, juist dien naam had Mahrhorst hem genoemd. Snel liep Löber naar zijn bureau, waar hg het stuk van '"e courant bewaard had. Nauwkeurig paate hg het aan hel meegebrachte stuk, en zie, beide stukken behoorden zonder twyfel bg elkaar! Een nieuw verschiet opende zich voor den Commissaris. Nedat hy beide stukken iu zgne portefeuille gesloten had, giog bg aanstonds naar dsn lieer Mahrhorst, dien bg in zgn kan- or vond. Een enkele blik overtuigde hem, ■t er niemand anders tegenwoordig was. „Gg, mgoheer dc Commissaris?" sprak Mahr- irst verwonderd. „Welk nieuws brengt gü Heeft het ungelnkkigc meisjeeindelgk bekend?" ien, verre van dat," antwoordde de Com- ris. „Ik kwam slechts, om wat lo vragen, mgoheer Mahrhorst. Hebt gg de Kólnische in v winkel?" „De Kalniscbe? Noen. Hoe „Een oogenblik kunt gg u ook herinneren, hel u gal, ergens ingepakt was?" st was ia 't geheel niet ingepakt." mgoheer Lander, nw boekhouder, komt uit KeuleD, niet waar?" „Ja," antwoordde de koopman verwonderd. „Waar is bg nu, is bg bier?" terug. Maar, wat moet dal met htm, mgoheer de Commissaris?" De Commissaris deelde den vrager daarop zyne ontdekking mede. Tol bevreemding bekeek deze de voor hem liggende stukken der courant. Eindelgk sprak hg op oogeloovigen toon: „En daarop grondt gg uwe verdenking? En wel legen Lander? Waarom zou by, de zoon van rgke ouders, wien geld genoeg ten dienste slaat, een dief worden? Komt het stuk courant werkelgk van hem, dan kan h in den winkel verloren of woggeworpen hebben, en de juftrouw zal het daar gevonden en ge bruikt hebben." De Commissaris boog bel hoofd. Me beden- „Neen, neen, mgeheer Mahrhorst, zoo een voudig is de zaak niet; ten eerste zou Truda Uellwig zich zeker, oa hel wegnemen van hel doosje, niet deo lijd gegeven hebben, het ge- stoieoe netjes io le pikken, want zij bad baast en zocht zoo gauw mogoiyk weg te komen; ten tweedo moet u oiet over 't hoofd ien, dat er sprake is vau een nummer, da! rsl Zondags morgens hier wordt uitgegeven. De gebruiker vao het afgescheurde gedeelte moet dus stellig liet bedoelde nummer eerst Zondagvoormiddag gelezen hebben en wel in 't café Ahlinger Is n dat duidelijk V" „Ja." „Goed. Was mgoheer Lander Zondagvoor middag bg u op 't kantoor?" „Neeo. 's Zondags is myne zaak aliyd gesloten." „Welnu, Truda Hellwig bezoekt locb Zondags- voormiddags de café's niet," riep do Commissaris triomleerend. „Mgnheer Mahrhorst, ik ben op het goede spoor, ik vrees, dal wy bet arme „Maar, hoe zou mynheer Landerhoe zon „Dat weet il maar denk het weldri „Maar ,'t Is nu geen tyd tol verder tijdverspillen,' intwoordde de Commissaris. „Ik moet zoo sne nogeiyk handelen. Waar woont nw boekhouder?' De koopman noemde het adres. „Goed, ik loop, dat n spoedig meer zult vernemen." De Commissaris begif zich vlug naar het politiebureau. Hier liet hg torstond een zijner bekwaamste geheime politie-agenten hg zich „Zeidelherg," zoo sprak by, „ik moet een nnuwkearig onderzoek hebben over don boek houder uit de zaak van den heer Mahrhonf. Zyt gü in slaat mg dat binnen twee nnr te verschaffen „Ik zal het beproeven, mgoheer de Commia- „Het komt er voor alles op aan te weten, of de jouge man soliede is of misschien los bandig leeft, speelt, of scholden maakt. Gjj begrgpt mg wel." Dc agent ging heen om de opdracht te ver vullen. Intnsschcn nam de Commissaris een huurryluig, reed naar de gevangenis en liet Truda Hellwig by zich komoo. „Truda," sprak hg plotseling lot haar, „Truda, hebt ge ook ooit woorden met mgoheer Lauder gehad, hem boleedigd of zoo iets?" Truda schudde van neen. „Neen, myoheer de Commissaris, volstrekt niet." „Zeg my de waarheid, Truda, terwille van uwe moeder, van u zelf en uwe vryheidiu welke verhouding atoodl gg tot Lander „Hg maakte het mg meermalen lastig," ant woordde de gevangene bedroefd. „Eens zelfs deed bg aanzoek om mgne band, doch ik heb hem afgewezen." „Was hy daarover erg boos „Dat scheen wel." „Is Lander op dien Zondagmorgen, uw ver- lovingsdag Truda, bg u thuis geweest

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1903 | | pagina 1