eblad Bijvoegsel. Zaterdag 25 April 1903. DEEEMBODE. ventiende Jaargang. Nieuwe Maan. Te Meerhuizen was een moord ge pleegd. Buiten hel stadje woonde op een eenzamen weg de molenaar Ortel, een man, die als welgesteld bekend was en het beheer van zijn goed aan een notaris in het stadje had toever trouwd. Daarom ging hij dikwijls naar dien notaris, om geld Ie halen voor zijn inkoopen, ol te brengen van hetgeen iiij in betaling ontvangen had. En daar hij het overdag druk had met den molen moesten deze boodschappen altijd des avonds worden gedaan. Op zekeren avond nu was hij niet van zijn wande ling teruggekeerd en bij onderzoek werd hij gevonden niet verbrijzelden schedel, reeds een lijk. Niets werd ontdekt, wat op het spoor van den moordenaar kon brengenzelfs waren er, doordat de grond hard bevro ren was, geen voetstappen te zien, Na een langdurig onderzoek had de politie en justitie dan ook nog geen en kel spoor ontdekt en in den loop van jaren was zelfs de herinnering aan de misdaad grootendeels uilgewischt. Daar opeens, na negen jaren, scheen er licht in de zaak te zullen komen. Een zekere Windem kwam bij den offi cier van justitie en verklaarde, dat hij lang had gezwegen, maar het nu niet langer voor zich wilde houden, hij kende den moordenaar van den ouden Ortel. De ambtenaar vertrouwde dezen man en zyn aangifte niet; vooreerst stond hij niet al te best bekend, hoewel zijn ge drag in de laatste jaren uiterlijk niets te wenschen had overgelaten, en vervol gens wist ieder, dat Windem in onmin leefde met den man, dien hjj als moor denaar aanwees. Deze was bovendien een der meest geachte en aanzienlijkste inwoners van het stadje, zoodat de aan klacht niets waarschijnlijks had. De officier van justitie onderwierp daar om den aanklager aan een scherp ver hoor. Hij zelf had indertijd het onder zoek geleid en herinnerde zich nog vele kleine bijzonderhedenwas het dus waar, dat Windem, zooals hij beweerde, de daad had zien bedrijven, dan moesten hem de plaatselijke bijzonderheden ook nauwkeurig bekend zijn. Meende de officier hem vast te pralen, dat mislukte, alle bijzonderheden, ook die welke wel aan de politie bekend waren, maar voor het publiek geheim waren gehouden, werden door den aan klager volkomen juist meegedeeld,en hel werd hoe langer hoe waarschijnlijker, dat deze man waarheid sprak. Alleen bleef nog de vraag over, waarom hij niet eerder had verteld, wat hij wisten waarom hij het nu wel deed. Op de eerste vraag gaf hij ten ant woord, dat hij tcendertijd niet al te best bekend stond en ius niet zou zijn ge loofd, wanneer hij een der aanzienlijkste burgers der stad van moord beschuldig de en dat hij nu toch met zijn beschul diging voor den dag kwam, had enkel tot oorzaak, zooals hij beweerde, de be hoede, die hij gevoelde, om den schul dige gestraft te zien. Hoewel de laatste bewering vergezeld ging van een hatelijk en wraakluslig flikkeren zijner oogen, was dan toch de eerste verklaring zeer voldoende en de officier van justitie was wel verplicht den door den moordenaar aangewezene in verhoor te nemen. Hoe graag ook de rechterlijke ambtena ren in de onschuld van den geachtcn heer Bijendal waren blijven gelooven, het werd bij nader onderzoek zeer moei lijk. Vooreerst bleek, dat deze een uur voordat de moord moest hebben plaats gevonden met den molenaar in een café had gezeten en een hevige twist met hem had gehad. Vervolgens moest Bijen- da toegeven, dat hij dien avond zeer laai en opgewonden thuis was gekomen wat hij echter, evenals de ontstane twist toeschreef aan tegenspoed in zaken, en eindelijk, wat het ergste was. de heer Bijendal was gezien op den eenza men weg, die naar den molen leidde en zelf bekende hjj, om wat te bedaren, daar te hebben gewandeld. Doch hij ont kende beslist iets met den moord te doen gehad te hebben, al beweerde ook Windem het bedrijven van den aanslag te hebben gezien. De zaak stond nu echter zoo, dat tot openbare behandeling nioest worden over gegaan en er bestond veel kans, dat hij op Windem's getuigenis en zijn eigen bekentenissen van allerlei verdachte om standigheden zou worden veroordeeld, te meer toen bleek, dal hy zeer driftig van aard was en met den vermoorde reeds zeer dikwijls onaangename woor den had gehad. Met spanning wachtte men in Neerhui zen de zitting van de rechtbank af, waarin de zaak van den algemeen ge- achten heer Bijendal zou voorkomen. Een ieder hoopte, dal nog door een of ander voorval de onschuld van den be klaagde aan het licht 1 komen, te meer, nu de voornaamste aanklager een man als Winden was, dien nooit iemand had mogen lijden. Ook de advocaat van den beklaagde hoopte, wat de geheele stad wenschte. Hij kende Bijendal jaren lang en kreeg ook telkens weer den indruk met een onschuldige te doen te hebben. En toch als hij zuiver juridisch oordeelde, de be wijzen voor en tegen wikte en woog, dan moest hy bekennen, dat er haast geen uitkomst mogelijk was, dan wist hij werke lijk niet, op welke wijze hf nog een pleidooi ten gunste van zijn cliënt zou kunnen voeren. Bijendal was zijn beste vriend, boven dien had hij een goeden naam als advo caat op te houden en toch zou hij niet anders dan enkele nietszeggende volzin nen te berde kunnen brengen. Het hart brak hem bijna, wanneer hij de vrouw of een der reeds haast volwassen kin deren van Bijendal ontmoette en deze hem aanspraken en vroegen, hoe het er mee stond: hij moest hen geruslslellen en kon het toch niet. Zoo zon en peins de hij, en nog voordat de zitting plaats zou hebben, had hij nog geen enkel flink argument voor de onschuld van zijn cliënt en vriend gevonden. Daar brak de dag. het uur der zitting aan. De publieke tribune was stampvol menschen, die in duffe stilte den man, die bij allen geacht en veler weldoener was, in de bank der beschuldigden plaats zagen nemen. Bijendal zelf was bleek en bedroefd: in 't laatste onderhoud met zijn advocaat den vorigen dag. had deze hem het hopelooze van 't geval uiteen gezet en zelf zag hij het nu ook in. Daar kwam de advocaat binnen. Wat was dat? Zoo neerslachtig als hij de laatste dagen had rondgeloopen. zoo blij de keek hij nu en vroolijk knikte hij le gen Bijendal, die niet wist, wat hy zag. De advocaat, die geen portefeuille, maar niets dan een otden almanak bij zich had, ging zitten en het verhoor be gon. Windem stond op, legde den eed af en vertelde uitvoerig, hoe hij op een paar honderd meters alles had gezien. Daar verrees de advocaat en vroeg: Hoe kondt u dat bij avond zien, mijnheer Windem? Doordat het lichte maan was, ant woordde deze dadelijk. Ik betrap u op meineed, hier is een almanak van voor negen jaar, het was donkere maan. Als een schok ging dit woord door de zaal, allen zagen blijde op, alleen de aanklager werd doodsbleek en viel bui ten kennis neer. Windem werd van meineed aange klaagd en toen hij veroordeeld was, be kende hij, dat hij zelf den rnoord had begaan. De bedrieger was in zijn eigen net gevangen. BURGERLIJKE STANDEN. orkamp ra L. C. E. van Zjjdvalil. Sophia truida, d. van I'. Hagemao «n C. van do •weg. Eveiharda LuheiU Ho«ina Arrielle, n Gent. Janna, d. van Heemst. Cornelia Jo an Willigenburg en J, C. E jk, Hilversum, Hoogland, Prijn dar Advertnntllni 5 regels regel meer reld schijnen dan ook oproerpredikers zonderlinge karakter des Franschen volks, met hun schoonklinkende woorden ge- j Als de lichtzinnige jeugd, die zich on- IU1JU puciii en eer. wij oeureigt my In dollen waanzin werd dan beproefd me( andere maatregelen. Ga uw gang I I dit te verwezenlijken door het lasteren ik heb nooit iemand uitgedaagd, maar ook nooit iemand gevreesd 1 En ook u niet I" Dat deze kranige houding des bisschops irme instemming vindt, blijkt wel het meest hieruit, dat door vrijwillige bjj- dragen Mgr. Turinaz ruimschoots wordt schadeloos gesteld. Ten aanzien dei sluiting van de grot n Lourdes, is Combes tot andere ge dachten gekomen. Onder de voorwaarde door Combes gesteld, dat vóór 1 Mei alle kloosterlingen daaruit moeten ver wijderd zyn, bleef het Heiligdom ge spaard voor sluiting, zooals door den dwingeland reeds was aangekondigd. „Lourdes blyft dus gespaard,'' schrijft m. de bekende Fransche journalist Paul de Cassagnac, .triomfeerend te midden der puinhoopen van kloosters, bedehuizen en kapellen. En de boog van zijn kerk zal als het teeken zijn van hereeniging. als het sym bool van een onoverwinnelijke hoop voor de kloosterlingen, die de schandelijke m der seclarissen in ballingschap zendt. Nog eens heeft de H. Maagd Maria 'er het serpent getriomfeerd. De verkiezingen in Spanje zijn Zondag zooals verwacht werd, ten guDste der rcgecring uitgevallen. Naar officieëte statistiek is de uitslag als volgt Gekozen 232 ministeriëelen, 70 libe ralen, 11 democraten, 6 partijgangers van den hertog van Tetuan, 28 repu blikeinen, 7 Carlisten, 6 Gatalinisten en 8 onafhankeljjken. De republikeinen hebben enkele zetels gewonnen, maar de socialisten hebben een zeer gering aantal steramen ver kregen. Als gewoonlijk hebben hier en daar ongeregeldheden plaats gehad, waarbjj verschillende personen gewond werden. Naar aanleiding van de overwinning der republikeinen in Madrid, heeft de prefect dier stad ontslag genomen. De verklaring door den minister-presi dent Szell in het Hongaarsche parlement Maandag afgelegd, omtrent de uitbreiding der weermiddelen van Oostenrijk-Hon- garye heeft den indruk gemaakt, dat eene uitbarsting op het Balkanschier eiland te vreezen staat. De minister achtte het dringend noodig het aantal recruten te vermeerderen. ,Wij moeten," zeide hij, .wat de ver meerdering der defensieve krachten be treft, een mogendheid vormen, welke verbonden kan aangaan en haar belangen kan verdedigen. Het is in 't belang van FEUILLETON. DE VEROORDEELDE. De torenklok op bet oude slot Wermsdorf verkoudde bet aehlele uur vao den avond. Het werk was afgeloopen- De talrijke werklieden, die arbeidden aan bet jachtslot van den keur- vorst, Huberlusburg, gingen naar bonne wonin gen. Slechte het kleinste gedeelte der werklieden woonde te Wermsdorf bet meerendeel in de omliggende dorpen. Allen verlieten beden bun werk in vroolgke stemming, want de volgende dag zou een feestdag voor allen, die aan hot vlot arbeidden, ago. Op dezen dag was bet na melijk een jaar geleden, dat de eerste steen van het slot was gelegd, en de keurvorstin wilde op dezen dag voor 't eerst het slot eens komen alen, dat thans tot de tweede verdieping vol tooid was. Dat bad de architect Reuman den arbeidera meegedeeld; vandaar die bigde stem ming, die zang en die opgewektheid. Kort nadat de acht slagen verstomd waren, hield alle leven en beweging in de groote ruimte op. Da laatste stralen der ondergaande zoo ver guldden de woudrjjke hoogten om Wermsdorf en deden de vensterruiten van bet oude slot, dat de keurvorst met zjjne gemalin bewoonde, als bjj te Wermsdorf vertoefde, als robgnen schitteren. Toen nu de zon achter den horizon verdwe nen waa en de avond langzaam daalde, werd het atil in hel dorp, want ook de gverige land- man zoekt om dezeo tgd zgo nachtleger op. Het was iu bet hartje van den zomer, de tweede Juli 1732, negen uur. Slechts hier endaarslon- enkele personen met deelnemend een jon- rol papieren onder deo huis toeging, dat aan het einde van het dorp stond en waarnit een jonge vrouw met een knaapje van zes jaar hem tegemoet kwam. De jooge man nam den knaap op en gaf hem een tik op de woog, terwijl de vrouw be zorgde blikken op haren man sloeg en deze eindelijk op onwilligen en treurigen loon zeide: .Marie, het blglt er, helaas, bij; ik moet weg!" De jooge vrouw zuchtte, hare oogen vuldeo zich met tranen, zg liet het hoofd treurig zinken en volgde haren man, met het kind op den arm, naar hnis, naar de woookamer, waar op een met een aneenwwil tafellaken gedekte tafel het avondmaal alond te wachten. De man ging aan tafel zitten, steunde zyn hoofd met de hand en scheen geen eetlust te hebben. Marie vroeg, met de oogen vol tranen, .Was dan de voorspraak van den architect Naumann ook zander gevolg?" ,Er ia niets aan te doen, Marie 1" antwoordde Brand, looals de jooge man heette; daaroa richtte hg zich op uit zjjoe peinzende houding en nam het knaapje op den schoot. Na sprak hg tot zjjne vrouw: ,Ik moet liet bevel, dat mg hier van het werk wegroept oaar mjjn re giment, gehoorzamen, en slechts als de keur vorst hier was, zou het mogelijk zgo, dat deze slag my gespaard werd, maar de architect kan mg niet helpen, want in krugsaaogelegonhoden is hel niet gemakkelijk iets van den Koning door voorspraak Ie verkrjjgeo. Myo regiment moet parade maken voor de Koningin eo haar hoog bezoek, en daaroa kwartier nemen in de buurt van Weiszleld en Naumburg, waar ook nog andere regimenten komen; het zal wel eiode October worden voor ik met verlof kao Üe vrouw zuchtte eu sprak: .Dat ou ook juist de Keurvorat te Warschau moet züo Hg had u zeker geholpen, daar hjj u kent en wel- Hierop zeide Brand;, Hjj heeft mg toch be loofd, dat hU mg voor altyd van den krjjsdienst zou vrijmaken; ook heetl hg mg een vaste atD- stelliog bjj dit werk beloofd eu de architect ia dat met hem eens. Maar tliaos moet ik weer .Eu nu neem je mg toch ook mede, vaderl" vleide het jongetje, ,eo ala je voor mg geen plaats hebt in bet kwartier, dan ga ik naar neet BOtig, in de lazaoterg!" „En je zou je moeder hier alleeo achter laten willen?" vroeg de vader, lachend. De koaap lachte luide en sprak.Wel, moeder gaat ook mede, en wjj aluiteo hier allea dicht I" '„Hot kind heelt werkeljjk gelgk," zeide Brand tol zijne vroow. .Daar er nu toch eenmaal nieta aan de zaak te veranderen valt, neem ik den knaap op den bepaalden morgen mede, wg laten onze have en goed onder toezicht van den rentmeester van bet kaeteel en gy gaat naar Dreaden naar neef BOtig, lot ik, als God het wil, in den hertst voor alljjd den soldatenrok uittrek." .Als gij het gaarne wilt, Hendrik," antwo de vrouw aichibaar verlicht, .zal ik met zier naar Dresden gaao, maar eokele - later dan gjj, opdat ik hier op allea goed kao stellen; Fril-';unl ga wel dadelijk meeoi .Voor Frits is nog wol oenen nacht pla mijn vorig kwartier,'' sprak Brand. ,Mjji geanl schrglt mjj, dat mijn kwartier nog bet: die daar thans ingekwartierd zyo, zgn va March-regiment, dal uit Dresden afmarcheert voor ik er kom. Deo volgenden dag breng ik dan Frits naar neef BOtig, waar hg zich weldra thuis zal gevoelen, vooral ala gg spoedig nakomt.' .Ach, ala ge maar niet weg moest," antwoorddr de vrouw wier hoop weer begon te zinken. „Gg kuot u niet voorstellen, Hendrik, hoe mg ditmaal 't afscheid valt. Sedert uwe oproe- piog er ia, beb ik dag noch nacht ru een gevoel, also! u iets vroeselyka zaloverkot .Wees toch piel zoo beangst, Marie," zeide Braad, „ik ga toch oiet ten oorlog. Nog paar maaoden, dan is allea voorbg en gg wordt de vrouw vau eau hoofdopzichter, zooala mg beloofd ia, sedert het bouwplan, dat ik bier voor het slot beb uitgewerkt, den architect z< aat en dat ook door den kenrvorat zt hoog werd geroemd." .Dat geve God!" riep daarop de vrouw ui en bracht toen het knaapje, dat elaap begon iirggen, naar de slaapkamer. Ook Brand gii weldra ter raste: toch ontvlood hem de slaap, want kommer eo leed vervolden zjjne bors zgne oproeping tot zyo regiment. Deze toch rukte hem weg uit het werk, van vrot kind en gal hem zekeren tgd ovar aan het rnwe geweld zyner superieuren, want het waa In dien lyd niets zeldzaams, dat eao soldaat, om een klein vergrijp, de onteerendste straf onder ging." Yoor wy oos verhaal verder voortzetten, ia het ter verduidelijking noodig, dat we eerat een blik werpen op de wpze van rekruteering en de verplichting tot dan dienst, zooala die toen in Saksen bestond. Onder kenrvorat Frederik Augustus I, koning van Polen, bestond, evenals vroeger en later tot bet begin der 19e eeuw in Saksen, zoowel als in alle overige Duitsche stiteo, het werfejrsteem. Dit s)steem werd, al oaar 't noodig was, in kleinere of grootere mate, met alle middelen van list an raw geweld toegepast. Gehesl Sak sen was in werfdepots verdeeld; ook in de rijkssteden en havenplaatsen vond men een me. nigte wervers, die de kroegen tot hnooe werk- plaalren kozen, om alle joogellogen, die maar eeoigezins voor den dienst geschikt waren, te protsen en hen als gevangenen naar de regi menten te voeren. Vooral op jonge lieden van meer dan gewone lengte werd jacht gemaakt, om deze te werven voor het toen beslaande Groot- Musketier-regiment. In het binnenland moest elke gemeente een zeker aantal jongelingen, naar evenredigheid van het zielental, voor den krijgs dienst toveren. Wanneer bet echter bekend werd, dat op deze of dia plaats eeo contingent moest geleverd woideo, dao gingen gewoonlijk de sterkt en (linke zoons op de vlucht, om zoodoende vrjj te komen van dienst. Kwam dan hnt ter alhaling der manschappen uilgeit

Historische kranten - Archief Eemland

De Eembode | 1903 | | pagina 5