Katholiek Nieuws- en Advertentieblad
No. 41.
Zaterdag 9 Januari 1904.
Zeventiende Jaargang.
DE EEMBODE
voor Amersfoort, Apeldoorn, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bussum, Driebergen, Eemnes, Harderwijk, Hilversum, Hoogland,
Laren, Leusden, Naarden, Nijkerk, Soest, Stoutenburg, Veenendaal en Zeist.
Verschijnt eiken ZATERDAG.
Franco per post
Afionóerlgke nummer;
10,40.
f 0,05.
BureauBreedestraat 18, Amersfoort.
Uitgave van de Vereeniging De Eembode.
Prijs der Advertentiesi
Va* 1 tot 6 regel*
Voor iedere* regel meer
Corrcspondentiên en Adverteolién moeien uiterlijk Vrijdagavond
voor t om aan het bureau bezorgd xjjo.
De kermis-qoaestie.
Wjj vreezen geen tegenspraak ali we
de kermis-quae*tie een zeer belangrijke
noemen. De belangstelling, die onder alle
«tanden hier ter «lede wordt getoond,
nu bjj den Gemeenteraad door een
tweetal zijner leden, de heeren Vels-
Heyn en Oosterveen, een voorstel is
ingediend om ,in beginsel" de kermis af
te schaffen is daarvoor een welsprekend
bewjjs. Tal van vergaderingen ter be
handeling der quaestie zjjn reedi ge
houden, adressen vóór en tegen zijn
reeds volteekend en bij den Raad onzer
Gemeente ingekomen en nog altijd biedt
dit vraagstuk eeue gereede aanleiding tot
bespreking bij de meest verschillende
gelegenheden.
Veilig mag men hieruit afleiden, dat
het bier een zaak betreft van ingrijpende
beteekenis. Ware dit niet het geval, dan
zou ze minder ernstig opgevat, minder
nauwgezet gewogen, en als gewoonlijk
met een afwerend handgebaar terzijde
gewezen zijn.
Voor zoover nu reeds te oordeelen
valt, vindt echter het voorstel om de
kermis ,in beginsel al te schaffen" geens
zins genoegzame instemming. Het vindt
tegenkanting bij velen, omdat totale op
heffing van de kermis, wat de eindstrek-
king er van is, hun nog niet wenschelijk
voorkomt. Voorts acht men van zeer
vele zjjden dit voorstel te vaag, de aan
neming ervan zou tot niets binden, en
te verwachten zou dan zijn, dat bij aan
neming het raadsbesluit eenvoudig bij
meer vrome wenschen werd gedeponeerd.
,Het voorstel", zeggen de bovenge
noemde raadsleden in hun memori
toelichting, „om in beginsel te besluiten tot
afschaffing der kermis is gedaan om rede
nen van finantieelen, moretien en gods-
dienttigen aard"; Het berust derhalve op
degelijke gronden. Maar de aanneming van
bet voorstel tot afschaffing der kermis ,in
beginsel" zou wellicht zeer verre zijn van
„uitvoering" van dit besluit, zooals ook vrij
duidelijk in de memorie van toelichting
wordt erkend, door de verklaring „dat wij
geenszins willen ontveinzen, hoeveel be
zwaren zullen moeten uit den weg ge
ruimd en moeiclijkheden overwonnen,
alvorens tot uitvoering kan worden over
gegaan van een besluit, zoo diep in
grijpend in het volksleven, als door ons
voorstel wordt bedoeld."
Zeer waarschijnlijk zou het dus een
wissel trekken zijn op de toekomst, die
niet gehonoreerd werd.
De kans, dat het bewuste voorstel in
den Raad eene meerderheid zal vinden,
achten wjj dan ook zeer gering. Niet
echter mag de verdienste dit vraag
stuk aanhangig te hebben gemaakt,
onderschat worden. Het strekt den voor
stellers tot niet geringe eere dit te hebben
gedaan. Velen toch zjjn hierdoor de oogen
wijder geopend voor de ellende en zonden,
die het kermisvermaak maar al te zeer
aankleven. De overtuiging is bij zeer
velen ontwaakt, bjj anderen vaster en
inniger geworden, dat, nu in de laatste
jaren de kermis steeds meer ontaardt in
losbandigheid en walgelijke tooneelen,
eene beperking daarvan niet mag uit-
De grieven, tegen de kermis ingebracht,
zjjn verre van ongegrond. Over het aan
gevoerde flnantieeie bezwaar loopen de
meeningen nog al uileen. Of de nering
doenden over 't algemeen werkelijk meer
voordeelen genieten, als kermis wordt
gevierd, dan wanneer het geld, dat
vreemdelingen in de beurs laten glijden,
in onze stad bleef circuleeren, blijft nog
een open vraag. Maar zeker is, dal tijdens
de kermis huurpenningen worden ver
brast, die ander; eerlijk zouden betaald
worden; dat menig behoeftig gezin zich
dan in schulden steekt zonder eenige
kans in den komenden winter daaruit
te zullen geraken; dat zelfs onmisbare
voorwerpen dan uil vele gezinnen
dwjjnen, met de stellige overtuiging die
nimmer terug te zullen bekomen.
Doch het flnantieeie in deze quaestie
mag gerusteljjk naar den achtergrond ge
schoven, waar het godsdienstige en zede
lijke zoozeer de aandacht vragen. Vol
gaarne geven we toe, iets waBrop
in deze dagen nog al eens gewezen
werd, dat er velen zijn, die op be
scheiden voet mede in de vermaken der
kermis deelen en ook meenen, dat daar
van heel onschuldig te genieten valt.
Evenzeer, dat er zjj.i, die dit ook in on
schuld des harten doen. Niettemin zijn
wjj stellig ervan overtuigd, dal deze voor
standers van de kermis zeer gaarne het
genot dier vermaken zullen bekort zien,
nu hun is duidelijker gemaakt de zede
lijke en stoffelijke ellende, die om de
kermis maar al le vaak in stilte geleden 1
wordt. Zich daarvan beter bewust, zullen
zij ook met volle overtuiging, zonder een
n van aarzelen, hun eigen inzicht
ten offer brengen ter wille van die vrouwen
en kinderen, welke in de kermisdagen,
en soms ook nog langen tjjd nadien,
onder Iranen en zuchten en gebrek
Ijjdend doorbrengen, omdat de man en
vader kermis houdt; ter wille van
zoovele ouders, die de kermis vloekea,
omdat de val hunner kinderen daaraan
te wijten is.
En men bedenke hierbij wel, dat
Amersfoort een garnizoensstad bij uit
nemendheid is. Honderden militairen zijn
hier gevestigd, onder wie er, o, zoo velen
zijn, die verkeeringen aanknoopen met
geen ander doel dan hun booze harts
tochten te bevredigen. Wat moet het
dan wel zijn, hoe moet het dan wel
gaan, als door een kermisduur val
volle dagen de hartslochfen tot den hoogst
raogelijkeu prikkel worden opgevoerd?
Te verwonderen is het dus niet, dat
zoowel elders als hier zoo menig meisje,
zoo vele knappe dienstboden, die hier
ter slede hebben vertoefd, in dienstbe
trekkingen zjjn geweest of nog zjjn, met
heete tranen hun verloren onschuld be-
weenen en zich in ellende hebben gestort,
omdat zjj mede volop van de kermis
genoten hebben.
Staving dezer bewering mag zeker ook
wel ietwat gezocht in het feit, dat ook
militaire autoriteiten thans hard ijveren
voor afschaffing der kermis. Zelfs werd
ons pcrsoonlyk door een militair van
hoogen rang verzekerd, dat afsctiufflng
ervan hoogst gewenscht is.
Zulke feiten spreken, dunkt ons, boek-
deelen vol.
Nu evenwel het voorstel tot afschaffing
van de kermis „in beginsel" weinig kans
heefl thans in den Gemeenteraad te worden
aangenomen, zou het zeer te betreuren
zjjn, als niet een ander voorstul, dat
„beperking" van de kermis vraagt, daar
voor in de plaats werd gesteld. En dan
zij daarbjj met bescheidenheid in over
weging gegevendat de plaats voor
tenten, kramen enz. tot den Hof worde
beperktdat streng worde toegezien, op
dat wat eenigszins zedekwetsend is, zorg
vuldig worde geweerddat de duur der
kermis verkort wordedat het sluitings
van herbergen en kroegen vervroegd
worde enz. enz.
Hoe het ook zij: dat van overheids
wege met krachtige hand worde inge
grepen in eene zaak, die zooveel onheil
en jamnieren slicht, achten wij een
plicht, een duren plicht 1
BUITENLAND.
De voorganger van Combes, de oud
minister Waldeck-Rousseau, de vader
der rampzalige wet op de Vereenigingen,
heet ernstig ziek te zjjn. Iljj vertoeft
thans in het Zuiden van Frankrijk en is
zeer verzwakt. Zjjn toestand vcreischt
de meeste zorgzaamheid van zjjn genees
heer, dr. Eabinski.
Tegen den nieuwen aanslag van Cómbes
op het bjjzonder onderwijs heeft de bis
schop van Orléans een brochure uitge
geven: VAttentat, welke in geheel Frank
rijk een diepen indruk maakt.
Voorts heeft Mgr. Rumeau, de bisschop
Angers, aan den commandeerenden
generaal van het IXe legerkorps, die
kort geleden zjjn troepen verboden had,
de bijeenkomsten van katholieke militaire
vereenigingen bjj te wonen, een brief
geschreven. De bisschop zegt, dat hjj Is
priester zjjn innige droefenis moet uit
spreken over het voorschrift van den
generaal en over de vrjjhjidsberooving,
die er in ligthij acht het zijn plicht en
zijn recht, de soldalen gelegenheid te
geven tot uiloefening van hun godsdienst
plichten. De bisschop zegt, dat hjj eiken
Zondag om twaalf uur een bijzondere
Mis voor de militairen zal laten lezen.
Uit Rome wordt gemeld, dat Z. H. de
Paus op het oogenblik werkt aan een
belangrijk document, dat ten doel b-eft
de respectieve rechten van de weten
schap en het geloof af te bakenen en
de exegeten en katholieke geleerden te
behoeden legen al te liberale tmdenzec.
Z. H. heeft het adv'es gevraagd van een
zeker aantal kardii.alen betreffende de
redactie van dit document, dat weldra
zal verschijnen.
Op de vraag: waartoe deSt.-Pieters-
penning dient? geeft de „Oiservatore
Romano" het volgende antwoord:
De Paus voorziet in de behoeften van
het bestuur der Kerk en bescheimt de
wetenschappen en de kunst, die ons allen
ten goede komen.
Niet alleen onderhoudt de Paus de
onvergelijkelijke kunstschatten in het
Vaticaan, maar, naar gelang de middelen
hem dit veroorloven, tracht hij die schat
ten le vermeerderen. Onlangs nog heeft
de Paus de bibliotheek Barberina aan
gekocht.
Alle mannen der wetenschap, alle gé-
leerden, zij mogen katholiek zjjn of niet,
mogen van deze schatten gebruik maken.
De arme geestelijkheid, en tal van
werken van liefdadigheid komen boven
dien ten laste van den H. Stoel.
Wie aan den Paus geeft, geeft dus
uit liefdadigheid, een verstandige en
christelijke liefdadigheid.
Of Koning Peter I van Servië wel
rust;g slap n zal, mag sterk betwijfeld
worden. Nu weer wordt uit Belgrado
gemeld, dat aaar twee arrestaties hebben
plaats gehad van lieden, die beschuldigd
worden koning Peter I naar hel leven
te hebben gestaan. Naar vermoedelijke
medeplichtigen wordt gezocht.
FEUILLETON.
Op de padee des krnises.
EENZAAM LEVEN.
E«o eenzaam leven ie bet leven ginds in het
verre Noordwesten van Amerika I In den langen,
langen winter oiela andera dan de groote, een-
same, in dikke sneeuw gebolde aaluur. Sueenw
hoen ge ook ziel. Als' looter kristal schittert
m flikkert ijj. Als gloeiende vuurpunten steekt
zjj b in den zonneschijn met bare ijskristallen
in de oogen. Qaaroe zondt gü se sluiten, ver
moeid els zjj worden door al dio pracht.
In den korten zomer welft zich de hemel
boven a in diep blauwomgeven n, in groote
uitgestrektheid, wonden van dookerbruine spar
ren en dennen, een oud reuzen geslacht, wieo
reeds lang bet teekeo des ouderdoms, bet
grauwe mos, in da lange Ukken en takjes
gevlochten ia. Of gij ontwaart op ow omdwalen
krachtige bekken met wilglanzsoden schors. Uit
dese boomen vervaardigt de Indiaan ego kano.
Zjjn vaartuig ia liebt als een veer eo pijlsnel
doorklieft bet dm stroom. Verrast zien de zalmen,
de beven en de otters op, de kraanvogels en
andere waterbewoners vliegen krgschcud weg.
Qenarljjk ie de snelheid van doo stroom; be-
driegeljjk bet maèr, door den stormwind beroerd
baar grootachheid geeft bel le aanschouwen.
Hier ziet gij bet kleine blokhuis van den
kolonist nit bet verre Westen.
De vreemdeling teelt hel nit ruwe boom
stammen vervaardigd en met warm moe aan-
gemld, en dal noemt bjj sjjo tebnis. Gj zondt
in alaagde z|jo kiodscbheid en zjjn'geboortegrood
te vergeten, dal alles, wat eens zjjn eigendom
•ras in 't verleden
liet was in 't jear 178Aan de woudrjjke
oerers van hel Louskensmeer, ver in 't noorden
van bet tegenwoordige Britscb-Columbia, stond
een eenzaam biokbnis, loebebooreode aan Mr.
O. ScbiU. Hg was in Icrlaod geboren. Voor
drie jaar waa hjj naar hier gekomen met zgoe
vrouw en twee kinderen en bed hjj zich als
kolonist gevestigd in het woeete, vreemde land.
Schill waa een ernstig, stil meosch. Wat bad bem
nit zjjo geboorteland gedreven? Niemaud bjj
ben in de buurt vernam bet. Maar de diepe
rimpelt in bel booge, mannelijke voorhoofd
bad de zorg gegroefd, 'a lereo hard lot daarin
geleekend. De eerste las er dit, de andere dal nit.
Niemand echter vond in bem een teeken van
■cboidkalm en van geen kwaad bewnat, blikte
betoog ran den ernstigen man. Krachtig, doch
hartelijk was de drnk zjjoer eeltige werkmaos-
hand, als bjj voor bswezea diensten dankte,
Zjjo woorden waren afgemeten. In de breede
bort klopte eeo hart vol sterk, oowankelbaar
vertrouwen op God; onvermoeido lust totwer-
,Hat ia genoeg, als God ds oogst geeft, wg
zelf moeten bet werk doen.'' Dat waa zjjn Ijjf-
fepreok,
In drie jaren had de bjjl van ScbiU menig
woudreus doen tuimelen, en daardoor was eenlg
licht gebrscht in den donkeren woudnacht. Ook
veld eo Lain getuigden van bet zweel en vljjt
zjjner banden.
Nu de zomer iu '1 laud nas, prjjkte de tuin
bjj hel blokhuis met vele fraaie bloemen eu
vertoooue zicb .hel groen>ao menig bekende
groeule. Tol afwering der vjjanden omgaf buis
oo tuiu een puntige palissadeering. Over de
omheining been zag de blik naar 't zuiden op
het schitterend spiegelvlak eau bel Lonskeus-
meer. Veel visschen sprongen en dal lelden iu
den helderen ronDeschjjo, lerwjjl boog hoveo
water en bosch de vischareod kringen beschreel,
Naar 'l westen zag men van uil het blokhuis
bet veld, door Sclnll ontwoekerd aan den be-
groeideo meeroaver. Een zee' van goudeo tarwe-
aren golfde er Ibans, de oogst was nnhjj, in
den wind heen en weer. Zoo vaak Schill er
naar keek, sprak bjj„Gods zegen ]>as mei
Wat
nocht bet echter zjjo, dal den korten
'T VERLEDEN,
Het was v|jf jaren vroeger.
Gonden zonneschijn omgaf bec groeno Erio.
De wolkenloozo hemel, de heorljjke zomerdag
loovarde levenslast en levensgenot ia de harten
der meotchen. Men bad bel lolde wiUen uit
roepen. Vergeten was bet verleden, 't tegen
woordige beerljjk, de toekomst rooskleurig.
Gelnk des menachen aardvch geluk
hoe bedriegeljjk zjjt gjj I De veranderljjki
hemel boven u ie een
Door d' zonnige dreven loopt eeo jongeman;
ja bart. Als op dat oogenblik bel smalle pad
et een scherpe bocht rechtsom buigt en oen
':hl geeft op een prachtige boerderjj,
zjjoe oogen, als ginds de golven der
neer een vurige zonnestraal zs doet
fbkki
Door het donkergroen der dor
oostenwind door de li
rpziende oogen
Daar staat bij voor bel beminde wezen.
.Anna," sprak ds jonge man in korte, maar
hartelijke woordeo, .onze barton zijn één. Laat
mjj der ouderen zegen balen."
,En wjj mogen hopen, dat dia ona deel wordt,"
leidde bet antwoord. .Vader is in do kamer.
„En ik mag u de rojjne noemen," joichlo de
man. Lachend wjjoL het meisje naar bet bols
Twee meoscbenharlen waren gelukkig; één
echter verteerde in njjd en gramschap.
.ScbiU zal weten, dat er tusschea ona een
eeuwigdurende klove is ontstaan", zwoer de
onverzoenlijke baat ln de horst van eeo, die
tot dan toe gegolden bad als de beste vriend
van deu gelukkigen jongeman. „Alles bad ik je
kuanen gunnen, maar dit niet, Jon gelnk is
mjjn ongeluk. Om jou beeft zg mjj veretooleo.
Schill, mjja ongeluk zal jou geluk vernialigen."
Weken eu maanden gingen voorbjj, en een
jeugdig familiegeluk, zonk, voor sltjjd gebroken,
in 'l graf. Schill was veroordeeld en nit bet
land verbannen geworden. Waarom Een vreemde
iscbjo behooi
I dood gevondon in een boachjo i
9 Schill
ook de koopwaren vao deu
vermoorde gevoodeo. Eo hg, die bem wraak
gezworen had, getuigde tegen bem.
Schill bad het vonnis der rechters geboord.
Doodsbleek zag bjj beo aan en een oogeobUk
wankelde hij, als zou hjj terneder zinkoo.
Daarna herstelde bjj zich weder; met opge
heven hoofd stood hjj daar, zjjoe waogeu kleur
den zich, bjj logde de hand op 't har!.
„God is mjja geinige, ik beu onschaldig ver
oordeeld. Ik kin mijne onschuld niet bewjjzen
God vergeve n, gjj vervult aweo plicht. U, mjjn
aanklager, laat ik Gods rechtvaardigheid. Ik ben
onschuldig aan den dood des ireemdsliogs. Hoe
alles gebeurd is, weet ik nietGod echter weet
bet, en mjja aanklager ook. Ik ga, om in den
vreemde een nieuw tehuis te zoeken. Moge u"
hier richtte hij zicb tot zjjoeu aanklager
„uw gebnortelaod nooit vreemd wordeo."
ScbiU kwam thuis. Weenend viel xjju vrouw
hem om den bals.
Zoo was hel gekomen. Toen later iemand op
zflo doodbed bekende, dat hg den vreem
deling vermoord, eo uit baat Schill er van
beschuldigd had, was deze verbannen, ver van
hnis en bof en bloedverwanten. Aan den stillen
oever van bet Louikenameer stood eeo andsr
thuis. Het was hem dierbaar en liel geworden,
ofschoon het ook het verlorene niet kon ver
vangen,
(Wordt vervolgd J
ML.